Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Kreeft: Een delicatesse uit de zee

Kreeft: Een delicatesse uit de zee

Kreeft: Een delicatesse uit de zee

In een restaurant in New York is een groepje vaste klanten net aan tafel gegaan. Naast hun bord ligt een verzameling gereedschappen waarmee ze heel behendig het pantser van het grote dier dat op hun bord ligt openbreken. Ze laten zich niet afleiden door de ogen op steeltjes die hen vanaf hun bord lijken aan te staren en zetten hun tanden gretig in het malse, zoetige vlees. Wat eten ze? Kreeft.

KREEFTEN worden in het Engels ook wel sea bugs (insecten uit de zee) genoemd. Hoe komen ze aan die naam? Toen vissers de schaaldieren over het dek van hun boot zagen kruipen, moesten ze aan insecten denken.

Maar er is nog een overeenkomst. In de achttiende eeuw leefden er langs de noordoostkust van de VS zo veel kreeften dat het wel zwermen insecten leken. De schaaldieren werden niet alleen als bemesting op het land gebruikt maar ook als lokaas voor vissen. Daarnaast werden ze als voedsel aan gevangenen gegeven. In die tijd werd er zo vaak kreeft gegeten dat een groep verontwaardigde contractarbeiders in die regio via de rechter afdwong dat hun werkgever niet vaker dan drie keer per week kreeft op het menu mocht zetten!

Maar in steden ver van de kust was kreeft een zeldzame delicatesse. Hoe kwam dat? Dode kreeft bederft snel en dat kan niet worden voorkomen door pekelen of drogen. Maar halverwege de negentiende eeuw werd kreeft in blik verkrijgbaar, waardoor meer mensen van deze delicatesse konden genieten. En door de komst van de spoorwegen werd het mogelijk levende kreeften door de hele VS te vervoeren. Daardoor nam de vraag naar deze schaaldieren toe. Toch was het nog steeds duur om verse kreeft te vervoeren en bleef het een luxeproduct dat was voorbehouden aan de rijken.

Tegenwoordig worden er over de hele wereld allerlei soorten kreeft gevangen. De Amerikaanse zeekreeft komt voor in de Atlantische Oceaan tussen Newfoundland en North Carolina. De meeste kreeft wordt gevangen voor de kust van Maine, in het noordoosten van de VS. Vandaaruit worden levende en gekookte kreeften geleverd aan landen overal ter wereld. Soms wordt er ruim 35.000 kilo kreeft in één vliegtuig vervoerd.

Grote bedrijven komen vaak met massaproducten die winstgevend zijn en waar een wereldwijde markt voor is. In tegenstelling daarmee zijn kreeftenvissers meestal plaatselijke zelfstandigen. Ze kweken geen kreeften maar gaan naar de plaatsen waar die te vinden zijn: in dit geval de Atlantische Oceaan.

Hoe vang je een kreeft?

Ontwaakt! stelde deze vraag aan Jack, die uit een kreeftenvissersfamilie in Bar Harbor (Maine) komt. Hij begon op zijn zeventiende als visser in dezelfde baai waar zijn overgrootvader ooit begonnen is. Zijn vrouw, Annette, vertelt: „Door mijn huwelijk ben ik in de visserij terechtgekomen. Ik heb eerst twee jaar ervaring opgedaan op de boot van Jack en later heb ik mijn eigen boot gekocht.”

Jack en Annette vertellen hoe ze te werk gaan: „We gebruiken een rechthoekige metalen kooi met een kleine opening, en daarin stoppen we een net vol aas, meestal haring.” Aan elke kooi wordt een boei vastgemaakt. „Elke visser heeft boeien in een andere kleur om ze uit elkaar te kunnen houden.”

Vervolgens zetten ze de kooi overboord en laten ze die naar de bodem van de zee zakken. De boei blijft erboven drijven zodat de vissers hun eigen kooien makkelijk kunnen terugvinden. Annette zegt: „We laten de kooien een paar dagen in het water liggen en gaan dan terug om ze aan boord te hijsen. Als er kreeften in zitten, halen we die eruit en meten we ze.” Gewetensvolle vissers zoals Jack en Annette zetten ondermaatse kreeften terug en ook vrouwtjeskreeften die eitjes bij zich dragen.

Daarna gaan de vissers naar de dichtstbijzijnde haven om de levende kreeften te verkopen. Er zijn een paar collectieven gevormd, maar verder zijn er geen vaste contracten — alleen plaatselijke vissers die aan plaatselijke handelaars verkopen. Zoals eerder gezegd, bestaan er haast geen kreeftenkwekerijen. Jack vertelt: „Sommige vissers hebben een vergunning om vrouwtjeskreeften te vangen die eitjes bij zich dragen. Ze laten de eitjes uitkomen en kweken de kreeftjes een tijdje op voordat ze ze in zee uitzetten. Dat is goed voor de kreeftenstand.”

Op kreeft vissen is misschien niet de makkelijkste manier om de kost te verdienen of rijk te worden. Maar volgens deze vissers zitten er positieve kanten aan zoals eigen baas zijn, het voortzetten van een familietraditie of het plezier om aan de kust te wonen en te werken. Het geeft hun vooral voldoening te weten dat er over de hele wereld genoten wordt van deze delicatesse uit de zee.

[Kader/Illustratie op blz. 12]

EEN GEVAARLIJK BEROEP

Kreeftenvisser lijkt misschien een veilig beroep, maar dat is het niet. Volgens het NIOSH, een Amerikaans instituut voor veiligheid en gezondheid op het werk, lag het aantal dodelijke bedrijfsongevallen tussen 1993 en 1997 onder geregistreerde kreeftenvissers in Maine 2,5 keer zo hoog als het landelijk gemiddelde in alle bedrijfstakken.

Volgens het NIOSH bleek uit onderzoek van de Amerikaanse kustwacht dat „kreeftenvissers vaak verstrikt raken in losliggende lijnen op het dek, door de kooien overboord worden getrokken en verdrinken als ze zich niet kunnen losmaken of niet meer aan boord kunnen komen”. Bij een enquête die in 1999 en 2000 onder 103 kreeftenvissers werd gehouden, zei bijna driekwart van de ondervraagden dat ze weleens verstrikt waren geraakt in een lijn, hoewel niet iedereen overboord was getrokken. Er zijn aanbevelingen gedaan voor veiligheidsmaatregelen om ervoor te zorgen dat de vissers zichzelf los kunnen snijden of zelfs helemaal niet verstrikt raken.

[Illustraties op blz. 10, 11]

1. Jack hijst een kreeftenkooi omhoog

2. Annette en Jack halen de kreeften uit de kooi

3. Elke kreeft wordt gemeten