Vragen van lezers
Vragen van lezers
Mijn vriendin heeft een miskraam gehad. Als vrouw leef ik met haar mee, maar zou het juist zijn haar aan te moedigen op een opstanding te hopen?
U kunt ongetwijfeld veel goeds doen door haar troost en liefdevolle christelijke hulp te geven. Maar de bijbel verschaft geen basis om een opstanding van het embryo te verwachten. Beschouw eens waarom:
Wanneer een vrouw zwanger wordt, is er slechts één cel, een bevrucht eitje. Normaal gesproken deelt die cel zich en nestelt zich in haar baarmoeder in; het embryo ontwikkelt zich en er wordt uiteindelijk een kind geboren — en dat alles in een periode van negen maanden. Een miskraam onderbreekt dit natuurlijke proces en beëindigt het leven dat begonnen is en dat tot een menselijk individu had moeten uitgroeien. Als er abortus wordt gepleegd, is dit in strijd met de heiligheid van het leven en met Gods gebod inzake moord. — Exodus 20:13; 21:22, 23; Numeri 35:16-18; 1 Petrus 4:15.
Onze Levengever is zich bewust van een leven dat in de baarmoeder groeit, zoals wij kunnen opmaken uit wat de bijbel zegt over het embryo dat zich in de schoot van Isaï’s vrouw ontwikkelde en dat geboren werd en de naam David kreeg (Psalm 139:13-16; vergelijk Job 31:15). Wat kan er echter gezegd worden over de mogelijkheid van een opstanding ingeval van een miskraam of een doodgeboren baby?
De bijbel erkent dat een foetus of een embryo kan sterven. Dit leidt tot een spontane abortus of miskraam, of tot de geboorte van een dode baby. — Genesis 31:38; Exodus 23:26; 2 Koningen 2:19-21; Job 21:10; Psalm 58:8; 144:14.
Job noemde verschillende manieren waarop een miskraam zich kan voordoen, en hij vond dat al die mogelijkheden beter voor hem zouden zijn geweest dan het lijden dat hij onderging. Hij zei dat hij „een verborgen misgeboorte” geweest kon zijn, iemand die „niet tot bestaan [zou] zijn gekomen, als kinderen die het licht niet hebben gezien” (Job 3:16). Dit zou kunnen duiden op een miskraam die een vrouw heeft voordat zij zich er zelfs maar van bewust was dat zij zwanger was en terwijl het embryo niet levensvatbaar was. The Body Machine zegt: „Veel ova [bevruchte eicellen] ontwikkelen zich niet normaal; in feite zijn dat er meer dan de eicellen die zich wel normaal ontwikkelen. Ongeveer tien procent nestelt zich niet in, en van de eicellen die dat wel doen, wordt ongeveer de helft spontaan uitgedreven, gewoonlijk zonder dat de moeder het weet.”
Job zei ook dat als ’de deuren van zijn moeders buik gesloten waren geweest, hij verborgen zou zijn geweest voor moeite’. Hij zou dus van lijden verschoond zijn gebleven als hij „vanaf de moederschoot [of „in de schoot”, Willibrordvertaling] terstond gestorven” was (Job 3:10, 11). Dit gebeurt soms wanneer het embryo of de foetus ernstige gebreken vertoont. Het kan ook het gevolg zijn van afwijkingen aan de voortplantingsorganen van de moeder, van gebrek aan vitaminen, hormonen of zuurstof, of van ziekte van de moeder.
In zijn ellende was Job van mening dat deze mogelijkheden beter voor hem waren geweest. Toch zou zijn moeder verdriet hebben gehad, net zoals dit met vrouwen in deze tijd het geval is wanneer overgeërfde onvolmaaktheid een miskraam of de geboorte van een dode baby tot gevolg heeft. Toen Job deze mogelijkheden opnoemde, zei hij niet dat hij hoe dan ook voor een opstanding in aanmerking zou zijn gekomen. Het voordeel, zoals hij het bezag, was dat hij ’verborgen zou zijn geweest voor moeite’ of met rust gelaten zou zijn.
Job noemde nog een mogelijkheid: „Waarom ben ik niet uit de buik zelf te voorschijn gekomen om vervolgens de laatste adem uit te blazen?” (Job 3:11) Als Job, zoals soms gebeurt, geboren was en kort daarna was gestorven, misschien zelfs voordat hij de borst had gekregen, wat zouden dan zijn vooruitzichten voor de toekomst zijn? Hij sprak daar in de context niet over. Maar hij maakte later duidelijk dat wanneer hij, na als mens geleefd te hebben, was gestorven en naar Sjeool was gegaan, God waarschijnlijk ’een tijdslimiet zou stellen en aan hem zou denken’. Onze Levengever ’zou roepen en Job zelf zou antwoorden’. Ja, Jehovah God kon Job weer tot leven brengen, hem een opstanding geven. — Job 14:13-15.
Dit stemt overeen met wat wij op grond van bijbelse voorbeelden over de opstanding weten. Degenen die werden opgewekt, werden kennelijk weer tot leven gebracht als de persoon die zij bij hun dood waren geweest. Dat wil zeggen, gestorven kinderen werden als kinderen opgewekt, volwassenen als volwassenen (2 Koningen 4:17-20, 32-37; Lukas 7:12-15; 8:40-42, 49-55; Johannes 11:38-44). Zou het redelijk zijn te denken dat als er in Jobs geval een „verborgen misgeboorte” had plaatsgevonden, dat microscopisch kleine embryo in de nieuwe wereld weer in de schoot van zijn moeder zou worden gebracht om een zwangerschap voort te zetten waarvan zij zich misschien niet eens bewust is geweest? Dit stemt niet overeen met wat de bijbel duidelijk maakt over de opstanding, die altijd personen betrof die geboren waren en als afzonderlijke individuen voor Gods aangezicht bestonden. — Johannes 5:28, 29; Handelingen 24:15.
Maar als het embryo zich nu verder ontwikkeld had, reeds een foetus was geworden of zelfs bijna voldragen was? Er zijn vele situaties mogelijk. Het heeft echter geen zin te speculeren, want er zijn talloze droevige gevolgen van onvolmaaktheid waarvan mensen thans te lijden hebben. In het herstelde paradijs zal onze liefdevolle hemelse Vader een ommekeer bewerkstelligen in de zondige toestand van de mens en schitterende zegeningen brengen. Veel mensen zullen een opstanding ontvangen. De beslissing ten aanzien van de wijze waarop de opstanding zal geschieden en op welke schaal, berust bij Jehovah en Jezus. Wij kunnen er zeker van zijn dat de beslissing Jehovah’s volmaakte wijsheid en gerechtigheid zal weerspiegelen.
Elihu verzekerde Job: „Verre zij het van de ware God wetteloos te handelen, en van de Almachtige onrechtvaardig te handelen! Want naar de wijze waarop de aardse mens handelt, zal hij hem vergelden . . . Ja waarlijk, God zelf handelt niet wetteloos” (Job 34:10-12). Wij allen, met inbegrip van echtparen die de bijzonder droevige ervaring van een miskraam of de geboorte van een dode baby hebben meegemaakt, kunnen troost putten uit de wetenschap dat ’Jehovah goed en oprecht is’. — Psalm 25:8.