Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Verliest het woord „christen” zijn betekenis?

Verliest het woord „christen” zijn betekenis?

Verliest het woord „christen” zijn betekenis?

WAT wil het zeggen een christen te zijn? Wat zou u daarop antwoorden? Aan een willekeurige selectie mensen in verschillende landen werd diezelfde vraag gesteld, en hier volgt een greep uit hun antwoorden:

„Jezus volgen en hem nabootsen.”

„Een goed mens zijn en met anderen delen.”

„Christus als Heer en Heiland aanvaarden.”

„Naar de mis gaan, de rozenkrans bidden en de heilige communie ontvangen.”

„Ik geloof niet dat je naar de kerk hoeft te gaan om een christen te zijn.”

Zelfs woordenboeken bieden een verbijsterende reeks definities. In één werk staan onder het trefwoord „christen” maar liefst tien betekenissen, variërend van „geloven in of behoren tot de religie van Jezus Christus” tot „een fatsoenlijk of presentabel persoon”. Het is niet verwonderlijk dat velen het moeilijk vinden om uit te leggen wat het wil zeggen een christen te zijn.

Een tendens tot liberalisatie

Tegenwoordig kan men onder belijdende christenen — zelfs onder degenen die naar dezelfde kerk gaan — een grote verscheidenheid van zienswijzen aantreffen over onderwerpen als de goddelijke inspiratie van de bijbel, de evolutietheorie, kerkelijke betrokkenheid bij de politiek, en zijn geloof met anderen delen. Morele kwesties, over onderwerpen zoals abortus, homoseksualiteit en samenwonen, worden vaak een broeinest van controversen. Er is een onmiskenbare tendens tot liberalisatie.

Een protestantse kerkelijke rechtbank bijvoorbeeld sprak zich onlangs uit voor erkenning van het recht dat een kerk heeft „om een ouderling die er openlijk voor uitkomt homo te zijn, in haar bestuursraad te kiezen”, bericht het tijdschrift Christian Century. Sommige theologen hebben zelfs het denkbeeld geopperd dat geloof in Jezus niet van cruciaal belang is voor redding. Zij geloven dat joden, moslims en anderen „wellicht evenveel kans hebben naar de hemel te gaan [als christenen]”, aldus een verslag in The New York Times.

Probeert u zich eens een marxist voor te stellen die het kapitalisme voorstaat of een democraat die dictatorschap propageert of een milieuactivist die ontbossing steunt. „Zo iemand kan niet echt een marxist of een democraat of een milieuactivist zijn”, zult u zeggen — en u zou gelijk hebben. Maar wanneer u de uiteenlopende zienswijzen beschouwt die er door hedendaagse belijdende christenen op na worden gehouden, ziet u opvattingen die hemelsbreed van elkaar verschillen en die dikwijls strijdig zijn met wat de Stichter van het christendom, Jezus Christus, leerde. Wat zegt dat over hun versie van het christendom? — 1 Korinthiërs 1:10.

De drang om christelijke leringen te veranderen teneinde ze aan te passen aan de geest van de tijd, heeft een lange geschiedenis, zoals wij zullen zien. Hoe denken God en Jezus Christus over zulke veranderingen? Kunnen de kerken die leringen propageren die niet geworteld zijn in Christus, zich met recht christelijk noemen? Deze vragen zullen in het volgende artikel beschouwd worden.