Gods profetische woord schenkt hoop voor de toekomst
Gods profetische woord schenkt hoop voor de toekomst
DANKZIJ Gods Woord, de bijbel, zien ware christenen de toekomst hoopvol, optimistisch, ja met vertrouwen tegemoet. Zij voelen zich geborgen door hun band met Jehovah God en zien uit naar de dag van morgen. Zoals in de openingstoespraak op het „Gods profetische woord”-districtscongres werd uitgelegd, zijn Jehovah’s Getuigen al jarenlang ijverige studenten van bijbelse profetieën. Wat had Jehovah op deze congressen dus voor zijn volk in petto? Met een bijbel bij de hand zaten alle aanwezigen te popelen om daar achter te komen. Het thema voor elke congresdag wordt als een afzonderlijk onderkopje gebruikt.
DAG ÉÉN: In het licht van Gods Woord wandelen
De lezing „Gods Woord heeft ons geleid” legde uit dat Jehovah’s dienstknechten zijn als iemand die in het duister van de nacht op pad gaat. Bij het opgaan van de zon ziet hij schaduwen, maar wanneer de zon hoog aan de hemel staat, ziet hij dingen gedetailleerd. Zoals in Spreuken 4:18 is voorzegd, zijn Jehovah’s dienstknechten hun weg duidelijk gaan zien onder het heldere zonlicht van de waarheid uit Gods profetische woord. Zij worden niet aan hun lot overgelaten om in geestelijke duisternis rond te dolen.
De thematoespraak, „Schenk aandacht aan Gods profetische woord”, herinnerde de toehoorders eraan dat degenen die naar Jehovah opzien, de teleurstelling en ontgoocheling bespaard blijven die mensen ervaren die valse messiassen en valse profeten volgen. In scherpe tegenstelling met hen heeft de ware Messias, Jezus Christus, geloofsbrieven die overweldigend zijn! Jezus’ wonderbaarlijke transfiguratie bijvoorbeeld verschafte een voorproefje van hem als de op de troon geplaatste Koning van Gods koninkrijk. Sinds Jezus in 1914 Koninkrijksmacht heeft ontvangen, is hij ook de in 2 Petrus 1:19 genoemde „dagster”. „Als de Messiaanse Dagster kondigt hij een nieuwe dag oftewel een nieuw tijdperk aan dat voor de hele gehoorzame mensheid aanbreekt”, zei de spreker.
Aan het begin van het middagprogramma weidde de lezing „Als lichtgevers schijnen” uit over Efeziërs 5:8, waar de apostel Paulus ons de raad geeft „als kinderen van het licht [te blijven] wandelen”. Christenen zijn lichtgevers, niet alleen door Gods Woord met anderen te delen maar ook door in navolging van Jezus de bijbel in hun leven toe te passen.
Om zo’n lichtgever te zijn, moeten wij ’Behagen scheppen in het lezen van Gods Woord’. Dit onderwerp werd uitgewerkt in een driedelig symposium. Na Abraham Lincoln geciteerd te hebben, die de bijbel „het beste geschenk dat God de mens ooit gegeven heeft” noemde, vroeg de eerste spreker de toehoorders wat hun leesgewoonten onthulden over de diepte van hun waardering voor Jehovah’s Woord. De luisteraars werden aangemoedigd de bijbel zorgvuldig te lezen, waarbij zij de tijd nemen om zich een voorstelling te maken van bijbelse verslagen en nieuwe punten te associëren met dingen die zij eerder hebben geleerd.
Het volgende onderdeel van het symposium beklemtoonde de noodzaak van studie — niet oppervlakkig lezen — als wij „vast voedsel” in ons gaan opnemen (Hebreeën 5:13, 14). Studie is vooral opbouwend, zei de spreker, als wij van tevoren ’ons hart bereiden’, zoals de Israëlitische priester Ezra deed (Ezra 7:10). Maar waarom is studeren zo belangrijk? Omdat het rechtstreeks van invloed is op onze band met Jehovah. Daarom dient bijbelstudie kostbaar, verrukkelijk en verkwikkend te zijn, ook al is er mentale discipline en inspanning voor nodig. Hoe vinden wij de tijd voor zinvolle studie? Door ’de gelegen tijd uit te kopen’ van minder belangrijke bezigheden, zei de laatste spreker van het symposium (Efeziërs 5:16). Ja, de sleutel tot het vinden van tijd is zo goed mogelijk gebruikmaken van de tijd die wij hebben.
In de lezing „God verleent de vermoeide kracht” werd erkend dat veel mensen tegenwoordig moe zijn. Willen wij voor de christelijke bediening „kracht die datgene wat normaal is te boven gaat” hebben, dan moeten wij op Jehovah vertrouwen, die ’de vermoeide kracht geeft’ (2 Korinthiërs 4:7; Jesaja 40:29). Versterkende hulpmiddelen zijn Gods Woord, het gebed, de christelijke gemeente, geregelde deelname aan de dienst, christelijke opzieners en het getrouwe voorbeeld van anderen. Het thema „Wees leraren met het oog op de tijd” liet uitkomen dat christenen naast predikers ook leraren moeten zijn en hard moeten werken aan het ontwikkelen van de „kunst van onderwijzen”. — 2 Timotheüs 4:2.
De laatste lezing van deze dag, „Strijders tegen God zullen niet zegevieren”, maakte melding van recente misplaatste pogingen in sommige landen om Jehovah’s Getuigen als een gevaarlijke sekte te bestempelen. Maar wij hoeven niet bevreesd te zijn, want in Jesaja 54:17 staat: „’Geen enkel wapen dat tegen u gesmeed zal worden, zal succes hebben, en elke tong die tegen u zal opstaan in het gericht, zult gij veroordelen. Dit is de erfelijke bezitting van de knechten van Jehovah, en hun rechtvaardigheid is van mijnentwege’, is de uitspraak van Jehovah.”
DAG TWEE: Dingen die door middel van de profetische geschriften zijn bekendgemaakt
Na een bespreking van de bijbeltekst voor die dag, genoten de aanwezigen van het tweede symposium van het congres, getiteld „Jehovah
verheerlijken als lichtdragers”. De eerste lezing liet zien dat het doel van een christen is Jehovah te verheerlijken door overal te prediken. Het volgende onderdeel maakte melding van de noodzaak ontvankelijke personen naar Gods organisatie te leiden. Hoe? Door voor of na elke huisbijbelstudie vijf of tien minuten te gebruiken om te laten zien hoe Gods organisatie functioneert. De derde lezing van dit symposium beklemtoonde de noodzaak God te verheerlijken door voortreffelijke werken.De lezing „Heb Jehovah’s vermaningen buitengewoon lief” behandelde een aantal verzen uit Psalm 119. Wij hebben beslist vermaningen nodig, want wij zijn allemaal geneigd dingen te vergeten. Wat is het daarom belangrijk dat wij, net als de psalmist, liefde voor Jehovah’s vermaningen ontwikkelen!
Toen kwam er iets speciaals — de dooplezing getiteld „Acht slaan op het profetische woord leidt tot de doop”. De doopkandidaten werden eraan herinnerd dat zij Christus niet alleen navolgen door zich te laten dopen maar ook door nauwkeurig in zijn voetstappen te treden (1 Petrus 2:21). Wat hebben deze nieuwelingen een voorrecht om een aandeel te hebben aan de vervulling van Johannes 10:16, waar Jezus voorzei dat hij „andere schapen” bijeen zou brengen om aan de zijde van zijn met de geest gezalfde discipelen te dienen!
Aan het begin van het middagprogramma legde de lezing „Hoor wat de geest te zeggen heeft” uit dat Jehovah’s geest tot ons spreekt via de bijbel, „de getrouwe en beleidvolle slaaf” en ons door de bijbel geoefende geweten (Mattheüs 24:45). Christenen hoeven dus geen letterlijke stem uit de hemel te horen om te weten hoe zij God kunnen behagen. De volgende bespreking, „Pal staan voor de leer die in overeenstemming is met godvruchtige toewijding” spoorde christenen aan zich niet in demoraliserende ideeën te verdiepen die door deze wereld worden gepropageerd. Ja, een ongebreidelde nieuwsgierigheid kan ons blootstellen aan schadelijke inlichtingen die verspreid worden door afvalligen en andere handlangers van Satan. Het is veel beter geregeld de bijbel alsook alle artikelen in De Wachttoren en Ontwaakt! te lezen!
De volgende lezing getiteld „Blijf vasthouden aan het patroon van gezonde woorden” legde er de nadruk op hoe belangrijk het is grondig bekend te zijn met het schriftuurlijke „patroon”, of raamwerk, van de waarheid (2 Timotheüs 1:13). Dit patroon begrijpen, is de sleutel tot niet alleen het hebben van godvruchtige toewijding maar ook het herkennen van dat wat niet met de waarheid overeenstemt.
Stelt u zich eens voor dat u door Jehovah als begeerlijk wordt bezien. Wat een eer! De lezing „’Begeerlijke dingen’ vullen Jehovah’s huis”, gebaseerd op de profetie van Haggaï, was zeer aanmoedigend omdat ze de toehoorders verzekerde dat elk lid van de „grote schare” werkelijk begeerlijk is voor Jehovah (Openbaring 7:9). Daarom zal Jehovah hen sparen tijdens zijn definitieve „schudden” van de natiën in de komende „grote verdrukking” (Haggaï 2:7, 21, 22; Mattheüs 24:21). Tot die tijd moet Jehovah’s volk echter geestelijk waakzaam blijven, zoals uiteengezet werd in het onderdeel „Profetische schriftplaatsen wijzen ons op de noodzaak waakzaam te zijn”. De spreker citeerde Jezus’ woorden: „Waakt daarom voortdurend, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt” (Mattheüs 24:42). Hoe blijven wij geestelijk waakzaam? Door druk bezig te blijven in Jehovah’s dienst, voortdurend te bidden en vol verwachting naar Jehovah’s grote dag te blijven uitzien.
De slotlezing van deze dag was getiteld „Het profetische woord in de tijd van het einde”. Er zal nog jaren aan deze lezing worden gedacht. Waarom? Omdat de spreker de vrijgave bekendmaakte van een nieuw boek — Schenk aandacht aan Daniëls profetie! „Deze fraai geïllustreerde, 320 bladzijden tellende publicatie behandelt elk deel van het boek Daniël”, zei de spreker. Wat een geloofversterkend bewijs dat Jehovah licht werpt op zijn profetische Woord!
DAG DRIE: Gods profetische woord blijft nooit onvervuld
De laatste dag van het congres begon met het symposium „Profetische woorden voor de bestemde tijd”. De drie onderdelen namen Habakuks drie formele uitspraken van Jehovah’s oordeelsvoltrekkingen
door. De eerste was gericht tegen het eigenzinnige Juda en de tweede tegen het onderdrukkende Babylon. De laatste, die nog in vervulling moet gaan, heeft betrekking op de ophanden zijnde vernietiging van alle goddeloze mensen. De laatste broeder in het symposium sprak over Armageddon en riep bij zijn toehoorders een gezonde hoeveelheid godvruchtige vrees op toen hij zei: „Het zal werkelijk vrees inboezemend zijn wanneer Jehovah zijn grote kracht in alle hevigheid ontketent.”„Waardering voor ons geestelijke erfgoed” was de titel van het aangrijpende bijbelse drama van het congres. Deze tot zelfonderzoek aanzettende presentatie stelde de houding van Jakob en van Esau ten opzichte van geestelijke zaken tegenover elkaar. Esau verachtte zijn geestelijke erfgoed, waardoor dat aan Jakob werd gegeven, die het kostbaar achtte. „Wat [welk geestelijke erfgoed] heeft Jehovah ons gegeven?”, werd de congresgangers gevraagd. „De waarheid van zijn Woord, de bijbel; de hoop op eeuwig leven; en de eer hem te vertegenwoordigen als verkondigers van het goede nieuws”, antwoordde de spreker.
Het volgende onderdeel was getiteld „Wat betekent ons kostbare erfgoed voor jou?” Wij tonen de juiste houding ten opzichte van ons geestelijke erfgoed door Jehovah’s dienst en geestelijke voorrechten boven persoonlijke of materiële belangen te stellen. Op die manier bouwen wij ons leven op rond onze verhouding met Jehovah, in scherpe tegenstelling met Adam, Esau en de ontrouwe Israëlieten.
De openbare toespraak „Alle dingen worden nieuw gemaakt — Zoals voorzegd” verwerkte vier sleutelprofetieën over de „nieuwe hemelen” en de „nieuwe aarde” (Jesaja 65:17-25; 66:22-24; 2 Petrus 3:13; Openbaring 21:1, 3-5). Jehovah had duidelijk een grotere vervulling van deze profetieën in gedachten dan die ten aanzien van zijn herstelde volk in 537 v.G.T. Ja, hij dacht aan zijn Koninkrijksregering (de „nieuwe hemelen”) en de aardse onderdanen ervan (de „nieuwe aarde”), die een verrukkelijk wereldomvattend paradijs zouden bewonen.
De lezing „Onze verwachtingen terwijl wij ons door Gods Woord laten leiden” bracht het congres tot een aangrijpend en motiverend besluit. De lezing herinnerde iedereen eraan dat ’de overgebleven tijd kort is geworden’ voor het voltooien van de Koninkrijksverkondiging (1 Korinthiërs 7:29). Ja, wij staan op de drempel van de voltrekking van Jehovah’s vonnis tegen Satan en zijn hele goddeloze samenstel. Mogen wij dezelfde gevoelens hebben als de psalmist die zong: „Onze ziel heeft verwachtend naar Jehovah uitgezien. Onze hulp en ons schild is hij” (Psalm 33:20). Wat een glorierijk vooruitzicht hebben degenen wier verwachtingen op Gods profetische woord gebaseerd zijn!
[Illustratie op blz. 7]
Een bezielend drama deed de waardering voor het geestelijke erfgoed van Jehovah’s dienstknechten toenemen
[Illustratie op blz. 7]
Velen die acht hebben geslagen op Gods profetische woord werden gedoopt