Maakt onze manier van spreken iets uit?
De zienswijze van de Bijbel
Maakt onze manier van spreken iets uit?
Een premier heeft net een beleefd gesprek gevoerd met een oudere vrouw. Achteraf noemt hij haar — zonder in de gaten te hebben dat zijn microfoon nog aan staat — een bekrompen mens en klaagt hij tegen zijn medewerkers dat ze haar uit zijn buurt hadden moeten houden. Het hele land is verbijsterd. De reputatie van de premier is beschadigd en bij de verkiezingen acht dagen later wordt hij niet herkozen.
ER IS geen mens die zijn tong volmaakt in bedwang kan houden (Jakobus 3:2). Maar uit dit voorval blijkt wel dat het ertoe doet wat u zegt. Uw reputatie, uw carrière en zelfs de kwaliteit van uw relatie met anderen worden sterk beïnvloed door uw manier van praten.
Maar het gaat zelfs nog verder. De Bijbel legt uit dat uw woorden onthullen wat er in u leeft, wat voor persoon u bent. Jezus zei: „Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over” (Mattheüs 12:34, Groot Nieuws Bijbel). Omdat wat u zegt een uiting is van uw gevoelens, gedachten en emoties, is het belangrijk uw manier van spreken te analyseren. Kan de Bijbel u daarbij helpen? Sta eens stil bij het volgende.
Manieren om uw spraak te verbeteren
Woorden beginnen als gedachten. Wanneer u uw spraak wilt verbeteren, moet u dus uw manier van denken verbeteren. Als u Gods Woord toepast, is dat van invloed op uw gedachten en daarmee ook op uw spraak.
Vul uw hart met goede dingen. In de Bijbel worden een aantal van die dingen beschreven: „Al wat waar is, al wat van ernstig belang is, al wat rechtvaardig is, al wat eerbaar is, al wat lieflijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken” (Filippenzen 4:8).
Dat goede advies opvolgen is een bescherming tegen verkeerde gedachten. Bedenk dat uw gedachten sterk beïnvloed worden door wat u ziet en leest. Als u negatieve en onreine gedachten wilt vermijden, moet u dus negatieve invloeden vermijden, zoals amusement met een gewelddadige of obscene inhoud (Psalm 11:5; Efeziërs 5:3, 4). Richt uw gedachten op zuivere, positieve dingen. De Bijbel kan daarbij een hulp zijn. Lees bijvoorbeeld Spreuken 4:20-27, Efeziërs 4:20-32 en Jakobus 3:2-12. De principes in deze teksten kunnen u helpen om uw spraak te verbeteren. *
Denk goed na voordat u iets zegt. „Er bestaat er een die onbezonnen spreekt als met de steken van een zwaard, maar de tong van de wijzen is genezing”, zegt Spreuken 12:18. Als u merkt dat u vaak de gevoelens van anderen kwetst, doe dan uw best om na te denken voordat u iets zegt. Volg het advies op dat in Spreuken 15:28 staat: „Het hart van de rechtvaardige mediteert om te antwoorden, maar de mond van de goddelozen doet slechte dingen opborrelen.”
Probeer u een doel te stellen. Neem u vast voor om de komende maand niet zomaar alles Spreuken 15:1-4, 23). Maar er zijn nog meer dingen die u kunt doen.
te zeggen wat er in u opkomt, vooral niet als u geprovoceerd wordt. Denk in plaats daarvan na over de Bijbelteksten in dit artikel en doe dan bewust moeite om weloverwogen woorden te kiezen en op een rustige en vriendelijke toon te praten (Bid om de hulp van Jehovah God. Een Bijbelschrijver bad: „Laten de woorden van mijn mond en de meditatie van mijn hart welgevallig worden voor uw aangezicht, o Jehovah” (Psalm 19:14). Laat Jehovah weten dat u uw spraak graag zo wilt gebruiken dat u zijn goedkeuring hebt en prettig gezelschap bent voor anderen. In Spreuken 18:20, 21 staat: „Van je eigen woorden pluk je de vruchten; je woorden beslissen over je geluk. Woorden hebben macht over leven en dood” (GNB).
Gebruik Gods Woord als een spiegel. De Bijbel is te vergelijken met een spiegel waarin u zichzelf goed kunt bekijken (Jakobus 1:23-25). Vraag u bijvoorbeeld in het licht van de volgende drie Bijbelse principes af: hoe staat het met mijn spraak en reputatie?
„Een zacht antwoord keert woede af, maar een woord dat smart veroorzaakt, doet toorn opkomen” (Spreuken 15:1). Praat u op een vriendelijke manier die de vrede bevordert?
„Laat geen verdorven woord uit uw mond voortkomen, maar elk woord dat goed is tot opbouw waar het nodig is, opdat daardoor iets meegedeeld mag worden wat gunstig is voor de hoorders” (Efeziërs 4:29). Zijn uw woorden opbouwend voor de mensen om u heen?
„Uw spreken zij altijd minzaam, gekruid met zout, opdat gij weet hoe gij een ieder een antwoord behoort te geven” (Kolossenzen 4:6). Probeert u zelfs in moeilijke situaties tactvol te blijven, zodat wat u zegt voor anderen makkelijker te verteren is?
Als u correcties aanbrengt naar aanleiding van wat u in de spiegel ziet, maakt u bij anderen een betere indruk en krijgt u meer zelfrespect. Hetzelfde geldt als u uw spraak verbetert door Gods Woord als een spiegel te gebruiken.
[Voetnoot]
^ ¶9 De Bijbel is ook online te lezen op www.watchtower.org.
WAT DENKT U?
● Wat valt er op te maken uit uw spraak? — Lukas 6:45.
● Op welke manier zou u met anderen moeten praten? — Efeziërs 4:29; Kolossenzen 4:6.
● Welke praktische dingen kunt u doen om uw spraak te verbeteren? — Psalm 19:14; Filippenzen 4:8.
[Illustratie op blz. 11]
Wat we zeggen heeft invloed op onze reputatie en op onze relatie met anderen