Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Keurt God slavernij goed?

Keurt God slavernij goed?

De zienswijze van de Bijbel

Keurt God slavernij goed?

NAASTENLIEFDE is een van de belangrijkste leerstellingen van de Bijbel. Maar liefde is lijnrecht in strijd met het concept van onderdrukkende slavernij. Daarom verbaast het sommigen dat er in de Bijbel over slavernij gesproken wordt.

In oude tijden stond God zijn volk toe om slaven te hebben (Genesis 14:14, 15). En in de tijd van de apostelen waren er ook onder christenen slaven en slavenhouders (Filemon 15, 16). Betekent dit dat God onderdrukkende slavernij goedkeurt?

Sociale structuren die botsen met Bijbelse principes

Tegen de tijd dat er begonnen werd met het schrijven van de Bijbel, hadden mensen al sociale structuren en economische systemen ontwikkeld die in strijd waren met Gods beginselen. Terwijl God sommige gebruiken in zijn geschreven Wet veroordeelde, waren er andere die hij tolereerde, zoals slavernij.

Over de sociale structuur van het volk Israël uit de oudheid zegt The International Standard Bible Encyclopedia: ’Die moest functioneren als een broederschap waarin er, in het gunstigste geval, geen armen waren, en waarin wezen, weduwen en daklozen niet werden uitgebuit.’ God liet de bestaande sociale en economische structuur dus niet slechts voortduren. Hij stelde in zijn Wet regels op zodat er in geval van slavernij op een humane en liefdevolle manier met slaven zou worden omgegaan.

Slavernij in de Bijbelse geschiedenis

Sta eens stil bij de volgende voorschriften in de wet die God via Mozes gaf:

Op iemand ontvoeren en verkopen stond de doodstraf (Exodus 21:16). Maar als een Israëliet ondanks alle regelingen ter voorkoming van armoede diep in de schulden raakte, bijvoorbeeld door onverstandige zakelijke beslissingen, kon hij zichzelf als slaaf verkopen. In sommige gevallen kon hij misschien zelfs extra geld verdienen waardoor hij zichzelf kon vrijkopen (Leviticus 25:47-52).

Dit was niet te vergelijken met de onderdrukkende slavernij die eeuwenlang in veel landen gebruikelijk is geweest. Leviticus 25:39, 40 zegt: „Ingeval uw broeder in uw nabijheid verarmt en hij zich aan u moet verkopen, moogt gij hem niet als werker in slavendienst gebruiken. Hij dient bij u te verkeren als een loonarbeider.” Dit was dus een liefdevolle regeling om voor de armsten van Israël te zorgen.

Iemand die op diefstal werd betrapt en die niet de volledige vergoeding kon betalen die de Wet voorschreef, kon als slaaf verkocht worden om zijn schuld af te betalen (Exodus 22:3). Zodra hij de schuld had afbetaald, was hij weer vrij.

Wrede slavernij was onder Gods Wet voor Israël niet toegestaan. Hoewel meesters hun slaven mochten straffen, mochten ze hierin niet te ver gaan. Een slaaf die door zijn meester gedood werd, moest gewroken worden (Exodus 21:20). Als een slaaf verminkt werd en bijvoorbeeld een tand of een oog verloor, moest hij vrijgelaten worden (Exodus 21:26, 27).

Een Israëliet kon maximaal zes jaar als slaaf dienen. In het zevende jaar werd hij vrijgelaten (Exodus 21:2). De Wet schreef voor dat om de vijftig jaar alle Israëlitische slaven in het land vrijgelaten moesten worden, ongeacht hoe lang iemand een slaaf was (Leviticus 25:40, 41).

Als een slaaf vrijgelaten werd, moest zijn meester gul zijn. In Deuteronomium 15:13, 14 staat: „Ingeval gij hem als vrijgelatene van u heenzendt, moogt gij hem niet met lege handen heenzenden. Gij dient hem beslist toe te rusten met iets van uw kleinvee en uw dorsvloer en uw olie- en wijnpers.”

Later, in de tijd van Jezus en zijn apostelen, kwam slavernij in het Romeinse Rijk algemeen voor. Toen het christendom zich verspreidde, was het logisch dat er slaven en slavenhouders zouden zijn die het goede nieuws zouden leren kennen en christen zouden worden. Jezus Christus en zijn apostelen predikten geen sociale bevrijding, alsof ze het bestaande systeem wilden hervormen. In plaats daarvan werden zowel slaven als slavenhouders aangespoord elkaar lief te hebben als geestelijke broeders (Kolossenzen 4:1; 1 Timotheüs 6:2).

Een einde aan slavernij

Zoals voor elke vraag over de Bijbel geldt, moet ook de kwestie van slavernij in de context bekeken worden. Uit een nauwkeurig onderzoek van de Bijbel blijkt dat God het verschrikkelijk vindt als mensen slecht behandeld worden.

Uit zo’n onderzoek blijkt ook dat de slavernij die in Bijbelse tijden onder Gods volk voorkwam, niet de wrede vorm van slavernij was waar de meeste mensen tegenwoordig bij dat woord aan denken. En de Bijbel laat zien dat God ons uiteindelijk van alle vormen van slavernij zal bevrijden. Dan zullen alle mensen echte vrijheid kennen (Jesaja 65:21, 22).

WAT DENKT U?

● Keurt God een slechte behandeling van slaven goed? — Leviticus 25:39, 40.

● Hoe moesten christenen slaven behandelen? — Kolossenzen 4:1.

[Inzet op blz. 29]

God vindt het verschrikkelijk als mensen slecht behandeld worden

[Illustratieverantwoording op blz. 29]

© G.M.B. Akash/Panos Pictures