’Vors naar Jehovah en zijn sterkte’
’Vors naar Jehovah en zijn sterkte’
„Wat Jehovah aangaat, zijn ogen gaan de gehele aarde rond om zijn sterkte te tonen ten behoeve van hen wier hart onverdeeld is jegens hem.” — 2 KRONIEKEN 16:9.
1. Hoe zijn mensen met macht omgegaan?
MENSEN hebben geen goed bericht opgebouwd als het op machtsuitoefening aankomt. Toen Lord Acton, een historicus, over macht in handen van politici sprak, zei hij: „Macht heeft de neiging corrupt te maken en absolute macht maakt absoluut corrupt.” In de moderne geschiedenis zijn er volop voorbeelden geweest waaruit de algemene waarheid van Lord Actons woorden blijkt. Gedurende de twintigste eeuw heeft als nooit tevoren „de ene mens over de andere mens . . . geheerst tot diens nadeel” (Prediker 8:9). Corrupte dictators hebben op flagrante wijze hun macht misbruikt en hebben een eind gemaakt aan het leven van miljoenen. Macht die niet door liefde, wijsheid en gerechtigheid wordt beteugeld, is gevaarlijk.
2. Leg uit hoe andere goddelijke eigenschappen invloed hebben op de wijze waarop Jehovah zijn macht gebruikt.
2 In tegenstelling tot veel mensen gebruikt God zijn macht altijd ten goede. „Wat Jehovah aangaat, zijn ogen gaan de gehele aarde rond om zijn sterkte te tonen ten behoeve van hen wier hart onverdeeld is jegens hem” (2 Kronieken 16:9). Jehovah wendt zijn macht op een beheerste wijze aan. Geduld weerhoudt God ervan de goddelozen terecht te stellen om hun de gelegenheid te geven berouw te hebben. Liefde beweegt hem ertoe de zon op alle soorten mensen — rechtvaardigen en onrechtvaardigen — te laten schijnen. Gerechtigheid zal hem er uiteindelijk toe brengen zijn onbeperkte macht te gebruiken om degene teniet te doen die het middel bezit de dood te veroorzaken, Satan de Duivel. — Mattheüs 5:44, 45; Hebreeën 2:14; 2 Petrus 3:9.
3. Waarom is Gods almachtige kracht een reden om op hem te vertrouwen?
3 De ontzagwekkende macht of kracht van onze hemelse Vader is een reden voor vertrouwen — zowel wat zijn beloften als wat zijn bescherming betreft. Een klein kind voelt zich veilig onder vreemden wanneer het de hand van zijn vader stevig vasthoudt, aangezien het weet dat zijn vader hem niets kwaads zal laten overkomen. Zo zal onze hemelse Vader, degene „die overvloedig is in kracht om te redden”, ons beschermen tegen alle blijvende schade als wij met hem wandelen (Jesaja 63:1; Micha 6:8). En als een goede Vader doet Jehovah zijn beloften altijd gestand. Zijn onbeperkte macht garandeert dat zijn ’woord stellig succes zal hebben in dat waarvoor hij het heeft gezonden’. — Jesaja 55:11; Titus 1:2.
4, 5. (a) Wat was het resultaat toen koning Asa onvoorwaardelijk op Jehovah vertrouwde? (b) Wat kan er gebeuren als wij ons op menselijke oplossingen voor onze problemen verlaten?
4 Waarom is het zo belangrijk dat wij vastbesloten zijn de bescherming van onze hemelse Vader niet uit het oog te verliezen? Omdat het mogelijk is door allerlei omstandigheden overweldigd te worden en te vergeten waar onze ware zekerheid gelegen is. Dit blijkt uit het voorbeeld van koning Asa, een man die over het algemeen op Jehovah vertrouwde. Tijdens Asa’s regering viel een leger van een miljoen Ethiopiërs Juda aan. Asa, die besefte dat zijn vijanden militair gezien in het voordeel waren, bad: „O Jehovah, wanneer het op helpen aankomt, maakt het voor u niets uit of er nu velen zijn of personen zonder kracht. Help ons, o Jehovah, onze God, want wij steunen werkelijk op u, en in uw naam zijn wij tegen deze menigte gekomen. O Jehovah, gij zijt onze God. Laat de sterfelijke mens geen kracht tegen u behouden” (2 Kronieken 14:11). Jehovah willigde Asa’s verzoek in en schonk hem een beslissende overwinning.
2 Kronieken 16:1-3). Hoewel zijn omkoopgeschenk aan de Syrische koning Ben-Hadad ertoe leidde dat de dreiging die Israël voor Juda vormde, werd weggenomen, verraadde Asa’s verbond met Syrië een gebrek aan vertrouwen in Jehovah. De profeet Hanani vroeg hem op de man af: „Vormden de Ethiopiërs en de Libiërs niet een zeer grote krijgsmacht wat talrijkheid, wat wagens en wat ruiters betreft; en heeft Jehovah, omdat gij steun zocht bij hem, hen niet in uw hand gegeven?” (2 Kronieken 16:7, 8) Niettemin verwierp Asa deze terechtwijzing (2 Kronieken 16:9-12). Wanneer wij met problemen worden geconfronteerd, laten wij ons dan niet op menselijke oplossingen verlaten, maar in plaats daarvan vertrouwen in God stellen, want vertrouwen in het menselijk kunnen zal onvermijdelijk tot teleurstelling leiden. — Psalm 146:3-5.
5 Na jarenlange getrouwe dienst werd Asa’s vertrouwen in Jehovah’s reddende kracht echter aan het wankelen gebracht. Om een militaire dreiging van het noordelijke koninkrijk Israël af te keren, wendde hij zich tot Syrië om hulp (Zoek de kracht die Jehovah geeft
6. Waarom dienen wij ’naar Jehovah en zijn sterkte te vorsen’?
6 Jehovah kan zijn dienstknechten niet alleen kracht schenken, maar hen ook beschermen. De bijbel spoort ons aan ’naar Jehovah en zijn sterkte te vorsen’ (Psalm 105:4). Waarom? Omdat wanneer wij dingen in Gods kracht doen, onze macht tot nut en niet tot schade van anderen zal worden aangewend. Nergens vinden wij een beter voorbeeld hiervan dan in Jezus Christus, die veel wonderen in „Jehovah’s kracht” verrichtte (Lukas 5:17). Jezus had zich erop kunnen toeleggen rijk, beroemd of zelfs een alvermogende koning te worden (Lukas 4:5-7). In plaats daarvan gebruikte hij de hem door God geschonken kracht om op te leiden en te onderwijzen, te helpen en te genezen (Markus 7:37; Johannes 7:46). Wat een schitterend voorbeeld voor ons!
7. Welke uitermate belangrijke eigenschap kweken wij aan wanneer wij dingen in Gods kracht en niet in die van onszelf doen?
7 Wanneer wij bovendien dingen doen in „de door God verschafte sterkte”, zal dit ons helpen nederig te blijven (1 Petrus 4:11). Mensen die ernaar streven macht voor zichzelf te verwerven, worden aanmatigend. Een voorbeeld is de Assyrische koning Esar-Haddon, die pocherig verklaarde: „Ik ben machtig, ik ben almachtig, ik ben een held, ik ben reusachtig, ik ben kolossaal.” In tegenstelling daarmee heeft Jehovah „het zwakke der wereld uitgekozen om het sterke te beschamen”. Als een ware christen derhalve roemt, roemt hij in Jehovah, want hij weet dat wat hij gedaan heeft, niet in zijn eigen kracht is verricht. ’Ons onder de machtige hand van God vernederen’, zal ware verhoging brengen. — 1 Korinthiërs 1:26-31; 1 Petrus 5:6.
8. Wat dienen wij eerst te doen om iets van Jehovah’s kracht te ontvangen?
8 Hoe kunnen wij kracht putten uit Gods sterkte? Allereerst moeten wij er in gebed om vragen. Jezus verzekerde zijn discipelen dat zijn Vader heilige geest zou geven aan hen die erom vragen (Lukas 11:10-13). Beschouw eens hoe Christus’ discipelen hierdoor vervuld werden met kracht toen zij het verkozen God meer te gehoorzamen dan de religieuze leiders die hun hadden bevolen ermee op te houden getuigenis af te leggen omtrent Jezus. Toen zij om Jehovah’s hulp baden, werd hun oprechte gebed verhoord en gaf de heilige geest hun de kracht om het goede nieuws met vrijmoedigheid te blijven prediken. — Handelingen 4:19, 20, 29-31, 33.
9. Noem een tweede bron van geestelijke kracht, en noem een schriftuurlijk voorbeeld om te laten zien wat erdoor wordt bewerkt.
9 Ten tweede kunnen wij geestelijke kracht putten uit de bijbel (Hebreeën 4:12). De kracht van Gods woord was gedurende de dagen van koning Josia duidelijk waarneembaar. Hoewel deze Judese koning reeds heidense afgoden uit het land had verwijderd, motiveerde de onverwachte ontdekking van de Wet van Jehovah in de tempel hem om zijn reinigingsprogramma te intensiveren. * Nadat Josia de Wet persoonlijk aan het volk had voorgelezen, sloot de hele natie een verbond met Jehovah en werd er een tweede, energiekere veldtocht tegen afgoderij ondernomen. Het voortreffelijke resultaat van Josia’s hervorming was dat ’gedurende al zijn dagen zij er niet van afweken Jehovah te volgen’. — 2 Kronieken 34:33.
10. Wat is een derde manier om kracht van Jehovah te krijgen, en waarom is die uitermate belangrijk?
10 Ten derde krijgen wij kracht van Jehovah door middel van christelijke omgang. Paulus moedigde christenen aan geregeld vergaderingen te bezoeken teneinde „tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen” en elkaar aan te moedigen (Hebreeën 10:24, 25). Toen Petrus op wonderbaarlijke wijze uit de gevangenis werd bevrijd, wilde hij bij zijn broeders en zusters zijn, dus ging hij rechtstreeks naar het huis van de moeder van Johannes Markus, waar „vrij velen vergaderd waren en baden” (Handelingen 12:12). Natuurlijk hadden zij allen thuis kunnen blijven bidden. Maar zij verkozen het bijeen te komen om te bidden en elkaar gedurende die moeilijke tijd aan te moedigen. Tegen het einde van Paulus’ lange en gevaarlijke reis naar Rome ontmoette hij enkele broeders in Puteoli en later anderen die hem tegemoet waren gekomen. Zijn reactie? „Toen Paulus hen [de laatstgenoemden] zag, dankte hij God en schepte moed” (Handelingen 28:13-15). Hij werd gesterkt doordat hij opnieuw bij medechristenen was. Ook wij putten kracht uit omgang met medechristenen. Zolang wij de vrijheid hebben en in staat zijn met elkaar om te gaan, moeten wij niet proberen helemaal alleen op de smalle weg die tot leven leidt te wandelen. — Spreuken 18:1; Mattheüs 7:14.
11. Noem enkele omstandigheden waarbij „kracht die datgene wat normaal is te boven gaat” in het bijzonder nodig is.
11 Door middel van geregeld gebed, studie van Gods Woord en omgang met medegelovigen ’blijven wij kracht verwerven in de Heer en in de macht van zijn sterkte’ (Efeziërs 6:10). Wij allen hebben ongetwijfeld ’kracht in de Heer’ nodig. Sommigen lijden aan slopende ziekten, anderen aan de verwoestende gevolgen van de ouderdom of hebben een levensgezel verloren (Psalm 41:3). Anderen verduren de tegenstand van een ongelovige huwelijkspartner. Ouders, vooral alleenstaande ouders, kunnen het hebben van een fulltimebaan naast het grootbrengen van een gezin als een uitputtende verantwoordelijkheid ervaren. Jonge christenen hebben de kracht nodig om opgewassen te zijn tegen de druk van leeftijdgenoten en nee te zeggen tegen drugs en immoraliteit. Niemand dient te aarzelen Jehovah te vragen om „kracht die datgene wat normaal is te boven gaat” teneinde het hoofd te bieden aan zulke uitdagingen. — 2 Korinthiërs 4:7.
’De vermoeide kracht geven’
12. Hoe steunt Jehovah ons in de christelijke bediening?
12 Bovendien geeft Jehovah kracht aan zijn dienstknechten wanneer zij hun bediening volbrengen. Wij lezen in Jesaja’s profetie: „Hij geeft de vermoeide kracht, en degene zonder dynamische energie schenkt hij volledige sterkte in overvloed. . . . Wie op Jehovah hopen, zullen nieuwe kracht verkrijgen. Zij zullen opvaren met vleugels als arenden. Zij zullen rennen en niet mat worden; zij zullen wandelen en niet moe worden” (Jesaja 40:29-31). De apostel Paulus ontving persoonlijk kracht om zijn bediening te verrichten. Als gevolg hiervan was zijn bediening doeltreffend. Aan christenen in Thessalonika schreef hij: „Het goede nieuws dat wij prediken, is niet alleen met woorden tot u gekomen, maar ook met kracht en met heilige geest” (1 Thessalonicenzen 1:5). Zijn prediking en onderwijs hadden de kracht om grote veranderingen tot stand te brengen in het leven van degenen die naar hem luisterden.
13. Waardoor werd Jeremia gesterkt om ondanks tegenstand te volharden?
13 Wanneer wij met een onverschillige geest in ons gebied te maken hebben — een gebied waarin wij misschien al jarenlang herhaaldelijk hebben gepredikt met weinig gunstige reacties — kunnen wij ons terneergeslagen gaan voelen. Ook Jeremia voelde zich ontmoedigd door de tegenstand, de spot en de apathie waarmee hij werd geconfronteerd. „Ik zal niet van [God] gewagen, en ik zal niet meer in zijn naam spreken”, zei hij bij zichzelf. Maar hij kon zich niet stilhouden. Zijn boodschap „bleek . . . te zijn als een brandend vuur, opgesloten in [zijn] beenderen” (Jeremia 20:9). Wat gaf hem hernieuwde kracht ondanks zoveel tegenspoed? „Jehovah was met mij als een verschrikkelijke machtige”, zei Jeremia (Jeremia 20:11). Jeremia’s waardering voor de buitengewone belangrijkheid van zijn boodschap en voor zijn door God geschonken toewijzing maakte hem ontvankelijk voor Jehovah’s aanmoediging.
De macht om kwaad te doen en de macht om te genezen
14. (a) Wat kan de tong bewerken? (b) Geef voorbeelden waaruit blijkt welke schade de tong kan aanrichten.
14 Niet alle macht die wij bezitten, is rechtstreeks van God afkomstig. De tong, bijvoorbeeld, heeft macht om zowel kwaad te doen als te genezen. „Dood en leven zijn in de macht van de tong”, waarschuwt Salomo (Spreuken 18:21). De gevolgen van Satans korte gesprek met Eva laten zien hoeveel verwoesting kan worden aangericht door woorden (Genesis 3:1-5; Jakobus 3:5). Ook wij kunnen met de tong veel schade aanrichten. Kleinerende opmerkingen over het gewicht van een meisje zouden haar op de weg naar anorexia kunnen leiden. Een gedachteloze herhaling van een of andere lasterpraat kan een levenslange vriendschap kapotmaken. Ja, de tong dient beheerst te worden.
15. Hoe kunnen wij onze tong gebruiken om op te bouwen en te genezen?
15 De tong kan dus zowel opbouwen als afbreken. De bijbelse spreuk zegt: „Er bestaat er een die onbezonnen spreekt als met de steken van een zwaard, maar de tong van de wijzen is genezing” (Spreuken 12:18). Verstandige christenen gebruiken de macht van de tong om de terneergeslagenen en mensen die beminden in de dood hebben verloren te troosten. Hartelijke woorden kunnen tieners aanmoedigen in hun strijd tegen de schadelijke druk van leeftijdgenoten. Een bedachtzame tong kan oudere broeders en zusters ervan verzekeren dat zij nog steeds nodig zijn en bemind worden. Vriendelijke woorden kunnen de dag opvrolijken van degenen die ziek zijn. Bovenal kunnen wij onze tong gebruiken om de krachtige Koninkrijksboodschap te delen met allen die willen luisteren. Wij zijn in staat het Woord van God bekend te maken als ons hart erbij betrokken is. De bijbel zegt: „Onthoud het goede niet aan degenen die het toekomt, wanneer het in de macht van uw hand ligt het te doen.” — Spreuken 3:27.
Het juist aanwenden van macht
16, 17. Hoe kunnen ouderlingen, ouders, echtgenoten en echtgenotes Jehovah navolgen wanneer zij hun door God geschonken autoriteit uitoefenen?
16 Hoewel Jehovah almachtig is, bestuurt hij de gemeente met liefde (1 Johannes 4:8). Door hem na te volgen, dragen christelijke opzieners liefdevol zorg voor Gods kudde — waarbij zij hun autoriteit gebruiken, niet misbruiken. Zeker, opzieners moeten soms ’terechtwijzen, berispen, vermanen’, maar dit wordt gedaan „met alle lankmoedigheid en kunst van onderwijzen” (2 Timotheüs 4:2). Ouderlingen mediteren dus voortdurend over de woorden die de apostel Petrus schreef aan degenen die in de gemeente met autoriteit zijn bekleed: „Weidt de kudde Gods die aan uw zorg is toevertrouwd, niet onder dwang, maar gewillig; noch uit liefde voor oneerlijke winst, maar bereidwillig; noch als personen die heersen over hen die Gods erfdeel zijn, maar door u voorbeelden voor de kudde te betonen.” — 1 Petrus 5:2, 3; 1 Thessalonicenzen 2:7, 8.
17 Ouders en echtgenoten hebben ook door Jehovah aan hen verleende autoriteit, en deze macht dient aangewend te worden om te helpen, te voeden en te koesteren (Efeziërs 5:22, 28-30; 6:4). Uit Jezus’ voorbeeld blijkt dat autoriteit op een liefdevolle wijze doeltreffend kan worden uitgeoefend. Als streng onderricht evenwichtig en consequent is, zullen kinderen niet moedeloos worden (Kolossenzen 3:21). Huwelijken worden versterkt wanneer christelijke echtgenoten hun gezag als hoofd liefdevol uitoefenen en vrouwen diepe achting voor hun echtgenoot hebben in plaats van buiten de hun door God toegewezen invloedssfeer te gaan om hem te domineren of hun zin te krijgen. — Efeziërs 5:28, 33; 1 Petrus 3:7.
18. (a) Hoe dienen wij Jehovah’s voorbeeld na te volgen in het beheersen van onze toorn? (b) Wat dienen degenen die met autoriteit zijn bekleed in degenen die aan hun zorg zijn toevertrouwd in te prenten?
18 Degenen die in het gezin en in de gemeente met autoriteit zijn bekleed, dienen er vooral op toe te zien dat zij hun toorn beheersen, aangezien toorn vrees in plaats van liefde inprent. De profeet Nahum zei: „Jehovah is langzaam tot toorn en groot in kracht” (Nahum 1:3; Kolossenzen 3:19). Onze toorn beheersen, is een teken van sterkte, terwijl er uiting aan geven een bewijs van zwakte is (Spreuken 16:32). Zowel in het gezin als in de gemeente is het doel liefde in te prenten — liefde voor Jehovah, liefde voor elkaar en liefde voor juiste beginselen. Liefde is de sterkste band van eenheid en de krachtigste motivatie om het goede te doen. — 1 Korinthiërs 13:8, 13; Kolossenzen 3:14.
19. Welke vertroostende verzekering geeft Jehovah, en hoe dienen wij hierop te reageren?
19 Wie Jehovah kent, moet zijn kracht wel erkennen. Bij monde van Jesaja zei Jehovah: „Zijt gij het niet te weten gekomen of hebt gij het niet gehoord? Jehovah, de Schepper van de uiteinden der aarde, is een God tot onbepaalde tijd. Hij wordt noch moe noch mat” (Jesaja 40:28). Jehovah’s kracht is onuitputtelijk. Als wij ons op hem en niet op onszelf verlaten, zal hij ons niet verstoten. Hij verzekert ons: „Wees niet bevreesd, want ik ben met u. Blik niet rond, want ik ben uw God. Ik wil u sterken. Ik wil u werkelijk helpen. Ik wil u werkelijk stevig vasthouden met mijn rechterhand van rechtvaardigheid” (Jesaja 41:10). Hoe dienen wij op zijn liefdevolle zorg te reageren? Laten wij, net als Jezus, de macht die Jehovah ons ook maar geeft, altijd aanwenden om te helpen en op te bouwen. Mogen wij onze tong beheersen zodat ze geneest in plaats van kwaad berokkent. En mogen wij altijd geestelijk wakker blijven, vaststaan in het geloof en sterk worden in de kracht van onze Grootse Schepper, Jehovah God. — 1 Korinthiërs 16:13.
[Voetnoot]
^ ¶9 Klaarblijkelijk ontdekten de joden het originele exemplaar van de Wet van Mozes dat eeuwen voordien in de tempel was neergelegd.
Kunt u dit uitleggen?
• Hoe gebruikt Jehovah zijn kracht of macht?
• Op welke manieren kunnen wij uit Jehovah’s kracht putten?
• Hoe dient de macht van de tong te worden aangewend?
• Hoe kan door God geschonken autoriteit een zegen zijn?
[Studievragen]
[Illustratie op blz. 15]
Jezus maakte gebruik van Jehovah’s kracht om anderen te helpen
[Illustraties op blz. 17]
Wij zijn in staat het Woord van God bekend te maken als ons hart erbij betrokken is