Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De nieuwe wereld — Zult u er zijn?

De nieuwe wereld — Zult u er zijn?

De nieuwe wereld — Zult u er zijn?

’Voor hen is er niets beters dan zich te verheugen en goed te doen tijdens zijn leven; en ook dat ieder mens eet en inderdaad drinkt en het goede ziet voor al zijn harde werk. Het is de gave Gods.’ — PREDIKER 3:12, 13.

1. Waarom kunnen wij optimistisch zijn omtrent de toekomst?

VEEL mensen beschouwen de Almachtige God als strikt of streng. Toch is de bovengenoemde tekst een waarheid die u in zijn geïnspireerde Woord zult aantreffen. Dit stemt overeen met het feit dat hij „de gelukkige God” is en dat hij onze eerste ouders in een aards paradijs heeft geplaatst (1 Timotheüs 1:11; Genesis 2:7-9). Wanneer wij inzicht trachten te verkrijgen in de toekomst die God zijn volk belooft, hoeft het ons niet te verbazen dat wij op de hoogte raken van omstandigheden die ons duurzame vreugde zullen verschaffen.

2. Wat zijn enkele dingen waar u naar uitziet?

2 In het voorgaande artikel hebben wij drie van de vier passages onder de loep genomen waarin de bijbel „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” voorzegt (Jesaja 65:17). Een van die betrouwbare voorzeggingen staat opgetekend in Openbaring 21:1. De volgende verzen vertellen over de tijd dat de Almachtige God drastische veranderingen ten goede in de aardse toestanden zal teweegbrengen. Hij zal tranen van verdriet wegwissen. Mensen zullen niet meer sterven ten gevolge van ouderdom, ziekte of ongelukken. Rouw, geschreeuw en pijn zullen verdwenen zijn. Wat een schitterend vooruitzicht! Maar kunnen wij er zeker van zijn dat het zal komen, en welke invloed zou dat vooruitzicht thans op ons kunnen hebben?

Redenen voor vertrouwen

3. Waarom kunnen wij ons op de bijbelse beloften omtrent de toekomst verlaten?

3 Merk eens op wat Openbaring 21:5 verder zegt. In dit vers worden de woorden van God aangehaald, die op zijn hemelse troon zit en verklaart: „Zie! Ik maak alle dingen nieuw.” Die goddelijke belofte is beter dan alle nationale onafhankelijkheidsverklaringen, alle huidige grondwettelijk verankerde rechten en alle menselijke aspiraties voor de toekomst. Het is een absoluut betrouwbare verklaring door Degene van wie de bijbel zegt dat hij „niet liegen kan” (Titus 1:2). Het is begrijpelijk dat u misschien vindt dat wij hier kunnen stoppen, waarbij wij van dit prachtige vooruitzicht genieten en op God vertrouwen. Maar wij hoeven niet te stoppen. Wij kunnen meer over onze toekomst leren.

4, 5. Welke bijbelse profetieën die reeds zijn beschouwd, kunnen ons vertrouwen in de toekomst versterken?

4 Sta eens stil bij wat wij in het voorgaande artikel hebben vastgesteld in verband met de bijbelse beloften van nieuwe hemelen en een nieuwe aarde. Jesaja voorzei zo’n nieuw samenstel, en zijn profetie kreeg een vervulling toen de joden naar hun land terugkeerden en de ware aanbidding herstelden (Ezra 1:1-3; 2:1, 2; 3:12, 13). Maar was dat alles wat Jesaja’s profetie te kennen gaf? Beslist niet! De dingen die hij voorzei, zouden in de verre toekomst op een grootsere manier vervuld worden. Waarom maken wij die gevolgtrekking? Op grond van wat wij in 2 Petrus 3:13 en Openbaring 21:1-5 lezen. Die passages wijzen naar nieuwe hemelen en een nieuwe aarde die christenen op wereldomvattende schaal tot voordeel zullen strekken.

5 Zoals eerder is opgemerkt, gebruikt de bijbel de zinsnede „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” vier keer. Wij hebben drie hiervan besproken en zijn tot aanmoedigende conclusies gekomen. In rechtstreekse bewoordingen voorzegt de bijbel dat God een eind zal maken aan goddeloosheid en andere oorzaken van lijden en dat hij vervolgens de mensheid verder zal zegenen in zijn beloofde nieuwe samenstel.

6. Wat voorzegt een vierde profetie waarin melding wordt gemaakt van „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde”?

6 Laten wij nu de overgebleven passage onderzoeken waar de uitdrukking „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” voorkomt, namelijk in Jesaja 66:22-24: „’Want net zoals de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde die ik maak, voor mijn aangezicht bestaan,’ is de uitspraak van Jehovah, ’zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan. En het zal stellig geschieden dat van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat alle vlees zal komen om zich voor mijn aangezicht neer te buigen’, heeft Jehovah gezegd. ’En zij zullen werkelijk naar buiten gaan en de lijken aanschouwen van de mannen die tegenover mij overtredingen begingen; want de wormen zelf die op hen zijn zullen niet sterven en hun vuur zelf zal niet uitgeblust worden, en zij moeten iets weerzinwekkends voor alle vlees worden.’”

7. Waarom dienen wij de gevolgtrekking te maken dat Jesaja 66:22-24 een vervulling zal hebben in de komende tijd?

7 Deze profetie had een toepassing onder de joden die zich opnieuw in hun land hadden gevestigd, maar er zou nog een vervulling komen. Dat moest later in de stroom des tijds zijn dan toen Petrus’ tweede brief en het boek Openbaring werden geschreven, want ze wezen naar een toekomstige ’nieuwe hemel en aarde’. Wij kunnen uitzien naar die grootse en volledige vervulling in het nieuwe samenstel. Beschouw eens enkele van de toestanden waarin wij ons hopen te verheugen.

8, 9. (a) In welk opzicht zal Gods volk „blijven bestaan”? (b) Wat is de strekking van de profetie dat Jehovah’s dienstknechten „van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat” zullen aanbidden?

8 Openbaring 21:4 gaf te kennen dat er geen dood meer zal zijn. De passage in Jesaja 66 stemt daarmee overeen. Wij kunnen uit vers 22 opmaken dat Jehovah weet dat de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde niet tijdelijk, van beperkte duur, zullen zijn. Bovendien zullen zijn dienstknechten niet aan hun eind komen; zij zullen voor zijn aangezicht „blijven bestaan”. Wat God reeds voor zijn uitverkoren dienstknechten heeft gedaan, geeft ons reden voor vertrouwen. Ware christenen hebben boosaardige vervolging ondervonden; er zijn zelfs fanatieke pogingen gedaan om hen weg te vagen (Johannes 16:2; Handelingen 8:1). Toch zijn zelfs zeer machtige vijanden van Gods volk, zoals de Romeinse keizer Nero en Adolf Hitler, er niet in geslaagd Gods loyalen, die zijn naam dragen, uit te roeien. Jehovah heeft de gemeente van zijn volk bewaard, en wij kunnen er zeker van zijn dat hij ervoor kan zorgen dat die voor eeuwig blijft bestaan.

9 Zo zullen ook degenen die God trouw zijn als deel van de nieuwe aarde, de maatschappij van ware aanbidders in de nieuwe wereld, als afzonderlijke personen blijven bestaan, omdat zij zuivere aanbidding schenken aan de Schepper van alle dingen. Dat zullen zij niet zomaar af en toe doen of wanneer het hun uitkomt. Gods Wet, die via Mozes aan Israël werd gegeven, vereiste dat er elke maand, gekenmerkt door de nieuwe maan, en elke week, gekenmerkt door de sabbatdag, bepaalde daden van aanbidding werden verricht (Leviticus 24:5-9; Numeri 10:10; 28:9, 10; 2 Kronieken 2:4). Jesaja 66:23 wijst dus naar geregelde en voortdurende aanbidding van God, week na week en maand na maand. Atheïsme en religieuze huichelarij zullen dan niet meer bestaan. ’Alle vlees zal komen om zich voor Jehovah neer te buigen.’

10. Waarom kunt u het vaste vertrouwen hebben dat de nieuwe wereld niet voortdurend door goddelozen verstoord zal worden?

10 Jesaja 66:24 verzekert ons dat de vrede en rechtvaardigheid van de nieuwe aarde nooit gevaar zullen lopen. Goddeloze mensen zullen die niet verstoren. U zult u herinneren dat 2 Petrus 3:7 zegt dat „de dag van het oordeel en van de vernietiging der goddeloze mensen” in het verschiet ligt. Degenen die aan hun eind komen, zullen goddeloos zijn. Onschuldigen zal geen kwaad overkomen, in tegenstelling tot wat vaak in menselijke oorlogen gebeurt, waar meer burgerslachtoffers vallen dan militairen. De Grote Rechter garandeert ons dat zijn dag een vernietiging van de goddelozen zal zijn.

11. Wat zal, zoals Jesaja aantoont, de toekomst zijn van een ieder die zich tegen God en zijn aanbidding keert?

11 De overlevende rechtvaardigen zullen zien dat Gods profetische woord waar is. Vers 24 voorzegt dat ’de lijken van de mannen die tegenover Jehovah overtredingen begingen’, het bewijs van zijn oordeel zullen zijn. De aanschouwelijke taal die Jesaja gebruikte zal misschien schokkend lijken. Toch is die in overeenstemming met een historisch feit. Buiten de muren van het oude Jeruzalem bevonden zich stortplaatsen voor afval, waar soms ook de lijken van terechtgestelde misdadigers op werden geworpen die geen fatsoenlijke begrafenis waardig waren geacht. * Daar zouden de wormen en het verterende vuur zowel het afval als die lijken snel uit de weg ruimen. Kennelijk illustreert Jesaja’s beeldspraak hoe definitief de voltrekking van Jehovah’s oordeel aan overtreders is.

Wat hij beloofd heeft

12. Welke verdere aanwijzingen geeft Jesaja aangaande leven in de nieuwe wereld?

12 Openbaring 21:4 vertelt ons over enkele dingen die in het komende nieuwe samenstel niet zullen bestaan. Maar wat zal dan wel bestaan? Hoe zal het leven zijn? Kunnen wij daar enige betrouwbare aanwijzing van krijgen? Ja. Jesaja hoofdstuk 65 geeft een profetische beschrijving van omstandigheden waarin wij ons zullen verheugen als wij door Jehovah zijn goedgekeurd om te mogen leven in de tijd dat hij, in de uiteindelijke betekenis, deze nieuwe hemelen en nieuwe aarde schept. Degenen die met een blijvende plaats op de nieuwe aarde worden gezegend, zullen niet oud worden en onvermijdelijk sterven. Jesaja 65:20 verzekert ons: „Er zal van die plaats geen zuigeling meer komen van enkele dagen oud, noch een grijsaard die zijn dagen niet vervult; want als een jongen nog maar zal men sterven, ook al is men honderd jaar oud; en wat de zondaar betreft, ook al is hij honderd jaar oud, hij zal kwaad over zich hebben afgesmeekt.”

13. Hoe verzekert Jesaja 65:20 ons dat Gods dienstknechten zich in zekerheid zullen verheugen?

13 Toen dit eerst in verband met Jesaja’s volk in vervulling ging, betekende het dat de baby’s in het land veilig waren. Er kwamen geen vijanden binnen, zoals de Babyloniërs dat eens deden, om zuigelingen mee te nemen of om mannen die in de bloei van hun leven waren, neer te slaan (2 Kronieken 36:17, 20). In de komende nieuwe wereld zullen de mensen veilig en in zekerheid zijn, in staat om van het leven te genieten. Als iemand het verkiest tegen God in opstand te komen, zal hem niet worden toegestaan te blijven leven. God zal hem verwijderen. En als de opstandige zondaar honderd jaar oud is? In vergelijking met eeuwig leven zal hij „als een jongen nog maar” sterven. — 1 Timotheüs 1:19, 20; 2 Timotheüs 2:16-19.

14, 15. Naar welke lonende activiteiten kunt u op grond van Jesaja 65:21, 22 uitzien?

14 Jesaja concentreert zich niet op de vraag hoe een opzettelijke zondaar verwijderd zou kunnen worden, maar hij beschrijft de leefomstandigheden die in de nieuwe wereld zullen heersen. Probeert u zich eens in het tafereel te verplaatsen. Wat u misschien het eerst voor uw geestesoog ziet, zijn dingen dicht bij huis. Jesaja belicht dat in vers 21 en 22: „Zij zullen stellig huizen bouwen en bewonen, en zij zullen stellig wijngaarden planten en hun vrucht eten. Zij zullen niet bouwen en iemand anders het bewonen; zij zullen niet planten en iemand anders ervan eten. Want als de dagen van een boom zullen de dagen van mijn volk zijn, en het werk van hun eigen handen zullen mijn uitverkorenen geheel verbruiken.”

15 Als u nog geen bouwervaring hebt opgedaan of nooit getuinierd hebt, geeft deze profetie te kennen dat u een opleiding te wachten staat. Maar zou u bereid zijn te leren met de hulp van bekwame leraren, misschien vriendelijke buren die u graag een handje komen helpen? Jesaja zei niet of uw huis grote ramen zonder glas zal hebben zodat als de vensterluiken openstaan, u van de tropische bries zult kunnen genieten, of gesloten glazen ramen waardoor u de veranderende seizoenen kunt zien. Zult u een huis met een schuin dak ontwerpen, zodat er geen regen en sneeuw op blijft liggen? Of vraagt het plaatselijke klimaat om een plat dak — zoals in het Midden-Oosten — een dak waar u met het hele gezin kunt bijeenkomen voor heerlijke maaltijden en fijne gesprekken? — Deuteronomium 22:8; Nehemia 8:16.

16. Waarom kunt u verwachten dat de nieuwe wereld voor altijd voldoening schenkend zal zijn?

16 In plaats van zulke details te weten, is het belangrijker te weten dat u uw eigen huis zult hebben. Het zal van u zijn — niet zoals het in deze tijd gaat: dat u wellicht hard werkt om een huis te bouwen maar dat een ander er vervolgens van profiteert. Jesaja 65:21 zegt ook dat u zult planten en de vruchten zult eten. Dat vat duidelijk samen hoe de algemene situatie zal zijn. U zult intense voldoening putten uit uw krachtsinspanningen, de vruchten van uw eigen werk. U zult in staat zijn dat te doen in een lang leven — „als de dagen van een boom”. Dat voldoet beslist aan de beschrijving — „alle dingen nieuw”! — Psalm 92:12-14.

17. Welke belofte zullen ouders bijzonder aanmoedigend vinden?

17 Als u kinderen hebt, zullen de volgende woorden uw hart raken: „Zij zullen niet voor niets zwoegen, noch zullen zij baren tot ontsteltenis, want zij zijn het nageslacht bestaande uit de gezegenden van Jehovah, en hun nakomelingen met hen. En het zal werkelijk geschieden dat voordat zij roepen, ikzelf zal antwoorden, terwijl zij nog spreken, ikzelf zal horen” (Jesaja 65:23, 24). Weet u uit ervaring wat het zeggen wil ’tot ontsteltenis te baren’? Wij hoeven geen opsomming te geven van de problemen die kinderen kunnen hebben en die ontsteltenis veroorzaken bij ouders en anderen. Daarnaast hebben wij allemaal ouders gezien die zo in beslag worden genomen door hun eigen carrière, bezigheden of genoegens dat zij weinig tijd met hun kinderen doorbrengen. Jehovah geeft ons daarentegen de verzekering dat hij naar onze noden zal luisteren en erop zal reageren, ja er zelfs op vooruit zal lopen.

18. Waarom kunt u verwachten in de nieuwe wereld van de dieren te genieten?

18 Terwijl u nadenkt waarover u zich in de nieuwe wereld wellicht zult verheugen, stel u dan eens het tafereel voor dat Gods profetische woord beschrijft: „’De wolf en het lam zullen eendrachtig weiden, en de leeuw zal stro eten net als de stier; en wat de slang betreft, haar voedsel zal stof zijn. Zij zullen geen kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg’, heeft Jehovah gezegd” (Jesaja 65:25). Menselijke kunstenaars hebben geprobeerd dat tafereel te schilderen, maar dit is niet louter een beeldende beschrijving in met artistieke vrijheid gekozen woorden. Dit wordt werkelijkheid. Er zal vrede heersen onder de mensen en deze zal vergezeld gaan van vrede met de dieren. Veel biologen en dierenliefhebbers besteden de beste jaren van hun leven aan het vergaren van kennis omtrent een paar diersoorten, misschien slechts één soort of ras. Bedenk daarentegen eens wat u zou kunnen leren wanneer de dieren niet beheerst worden door vrees voor mensen. Dan zult u zelfs dicht bij vogels kunnen komen en bij kleine levensvormen die in het bos of in het oerwoud wonen — ja, u kunt ze bekijken, ervan leren en ervan genieten (Job 12:7-9). U zult dit veilig, zonder gevaar voor mens of dier, kunnen doen. Jehovah zegt: „Zij zullen geen kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg.” Wat een verandering zal dat zijn vergeleken met wat wij nu zien en meemaken!

19, 20. Waarom zijn Gods dienstknechten heel anders dan de meeste mensen in deze tijd?

19 Zoals eerder is vermeld, zijn mensen niet in staat de toekomst nauwkeurig te voorzeggen, ondanks de wijdverbreide interesse in verband met een nieuw millennium. Dat maakt velen gefrustreerd, verward of wanhopig. Peter Emberley, faculteitsvoorzitter aan een Canadese universiteit, schreef: „Veel [volwassenen] zien zich uiteindelijk voor elementaire levensvragen gesteld. Wie ben ik? Waar streef ik eigenlijk naar? Wat laat ik de volgende generatie als erfenis na? Op middelbare leeftijd worstelen zij om orde en betekenis aan hun leven te geven.”

20 U begrijpt waarom dit met velen het geval is. Zij proberen misschien van het leven te genieten door middel van hobby’s of opwindende vormen van ontspanning. Toch weten zij niet wat de toekomst zal brengen, dus kan het leven zin, orde en werkelijke betekenis missen. Stel dat nu eens tegenover uw kijk op het leven, in het licht van wat wij hebben beschouwd. U weet dat wij in Jehovah’s beloofde nieuwe hemelen en nieuwe aarde om ons heen zullen kunnen kijken en van harte zullen kunnen zeggen: ’God heeft werkelijk alle dingen nieuw gemaakt!’ Wat zullen wij daarvan genieten!

21. Welk gemeenschappelijk element vinden wij in Jesaja 65:25 en Jesaja 11:9?

21 Het is niet aanmatigend ons voor te stellen dat wij deelhebben aan het leven in Gods nieuwe wereld. Hij nodigt ons uit, ja, dringt er bij ons op aan hem nu in waarheid te aanbidden en in aanmerking te komen voor leven in een tijd waarin ’zij geen kwaad zullen doen noch enig verderf zullen stichten op heel zijn heilige berg’ (Jesaja 65:25). Maar wist u dat Jesaja eerder een soortgelijk commentaar gaf en dat hij daar een element noemde dat van essentieel belang is als wij werkelijk van de nieuwe wereld willen genieten? Jesaja 11:9 zegt: „Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg; want de aarde zal stellig vervuld zijn van de kennis van Jehovah, zoals de wateren ook de zee bedekken.”

22. Waartoe dient onze beschouwing van vier bijbelse profetieën ons aan te zetten?

22 „De kennis van Jehovah”. Wanneer God alle dingen nieuw maakt, zullen de aardbewoners nauwkeurige kennis van hem en van zijn wil hebben. Dat zal veel meer inhouden dan van de dierlijke schepping te leren. Zijn geïnspireerde Woord is erbij betrokken. Denk er bijvoorbeeld eens over na hoeveel wij hebben begrepen van een onderzoek naar slechts de vier profetieën waarin melding wordt gemaakt van „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” (Jesaja 65:17; 66:22; 2 Petrus 3:13; Openbaring 21:1). U hebt alle reden om dagelijks de bijbel te lezen. Is dat een onderdeel van uw routine? Zo niet, welke veranderingen kunt u dan aanbrengen zodat u elke dag iets zult lezen van wat God te zeggen heeft? U zult ontdekken dat u er niet alleen naar uitziet u in de nieuwe wereld te verheugen, maar dat u ook nu reeds, net als de psalmist in zijn tijd, steeds meer vreugde zult ondervinden. — Psalm 1:1, 2.

[Voetnoot]

^ ¶11 Zie Inzicht in de Schrift, Deel 1, blz. 765, uitgegeven door het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap.

Wat zou u antwoorden?

• Waarom kunnen wij de gevolgtrekking maken dat Jesaja 66:22-24 voorzegt wat nog in het verschiet ligt?

• Naar welke van de in de profetieën in Jesaja 66:22-24 en Jesaja 65:20-25 genoemde dingen ziet u vooral uit?

• Welke redenen hebt u om uw toekomst met vertrouwen tegemoet te zien?

[Studievragen]

[Illustraties op blz. 15]

Jesaja, Petrus en Johannes voorzeiden aspecten van de „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde”