De schelp van een diepzeeslak
Toeval of ontwerp?
De schelp van een diepzeeslak
● Hij heeft een van de sterkste uitwendige skeletten die in de natuur zijn ontdekt. Het gaat om de Crysomallon squamiferum, een slak die op de bodem van de Indische Oceaan wordt aangetroffen. Dit kleine weekdier is bestand tegen de waterdruk op een diepte van zo’n 2400 meter. Hij heeft ook geen last van de hoge zuurgraad van het water en de wisselende temperaturen, zelfs niet van het hete water dat uit scheuren in de aardkorst komt. Zijn schelp beschermt hem bovendien tegen vijanden.
Wetenswaardigheid: De schelp van deze diepzeeslak is opgebouwd uit drie lagen. De eerste bestaat uit deeltjes ijzersulfide, de tweede is vergelijkbaar met de eiwitlaag van andere slakkensoorten en de derde bestaat uit een calciummineraal dat aragoniet wordt genoemd. Dankzij deze drievoudige beschermingslaag is de diepzeeslak ongevoelig voor aanvallen van roofkrabben, die de schelp met hun krachtige scharen proberen te kraken. Ook al houdt de krab de slak dagenlang vast, zijn schelp zal niet breken.
Met behulp van een hardheidsmeter (met een diamanten punt als indruklichaam) kwamen onderzoekers erachter dat „de buitenkant van de schelp zo gemaakt is dat er barstjes in komen op een manier die energie absorbeert”, meldt het tijdschrift Discover. „De barstjes waaieren alleen uit rond de deeltjes ijzersulfide. Deze minuscule barstjes absorberen energie en voorkomen ook dat er grotere barsten ontstaan.” De middenlaag absorbeert tijdens een aanval de mechanische energie.
Onderzoekers proberen de structuur van deze schelp na te bootsen. Dat zou nuttig kunnen zijn voor de fabricage van sterkere helmen en kogelvrije vesten en ook scheeps- en vliegtuigrompen. „Het kan zelfs nuttig zijn voor oliepijpleidingen in het noordpoolgebied die geregeld door ijsbergen worden geraakt”, zegt Discover.
Wat denkt u? Is de schelp van deze diepzeeslak door toeval ontstaan of is hij ontworpen?
[Diagram op blz. 23]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Indruklichaam
Buitenlaag
Middenlaag
Binnenlaag
[Illustratieverantwoording op blz. 23]
Courtesy Anders Warén