Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Deel in de vreugde van het geven!

Deel in de vreugde van het geven!

Deel in de vreugde van het geven!

„Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen.” — HANDELINGEN 20:35.

1. Hoe blijkt uit Jehovah’s voorbeeld dat geven vreugde schenkt?

DE VREUGDE de waarheid te kennen en de daaruit voortvloeiende zegeningen te smaken, zijn kostbare gaven van God. Degenen die Jehovah hebben leren kennen, hebben veel redenen om zich te verheugen. Hoewel het vreugdevol is een geschenk te ontvangen, is het toch ook vreugdevol er een te geven. Jehovah is de Gever van „elke goede gave en elk volmaakt geschenk”, en hij is „de gelukkige God” (Jakobus 1:17; 1 Timotheüs 1:11). Hij deelt gezonde leringen mee aan allen die luisteren, en hij schept behagen in de gehoorzaamheid van degenen die hij onderwijst, net als ouders zich verheugen wanneer hun kinderen gunstig op liefdevol onderricht reageren. — Spreuken 27:11.

2. (a) Wat zei Jezus over geven? (b) Welk geluk valt ons ten deel wanneer wij anderen de bijbelse waarheid onderwijzen?

2 Toen Jezus zich op aarde bevond, was hij eveneens blij te zien hoe mensen positief op zijn onderwijs reageerden. De apostel Paulus haalde Jezus’ woorden aan: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen” (Handelingen 20:35). Het geluk dat ons ten deel valt wanneer wij de bijbelse waarheid aan anderen onderwijzen, bestaat niet eenvoudig uit de voldoening dat iemand instemt met onze geloofsovertuiging. Het is veeleer de vreugde te weten dat wij iets van werkelijke en blijvende waarde geven. Door in geestelijk opzicht te geven, kunnen wij mensen helpen zichzelf nu en tot in alle eeuwigheid baat te verschaffen. — 1 Timotheüs 4:8.

Geven schenkt vreugde

3. (a) Hoe brachten de apostelen Paulus en Johannes hun vreugde tot uitdrukking over het feit dat zij anderen in geestelijk opzicht hielpen? (b) Waarom is het een uiting van liefde wanneer wij de bijbelse waarheid aan onze kinderen overdragen?

3 Ja, net als Jehovah en Jezus zich verheugen wanneer zij geestelijke gaven schenken, doen christenen dat ook. De apostel Paulus was blij te weten dat hij anderen had geholpen de waarheid uit Gods Woord te leren kennen. Aan de gemeente in Thessalonika schreef hij: „Wat is onze hoop of vreugde of kroon van gejuich — ja, zijt gij het niet in werkelijkheid? — voor het aangezicht van onze Heer Jezus bij zijn tegenwoordigheid? Gij zijt stellig onze heerlijkheid en vreugde” (1 Thessalonicenzen 2:19, 20). In dezelfde trant schreef de apostel Johannes, doelend op zijn geestelijke kinderen: „Ik heb geen grotere reden tot dankbaarheid dan deze dingen, dat ik hoor dat mijn kinderen voortgaan in de waarheid te wandelen” (3 Johannes 4). Denk ook eens aan de vreugde die het meebrengt wanneer wij onze eigen kinderen helpen onze geestelijke kinderen te worden! Kinderen „in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah” grootbrengen, is een uiting van liefde van de zijde van ouders (Efeziërs 6:4). Daardoor tonen ouders dat zij zich om het eeuwige welzijn van hun kinderen bekommeren. Wanneer dezen gunstig reageren, putten ouders er grote vreugde en voldoening uit.

4. Welke ervaring toont de vreugde van het geven in geestelijk opzicht?

4 Dell staat als pionierster in de volletijddienst en is moeder van vijf kinderen. Zij zegt: „Ik kan me helemaal vinden in de woorden van de apostel Johannes omdat ik zeer dankbaar ben dat vier van mijn kinderen ’in de waarheid wandelen’. Ik weet dat het Jehovah tot eer en heerlijkheid strekt wanneer gezinnen in de ware aanbidding verenigd zijn, dus smaak ik de diepe voldoening zijn zegen te zien op mijn krachtsinspanningen om mijn kinderen de waarheid in te prenten. Het schitterende vooruitzicht van nimmer eindigend leven in het Paradijs met mijn gezin vervult mij met hoop en motiveert mij om ondanks moeilijkheden en belemmeringen te volharden.” Helaas werd een van Dells dochters wegens het volgen van een onchristelijke handelwijze uit de gemeente gesloten. Toch doet Dell haar best om een positieve instelling te bewaren. „Ik hoop dat mijn dochter ooit nederig en oprecht naar Jehovah zal terugkeren”, zegt zij. „Maar ik dank God dat de meeste van mijn kinderen hem getrouw blijven dienen. De vreugde die ik smaak, is een werkelijke bron van kracht voor mij.” — Nehemia 8:10.

Eeuwige vrienden maken

5. Welke kennis schenkt ons voldoening als wij ons ervoor inzetten discipelen te maken?

5 Jezus gaf zijn volgelingen de opdracht christelijke discipelen te maken en hen omtrent Jehovah en zijn vereisten te onderwijzen (Mattheüs 28:19, 20). Zowel Jehovah als Jezus hebben mensen onzelfzuchtig geholpen de weg der waarheid te leren kennen. Wanneer wij ons er dus voor inzetten discipelen te maken, smaken wij de voldoening te weten dat wij net als de vroege christenen het voorbeeld van Jehovah en van Jezus navolgen (1 Korinthiërs 11:1). Wanneer wij aldus met de Almachtige God en zijn geliefde Zoon samenwerken, heeft ons leven werkelijk zin. Wat een zegen is het onder Gods „medewerkers” te worden gerekend! (1 Korinthiërs 3:9) En is het niet opwindend dat zelfs engelen een actief aandeel hebben aan deze prediking van het goede nieuws? — Openbaring 14:6, 7.

6. Wie worden onze vrienden als wij een aandeel hebben aan het in geestelijk opzicht geven?

6 Door deel te nemen aan dit geven in geestelijk opzicht kunnen wij meer worden dan medewerkers van God — wij kunnen een eeuwige vriendschap met hem aangaan. Wegens zijn geloof werd Abraham Jehovah’s vriend genoemd (Jakobus 2:23). Als wij ernaar streven Gods wil te doen, kunnen ook wij Gods vrienden worden. Als wij dat doen, worden wij ook vrienden van Jezus. Hij zei tot zijn discipelen: „Ik heb u vrienden genoemd, want alle dingen die ik van mijn Vader heb gehoord, heb ik u bekendgemaakt” (Johannes 15:15). Velen zijn blij wanneer zij door invloedrijke mensen of hoge functionarissen tot hun vrienden gerekend worden, maar wij kunnen tot vrienden gerekend worden van de twee grootste persoonlijkheden in het hele universum!

7. (a) Hoe maakte een vrouw een echte vriendin? (b) Hebt u een soortgelijke ervaring opgedaan?

7 Wanneer wij bovendien mensen helpen God te leren kennen, worden zij ook onze vrienden, waardoor ons extra vreugde ten deel valt. Joan, die in de Verenigde Staten woont, begon de bijbel te bestuderen met een vrouw, Thelma genaamd. Hoewel Thelma wegens haar studie tegenstand van de familie ondervond, volhardde zij en werd een jaar later gedoopt. Joan schreef: „Onze omgang eindigde daar niet; hij groeide veeleer uit tot een vriendschap die nu ongeveer 35 jaar intact is gebleven. Wij zijn vaak samen in de dienst en naar congressen gegaan. Ten slotte verhuisde ik naar een nieuwe woning 800 kilometer ver weg. Maar Thelma blijft mij de meest liefdevolle en hartverwarmende brieven schrijven waarin zij mij vertelt dat zij graag aan mij denkt en mij bedankt omdat ik haar vriendin en voorbeeld ben en haar de waarheid uit de bijbel heb geleerd. Dat ik zo’n intieme en geliefde vriendin heb, is een schitterende beloning voor de moeite die ik mij getroost heb om haar te helpen meer over Jehovah te weten te komen.”

8. Welke positieve instelling zal ons in de dienst helpen?

8 Het vooruitzicht om iemand te vinden die de waarheid wil leren kennen, kan ons helpen te volharden, ook al tonen veel mensen die wij ontmoeten weinig of geen belangstelling voor Jehovah’s Woord. Een dergelijke apathie kan een beproeving op ons geloof en onze volharding vormen. Toch kan een positieve instelling ons helpen. Fausto, die uit Guatemala komt, zei: „Wanneer ik anderen getuigenis geef, denk ik erover hoe schitterend het zou zijn als de persoon tegen wie ik spreek een broeder of zuster zou worden. Ik redeneer dat ten minste één persoon die ik zal ontmoeten uiteindelijk misschien de waarheid van Gods Woord aanvaardt. Die gedachte helpt mij actief te blijven en schenkt mij werkelijke vreugde.”

Schatten in de hemel vergaren

9. Wat zei Jezus over schatten in de hemel, en wat kunnen wij hieruit leren?

9 Het maken van discipelen, of het daarbij nu gaat om onze kinderen of om andere personen, is niet altijd gemakkelijk. Het kan tijd, geduld en volharding vergen. Maar bedenk dat velen bereid zijn hard te werken om een overvloed van materiële dingen te vergaren, dingen die hun gewoonlijk geen vreugde schenken en die niet van eeuwige duur zijn. Jezus zei tot zijn toehoorders dat het beter was voor geestelijke dingen te werken. Hij zei: „Vergaart u niet langer schatten op de aarde, waar mot en roest ze verteren en waar dieven inbreken en stelen. Vergaart u veeleer schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze verteren en waar dieven niet inbreken en stelen” (Mattheüs 6:19, 20). Door geestelijke doeleinden na te streven — waartoe ook het deelnemen aan het belangrijke werk dat bestaat in het maken van discipelen behoort — kunnen wij voldoening putten uit de wetenschap dat wij Gods wil doen en dat hij ons zal belonen. De apostel Paulus schreef: „God is niet onrechtvaardig, zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond . . . zou vergeten.” — Hebreeën 6:10.

10. (a) Waarom had Jezus geestelijke schatten? (b) Hoe heeft Jezus zich opgeofferd, en welk grote voordeel wierp dat voor anderen af?

10 Als wij ijverig werken om discipelen te maken, vergaren wij, in overeenstemming met wat Jezus heeft gezegd, voor onszelf „schatten in de hemel”. Hierdoor smaken wij de vreugde van het ontvangen. Als wij onzelfzuchtig geven, zullen wij uiteindelijk onszelf verrijkt hebben. Jezus zelf had Jehovah miljarden jaren getrouw gediend. Denk eens aan de schatten die hij in de hemel had bijeengebracht! Niettemin zocht Jezus niet zijn eigen belangen. De apostel Paulus schreef: „[Jezus] heeft zichzelf voor onze zonden gegeven om ons te bevrijden van het tegenwoordige goddeloze samenstel van dingen, volgens de wil van onze God en Vader” (Galaten 1:4). Jezus zette zich niet alleen onzelfzuchtig voor zijn bediening in, maar hij gaf zelfs zijn leven als een losprijs, zodat anderen de gelegenheid zouden hebben om schatten in de hemel te vergaren.

11. Waarom zijn geestelijke gaven beter dan materiële?

11 Door mensen over God te onderwijzen, helpen wij hen in te zien hoe ook zij onvergankelijke geestelijke schatten zouden kunnen vergaren. Welke grotere gave zou u kunnen schenken? Als u uw vriend een duur horloge, een auto, of zelfs een huis schenkt, zal die vriend waarschijnlijk dankbaar en gelukkig zijn, en u zult de vreugde van het geven smaken. Maar hoe zal zo’n geschenk er over 20 jaar uitzien? Over 200 jaar? Over 2000 jaar? Als u daarentegen uzelf inzet om een persoon te helpen Jehovah te dienen, kan hij of zij voor eeuwig profijt trekken van die gave.

Degenen zoeken die de waarheid graag willen

12. Hoe hebben velen zich ingezet om anderen geestelijk te helpen?

12 Om te delen in de vreugde van het geven in geestelijk opzicht zijn Jehovah’s dienstknechten naar de einden der aarde gegaan. Duizenden hebben huis en haard verlaten om de zendingsdienst op zich te nemen in landen waar zij aan nieuwe talen en culturen moesten wennen. Anderen zijn verhuisd naar gebieden in hun eigen land waar een grotere behoefte aan Koninkrijksverkondigers bestaat. Weer anderen hebben een vreemde taal geleerd waardoor nieuwe mogelijkheden zijn geopend om in hun eigen omgeving tot immigrantenpopulaties te prediken. Zo begon één echtpaar in New Jersey (VS), na twee kinderen te hebben grootgebracht die nu op het hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen dienen, met pionieren en leerde Chinees. In een periode van drie jaar leidden zij bijbelstudies met 74 Chineessprekende mensen die aan een nabijgelegen universiteit studeerden. Kunt u uw bediening in een bepaald opzicht uitbreiden om meer vreugde te vinden in het maken van discipelen?

13. Wat zou u kunnen doen als u zou willen dat uw bediening vruchtbaarder was?

13 Misschien wilt u graag een bijbelstudie leiden maar is het u tot nu toe niet gelukt. In sommige landen is het moeilijk geïnteresseerden te vinden. Misschien tonen de mensen die u ontmoet geen belangstelling voor de bijbel. Als dat het geval is, kunt u uw wens misschien vaker kenbaar maken in uw gebeden, wetend dat zowel Jehovah als Jezus Christus intens geïnteresseerd zijn in het werk en u wellicht naar een met een schaap te vergelijken persoon zullen leiden. Vraag suggesties aan degenen in uw gemeente die meer ervaren zijn of wier bediening vruchtbaarder is. Maak een goed gebruik van de opleiding en suggesties die op christelijke vergaderingen worden verschaft. Trek profijt van de raad van reizende opzieners en hun vrouwen. Geef het bovenal nooit op. De wijze man schreef: „Zaai in de morgen uw zaad en laat tot de avond uw hand niet rusten; want gij weet niet waar dit succes zal hebben” (Prediker 11:6). Denk intussen aan getrouwe mannen als Noach en Jeremia. Hoewel zeer weinig personen gunstig reageerden op hun prediking, was hun bediening een succes. Bovenal was die Jehovah welgevallig.

Uw uiterste best doen

14. Hoe beziet Jehovah degenen die oud zijn geworden in zijn dienst?

14 Het kan zijn dat uw omstandigheden u niet toestaan in de bediening zoveel te doen als u zou willen. Zo kan de ouderdom u beperken met betrekking tot wat u in Jehovah’s dienst kunt doen. Bedenk niettemin wat de wijze man schreef: „Grijsheid is een luisterrijke kroon wanneer ze op de weg der rechtvaardigheid wordt gevonden” (Spreuken 16:31). Jehovah schept behagen in een leven dat in zijn dienst is doorgebracht. De Schrift zegt verder: „Zelfs tot iemands ouderdom toe ben ik [Jehovah] Dezelfde; en tot iemands grijsheid toe zal ikzelf blijven torsen. Ikzelf zal stellig handelen, opdat ikzelf kan dragen en opdat ikzelf kan torsen en ontkoming kan verschaffen” (Jesaja 46:4). Onze liefdevolle hemelse Vader belooft zijn loyalen te schragen en te steunen.

15. Gelooft u dat Jehovah begrijpt in welke omstandigheden u verkeert? Waarom?

15 Misschien hebt u te maken met ziekte, tegenstand van een ongelovige huwelijkspartner, zware gezinsverantwoordelijkheden of een ander moeilijk probleem. Jehovah is zich bewust van onze beperkingen en omstandigheden, en hij heeft ons lief om de ijverige krachtsinspanningen die wij in het werk stellen om hem te dienen. Dat is zelfs het geval als wij misschien minder dan anderen doen (Galaten 6:4). Jehovah weet dat wij onvolmaakt zijn en hij is realistisch in wat hij van ons verwacht (Psalm 147:11). Als wij ons best doen, kunnen wij ervan verzekerd zijn dat wij kostbaar zijn in Gods ogen en dat hij onze geloofsdaden niet zal vergeten. — Lukas 21:1-4.

16. In welk opzicht heeft een hele gemeente een aandeel aan het maken van een discipel?

16 Bedenk ook dat het maken van discipelen een gezamenlijke krachtsinspanning is. Geen enkele persoon maakt in zijn eentje een discipel, net zomin als één regendruppel een plant van het nodige voorziet. Eén Getuige kan weliswaar een geïnteresseerde opsporen en een bijbelstudie leiden. Maar komt die nieuweling eenmaal naar de Koninkrijkszaal, dan helpt de hele gemeente hem of haar de waarheid te herkennen. Uit de warmte van de broederschap blijkt de invloed van Gods geest (1 Korinthiërs 14:24, 25). Kinderen en tieners geven aanmoedigende commentaren en leveren de nieuweling het bewijs dat onze jongeren verschillen van de jeugd van de wereld. De zieken, de fysiek zwakken en de ouderen in de gemeente leren nieuwelingen wat volharding inhoudt. Ongeacht onze leeftijd of beperkingen, wij allen hebben er een groot aandeel aan nieuwelingen te helpen terwijl hun liefde voor de bijbelse waarheid zich verdiept en zij vorderingen maken in de richting van de doop. Elk uur dat wij in de bediening doorbrengen, elk nabezoek, elk gesprek met een geïnteresseerde in de Koninkrijkszaal, kan op zich onbelangrijk lijken, maar het maakt deel uit van een machtig werk dat Jehovah volbrengt.

17, 18. (a) Hoe kunnen wij, behalve door een aandeel te hebben aan het maken van discipelen, delen in de vreugde van het geven? (b) Wie volgen wij na door te delen in de vreugde van het geven?

17 Naast het aandeel dat wij als christenen hebben aan het werk dat bestaat in het maken van discipelen, delen wij natuurlijk ook in de vreugde van het geven op andere manieren. Wij kunnen geld opzijleggen om een bijdrage te geven teneinde de zuivere aanbidding te ondersteunen en hen die in behoeftige omstandigheden verkeren te helpen (Lukas 16:9; 1 Korinthiërs 16:1, 2). Wij kunnen naar gelegenheden uitzien om anderen gastvrijheid te betonen (Romeinen 12:13). Wij kunnen ernaar streven „het goede [te] doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof” (Galaten 6:10). En op eenvoudige maar toch belangrijke manieren kunnen wij aan anderen geven — een brief, een telefoontje, een geschenk, een helpende hand, een woord ter aanmoediging.

18 Door geven tonen wij dat wij onze hemelse Vader navolgen. Ook tonen wij onze broederlijke liefde, het identificerende kenmerk van ware christenen (Johannes 13:35). Deze dingen bedenken, kan ons helpen te delen in de vreugde van het geven.

Kunt u dit uitleggen?

• Hoe hebben Jehovah en Jezus het voorbeeld gegeven in het geven in geestelijk opzicht?

• Hoe zouden wij eeuwige vrienden kunnen maken?

• Welke stappen zouden wij kunnen nemen om meer succes in onze bediening te hebben?

• Hoe kunnen allen in de gemeente delen in de vreugde van het geven?

[Studievragen]

[Illustraties op blz. 13]

Wanneer kinderen gunstig op opleiding reageren, schenkt dit ouders grote vreugde en voldoening

[Illustratie op blz. 15]

Door discipelen te maken, kunnen wij echte vriendschappen aankweken

[Illustratie op blz. 16]

Jehovah torst ons in de ouderdom

[Illustraties op blz. 17]

Op eenvoudige en toch belangrijke manieren vinden wij vreugde in het geven