Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wat moet ik weten over sociale netwerksites? — Deel 2

Wat moet ik weten over sociale netwerksites? — Deel 2

Jonge mensen vragen

Wat moet ik weten over sociale netwerksites? — Deel 2

Wat is voor jou het belangrijkste? Nummer de dingen hieronder van 1 tot 4.

․․․․․ mijn privacy

․․․․․ mijn tijd

․․․․․ mijn reputatie

․․․․․ mijn vriendschappen

WAAR heb je een 1 bij gezet? Niet alleen dat aspect van je leven, maar ook de andere dingen die genoemd worden, zouden gevaar kunnen lopen als je een netwerksite gebruikt.

Is een netwerksite eigenlijk wel iets voor jou? Als je nog thuis woont, is dat iets waarover je ouders moeten beslissen * (Spreuken 6:20). Netwerksites hebben, net als andere toepassingen van internet, voor- en nadelen. Als je ouders niet willen dat je een account hebt, moet je je daarbij neerleggen (Efeziërs 6:1).

Als je ouders het wél goedvinden dat je op een netwerksite zit, hoe kun je de gevaren daarvan dan vermijden? In het „Jonge mensen vragen”-artikel in de Ontwaakt! van juli 2011 werden twee terreinen besproken die aandacht verdienen: je privacy en je tijd. In dit artikel gaan we het hebben over je reputatie en je vriendschappen.

JE REPUTATIE

Als je je reputatie wilt beschermen, is het belangrijk dat je anderen geen geldige reden geeft om slecht over je te denken. Stel dat je een gloednieuwe auto hebt die nog geen krasje of deukje heeft. Dan wil je dat waarschijnlijk graag zo houden. Hoe zou je je voelen als je je auto door je eigen onvoorzichtigheid in de prak reed?

Op een netwerksite kan er net zoiets gebeuren met je reputatie. Cara (19) zegt: „Eén ondoordacht fotootje of berichtje, en je reputatie kan een lelijke deuk oplopen.” Denk er bijvoorbeeld eens over na wat er met je reputatie kan gebeuren door . . .

Je foto’s. In 1 Petrus 2:12 staat: „Bewaart een voortreffelijk gedrag.” Wat valt je op als je foto’s op een netwerksite bekijkt?

„Soms heeft iemand tegen wie ik opkeek er foto’s op staan waarop hij of zij dronken lijkt.” — Ana (19).

„Ik ken meisjes die zo poseren dat ze de aandacht op hun lichaam vestigen. Ze zien er op de site heel anders uit dan in het echt.” — Cara.

Welke conclusie zou je over iemand trekken die op een foto op een netwerksite (1) uitdagende kleren draagt of (2) dronken lijkt?

1 ․․․․․

2 ․․․․․

Je berichten. „Laat geen verdorven woord [„vuile taal”, NBV] uit uw mond voortkomen”, zegt Efeziërs 4:29. Sommigen hebben gemerkt dat er in discussies op netwerksites vaak grove taal, roddels of seksueel getinte onderwerpen opduiken.

„Mensen hebben op een netwerksite minder remmingen. Als je woorden intypt, klinken ze minder erg dan als je ze hardop zegt. Misschien vloek je niet, maar gebruik je wel woorden die flirteriger, uitdagender of zelfs schunniger zijn.” — Danielle (19).

Waarom denk je dat veel mensen minder remmingen hebben als ze achter de computer zitten?

․․․․․

Maakt het uit wat voor foto’s en berichten je post? Absoluut! „Op school is daar veel aandacht aan besteed”, zegt Jane (19). „We hebben het erover gehad dat werkgevers de webpagina van sollicitanten bekijken om een indruk van iemand te krijgen.”

Dr. B.J. Fogg zegt in zijn boek Facebook for Parents dat hij dat ook doet: „Ik vind dat het bij het antecedentenonderzoek hoort. (...) Als ik bij het profiel van een sollicitant kan en ik daar troep zie, dan maakt dat op mij geen goede indruk. Zo iemand neem ik niet aan, omdat ik werknemers wil die hun verstand gebruiken.”

Als je christen bent, is er nog iets veel belangrijkers waar je rekening mee moet houden, namelijk welke uitwerking je berichten op anderen hebben, of dat nu geloofsgenoten zijn of niet. De apostel Paulus schreef: „In geen enkel opzicht geven wij enige aanleiding tot struikelen” (2 Korinthiërs 6:3; 1 Petrus 3:16).

Wat je kunt doen

Als je ouders het goedvinden dat je op een netwerksite zit, kijk dan naar de foto’s die je gepost hebt en vraag je af: Wat zeggen deze foto’s over mij? Wil ik mezelf echt zo presenteren? Zou ik me schamen als een van mijn ouders, een ouderling of een potentiële werkgever deze foto’s zou zien? Als je antwoord op de laatste vraag ja is, doe er dan iets aan. Kate (21) deed dat ook: „Een ouderling sprak me aan over de foto bij mijn profiel en daar was ik wel blij om. Ik wist dat hij mijn reputatie wilde beschermen.”

Kijk ook eens goed naar de berichten die je gepost hebt en naar de berichten die anderen op jouw pagina hebben gezet. Laat niet toe dat er „domme of dubbelzinnige taal” op staat (Efeziërs 5:3, 4, Willibrordvertaling). „Soms zetten mensen er berichtjes op die schunnig of dubbelzinnig zijn”, vertelt Jane. „Hoewel jij het er niet op hebt gezet, krijg jij een slechte naam omdat het op jouw pagina staat.”

Welke grenzen ga je in verband met je foto’s en berichten stellen om je reputatie te beschermen?

․․․․․

JE VRIENDSCHAPPEN

Als je een auto zou hebben, zou je dan zomaar iedereen laten meerijden? Wanneer je ouders het goedvinden dat je een account op een netwerksite hebt, moet je er ook over nadenken wie je als vriend gaat uitnodigen of accepteren. Hoe selectief zul je zijn?

„Sommige mensen hebben als enige doel meer vrienden te krijgen — hoe meer, hoe beter. Ze voegen zelfs mensen toe die ze niet echt kennen.” — Nayisha (16).

„Op een netwerksite kun je weer contact leggen met mensen uit het verleden. Maar soms kun je die mensen maar beter in het verleden laten.” — Ellen (25).

Wat je kunt doen

Tip: controleer je lijst. Neem je vriendenlijst door en haal er namen af als dat nodig is. Vraag je bij iedereen af:

1. Weet ik hoe hij of zij in het echt is?

2. Wat voor foto’s en berichten post hij of zij?

3. Heeft hij of zij een positieve invloed op mijn leven?

„In principe neem ik elke maand mijn vriendenlijst door. Als er iemand op staat waar ik geen goed gevoel bij heb of die ik niet goed ken, haal ik hem eraf.” — Ivana (17).

Tip: stel grenzen. Bepaal wie je als vriend zult uitnodigen of accepteren, zoals je dat in het echt ook zou doen (1 Korinthiërs 15:33). Leanne zegt: „Mijn stelregel is: als ik iemand niet ken, accepteer ik hem niet als vriend. Als ik iets op zijn pagina zie waar ik me niet prettig bij voel, haal ik hem van mijn vriendenlijst en komt hij er ook niet zo gauw weer op.” Anderen hebben vergelijkbare grenzen gesteld.

„Ik accepteer niet zomaar iedereen als vriend. Dat kan gevaarlijk zijn.” — Erin (21).

„Ik heb verzoeken van vroegere klasgenoten gehad die aan mijn vriendenlijst toegevoegd wilden worden. Maar dat waren juist de mensen die ik op school probeerde te ontlopen. Waarom zou ik nu dan wel contact met ze willen?” — Alex (21).

Schrijf hieronder op welke grenzen jij gaat stellen.

․․․․․

Meer artikelen uit de „Jonge mensen vragen”-serie vind je op www.watchtower.org/ypo

[Voetnoot]

^ ¶9 Ontwaakt! spreekt zich er niet over uit of bepaalde netwerksites goed of slecht zijn. Christenen moeten er zelf op letten dat hun gebruik van internet niet in strijd is met Bijbelse principes (1 Timotheüs 1:5, 19).

[Inzet op blz. 10]

Een Bijbelspreuk zegt: „Een goede naam is te verkiezen boven grote rijkdom.” — Spreuken 22:1, De Nieuwe Bijbelvertaling

[Kader op blz. 12]

VRAAG HET JE OUDERS

Neem samen met je ouders dit artikel door en het „Jonge mensen vragen”-artikel in de Ontwaakt! van juli 2011. Bespreek welke invloed je gebruik van internet heeft op (1) je privacy, (2) je tijd, (3) je reputatie en (4) je vriendschappen.

[Kader op blz. 13]

VOOR DE OUDERS

Uw kinderen weten misschien meer van internet dan u. Maar ze hebben nog niet zo veel levenservaring (Spreuken 1:4; 2:1-6). Parry Aftab, een expert op het gebied van internetveiligheid, zegt: „Kinderen weten meer van technologie. Ouders weten meer van het leven.”

De laatste jaren zijn netwerksites populair geworden. Kan uw kind de verantwoordelijkheid van een account aan? Het is aan u om dat te beoordelen. Net zoals autorijden, het hebben van een bankrekening en het gebruik van een creditcard brengen netwerksites bepaalde gevaren met zich mee. Op welke terreinen is er gevaar?

PRIVACY. Veel jongeren beseffen niet welke consequenties het kan hebben als ze te veel informatie op internet zetten. Als uw kinderen aangeven waar ze wonen, waar hun school is en of ze wel of niet thuis zijn, kan dat de veiligheid van uw gezin in gevaar brengen.

Wat u kunt doen. Toen uw kinderen klein waren, leerde u ze om eerst naar rechts en naar links te kijken voordat ze overstaken. Nu ze ouder zijn, moet u ze leren hoe ze veilig kunnen internetten. Lees de informatie over privacy in het „Jonge mensen vragen”-artikel van vorige maand en bladzijde 3-9 van de Ontwaakt! van oktober 2008. Bespreek dit materiaal vervolgens met uw kinderen. Doe moeite om ze „praktische wijsheid en denkvermogen” bij te brengen op het gebied van internetveiligheid (Spreuken 3:21).

TIJD. Netwerksites kunnen verslavend zijn. „Toen ik net een account had, blééf ik erop kijken”, vertelt Rick (23). „Ik was urenlang bezig met alle foto’s en berichtjes.”

Wat u kunt doen. Lees en bespreek met uw kinderen het artikel „Jonge mensen vragen . . . Ben ik verslaafd aan elektronica?” in de Ontwaakt! van januari 2011. Vestig vooral de aandacht op het kader „Ik was verslaafd aan profielsites” op bladzijde 26. Help uw kinderen „matig in gewoonten” te zijn en zich te houden aan de tijdslimiet die u voor internetgebruik hebt gesteld (1 Timotheüs 3:2). Herinner uw kinderen eraan dat het leven niet alleen uit internetten bestaat!

REPUTATIE. „Een kind laat zich kennen door zijn daden”, zegt een Bijbelspreuk (Spreuken 20:11, NBV). Dat geldt zeker voor internet. En omdat een netwerksite een openbaar forum is, kunnen de dingen die uw kinderen erop zetten niet alleen hun eigen reputatie aantasten maar ook die van het gezin.

Wat u kunt doen. Kinderen moeten leren dat ze door wat ze op internet doen, laten zien wie ze zijn. Ze moeten ook begrijpen dat wat ze op internet zetten, blijvend is. „Het idee dat dingen op internet permanent zijn, is voor kinderen niet makkelijk te begrijpen, maar het is cruciaal dat ze het leren”, schrijft dr. Gwenn Schurgin O’Keeffe in het boek CyberSafe. „Eén manier om aan kinderen uit te leggen hoe ze zich op internet moeten gedragen, is ze eraan te herinneren dat ze online geen dingen moeten zeggen die ze offline ook niet zouden zeggen.”

VRIENDSCHAPPEN. „Veel tieners willen graag populair zijn,” zegt Tanya (23), „dus zijn ze eerder geneigd om ’vrienden’ te accepteren die ze niet kennen of die geen principes hebben.”

Wat u kunt doen. Help uw zoon of dochter grenzen te stellen. Alicia (22) voegt bijvoorbeeld in principe geen vrienden van vrienden aan haar lijst toe. „Als ik iemand niet ken of nog nooit ontmoet heb, ga ik hem niet toevoegen omdat we toevallig dezelfde vriend hebben.”

Tim en Julia hebben zelf een account op een netwerksite aangemaakt om de vrienden en berichten op de pagina van hun dochter te kunnen zien. Julia vertelt: „We hebben gezegd dat ze ons aan haar vriendenlijst moest toevoegen. De mensen met wie ze contact heeft, zitten praktisch bij ons in de woonkamer. We willen wel weten wie dat zijn.”

[Illustratie op blz. 11]

Zoals een auto in de prak gereden kan worden door onvoorzichtigheid, kan je reputatie een lelijke deuk oplopen als je ongepaste foto’s en berichten op internet post

[Illustratie op blz. 12]

Zou je zomaar een vreemde meenemen die staat te liften? Waarom zou je iemand die je niet kent dan aan je vriendenlijst toevoegen?