Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Stel geloof in Gods profetische woord!

Stel geloof in Gods profetische woord!

Stel geloof in Gods profetische woord!

„Het profetische woord [is] voor ons des te vaster gemaakt.” — 2 PETRUS 1:19.

1, 2. Wat was de eerste profetie die ooit is opgetekend, en wat was een van de vragen die erdoor werden opgeworpen?

JEHOVAH was de Bron van de eerste profetie die ooit is opgetekend. Nadat Adam en Eva hadden gezondigd, zei God tot de slang: „Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen” (Genesis 3:1-7, 14, 15). Er zouden eeuwen verstrijken voordat die profetische woorden volledig begrepen werden.

2 Die eerste profetie wees op de werkelijke hoop voor de zondige mensheid. Later werd Satan de Duivel door de Schrift als „de oorspronkelijke slang” geïdentificeerd (Openbaring 12:9). Maar wie zou Gods beloofde Zaad zijn?

Op zoek naar het Zaad

3. Hoe oefende Abel geloof in de eerste profetie?

3 Anders dan zijn vader oefende de godvruchtige Abel wel geloof in de eerste profetie. Kennelijk besefte Abel dat het vergieten van bloed noodzakelijk zou zijn om zonde te bedekken. Derhalve bewoog geloof hem ertoe een dierlijk offer te brengen dat aanvaardbaar voor God bleek te zijn (Genesis 4:2-4). Toch bleef de identiteit van het beloofde Zaad een mysterie.

4. Welke belofte deed God aan Abraham, en wat werd erdoor te kennen gegeven betreffende het beloofde Zaad?

4 Ongeveer 2000 jaar na Abels tijd gaf Jehovah de patriarch Abraham de volgende profetische belofte: ’Ik zal u voorzeker zegenen en uw zaad voorzeker vermenigvuldigen als de sterren aan de hemel. En door bemiddeling van uw zaad zullen alle natiën der aarde zich stellig zegenen’ (Genesis 22:17, 18). Deze woorden maakten Abraham tot een schakel in de vervulling van de eerste profetie. Ze gaven te kennen dat het Zaad door bemiddeling van wie Satans werken tenietgedaan zouden worden, in de geslachtslijn van Abraham zou verschijnen (1 Johannes 3:8). „Vanwege Gods belofte wankelde [Abraham] niet in ongeloof”, evenmin als andere voorchristelijke getuigen van Jehovah die „de vervulling van de belofte niet verkregen” (Romeinen 4:20, 21; Hebreeën 11:39). Zij behielden veeleer hun geloof in Gods profetische woord.

5. In wie ging Gods belofte van het Zaad in vervulling, en waarom antwoordt u aldus?

5 De apostel Paulus identificeerde Gods beloofde Zaad toen hij schreef: „De beloften . . . werden tot Abraham en tot zijn zaad gesproken. Er staat niet: ’En aan zaden’, zoals in het geval van vele daarvan, maar zoals in het geval van één: ’En aan uw zaad’, dat is Christus” (Galaten 3:16). Het Zaad door bemiddeling van wie de natiën zich zouden zegenen, omvatte niet al Abrahams nakomelingen. Nakomelingen van zijn zoon Ismaël en van zijn zonen bij Ketura werden niet gebruikt om de mensheid te zegenen. Het Zaad der zegening kwam via zijn zoon Isaäk en zijn kleinzoon Jakob (Genesis 21:12; 25:23, 31-34; 27:18-29, 37; 28:14). Jakob toonde aan dat de „volken” gehoorzaam zouden zijn aan Silo van de stam Juda, maar later bleek het specifiek Davids geslachtslijn te zijn waaruit het Zaad zou komen (Genesis 49:10; 2 Samuël 7:12-16). Eerste-eeuwse joden verwachtten dat één persoon als de Messias, of Christus, zou komen (Johannes 7:41, 42). En Gods profetie van het Zaad werd vervuld in zijn Zoon, Jezus Christus.

De Messias verschijnt!

6. (a) Hoe moeten wij de profetie van de zeventig weken begrijpen? (b) Wanneer en hoe heeft Jezus ’aan zonde een eind gemaakt’?

6 De profeet Daniël tekende een uiterst belangrijke Messiaanse profetie op. In het eerste jaar van Darius de Meder besefte hij dat Jeruzalems zeventigjarige verwoesting ten einde liep (Jeremia 29:10; Daniël 9:1-4). Terwijl Daniël bad, kwam de engel Gabriël en onthulde dat ’zeventig weken waren vastgesteld om aan zonde een eind te maken’. De Messias zou in het midden van de zeventigste week worden afgesneden. De „zeventig jaarweken” begonnen in 455 v.G.T., toen de Perzische koning Artaxerxes I ’het woord uitzond om Jeruzalem te herbouwen’ (Daniël 9:20-27; Moffatt; Nehemia 2:1-8). De Messias zou na 7 weken plus 62 weken komen. Deze 483 jaar liepen van 455 v.G.T. tot 29 G.T., toen Jezus gedoopt werd en God hem als de Messias, of Christus, zalfde (Lukas 3:21, 22). Jezus ’maakte een eind aan zonde’ door in 33 G.T. zijn leven als een losprijs te geven (Markus 10:45). Wat een deugdelijke redenen om geloof in Gods profetische woord te stellen! *

7. Zet met gebruikmaking van de Schrift uiteen hoe Messiaanse profetieën ten aanzien van Jezus in vervulling gingen.

7 Geloof in Gods profetische woord maakt het voor ons mogelijk de Messias te identificeren. Van de vele in de Hebreeuwse Geschriften opgetekende Messiaanse profetieën werden een aantal door schrijvers van de christelijke Griekse Geschriften rechtstreeks op Jezus toegepast. Bij wijze van illustratie: Jezus werd in Bethlehem uit een maagd geboren (Jesaja 7:14; Micha 5:2; Mattheüs 1:18-23; Lukas 2:4-11). Hij werd uit Egypte geroepen en na zijn geboorte werden er kleine kinderen vermoord (Jeremia 31:15; Hosea 11:1; Mattheüs 2:13-18). Jezus droeg onze ziekten (Jesaja 53:4; Mattheüs 8:16, 17). Zoals voorzegd reed hij op een ezelsveulen Jeruzalem binnen (Zacharia 9:9; Johannes 12:12-15). De woorden van de psalmist gingen in vervulling nadat Jezus aan de paal was gehangen, toen soldaten zijn kleding onder elkaar verdeelden en over zijn onderkleed het lot wierpen (Psalm 22:18; Johannes 19:23, 24). Het feit dat Jezus’ beenderen niet werden gebroken en dat hij werd doorstoken, vormde eveneens een vervulling van de profetieën (Psalm 34:20; Zacharia 12:10; Johannes 19:33-37). Dit zijn slechts enkele voorbeelden van Messiaanse profetieën die door God geïnspireerde bijbelschrijvers op Jezus van toepassing brachten. *

De Messiaanse Koning begroeten!

8. Wie is de Oude van Dagen, en hoe ging de in Daniël 7:9-14 opgetekende profetie in vervulling?

8 In het eerste jaar van de Babylonische koning Belsazar gaf Jehovah zijn profeet Daniël een droom en opmerkelijke visioenen. De profeet zag eerst vier reusachtige beesten. Gods engel identificeerde ze als „vier koningen”, waardoor te kennen werd gegeven dat ze opeenvolgende wereldmachten symboliseerden (Daniël 7:1-8, 17). Vervolgens aanschouwde Daniël Jehovah, „de Oude van Dagen”, die op zijn glorierijke troon zit. Vonnis vellend over de beesten ontnam hij hun de heerschappij en vernietigde het vierde beest. Vervolgens werd blijvende heerschappij over „de volken, nationale groepen en talen” gegeven aan „iemand gelijk een mensenzoon” (Daniël 7:9-14). Wat een schitterende profetie die betrekking heeft op de tijd waarin „de Zoon des mensen”, Jezus Christus, in 1914 in de hemel op de troon werd geplaatst! — Mattheüs 16:13.

9, 10. (a) Waarop wezen de verschillende delen van het beeld uit de droom? (b) Hoe zou u de vervulling van Daniël 2:44 verklaren?

9 Daniël wist dat God ’koningen afzet en koningen aanstelt’ (Daniël 2:21). Met geloof in Jehovah, de „Onthuller van geheimen”, onthulde de profeet de betekenis van de droom van de Babylonische koning Nebukadnezar over een reusachtig groot beeld. De verschillende delen ervan wezen naar de opkomst en val van wereldmachten als Babylon, Medo-Perzië, Griekenland en Rome. God bediende zich ook van Daniël om een schets te geven van wereldgebeurtenissen die zich tot in onze tijd en zelfs nog in de toekomst zouden voordoen. — Daniël 2:24-30.

10 „In de dagen van die koningen”, zei de profetie, „zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan” (Daniël 2:44). Toen „de bestemde tijden der natiën” in 1914 eindigden, richtte God het hemelse koninkrijk onder Christus op (Lukas 21:24; Openbaring 12:1-5). Daarop werd door goddelijke macht de „steen” van het Messiaanse koninkrijk uit de „berg” van Gods universele soevereiniteit gehouwen. Te Armageddon zal die steen het beeld treffen en het verpulveren. Als een regeringsberg die „de gehele aarde” beïnvloedt, zal het Messiaanse koninkrijk eeuwig blijven bestaan. — Daniël 2:35, 45; Openbaring 16:14, 16. *

11. Waarvan was Jezus’ transfiguratie een toekomstbeeld, en welke uitwerking had dat visioen op Petrus?

11 Jezus had zijn Koninkrijksheerschappij in gedachten toen hij tot zijn discipelen zei: „Sommigen van hen die hier staan, [zullen] geenszins de dood . . . smaken voordat zij eerst de Zoon des mensen in zijn koninkrijk zien komen” (Mattheüs 16:28). Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes mee naar een hoge berg waar hij voor hun ogen een transfiguratie onderging. Toen een heldere wolk de apostelen bedekte, verklaarde God: „Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd; luistert naar hem” (Mattheüs 17:1-9; Markus 9:1-9). Wat een toekomstbeeld van Christus’ Koninkrijksheerlijkheid! Geen wonder dat Petrus naar dat schitterende visioen verwees en zei: „Dientengevolge is het profetische woord voor ons des te vaster gemaakt.” — 2 Petrus 1:16-19. *

12. Waarom is dit vooral de tijd om er blijk van te geven dat wij geloof in Gods profetische woord stellen?

12 „Het profetische woord” omvat klaarblijkelijk niet alleen de in de Hebreeuwse Geschriften opgetekende profetieën omtrent de Messias maar ook Jezus’ verklaring dat hij zou komen „met kracht en grote heerlijkheid” (Mattheüs 24:30). De transfiguratie bevestigde het profetische woord omtrent Christus’ luisterrijke komst in Koninkrijksmacht. Zeer binnenkort zal zijn openbaring in heerlijkheid vernietiging betekenen voor de ongelovigen en zegeningen voor degenen die geloof oefenen (2 Thessalonicenzen 1:6-10). De vervulling van bijbelse profetieën bewijst dat dit inderdaad „de laatste dagen” zijn (2 Timotheüs 3:1-5, 16, 17; Mattheüs 24:3-14). Als Jehovah’s Voornaamste Oordeelsvoltrekker staat Michaël, die Jezus Christus is, klaar om tijdens de „grote verdrukking” een eind te maken aan dit goddeloze samenstel van dingen (Mattheüs 24:21; Daniël 12:1). Dit is dus beslist de tijd om er blijk van te geven dat wij geloof stellen in Gods profetische woord.

Bewaar het geloof in Gods profetische woord

13. Wat kan ons helpen onze liefde voor God te bewaren en ons geloof in zijn woord levend te houden?

13 Wij waren beslist opgetogen toen wij voor het eerst over vervullingen van Gods profetische woord vernamen. Maar is ons geloof sindsdien afgenomen en onze liefde verkoeld? Mogen wij nooit worden als de christenen in Efeze die ’de liefde die zij eerst bezaten, verlaten hadden’ (Openbaring 2:1-4). Ongeacht hoe lang wij Jehovah al hebben gediend, wij kunnen zo’n verlies lijden tenzij wij ’eerst Gods koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid blijven zoeken’ teneinde schatten in de hemel te vergaren (Mattheüs 6:19-21, 31-33). Serieuze bijbelstudie, geregelde deelname aan christelijke vergaderingen en ijverige Koninkrijksprediking zullen ons helpen onze liefde voor Jehovah, voor zijn Zoon en voor de Schrift te bewaren (Psalm 119:105; Markus 13:10; Hebreeën 10:24, 25). Vervolgens zal dit ons geloof in Gods woord levend houden. — Psalm 106:12.

14. Hoe worden gezalfde christenen beloond voor hun geloof in Jehovah’s profetische woord?

14 Net zoals Gods profetische woord in het verleden werd vervuld, zo kunnen wij geloof hebben in wat het voor de toekomst voorzegt. Zo is Christus’ tegenwoordigheid in Koninkrijksheerlijkheid nu een realiteit, en gezalfde christenen die tot de dood getrouw waren, hebben de vervulling ervaren van de profetische belofte: „Hem die overwint, zal ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs van God staat” (Openbaring 2:7, 10; 1 Thessalonicenzen 4:14-17). Jezus verleent deze overwinnaars het voorrecht „te eten van de boom des levens” in het hemelse „paradijs van God”. Bij hun opstanding en door bemiddeling van Jezus Christus delen zij in de door Jehovah, „de Koning der eeuwigheid”, de ’onvergankelijke, onzichtbare, enige God’, verleende onsterfelijkheid en onverderfelijkheid (1 Timotheüs 1:17; 1 Korinthiërs 15:50-54; 2 Timotheüs 1:10). Wat een grootse beloning voor hun onvergankelijke liefde voor God en onwankelbare geloof in zijn profetische woord!

15. In wie werd het fundament van de „nieuwe aarde” gelegd, en wie zijn hun metgezellen?

15 Kort nadat getrouwe, in de dood ontslapen gezalfden een opstanding in het hemelse „paradijs van God” hadden ontvangen, werd het overblijfsel van het geestelijke Israël op aarde uit „Babylon de Grote”, het wereldrijk van valse religie, bevrijd (Openbaring 14:8; Galaten 6:16). In hen werd het fundament van de „nieuwe aarde” gelegd (Openbaring 21:1). Aldus werd „een land” voortgebracht en het werd opgebouwd tot een geestelijk paradijs dat in deze tijd over de gehele aarde bloeit (Jesaja 66:8). Nu reeds, „in het laatst der dagen”, stromen daar de menigten van met schapen te vergelijken metgezellen van het geestelijke Israël naar binnen. — Jesaja 2:2-4; Zacharia 8:23; Johannes 10:16; Openbaring 7:9.

De toekomst van de mensheid in Gods profetische woord voorzegd

16. Welke vooruitzichten hebben loyale ondersteuners van de gezalfden?

16 Welke vooruitzichten hebben loyale ondersteuners van de gezalfden? Ook zij hebben geloof in Gods profetische woord en zij hopen het aardse paradijs binnen te gaan (Lukas 23:39-43). Daar zullen zij uit een levensonderhoudende „rivier van water des levens” drinken en zullen genezen worden door „de bladeren van de bomen” die aan beide zijden ervan geplant zijn (Openbaring 22:1, 2). Als u zo’n schitterende hoop bezit, moge u er dan mee voortgaan een diepe liefde voor Jehovah en geloof in zijn profetische woord tentoon te spreiden. Moge u tot degenen behoren die de grenzeloze vreugde van eeuwig leven op de Paradijsaarde ervaren.

17. Welke zegeningen zal leven in het aardse paradijs omvatten?

17 Onvolmaakte mensen kunnen niet volledig beschrijven hoe het leven in het komende aardse paradijs zal zijn, maar Gods profetische woord geeft ons inzicht in de zegeningen die dan voor de gehoorzame mensheid zijn weggelegd. Wanneer Gods koninkrijk onbelemmerd regeert en zijn wil op aarde zoals in de hemel wordt gedaan, zullen geen boosaardige mensen — nee, zelfs geen dieren — ’enigerlei kwaad doen of verderf stichten’ (Jesaja 11:9; Mattheüs 6:9, 10). De zachtmoedigen zullen de aarde bewonen, en „zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede” (Psalm 37:11). Verhongerende mensenmassa’s zullen niet meer bestaan, want „er zal volop koren op aarde blijken te zijn; op de top der bergen zal overvloed zijn” (Psalm 72:16). Er zullen niet langer tranen van verdriet worden vergoten. Ziekte zal verdwenen zijn en zelfs de dood zal niet meer zijn (Jesaja 33:24; Openbaring 21:4). Stel u eens voor — geen artsen, geen medicijnen, geen ziekenhuizen of psychiatrische inrichtingen en geen begrafenissen. Wat een schitterende vooruitzichten!

18. (a) Welke verzekering werd Daniël gegeven? (b) Wat zal Daniëls „bestemming” zijn?

18 Zelfs het gemeenschappelijke graf van de mensheid zal geledigd worden als sterfgevallen plaatsmaken voor opstandingen. De rechtvaardige man Job koesterde zo’n hoop (Job 14:14, 15). Ook de profeet Daniël, want Jehovah’s engel gaf hem de vertroostende verzekering: „Wat uzelf betreft, ga het einde tegemoet; en gij zult rusten, maar gij zult opstaan tot uw bestemming aan het einde der dagen” (Daniël 12:13). Daniël diende God getrouw tot het einde van zijn leven. Nu rust hij in de dood, maar hij zal tijdens Christus’ duizendjarige regering „opstaan” in „de opstanding der rechtvaardigen” (Lukas 14:14). Wat zal Daniëls „bestemming” zijn? Welnu, Ezechiëls profetie geeft ten aanzien van de vervulling ervan in het Paradijs te kennen dat al Jehovah’s dienstknechten een plaats zullen krijgen, omdat zelfs het land rechtvaardig en ordelijk wordt toegewezen (Ezechiël 47:13–48:35). Daniël zal dus een plaats in het Paradijs krijgen, maar zijn bestemming daar zal meer inhouden dan een lapje grond. Het zal zijn plaats in Gods voornemen behelzen.

19. Wat wordt vereist voor leven in het aardse paradijs?

19 Hoe staat het met u en uw bestemming? Als u geloof stelt in Gods Woord, de bijbel, verlangt u waarschijnlijk hevig naar leven in het aardse paradijs. U kunt u zelfs indenken daar te zijn, u in de vele zegeningen ervan te verheugen, voor de aarde te zorgen en vreugdevol de doden te verwelkomen. Per slot van rekening hoort de mensheid in het Paradijs thuis. God schiep het eerste mensenpaar om in zo’n plaats te leven (Genesis 2:7-9). En hij wil dat gehoorzame mensen voor eeuwig in het Paradijs leven. Zult u in overeenstemming met de Schrift handelen, zodat u tot de miljarden kunt behoren die uiteindelijk op de Paradijsaarde zullen leven? U kunt daar zijn als u werkelijk liefde voor onze hemelse Vader, Jehovah, hebt en een duurzaam geloof in Gods profetische woord.

[Voetnoten]

^ ¶6 Zie hoofdstuk 11 van Schenk aandacht aan Daniëls profetie! en „Zeventig weken” in Inzicht in de Schrift, uitgegeven door het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap.

^ ¶7 Zie De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”, blz. 343, 344, uitgegeven door het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap.

Wat zou u antwoorden?

• Wat was de eerste profetie, en wie was het beloofde Zaad?

• Wat waren enkele Messiaanse profetieën die in Jezus werden vervuld?

• Hoe zal Daniël 2:44, 45 in vervulling gaan?

• Naar welke toekomst voor de gehoorzame mensheid wijst Gods profetische woord?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 18]

Hoopt u in het aardse paradijs te leven?