Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Als kinderen rouwen

Als kinderen rouwen

Rouw je om de dood van een gezinslid? Hoe kun je met dat verlies omgaan? Kijk eens hoe de Bijbel drie jongeren heeft geholpen met deze uitdaging om te gaan.

DAMI’S VERHAAL

Dami

Eerst leek het alsof m’n vader gewoon hoofdpijn had. Maar toen de pijn steeds erger werd, belde m’n moeder de ambulance. Ik weet nog dat het ambulancepersoneel hem meenam. Ik besefte toen niet dat het de laatste keer was dat ik hem nog levend zou zien. Drie dagen later stierf mijn vader aan de gevolgen van een aneurysma. Ik was pas zes.

Jarenlang gaf ik mezelf de schuld van m’n vaders dood. Ik bleef het moment dat het ambulancepersoneel hem meenam in m’n hoofd afspelen, en vroeg me dan af: Waarom stond ik daar alleen maar? Waarom deed ik niets? Ik keek naar oudere mensen met gezondheidsproblemen en dacht: waarom leven zij nog en mijn vader niet? Mijn moeder hielp me uiteindelijk over m’n gevoelens te praten. En als Getuigen van Jehovah kregen we heel veel steun van onze gemeente.

Sommige mensen denken dat je meteen na een tragedie rouwt en er dan overheen bent, maar dat was bij mij niet zo. Ik rouwde eigenlijk pas toen ik een tiener was.

Wat ik zou adviseren aan jongeren van wie een van de ouders is gestorven: ‘Praat met iemand over wat je doormaakt. Hoe eerder je je emoties toont, hoe gezonder het waarschijnlijk voor je zal zijn.’

Het is moeilijk als ik mijlpalen in mijn leven bereik en dan weer besef dat m’n vader er niet bij is. Maar de Bijbelse belofte in Openbaring 21:4 biedt me troost, want daar staat dat God ‘elke traan uit onze ogen zal wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn’.

DERRICKS VERHAAL

Derrick

Een van m’n leukste herinneringen is dat ik met m’n vader ging vissen en dat we gingen kamperen in de bergen. Hij hield van de bergen.

Mijn vader had langere tijd hartproblemen; ik weet nog dat ik hem toen ik klein was een paar keer in het ziekenhuis bezocht. Maar ik besefte niet hoe ziek hij echt was. Mijn vader stierf aan een hartkwaal toen ik negen was.

Na zijn dood bleef ik maar huilen. Het voelde alsof ik stikte, en ik wilde met niemand praten. Ik had me nog nooit zó slecht gevoeld, en ik had nergens meer zin in. De jeugdclub van onze kerk had in het begin wel aandacht voor me, maar dat werd al snel minder. Mensen zeiden dingen als ‘het was zijn tijd’, ‘God heeft hem tot zich genomen’ en ‘hij is nu in de hemel’. Die opmerkingen waren geen troost voor me, en ik had geen idee wat de Bijbel echt over die dingen leerde.

Toen begon m’n moeder de Bijbel te bestuderen met Getuigen van Jehovah, en m’n broer en ik uiteindelijk ook. We leerden wat de toestand van de doden is en dat God belooft dat er een opstanding zal zijn (Johannes 5:28, 29). Maar de Bijbeltekst waar ik het meest aan had, was Jesaja 41:10, waar God zegt: ‘Wees niet bevreesd, want ik ben met u. Blik niet rond, want ik ben uw God. Ik wil u sterken. Ik wil u werkelijk helpen.’ Het gaf me enorm veel troost om te weten dat Jehovah bij me was, en het helpt me nog steeds.

JEANNIES VERHAAL

Jeannie

Toen ik zeven was, overleed mijn moeder aan kanker. Die hele dag voelde onwerkelijk. Ik weet nog dat ze thuis stierf en dat m’n opa en oma er waren. Ik weet nog dat iedereen kalm was. Ik weet nog dat we ’s avonds roerei aten. Het voelde alsof m’n hele leven in slow motion overhoop gegooid werd.

Op dat moment, nog jarenlang zelfs, dacht ik dat ik me groot moest houden voor m’n zusje, dus uitte ik mijn emoties niet. Zelfs nu nog heb ik de neiging pijnlijke gevoelens te onderdrukken, en dat is niet gezond.

Ik weet nog hoeveel liefde en steun we kregen van de plaatselijke gemeente van Jehovah’s Getuigen. We waren nog maar net begonnen met het bezoeken van de bijeenkomsten in de Koninkrijkszaal, en toch hielpen medegelovigen ons alsof we al jaren bij de familie hoorden. Volgens mij heeft m’n vader een jaar lang niet hoeven koken, omdat er bij de voordeur altijd wel een maaltijd voor ons klaarstond.

Eén Bijbeltekst die me is bijgebleven, is Psalm 25:16, 17. Daar smeekt de psalmist God: ‘Wend uw aangezicht tot mij en betoon mij gunst; want ik ben eenzaam en ellendig. De noden van mijn hart hebben zich vermenigvuldigd; o voer mij uit mijn benauwenissen.’ Het troost me om te weten dat je nooit echt alleen bent als je verdrietig bent. God is er voor je. Dankzij de Bijbel kon ik doorgaan met m’n leven. Nu focus ik me op positieve dingen, zoals de vertroostende Bijbelse belofte van een opstanding. Ik heb de hoop m’n moeder in het paradijs weer te zien en haar te leren kennen als ze volmaakt gezond is (2 Petrus 3:13).

Wil je meer weten over de vertroostende Bijbelse boodschap aan mensen die rouwen? Download een gratis exemplaar van de publicatie Wanneer iemand die u dierbaar is, sterft. Ga naar www.pr418.com en kijk onder PUBLICATIES > BOEKEN & BROCHURES.