Schenk aandacht aan Gods profetische woord voor onze tijd
Schenk aandacht aan Gods profetische woord voor onze tijd
„Versta, o mensenzoon, dat het visioen voor de tijd van het einde is.” — DANIËL 8:17.
1. Wat wil Jehovah dat de hele mensheid over onze tijd weet?
JEHOVAH houdt zijn kennis van toekomstige gebeurtenissen niet voor zich. Veeleer is hij de Onthuller van geheimen. Ja, hij wil dat wij allen weten dat wij ons ver in „de tijd van het einde” bevinden. Wat een uitermate belangrijk nieuws voor de zes miljard mensen die er nu op aarde leven!
2. Waarom zijn mensen bezorgd om de toekomst van de mensheid?
2 Moet het ons verbazen dat deze wereld haar einde nadert? De mens is in staat op de maan te lopen, maar er zijn heel wat plaatsen op deze planeet waar hij niet zonder vrees op straat kan wandelen. Hij kan een huis vullen met allerlei moderne apparatuur, maar is niet bij machte het tij van uiteenvallende gezinnen te keren. En hij kan het informatietijdperk tot stand brengen, maar kan mensen niet leren in vrede met elkaar te leven. Deze missers geven verdere steun aan het overvloedige schriftuurlijke bewijsmateriaal dat wij in de tijd van het einde leven.
3. Wanneer werden de woorden „de tijd van het einde” voor het eerst op aarde gebezigd?
3 Die opvallende woorden — „de tijd van het einde” — werden zo’n 2600 jaar geleden voor het eerst op aarde gebruikt door de engel Gabriël. Een door schrik bevangen profeet van God hoorde Gabriël zeggen: „Versta, o mensenzoon, dat het visioen voor de tijd van het einde is.” — Daniël 8:17.
Dit is „de tijd van het einde”!
4. Op welke andere manieren spreekt de bijbel over de tijd van het einde?
4 De uitdrukkingen „de tijd van het einde” en Daniël 8:17, 19; 11:35, 40; 12:4, 9). Ze hebben betrekking op de door de apostel Paulus voorzegde „laatste dagen” (2 Timotheüs 3:1-5). Jezus Christus had het over deze periode als zijn „tegenwoordigheid” als de op de troon geplaatste Koning in de hemel. — Mattheüs 24:37-39.
„de bestemde tijd van het einde” komen zes keer in het boek Daniël voor (5, 6. Wie zijn gedurende de tijd van het einde ’her- en derwaarts gegaan’, en met welk gevolg?
5 Daniël 12:4 verklaart: „Wat u betreft, o Daniël, maak de woorden geheim en verzegel het boek, tot de tijd van het einde. Velen zullen her- en derwaarts gaan, en de ware kennis zal overvloedig worden.” Veel van wat Daniël optekende, werd voor eeuwen geheim gemaakt en voor menselijk begrip verzegeld. Maar hoe staat het er nu mee?
6 In deze tijd van het einde zijn vele getrouwe christenen ’her- en derwaarts gegaan’ op de bladzijden van Gods Woord, de bijbel. Wat is daar het resultaat van geweest? Met Jehovah’s zegen op hun krachtsinspanningen is de ware kennis overvloedig geworden. Zo zijn gezalfde getuigen van Jehovah gezegend met inzicht, dat hen in staat stelde te begrijpen dat Jezus Christus in het jaar 1914 in de hemel Koning werd. In overeenstemming met de woorden van de apostel die wij opgetekend vinden in 2 Petrus 1:19-21, wordt door zulke gezalfden en hun loyale metgezellen ’acht gegeven op het profetische woord’ en zijn zij er absoluut zeker van dat dit de tijd van het einde is.
7. Wat zijn enkele verslagen die het boek Daniël uniek maken?
7 Het boek Daniël is in een aantal opzichten uniek. Op de bladzijden ervan lezen wij van een koning die zijn wijzen dreigt terecht te stellen omdat zij hem zijn raadselachtige droom niet kunnen onthullen en vervolgens verklaren, en hoe Gods profeet het raadsel oplost. Drie jonge mannen die weigeren een torenhoog beeld te aanbidden, worden in een extra verhitte vuuroven geworpen, wat zij overleven zonder ook maar één schroeiplekje op te lopen. Tijdens een feestelijke viering zien honderden een hand mysterieuze woorden op een paleismuur schrijven. Kwaadaardige samenzweerders bewerken dat een bejaarde man in een leeuwenkuil wordt geworpen, maar hij komt er zonder een schrammetje weer uit. In een visioen worden vier beesten gezien, en er wordt een profetische betekenis aan verleend die zich helemaal tot in de tijd van het einde uitstrekt.
8, 9. Hoe kunnen wij voordeel trekken van het boek Daniël, vooral nu, in de tijd van het einde?
8 Het is duidelijk dat door het boek Daniël twee heel verschillende draden lopen. De een is verhalend, de ander profetisch. Beide kunnen ons geloof opbouwen. De verhalen laten ons zien dat Jehovah God degenen die hun rechtschapenheid jegens hem bewaren, zegent. En de profetische gedeelten bouwen geloof op omdat ze aantonen dat Jehovah honderden — zelfs duizenden — jaren van tevoren de loop van de geschiedenis kent.
9 Verscheidene door Daniël opgetekende profetieën richten de aandacht op Gods koninkrijk. Als wij zien hoe zulke profetieën in vervulling zijn gegaan, wordt ons geloof versterkt, alsook onze overtuiging dat wij in de tijd van het einde leven. Maar sommige critici vallen Daniël aan en stellen dat de profetieën in het boek dat zijn naam draagt, in werkelijkheid zijn opgeschreven na de gebeurtenissen die er de vervulling van schenen te zijn. Als zulke beweringen waar zijn, doet dat serieuze vragen rijzen ten aanzien van wat het boek Daniël voorzei over de tijd van het einde. Sceptici trekken ook de verhalen in het boek in twijfel. Laten wij de kwestie dus gaan onderzoeken.
Aangeklaagd!
10. In welk opzicht wordt het boek Daniël aangeklaagd?
10 Stel u voor dat u in een rechtszaal een proces bijwoont. De aanklager houdt vol dat de beschuldigde bedrog heeft gepleegd. Welnu, het boek Daniël presenteert zich als een authentiek werk dat is geschreven door een Hebreeuwse profeet die in de zevende en zesde eeuw v.G.T. leefde. Critici beweren echter dat het boek bedrog is. Laten wij dus eerst eens zien of het verhalende gedeelte van het boek in overeenstemming is met de historische feiten.
11, 12. Wat is er geworden van de beschuldiging dat Belsazar slechts een fictief persoon was?
11 Laten wij de zaak van de „ontbrekende Daniël hoofdstuk 5 laat zien dat Belsazar als koning in Babylon regeerde toen de stad in 539 v.G.T. viel. Critici hebben dit aangevochten omdat Belsazars naam nergens buiten de bijbel werd aangetroffen. Geschiedschrijvers uit de oudheid identificeerden in plaats daarvan Nabonidus als de laatste Babylonische koning.
monarch” eens onder de loep nemen.12 In het jaar 1854 werden er echter enkele kleine kleicilinders opgegraven in de ruïnes van de oude Babylonische stad Ur, in het huidige Irak. Op deze spijkerschriftdocumenten stond ook een gebed waarin koning Nabonidus het had over „Bel-sar-ussur, mijn oudste zoon”. Zelfs de critici moesten wel beamen: dit was de Belsazar van het boek Daniël. De ontbrekende monarch ontbrak dus niet, maar was alleen nog niet in wereldlijke bronnen bekend. Dit is slechts een van de vele bewijzen dat de geschriften van Daniël werkelijk authentiek zijn. Dit bewijs toont aan dat het boek Daniël beslist deel uitmaakt van Gods Woord dat nu, in de tijd van het einde, onze zorgvuldige aandacht waard is.
13, 14. Wie was Nebukadnezar, en aan welke valse god was hij bijzonder toegewijd?
13 Herhaaldelijk vinden wij in het boek Daniël profetieën die te maken hebben met de opmars van de wereldmachten en de daden van sommige heersers ervan. Een van de heersers zou aangeduid kunnen worden als een krijgsman die een wereldrijk opbouwde. Als kroonprins van Babylon verpletterde hij met zijn leger bij Karkemis de troepen van de Egyptische farao Necho. Een boodschap noodzaakte de zegevierende prins echter het afronden van de krijgsaangelegenheden aan zijn generaals over te laten. Vernemend dat zijn vader, Nabopolassar, was gestorven, aanvaardde deze jonge man genaamd Nebukadnezar in 624 v.G.T. de troon. Tijdens zijn 43-jarige regering bouwde hij een rijk op dat gebieden omvatte die eens van Assyrië waren geweest en breidde hij zijn domein uit tot in Syrië en Palestina en helemaal tot aan de Egyptische grens.
14 Nebukadnezars religieuze toewijding gold in het bijzonder Marduk, de hoofdgod van Babylon. De koning schreef al zijn veroveringen aan Marduk toe. In Babylon bouwde en verfraaide Nebukadnezar de tempels van Marduk en van talrijke andere Babylonische godheden. Het beeld van goud dat deze Babylonische koning oprichtte op de vlakte van Dura kan aan Marduk gewijd zijn geweest (Daniël 3:1, 2). En Nebukadnezar schijnt zich sterk op waarzeggerij verlaten te hebben bij zijn militaire plannen.
15, 16. Wat deed Nebukadnezar ten behoeve van Babylon, en wat gebeurde er toen hij zich op de grootheid ervan beroemde?
15 Door de voltooiing van Babylons zware dubbele muren, waarvan de bouw onder zijn vader was begonnen, maakte Nebukadnezar de hoofdstad ogenschijnlijk onneembaar. Voor zijn Medische koningin, die verlangde naar de heuvels en bossen van haar vaderland, zou Nebukadnezar de hangende tuinen hebben aangelegd — een van de zeven wonderen van de antieke wereld. Hij maakte Babylon tot de grootste ommuurde stad van die tijd. En wat was hij trots op die zetel van valse aanbidding!
16 „Is dit niet het grote Babylon dat ikzelf gebouwd heb?”, pochte Nebukadnezar op een dag. „Nog was het woord in de mond van de koning”, of hij verloor zijn verstand, zoals Daniël 4:30-36 verhaalt. Zeven jaar onbekwaam om te regeren, at hij van de plantengroei van het veld, net als Daniël had voorzegd. Toen werd zijn koninkrijk hersteld. Kent u de profetische betekenis van dit alles? Kunt u uitleggen hoe de grotere vervulling ervan ons helemaal tot in de tijd van het einde voert?
Profetische draden oppakken
17. Hoe zou u de profetische droom beschrijven die God aan Nebukadnezar zond in het tweede jaar van zijn regering als wereldheerser?
17 Laten wij nu wat profetische draden oppakken Daniël hoofdstuk 2 ging de droom over een immens beeld met een hoofd van goud, borst en armen van zilver, buik en dijen van koper, benen van ijzer en voeten van ijzer vermengd met leem. Wat beeldden de verschillende delen van het beeld af?
uit het boek Daniël. In het tweede jaar van Nebukadnezars regering als wereldheerser uit bijbelse profetieën (606/605 v.G.T.) zond God hem een beangstigende droom. Volgens18. Wat beeldden het hoofd van goud, de borst en armen van zilver, en de buik en dijen van koper van het beeld in de droom af?
18 Gods profeet vertelde aan Nebukadnezar: „Gij, o koning, . . . gijzelf zijt het hoofd van goud” (Daniël 2:37, 38). Met Nebukadnezar begon een dynastie die over het Babylonische Rijk heerste. Dit rijk werd omvergeworpen door Medo-Perzië, dat wordt voorgesteld door de zilveren borst en armen van het beeld. Vervolgens kwam het Griekse Rijk, aangeduid door de buik en dijen van koper. Hoe nam die wereldmacht een aanvang?
19, 20. Wie was Alexander de Grote, en welke rol speelde hij om Griekenland tot een wereldmacht te maken?
19 In de vierde eeuw v.G.T. speelde een jonge man een belangrijke rol in de vervulling van Daniëls profetie. Hij werd in 356 v.G.T. geboren, en de wereld is hem Alexander de Grote gaan noemen. Na de moord op zijn vader, Philippus, in 336 v.G.T. erfde de twintigjarige Alexander de troon van Macedonië.
20 Begin mei 334 v.G.T. begaf Alexander zich op een veroveringstocht. Hij had een kleine maar doeltreffende strijdmacht van 30.000 man voetvolk en 5000 ruiters. Bij de rivier de Granicus in het noordwesten van Klein-Azië (nu Turkije) won Alexander in 334 v.G.T. zijn eerste veldslag tegen de Perzen. Tegen 326 v.G.T. had deze onverzadigbare veroveraar hen onderworpen en was hij oostwaarts helemaal tot aan de rivier de Indus gekomen in wat nu Pakistan is. Maar Alexander verloor in Babylon zijn laatste gevecht. Op 13 juni 323 v.G.T., na een leven van slechts 32 jaar en 8 maanden, capituleerde hij voor de geduchtste vijand, de dood (1 Korinthiërs 15:55). Door zijn veroveringen was Griekenland echter een wereldmacht geworden, zoals was voorzegd in Daniëls profetie.
21. Welke andere wereldmacht behalve het Romeinse Rijk werd afgebeeld door de ijzeren benen van het beeld in de droom?
21 Wat wordt door de benen van ijzer van het immense beeld voorgesteld? Welnu, het was het met ijzer te vergelijken Rome dat het Griekse Rijk verbrijzelde en verpletterde. De Romeinen toonden geen respect voor Gods koninkrijk, dat door Jezus Christus werd verkondigd, maar brachten hem in 33 G.T. aan een martelpaal ter dood. In een poging het ware christendom te verpletteren, vervolgde Rome Jezus’ discipelen. Maar de ijzeren benen van het beeld in Nebukadnezars droom beeldden niet alleen het Romeinse Rijk af maar ook een politiek uitgroeisel ervan — de Anglo-Amerikaanse wereldmacht.
22. Hoe helpt het beeld uit de droom ons te begrijpen dat wij ons ver in de tijd van het einde bevinden?
22 Een zorgvuldige studie bewijst dat wij ons ver in de tijd van het einde bevinden, want wij hebben de voeten van ijzer en leem van het beeld in de droom bereikt. Sommige hedendaagse regeringen zijn met ijzer te vergelijken of autoritair, terwijl andere als leem zijn. Ondanks de broze aard van leem, waaruit „het nageslacht der mensen” bestaat, zijn met ijzer te vergelijken regeringen gedwongen het gewone volk enige zeggenschap te laten hebben in het bestuur dat over hen wordt uitgeoefend (Daniël 2:43; Job 10:9). Uiteraard hechten autoritair bestuur en het gewone volk zich net zo slecht aan elkaar als ijzer en leem dat doen. Maar Gods koninkrijk zal weldra een eind maken aan deze politiek verbrokkelde wereld. — Daniël 2:44.
23. Hoe zou u de droom en de visioenen beschrijven die Daniël in het eerste jaar van Belsazars regering had?
23 Het zevende hoofdstuk van Daniëls boeiende profetie voert ons ook in de tijd van het einde. Het verhaalt een gebeurtenis in het eerste jaar van de Babylonische koning Belsazar. Daniël, die dan in de zeventig is, heeft „een droom en visioenen van zijn hoofd op zijn bed”. En wat jagen ze hem een schrik aan! „Ziedaar!”, verhaalt hij. „De vier winden van de hemel zweepten de uitgestrekte zee op. En vier reusachtige beesten stegen op uit de zee, elk verschillend van de andere” (Daniël 7:1-8, 15). Wat een opmerkelijke beesten! Het eerste is een gevleugelde leeuw, en het tweede is gelijk een beer. Dan komt een luipaard met vier vleugels en vier koppen! Het ongewoon sterke vierde beest heeft grote ijzeren tanden en tien horens. Tussen de tien horens rijst „een kleine” horen op met „ogen als de ogen van een mens” en „een mond die grandioze dingen sprak”. Wat een groteske verschijningen!
24. Wat ziet Daniël volgens Daniël 7:9-14 in de hemel, en waar wijst dit visioen op?
24 Daniëls visioen verplaatst zich vervolgens naar de hemel (Daniël 7:9-14). „De Oude van Dagen”, Jehovah God, wordt gezien terwijl hij in glorie als Rechter op zijn troon zit. ’Duizend duizenden dienen hem en tienduizend maal tienduizend blijven voor hem staan.’ Vonnis vellend over de beesten, ontneemt God hun de heerschappij en vernietigt het vierde beest. Blijvende heerschappij over „de volken, nationale groepen en talen” wordt verleend aan „iemand gelijk een mensenzoon”. Dit wijst op de tijd van het einde en het op de troon plaatsen van de Zoon des mensen, Jezus Christus, in het jaar 1914.
25, 26. Welke vragen rijzen misschien wanneer wij het boek Daniël lezen, en welke publicatie kan ons helpen daar een antwoord op te vinden?
25 Lezers van het boek Daniël hebben beslist vragen. Bijvoorbeeld: Wat beelden de vier beesten uit Daniël hoofdstuk 7 af? Wat is de uitleg van de profetische „zeventig weken” van Daniël 9:24-27? Hoe staat het met Daniël hoofdstuk 11 en het profetische conflict van „de koning van het noorden” en „de koning van het zuiden”? En wat kunnen wij in de tijd van het einde van deze koningen verwachten?
26 Jehovah heeft zijn gezalfde dienstknechten op aarde, „de heiligen van het Opperwezen” zoals zij in Daniël 7:18 worden genoemd, inzicht in zulke kwesties verleend. Bovendien heeft „de getrouwe en beleidvolle slaaf” er regelingen voor getroffen dat wij meer inzicht verwerven in de geïnspireerde geschriften van de profeet Daniël (Mattheüs 24:45). Dit is nu beschikbaar via de recente vrijgave van het boek Schenk aandacht aan Daniëls profetie! Deze fraai geïllustreerde, 320 bladzijden tellende publicatie behandelt elk deel van het boek Daniël. Het gaat in op alle geloofversterkende profetieën en verhalen die door de geliefde profeet Daniël zijn opgetekend.
Werkelijk betekenisvol voor onze tijd
27, 28. (a) Wat kan over de vervulling van profetieën uit het boek Daniël worden gezegd? (b) In welke tijdsperiode leven wij, en wat dienen wij te doen?
27 Beschouw het volgende belangrijke punt eens: op een paar details na zijn alle profetieën uit het boek Daniël in vervulling gegaan. Zo zien wij nu de wereldsituatie die wordt afgebeeld door de voeten van het beeld in Daniël hoofdstuk 2. De boomstomp uit Daniël hoofdstuk 4 is al van banden ontdaan door het op de troon plaatsen van de Messiaanse Koning, Jezus Christus, in het jaar 1914. Ja, zoals voorzegd in Daniël hoofdstuk 7 gaf de Oude van Dagen toen de heerschappij aan de Zoon des mensen. — Daniël 7:13, 14; Mattheüs 16:27–17:9.
28 De 2300 dagen van Daniël hoofdstuk 8 en de 1290 dagen en de 1335 dagen van hoofdstuk 12 behoren allemaal tot het verleden — liggen achter ons in de stroom des tijds. Een studie van Daniël hoofdstuk 11 laat zien dat het conflict tussen „de koning van het noorden” en „de koning van het zuiden” in zijn laatste fasen is aangeland. Dit alles versterkt de schriftuurlijke bewijzen dat wij ons nu ver in de tijd van het einde bevinden. Waartoe dienen wij, onze unieke plaats in de stroom des tijds in aanmerking genomen, vastbesloten te zijn? Ongetwijfeld dienen wij aandacht te schenken aan Gods profetische woord.
Wat zou u antwoorden?
• Wat wil God dat de hele mensheid over onze tijd weet?
• Hoe kan het boek Daniël ons geloof opbouwen?
• Welke kenmerken had het beeld uit Nebukadnezars droom, en waarvan waren die een symbool?
• Wat is opmerkelijk aan de vervulling van profetieën in het boek Daniël?
[Studievragen]