Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wie zal ons scheiden van Gods liefde?

Wie zal ons scheiden van Gods liefde?

Wie zal ons scheiden van Gods liefde?

„Wat ons betreft, wij hebben lief omdat hij ons eerst heeft liefgehad.” — 1 JOHANNES 4:19.

1, 2. (a) Waarom is de wetenschap dat wij bemind worden belangrijk voor ons? (b) Wiens liefde hebben wij het meest nodig?

HOE belangrijk is het voor u te weten dat u bemind wordt? Van de vroege kinderjaren tot de volwassenheid gedijen mensen op liefde. Hebt u weleens gezien hoe een baby in de armen van zijn moeder liefdevol werd gekoesterd? Vaak zal de baby, als hij naar de lachende ogen van zijn moeder kijkt, zich ongeacht wat er zich rondom hem afspeelt, op zijn gemak voelen, voldaan in de armen van een moeder die hem liefheeft. Of herinnert u zich hoe u gedurende de soms woelige puberteitsjaren was? (1 Thessalonicenzen 2:7) Soms hebt u misschien niet geweten wat u wilde of zelfs niet begrepen hoe u zich voelde, maar wat was het belangrijk te weten dat uw vader en moeder van u hielden! Was het niet nuttig te weten dat u met elk probleem of elke vraag naar hen toe kon komen? Eigenlijk is liefde een van die dingen waaraan wij ons leven lang het meest behoefte hebben. Zo’n liefde verzekert ons dat wij waardevol zijn.

2 De duurzame liefde van ouders draagt beslist tot juiste ontwikkeling en juist evenwicht bij. Toch is het vertrouwen dat onze hemelse Vader, Jehovah, ons liefheeft veel belangrijker voor ons geestelijke en emotionele welzijn. Sommige lezers van dit tijdschrift zijn misschien verstoken geweest van ouders die echt zorg voor hen hebben gedragen. Als dat in uw geval zo is, schep dan moed. Zelfs als ouderlijke liefde heeft ontbroken of als die ontoereikend was, maakt Gods loyale liefde dat gemis ruimschoots goed.

3. Hoe heeft Jehovah zijn dienstknechten verzekerd van zijn liefde voor hen?

3 Bij monde van zijn profeet Jesaja wees Jehovah erop dat een moeder haar zuigeling zou kunnen „vergeten”, maar dat hij zijn dienstknechten niet zou vergeten (Jesaja 49:15). Evenzo zei David vol vertrouwen: „Ingeval mijn eigen vader en mijn eigen moeder mij werkelijk verlieten, zou toch Jehovah zelf mij opnemen” (Psalm 27:10). Wat geruststellend! Als u in een opgedragen verhouding met Jehovah God bent gekomen, dient u altijd, ongeacht in welke omstandigheden u verkeert, te bedenken dat zijn liefde voor u die van elk mens ver overtreft!

Bewaar uzelf in Gods liefde

4. Hoe werden eerste-eeuwse christenen verzekerd van Gods liefde?

4 Wanneer hebt u Jehovah’s liefde voor het eerst leren kennen? Waarschijnlijk komt uw ervaring enigszins overeen met die van christenen in de eerste eeuw. Het vijfde hoofdstuk van Paulus’ brief aan de Romeinen geeft een schitterende beschrijving van de wijze waarop zondaars, die eens van God vervreemd waren, Jehovah’s liefde leerden kennen. In vers 5 lezen wij: „De liefde van God is in ons hart uitgestort door middel van de heilige geest, die ons werd gegeven.” In vers 8 voegt Paulus eraan toe: „God beveelt zijn eigen liefde jegens ons hierin aan, dat Christus voor ons is gestorven terwijl wij nog zondaars waren.”

5. Hoe bent u de omvang van Gods liefde gaan beseffen en waarderen?

5 Op soortgelijke wijze begon Jehovah’s heilige geest, toen de waarheid uit Gods Woord u werd aangeboden en u geloof ging oefenen, werkzaam te worden in uw hart. Op die manier begon u de omvang van wat Jehovah had gedaan door zijn geliefde Zoon te zenden om ten behoeve van u te sterven, te beseffen en te waarderen. Jehovah hielp u aldus te beseffen hoezeer hij de mensheid liefheeft. Werd uw hart niet geroerd toen u zich bewust werd van het feit dat Jehovah, hoewel u als een van hem vervreemde zondaar werd geboren, voor mensen de weg had geopend om rechtvaardig verklaard te worden, met het vooruitzicht op eeuwig leven? Koesterde u geen liefde voor Jehovah? — Romeinen 5:10.

6. Waarom kunnen wij soms het gevoel hebben dat Jehovah wat ver van ons af staat?

6 Na door de liefde van uw hemelse Vader tot hem getrokken te zijn en uw leven te hebben veranderd om aanvaardbaar voor hem te zijn, hebt u uw leven aan God opgedragen. U verheugt u nu in vrede met God. Maar hebt u soms het gevoel dat Jehovah wat ver van u af staat? Dat kan met eenieder van ons gebeuren. Maar bedenk altijd dat God niet verandert. Zijn liefde is net zo constant en gelijkmatig als de zon, die er nooit mee ophoudt haar warme lichtstralen naar de aarde te zenden (Maleachi 3:6; Jakobus 1:17). Wij daarentegen kunnen veranderen — al is het misschien maar tijdelijk. Terwijl de aarde ronddraait, wordt de helft van de planeet in duisternis gehuld. Als wij ons net zo van God afkeren, zelfs in beperkte mate, voelen wij misschien dat onze verhouding met hem verkoelt. Wat kunnen wij doen om die situatie recht te zetten?

7. Hoe kan zelfonderzoek ons helpen in Gods liefde te blijven?

7 Als wij voelen dat wij enigszins van Gods liefde gescheiden worden, dienen wij ons af te vragen: ’Heb ik Gods liefde als iets vanzelfsprekends beschouwd? Heb ik mij geleidelijk wat van de levende en liefdevolle God afgekeerd, doordat ik op verschillende manieren blijk gaf van een verzwakking van geloof? Heb ik mijn zinnen op „de dingen van het vlees” in plaats van op „de dingen van de geest” gezet?’ (Romeinen 8:5-8; Hebreeën 3:12) Als wij enigszins van Jehovah vervreemd zijn, kunnen wij stappen doen om de aangelegenheden recht te zetten, de innige, hartelijke band met hem te herstellen. Jakobus geeft ons de aansporing: „Nadert tot God en hij zal tot u naderen” (Jakobus 4:8). Sla acht op de woorden van Judas: „Gij, geliefden, moet uzelf opbouwen op uw allerheiligst geloof en bidden met heilige geest, en uzelf aldus bewaren in Gods liefde.” — Judas 20, 21.

Veranderde omstandigheden oefenen geen invloed uit op Gods liefde

8. Welke veranderingen kunnen zich plotseling in ons leven voordoen?

8 Ons leven in dit samenstel van dingen is aan veel veranderingen onderhevig. Koning Salomo merkte op dat ’tijd en onvoorziene gebeurtenissen ons allen treffen’ (Prediker 9:11). Ons leven kan plotseling totaal veranderen. De ene dag zijn wij gezond, de andere dag kunnen wij ernstig ziek zijn. De ene dag schijnen wij vast werelds werk te hebben, de volgende dag zijn wij werkloos. Zonder enige waarschuwing kan een beminde plotseling sterven. Christenen in een bepaald land kunnen zich geruime tijd in vredige toestanden verheugen, en dan kan plotseling gewelddadige vervolging de kop opsteken. Misschien worden wij valselijk beschuldigd en lijden wij daarom een of ander onrecht. Ja, het leven is niet stabiel of volledig veilig. — Jakobus 4:13-15.

9. Waarom zou het goed zijn een gedeelte van Romeinen hoofdstuk 8 te beschouwen?

9 Wanneer ons bedroevende dingen overkomen, zouden wij ons aan ons lot overgelaten kunnen gaan voelen en zelfs kunnen denken dat Gods liefde voor ons verflauwd is. Aangezien wij allen aan zulke dingen blootstaan, doen wij er goed aan de zeer vertroostende woorden van de apostel Paulus in Romeinen hoofdstuk 8 nauwgezet te beschouwen. Die woorden werden tot met de geest gezalfde christenen gericht. Toch zijn ze in beginsel ook van toepassing op de andere schapen die, net als Abraham in voorchristelijke tijden, rechtvaardig zijn verklaard als Gods vrienden. — Romeinen 4:20-22; Jakobus 2:21-23.

10, 11. (a) Welke beschuldigingen brengen vijanden soms tegen Gods dienstknechten in? (b) Waarom deren zulke beschuldigingen christenen niet echt?

10 Lees Romeinen 8:31-34. Paulus vraagt: „Indien God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn?” Het is waar dat Satan en zijn goddeloze wereld tegen ons zijn. Vijanden beschuldigen ons misschien valselijk, zelfs in de rechtszalen van het land. Sommige christelijke ouders zijn ervan beschuldigd hun kinderen te haten omdat zij hun niet hebben toegestaan medische procedures te aanvaarden waardoor Gods wet geweld wordt aangedaan of omdat zij hen niet aan heidense vieringen hebben laten deelnemen (Handelingen 15:28, 29; 2 Korinthiërs 6:14-16). Andere getrouwe christenen zijn ten onrechte aangeklaagd wegens opruiing omdat zij medemensen in de oorlog niet wilden doden of zich niet met politiek wilden inlaten (Johannes 17:16). Sommige tegenstanders hebben lasterlijke leugens in de media verspreid en hebben Jehovah’s Getuigen er zelfs valselijk van beschuldigd een gevaarlijke sekte te zijn.

11 Maar vergeet niet dat in de tijd van de apostelen werd gezegd: „Wat deze sekte aangaat, het is ons bekend dat ze overal tegenspraak ondervindt” (Handelingen 28:22). Doen valse beschuldigingen er echt iets toe? Het is God die ware christenen op grond van hun geloof in het slachtoffer van Christus rechtvaardig verklaart. Waarom zou Jehovah niet langer van zijn aanbidders houden nadat hij hun de kostbaarste gave die maar mogelijk was, had geschonken — zijn eigen geliefde Zoon? (1 Johannes 4:10) Nu Christus uit de dood is opgewekt en aan de rechterhand van God is gaan zitten, pleit hij actief ten behoeve van christenen. Wie kan met recht tegen Christus’ verdediging van zijn volgelingen ingaan of met succes Gods gunstige oordeel van zijn getrouwen aanvechten? Niemand! — Jesaja 50:8, 9; Hebreeën 4:15, 16.

12, 13. (a) Welke toestanden of omstandigheden kunnen ons niet van Gods liefde scheiden? (b) Met welk oogmerk veroorzaakt de Duivel moeilijkheden voor ons? (c) Waarom komen christenen volledig als overwinnaars te voorschijn?

12 Lees Romeinen 8:35-37. Kunnen wij, afgezien van wat wij zelf zouden kunnen bewerken, door iemand of door iets gescheiden worden van de liefde van Jehovah en zijn Zoon, Christus Jezus? Satan kan zijn aardse werktuigen gebruiken om christenen veel moeilijkheden te bezorgen. Gedurende de afgelopen eeuw zijn veel van onze christelijke broeders en zusters in veel landen het voorwerp van gewelddadige vervolging geweest. In deze tijd hebben onze broeders en zusters op sommige plaatsen dagelijks met economische moeilijkheden te kampen. Sommigen lijden honger of hebben niet voldoende kleding. Welk doel beoogt de Duivel ermee dat hij deze moeilijke omstandigheden veroorzaakt? Zijn oogmerk is, althans ten dele, om de ware aanbidding van Jehovah te ontmoedigen. Satan wil ons doen geloven dat Gods liefde verkoeld is. Maar is dat het geval?

13 Net als Paulus, die Psalm 44:22 aanhaalde, hebben wij Gods geschreven Woord bestudeerd. Wij begrijpen dat het omwille van Gods naam is dat deze dingen ons, zijn ’schapen’, overkomen. De heiliging van Gods naam en de rechtvaardiging van zijn universele soevereiniteit zijn in het geding. Vanwege zulke belangrijke kwesties heeft God beproevingen toegelaten, niet omdat hij niet meer van ons houdt. Ongeacht wat de verdrietige omstandigheid ook moge zijn, ons wordt de verzekering gegeven dat Gods liefde voor zijn dienstknechten, met inbegrip van eenieder van ons, niet veranderd is. Elke schijnbare nederlaag die wij misschien lijden, zal een overwinning blijken te zijn als wij onze rechtschapenheid bewaren. Wij worden gesterkt en geschraagd door de verzekering van Gods onverbrekelijke liefde.

14. Waarom was Paulus overtuigd van Gods liefde, ondanks de moeilijkheden die christenen misschien ondergaan?

14 Lees Romeinen 8:38, 39. Wat heeft Paulus ervan overtuigd dat niets christenen van Gods liefde kon scheiden? Ongetwijfeld werd Paulus door zijn persoonlijke ervaring in de bediening in zijn overtuiging gesterkt dat problemen geen invloed op Gods liefde voor ons kunnen uitoefenen (2 Korinthiërs 11:23-27; Filippenzen 4:13). Ook was Paulus op de hoogte van Jehovah’s eeuwige voornemen en bemoeienissen met Zijn dienstknechten in het verleden. Kan de dood zelf de overwinning behalen op Gods liefde voor degenen die hem loyaal hebben gediend? Beslist niet! Zulke getrouwen die sterven, zullen in Gods volmaakte herinnering voortleven, en hij zal hen op de bestemde tijd uit de dood opwekken. — Lukas 20:37, 38; 1 Korinthiërs 15:22-26.

15, 16. Noem enkele dingen die God er nooit toe kunnen brengen zijn getrouwe dienstknechten niet meer lief te hebben.

15 Welke tegenspoed ons thans in het leven ook mag treffen — of het nu gaat om een ongeluk dat ons heeft gesloopt, een terminale ziekte of een economische rampspoed — niets kan Gods liefde voor zijn dienstknechten uitblussen. Machtige engelen, zoals de ongehoorzame engel die Satan werd, kunnen Jehovah er niet van afbrengen zijn toegewijde dienstknechten lief te hebben (Job 2:3). Het kan zijn dat regeringen Gods dienstknechten verbodsbepalingen opleggen, gevangenzetten en mishandelen en hen „persona non grata” noemen (1 Korinthiërs 4:13). Zo’n ongerechtvaardigde haat door de natiën kan mensen onder druk zetten om zich tegen ons te keren, maar kan niet de Soeverein van het universum ertoe brengen ons in de steek te laten.

16 Als christenen hoeven wij er niet bevreesd voor te zijn dat een van de door Paulus genoemde ’tegenwoordige dingen’ — de gebeurtenissen, toestanden en situaties in dit huidige samenstel van dingen — noch ’toekomstige dingen’ de band die God met zijn volk heeft, kunnen verbreken. Hoewel aardse en hemelse machten oorlog tegen ons voeren, is Gods loyale liefde er om ons te steunen. Noch „hoogte noch diepte” belemmert Gods liefde, zoals door Paulus wordt beklemtoond. Ja, niets in een lage positie dat ons naar beneden zou trekken, noch iets in een hoge positie met een superieure invloed, kan ons van Gods liefde scheiden; noch kan enige andere schepping de verhouding van de Schepper tot zijn getrouwe dienstknechten verstoren. Gods liefde faalt nimmer; ze is eeuwig. — 1 Korinthiërs 13:8.

Koester Gods liefderijke goedheid voor altijd

17. (a) Waarom is het hebben van Gods liefde „beter dan het leven”? (b) Hoe tonen wij dat wij Gods liefderijke goedheid koesteren?

17 Hoe belangrijk is Gods liefde voor u? Denkt u erover zoals David, die schreef: „Want uw liefderijke goedheid is beter dan het leven, mijn eigen lippen zullen zich prijzend over u uitlaten. Zo zal ik u zegenen gedurende mijn leven; in uw naam zal ik mijn handpalmen opheffen”? (Psalm 63:3, 4) Is er werkelijk iets dat het leven in deze wereld te bieden heeft dat beter is dan zich in Gods liefde en loyale vriendschap te verheugen? Is bijvoorbeeld het najagen van een lucratieve wereldse carrière beter dan het hebben van de vrede des geestes en het geluk die voortspruiten uit een nauwe band met God? (Lukas 12:15) Sommige christenen zijn voor de keus gesteld Jehovah te verloochenen of de dood onder ogen te zien. Dat overkwam veel Getuigen van Jehovah in naziconcentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog. Op heel weinig uitzonderingen na verkozen onze christelijke broeders en zusters het in Gods liefde te blijven en waren zo nodig bereid de dood onder ogen te zien. Zij die loyaal in zijn liefde blijven, kunnen het vertrouwen hebben dat zij van God een eeuwige toekomst zullen ontvangen, iets wat de wereld ons niet kan geven (Markus 8:34-36). Maar er is zelfs meer bij betrokken dan eeuwig leven.

18. Waarom is eeuwig leven zo begeerlijk?

18 Probeer u eens, hoewel het niet mogelijk is zonder Jehovah eeuwig te leven, in te denken hoe een uiterst lang leven eruit zou zien zonder onze Schepper. Het zou leeg zijn en een werkelijk doel missen. Jehovah heeft zijn dienstknechten in deze laatste dagen voldoening schenkend werk te doen gegeven. Wij kunnen er dus op vertrouwen dat wanneer Jehovah, de Grote God met een voornemen, eeuwig leven schenkt, het gevuld zal zijn met fascinerende, waardevolle dingen die wij kunnen leren en doen (Prediker 3:11). Hoeveel onderzoek wij in het voor ons liggende millennium ook mogen verrichten, wij zullen nooit „de diepte van Gods rijkdom en wijsheid en kennis” volledig doorgronden. — Romeinen 11:33.

De Vader heeft genegenheid voor u

19. Welke laatste verzekering gaf Jezus Christus aan zijn discipelen?

19 Op 14 Nisan 33 G.T., tijdens de laatste avond die Jezus met zijn elf getrouwe apostelen doorbracht, zei hij vele dingen om hen te sterken voor wat komen zou. Zij waren allen in zijn beproevingen steeds bij Jezus gebleven, en zij hadden zijn liefde voor hen persoonlijk ervaren (Lukas 22:28, 30; Johannes 1:16; 13:1). Vervolgens verzekerde Jezus hun: „De Vader zelf heeft genegenheid voor u” (Johannes 16:27). Hoe moeten die woorden de discipelen hebben geholpen zich bewust te worden van de tedere gevoelens die hun hemelse Vader voor hen had!

20. Wat is uw vaste besluit, en waarin kunt u vertrouwen hebben?

20 Velen die nu leven, hebben Jehovah al tientallen jaren getrouw gediend. Ongetwijfeld wachten ons voor het einde van dit goddeloze samenstel van dingen nog heel wat beproevingen. Laat u er door zulke beproevingen of moeilijkheden nooit toe brengen te twijfelen aan de loyale liefde die God voor u koestert. Het kan bijna niet genoeg beklemtoond worden: Jehovah heeft genegenheid voor u (Jakobus 5:11). Laat eenieder van ons zijn deel blijven doen en loyaal Gods geboden onderhouden (Johannes 15:8-10). Mogen wij elke gelegenheid benutten om zijn naam te loven. Wij dienen ons te sterken in ons besluit om ermee voort te gaan in gebed tot Jehovah te naderen en zijn Woord te bestuderen. Als wij, wat de dag van morgen ook mag brengen, ons uiterste best doen Jehovah te behagen, zullen wij aanhoudend in vrede leven, in het vaste vertrouwen dat zijn liefde nimmer faalt. — 2 Petrus 3:14.

Wat zou u antwoorden?

• Wiens liefde hebben wij vooral nodig om ons geestelijke en emotionele evenwicht te bewaren?

• Welke dingen zouden er nooit de oorzaak van kunnen zijn dat Jehovah zijn dienstknechten niet meer liefheeft?

• Waarom is het ervaren van Jehovah’s liefde „beter dan het leven”?

[Studievragen]

[Illustraties op blz. 13]

Als wij ons gescheiden voelen van Gods liefde, kunnen wij ons best doen om dit te verhelpen

[Illustratie op blz. 15]

Paulus begreep waarom hij vervolgd werd