Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Looft Jah!”

„Looft Jah!”

„Looft Jah!”

„Al wat adem heeft, love Jah.” — PSALM 150:6.

1, 2. (a) Tot in welke mate floreerde het ware christendom in de eerste eeuw? (b) Welke voorafgaande waarschuwing hadden de apostelen gegeven? (c) Hoe ontwikkelde er zich afval?

JEZUS organiseerde zijn discipelen tot de christelijke gemeente, die in de eerste eeuw floreerde. Ondanks verbitterde religieuze tegenstand werd het ’goede nieuws in heel de schepping die onder de hemel is, gepredikt’ (Kolossenzen 1:23). Maar na de dood van de apostelen van Jezus Christus bracht Satan haast onmerkbaar afval op gang.

2 De apostelen hadden daar al voor gewaarschuwd. Paulus had de ouderlingen uit Efeze bijvoorbeeld gezegd: „Schenkt aandacht aan uzelf en aan de gehele kudde, onder welke de heilige geest u tot opzieners heeft aangesteld, om de gemeente van God te weiden, welke hij met het bloed van zijn eigen Zoon heeft gekocht. Ik weet dat er na mijn heengaan onderdrukkende wolven bij u zullen binnendringen, die de kudde niet teder zullen behandelen, en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan die verdraaide dingen zullen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken” (Handelingen 20:28-30; zie ook 2 Petrus 2:1-3; 1 Johannes 2:18, 19). Zo ging in de vierde eeuw het afvallige christendom ertoe over zijn krachten te bundelen met het Romeinse Rijk. Enkele eeuwen later kreeg het Heilige Roomse Rijk, dat connecties had met de paus van Rome, de heerschappij over een groot deel van de mensheid. Na verloop van tijd kwam de protestantse Reformatie in opstand tegen de verdorven excessen van de Katholieke Kerk, maar ze liet na het ware christendom te herstellen.

3. (a) Wanneer en hoe werd het goede nieuws tot heel de schepping gepredikt? (b) Welke op de bijbel gebaseerde verwachtingen werden in 1914 verwezenlijkt?

3 Niettemin was tegen het einde van de negentiende eeuw een oprechte groep Bijbelonderzoekers druk bezig te prediken en aan ’heel de schepping die onder de hemel is, de hoop van het goede nieuws’ bekend te maken. Op basis van hun studie van bijbelse profetieën wees deze groep meer dan dertig jaar tevoren naar 1914 als het jaar dat het einde zou kenmerken van „de bestemde tijden der natiën”, een periode van „zeven tijden”, ofte wel 2520 jaar, die begon met de verwoesting van Jeruzalem in 607 v.G.T. (Lukas 21:24; Daniël 4:16). Geheel volgens de verwachtingen bleek 1914 een keerpunt te zijn in de menselijke aangelegenheden op aarde. Ook in de hemel vonden historische gebeurtenissen plaats. Op dat tijdstip plaatste de Koning der eeuwigheid zijn medekoning, Jezus Christus, op een hemelse troon, als voorbereiding op het wegvagen van alle goddeloosheid van de oppervlakte van deze aarde en het herstel van het Paradijs. — Psalm 2:6, 8, 9; 110:1, 2, 5.

Zie de Messiaanse Koning!

4. Hoe trad Jezus overeenkomstig de betekenis van zijn naam Michaël op?

4 In 1914 ging deze Messiaanse Koning, Jezus, tot handelen over. In de bijbel wordt hij ook Michaël genoemd, wat „Wie is gelijk God?” betekent, want hij is vastbesloten om Jehovah’s soevereiniteit te rechtvaardigen. Zoals staat opgetekend in Openbaring 12:7-12, beschreef de apostel Johannes wat er volgens een aan hem getoond visioen zou gebeuren: „Er brak oorlog uit in de hemel: Michaël en zijn engelen streden tegen de draak, en de draak en zijn engelen streden, maar hij zegevierde niet, en ook werd er voor hen geen plaats meer gevonden in de hemel. Neergeslingerd werd daarom de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt; neergeslingerd werd hij naar de aarde, en zijn engelen werden met hem neergeslingerd.” Werkelijk een zeer diepe val!

5, 6. (a) Welke opwindende afkondiging werd er na 1914 vanuit de hemel gedaan? (b) Hoe houdt Mattheüs 24:3-13 hiermee verband?

5 Een stentorstem in de hemel kondigde vervolgens af: „Nu is gekomen de redding en de kracht en het koninkrijk van onze God en de autoriteit van zijn Christus, want de beschuldiger van onze broeders, die hen dag en nacht voor onze God beschuldigt, is neergeslingerd! En zij [getrouwe christenen] hebben hem overwonnen wegens het bloed van het Lam [Christus Jezus] en wegens het woord van het getuigenis dat zij hebben afgelegd, en zij hebben hun ziel niet liefgehad, zelfs niet wanneer zij met de dood werden geconfronteerd.” Dit betekent bevrijding voor rechtschapenheidbewaarders, die geloof hebben geoefend in Jezus’ kostbare loskoopoffer. — Spreuken 10:2; 2 Petrus 2:9.

6 Vervolgens verklaarde de luide stem in de hemel: „Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft! Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.” Het „wee” dat aldus voor deze aarde werd geprofeteerd, heeft gestalte gekregen in de wereldoorlogen, hongersnoden, pestilenties, aardbevingen en wetteloosheid die de aarde in deze eeuw hebben geteisterd. Zoals in Mattheüs 24:3-13 uitvoerig wordt verhaald, voorzei Jezus dat deze dingen deel zouden uitmaken van ’het teken van het besluit van het samenstel van dingen’. In overeenstemming met de profetie heeft de mensheid sinds 1914 als nooit tevoren in de hele menselijke geschiedenis wee op aarde ondervonden.

7. Waarom prediken Jehovah’s Getuigen met dringendheid?

7 Kan de mensheid, in dit tijdperk van satanisch wee, hoop voor de toekomst vinden? Ja zeker. Mattheüs 12:21 zegt namelijk over Jezus: „Voorwaar, op zijn naam zullen natiën hopen”! De traumatische omstandigheden onder de natiën kenmerken niet alleen ’het teken van het besluit van het samenstel van dingen’ maar ook ’het teken van Jezus’ tegenwoordigheid’ als hemelse Koning van het Messiaanse koninkrijk. Betreffende dat koninkrijk zegt Jezus verder: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Mattheüs 24:14). Wie vormen het enige volk op aarde dat in deze tijd de grandioze hoop op Gods Koninkrijksheerschappij predikt? Jehovah’s Getuigen! Met dringendheid maken zij in het openbaar en van huis tot huis bekend dat Gods koninkrijk van rechtvaardigheid en vrede op het punt staat het bestuur over de aangelegenheden op aarde over te nemen. Hebt u een aandeel aan deze bediening? Een groter voorrecht kunt u niet hebben! — 2 Timotheüs 4:2, 5.

Hoe komt „het einde”?

8, 9. (a) Hoe begon het oordeel „bij het huis van God”? (b) Hoe heeft de christenheid Gods Woord geweld aangedaan?

8 De mensheid is een oordeelsperiode binnengegaan. In 1 Petrus 4:17 vernemen wij dat het oordeel begon „bij het huis van God” — een oordeel over organisaties die belijden christelijk te zijn en dat al gaande is sedert „de laatste dagen” met de slachtpartij van de Eerste Wereldoorlog van 1914–1918 een aanvang namen. Hoe heeft de christenheid het er in dit oordeel afgebracht? Welnu, beschouw eens het standpunt dat de kerken sinds 1914 hebben ingenomen ter ondersteuning van de oorlogen. Is de geestelijkheid niet bevlekt met ’de bloedsporen van de zielen der onschuldige armen’ die zij de vuurlinies in hebben gepreekt? — Jeremia 2:34.

9 Volgens Mattheüs 26:52 verklaarde Jezus: „Allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard vergaan.” Hoe waar is dit geweest in de oorlogen van deze eeuw! De geestelijken hebben jonge mannen ertoe aangespoord andere jonge mannen af te slachten, zelfs die tot hun eigen religie behoorden — katholiek doodde katholiek en protestant doodde protestant. Het nationalisme heeft men boven God en Christus verheven. Recentelijk zijn in sommige Afrikaanse landen etnische banden belangrijker geacht dan bijbelse beginselen. In Rwanda, waar het grootste deel van de bevolking katholiek is, werden op zijn minst een half miljoen mensen bij etnische gewelddadigheden vermoord. De paus erkende in de Vaticaanse krant L’Osservatore Romano: „Dit is regelrechte genocide, waarvoor, helaas, zelfs katholieken verantwoordelijk zijn.” — Vergelijk Jesaja 59:2, 3; Micha 4:3, 5.

10. Welk oordeel zal Jehovah aan de valse religie voltrekken?

10 Hoe beschouwt de Koning der eeuwigheid religies die mensen aanmoedigen om elkaar af te slachten, of die werkeloos toezien terwijl de leden van hun kudde andere leden ombrengen? Over Babylon de Grote, het wereldomvattende stelsel van valse religie, vertelt Openbaring 18:21, 24 ons: „Een sterke engel hief een steen op gelijk een grote molensteen en slingerde hem in de zee en zei: ’Zo zal Babylon, de grote stad, met een snelle worp worden neergeslingerd, en ze zal nooit meer gevonden worden. Ja, in haar werd het bloed gevonden van profeten en van heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn.’”

11. Welke verschrikkelijke dingen zijn er in de christenheid gebeurd?

11 Als een vervulling van bijbelse profetieën zijn er in de christenheid verschrikkelijke dingen gebeurd. (Vergelijk Jeremia 5:30, 31; 23:14.) Grotendeels als gevolg van de toegeeflijke houding van de geestelijken zijn hun kudden doordrenkt van immoraliteit. In de Verenigde Staten, zogenaamd een christelijke natie, eindigt ongeveer de helft van alle huwelijken in een echtscheiding. Tienerzwangerschappen en homoseksualiteit komen onder kerklidmaten veelvuldig voor. Priesters maken zich schuldig aan het seksueel misbruiken van jonge kinderen — en dat is niet tot slechts enkele gevallen beperkt gebleven. Naar verluidt kunnen de rechterlijke vonnissen inzake deze processen de Katholieke Kerk in de Verenigde Staten in dit decennium wel een miljard dollar gaan kosten. De christenheid heeft geen acht geslagen op de in 1 Korinthiërs 6:9, 10 opgetekende waarschuwing van de apostel Paulus: „Wat! Weet gij niet dat onrechtvaardigen Gods koninkrijk niet zullen beërven? Wordt niet misleid. Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden, noch mannen die bij mannen liggen, noch dieven, noch hebzuchtige personen, noch dronkaards, noch beschimpers, noch afpersers zullen Gods koninkrijk beërven.”

12. (a) Hoe zal de Koning der eeuwigheid handelend tegen Babylon de Grote optreden? (b) Om welke reden zal Gods volk, in tegenstelling tot de christenheid, „Hallelujah”-koren zingen?

12 Binnenkort zal de Koning der eeuwigheid, Jehovah, die handelend optreedt via zijn hemelse Veldmaarschalk, Christus Jezus, de grote verdrukking ontketenen. Eerst zal aan de christenheid en alle andere vertakkingen van Babylon de Grote Jehovah’s oordeel worden voltrokken (Openbaring 17:16, 17). Ze hebben bewezen dat ze niet in aanmerking komen voor de redding die Jehovah door middel van Jezus’ loskoopoffer heeft verschaft. Ze hebben Gods heilige naam veracht. (Vergelijk Ezechiël 39:7.) Wat een ironie dat ze in hun pompeuze religieuze bouwwerken „Hallelujah”-koren zingen! Ze verwijderen Jehovah’s verheven naam uit hun bijbelvertalingen, maar schijnen zich niet bewust te zijn van het feit dat „Hallelujah” „Looft Jah” betekent en dat „Jah” een verkorte vorm van „Jehovah” is. Het is passend dat in Openbaring 19:1-6 de „Hallelujah”-koren staan opgetekend die binnenkort gezongen zullen worden ter viering van Gods oordeelsvoltrekking aan Babylon de Grote.

13, 14. (a) Welke veelbewogen gebeurtenissen geschieden vervolgens? (b) Wat is de gelukkige afloop voor godvrezende mensen?

13 Vervolgens ’komt’ Jezus om het oordeel over natiën en volken uit te spreken en te voltrekken. Hijzelf profeteerde: „Wanneer de Zoon des mensen [Christus Jezus] gekomen zal zijn in zijn heerlijkheid, en alle engelen met hem, dan zal hij op zijn glorierijke [oordeels]troon plaats nemen. En alle natiën [op aarde] zullen vóór hem vergaderd worden, en hij zal de mensen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt. En de schapen zal hij aan zijn rechterhand zetten, maar de bokken aan zijn linkerhand. Dan zal de koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: ’Komt, gij op wie de zegen van mijn Vader rust, beërft het koninkrijk dat sedert de grondlegging der wereld voor u is bereid’” (Mattheüs 25:31-34). In vers 46 wordt verder verteld dat de klasse der bokken zal „heengaan in de eeuwige afsnijding, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven”.

14 In het bijbelboek Openbaring wordt beschreven hoe de „Koning der koningen en Heer der heren”, onze hemelse Heer, Jezus Christus, dan zal uitrijden tot de strijd te Armageddon en de politieke en commerciële elementen van Satans stelsel zal vernietigen. Aldus zal Christus „de toorn der gramschap van God de Almachtige” op Satans gehele aardse domein hebben uitgestort. Als deze „vroegere dingen zijn voorbijgegaan”, zullen godvrezende mensen de glorierijke nieuwe wereld worden binnengeleid, waar God „elke traan uit hun ogen [zal] wegwissen”. — Openbaring 19:11-16; 21:3-5.

Een tijd om Jah te loven

15, 16. (a) Waarom is het uitermate belangrijk dat wij acht slaan op Jehovah’s profetische woord? (b) Wat moeten wij, zoals door de profeten en apostelen te kennen wordt gegeven, doen om gered te worden, en wat zou dit voor velen in deze tijd kunnen betekenen?

15 Die dag van oordeelsvoltrekking is nabij! Wij doen er daarom goed aan acht te slaan op het profetische woord van de Koning der eeuwigheid. Tot degenen die nog steeds verstrikt zitten in de leringen en gebruiken van valse religie zegt een stem uit de hemel: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen.” Maar waarheen moeten de ontkomenen gaan? Er kan slechts één waarheid en dus slechts één ware religie zijn (Openbaring 18:4; Johannes 8:31, 32; 14:6; 17:3). Ons eeuwige leven hangt ervan af of wij die religie vinden en de God ervan gehoorzamen. De bijbel wijst ons de weg naar hem in Psalm 83:18 [19], waar staat: „Gij, wiens naam JEHOVA is, . . . Gij alleen zijt Opperheer der gansche aarde!” — Van der Palm-​bijbel.

16 Wij moeten echter meer doen dan alleen de naam van de Koning der eeuwigheid kennen. Wij moeten de bijbel bestuderen en kennis verwerven van Gods grootse hoedanigheden en voornemens. Vervolgens moeten wij zijn wil voor deze tijd doen, zoals in Romeinen 10:9-13 te kennen wordt gegeven. De apostel Paulus citeerde de geïnspireerde profeten en eindigde met de woorden: „Een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal gered worden” (Joël 2:32; Zefanja 3:9). Gered? Ja, want velen in deze tijd die geloof oefenen in Jehovah’s loskoopvoorziening door bemiddeling van Christus, zullen bevrijd worden uit de komende grote verdrukking, wanneer het oordeel aan Satans verdorven wereld wordt voltrokken. — Openbaring 7:9, 10, 14.

17. Welke schitterende hoop dient ons ertoe te bewegen nu het lied van Mozes en van het Lam mee te zingen?

17 Wat is Gods wil voor degenen die hopen te overleven? Dat wij nu reeds het lied van Mozes en van het Lam meezingen om de Koning der eeuwigheid in afwachting van zijn overwinning te loven. Wij doen dat door anderen over zijn glorierijke voornemens te vertellen. Wanneer ons begrip van de bijbel toeneemt, dragen wij ons leven aan de Koning der eeuwigheid op. Dat zal ertoe leiden dat wij tot in alle eeuwigheid zullen leven onder de regeling die door deze machtige Koning wordt beschreven en die in Jesaja 65:17, 18 opgetekend staat: „Ziet, ik schep nieuwe hemelen [Jezus’ Messiaanse koninkrijk] en een nieuwe aarde [een rechtvaardige nieuwe mensenmaatschappij]; en de vroegere dingen zullen niet in de geest worden teruggeroepen, noch zullen ze in het hart opkomen. Maar verheugt u uitbundig en weest blij voor eeuwig over wat ik schep.”

18, 19. (a) Waartoe dienen Davids woorden in Psalm 145 ons aan te sporen? (b) Wat kunnen wij vol vertrouwen uit Jehovah’s hand verwachten?

18 De psalmist David beschreef de Koning der eeuwigheid in de volgende woorden: „Jehovah is groot en zeer te loven, en zijn grootheid is ondoorgrondelijk” (Psalm 145:3). Zijn grootheid is even ondoorgrondelijk als de grenzen van de ruimte en de eeuwigheid! (Romeinen 11:33) Terwijl wij kennis van onze Schepper en van zijn losprijsvoorziening door bemiddeling van zijn Zoon, Christus Jezus, in ons blijven opnemen, zullen wij onze eeuwige Koning steeds meer willen loven. Wij zullen willen doen wat in Psalm 145:11-13 wordt uiteengezet: „Over de heerlijkheid van uw koningschap zullen zij praten, en over uw macht zullen zij spreken, om de mensenzonen zijn machtige daden bekend te maken en de heerlijkheid van de pracht van zijn koningschap. Uw koningschap is een koningschap voor alle onbepaalde tijden, en uw heerschappij is gedurende alle opeenvolgende geslachten.”

19 Wij kunnen vol vertrouwen verwachten dat onze God zal doen wat er over hem gezegd is: „Gij opent uw hand en verzadigt de begeerte van al wat leeft.” De Koning der eeuwigheid zal ons liefdevol door deze laatste dagen heen leiden, want David verzekerde ons: „Jehovah behoedt allen die hem liefhebben, maar alle goddelozen zal hij verdelgen.” — Psalm 145:16, 20.

20. Hoe reageert u op de uitnodiging van de Koning der eeuwigheid, zoals die in de laatste vijf psalmen weerklinkt?

20 Elk van de laatste vijf psalmen in de bijbel begint en eindigt met een uitnodiging om „Hallelujah” te roepen. Zo nodigt Psalm 146 ons uit: „Looft Jah! Loof Jehovah, o mijn ziel. Ik wil Jehovah loven mijn leven lang. Ik wil melodieën spelen voor mijn God zolang ik er ben.” Zult u aan die oproep gehoor geven? U dient hem beslist te willen loven! Moge u behoren tot degenen die in Psalm 148:12, 13 worden beschreven: „Gij jongelingen en ook gij maagden, gij oude mannen te zamen met knapen. Dat zij de naam van Jehovah loven, want zijn naam alleen is onbereikbaar hoog. Zijn waardigheid gaat aarde en hemel te boven.” Mogen wij van ganser harte gehoor geven aan de uitnodiging: „Looft Jah!” Laten wij eenstemmig de Koning der eeuwigheid loven!

Wat is uw commentaar?

□ Waarvoor waarschuwden Jezus’ apostelen van tevoren?

□ Hoe is er, te beginnen in 1914, een aantal keren op beslissende wijze opgetreden?

□ Welke oordelen staat Jehovah op het punt te voltrekken?

□ Waarom is het thans de allerbelangrijkste tijd om de Koning der eeuwigheid te loven?

[Studievragen]

[Kader op blz. 19]

Dit catastrofale tijdperk van beroering

Dat er in het begin van de twintigste eeuw een tijdperk van beroering aanbrak, is door velen erkend. In het voorwoord van het in 1993 uitgegeven boek Pandaemonium bijvoorbeeld, geschreven door de Amerikaanse senator Daniel Patrick Moynihan, luidt een commentaar op „de catastrofe van 1914”: „De oorlog kwam en de wereld veranderde — volkomen. Er zijn thans slechts acht staten op aarde die in 1914 al bestonden en sindsdien geen gewelddadige verandering van regeringsvorm hebben meegemaakt. . . . Van de overige ongeveer 170 hedendaagse staten zijn er sommige te kort geleden tot bestaan gekomen om in dat korte verleden veel beroering te kunnen hebben beleefd.” Ja beslist, het tijdperk sinds 1914 is getuige geweest van de ene catastrofe na de andere!

Ook het boek Out of Control Global Turmoil on the Eve of the Twenty-First Century is in 1993 uitgegeven. De schrijver is Zbigniew Brzezinski, voormalig hoofd van de Amerikaanse Nationale Veiligheidsraad. Hij schrijft: „Het begin van de twintigste eeuw werd in veel commentaren begroet als het werkelijke begin van de Eeuw van de Rede. . . . In tegenstelling tot de belofte die de twintigste eeuw leek in te houden, werd het de meest bloedige en van haat vervulde eeuw van de mensheid, een eeuw van hallucinaire politiek en onmenselijke moordpartijen. De wreedheid werd in ongekende mate geïnstitutionaliseerd, het doden werd georganiseerd op basis van massaproduktie. De tegenstelling tussen de wetenschappelijke mogelijkheden ten goede en het politieke kwaad dat in werkelijkheid werd ontketend, is schokkend. Nooit tevoren in de geschiedenis werd het doden op zo’n wereldomvattende schaal bedreven, nooit tevoren verslond het zo veel levens, nooit tevoren werd het verdelgen van mensen met zo’n geconcentreerde inspanning volgehouden ten dienste van zulke aanmatigend irrationele doeleinden.” Hoe waar is dit!

[Illustratie op blz. 17]

Nadat in 1914 het Koninkrijk was opgericht, slingerde Michaël Satan en zijn horden naar de aarde