Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Blijf goedheid tentoonspreiden

Blijf goedheid tentoonspreiden

Blijf goedheid tentoonspreiden

„De vrucht van het licht bestaat in elke soort van goedheid en rechtvaardigheid en waarheid.” — EFEZIËRS 5:9.

1. Hoe tonen miljoenen mensen in deze tijd dat zij met Psalm 31:19 instemmen?

HET beste dat een mens kan doen, is Jehovah verheerlijken. In deze tijd doen miljoenen mensen dit door God te loven om zijn goedheid. Als loyale Getuigen van Jehovah stemmen wij van ganser harte in met de psalmist die zong: „Hoe overvloedig is uw goedheid, die gij als een schat hebt weggelegd voor hen die u vrezen!” — Psalm 31:19.

2, 3. Wat zou kunnen gebeuren wanneer ons werk, het maken van discipelen, niet door een goed gedrag ondersteund zou worden?

2 Eerbiedige vrees voor Jehovah motiveert ons hem om zijn goedheid te loven. Het beweegt ons er ook toe ’Jehovah te prijzen, hem te zegenen en de heerlijkheid van zijn koningschap bekend te maken’ (Psalm 145:10-13). Daarom hebben wij een ijverig aandeel aan de Koninkrijksprediking en het maken van discipelen (Mattheüs 24:14; 28:19, 20). Onze predikingsactiviteit moet uiteraard door een goed gedrag ondersteund worden. Anders zouden wij smaad op Jehovah’s heilige naam kunnen brengen.

3 Veel mensen beweren God te aanbidden, maar hun gedrag voldoet niet aan de maatstaven die in zijn geïnspireerde Woord staan uiteengezet. Over sommigen die niet in overeenstemming leefden met hun bewering goed te doen, schreef de apostel Paulus: „Gij . . . die een ander onderwijst, onderwijst gij uzelf niet? Gij die predikt: ’Steel niet’, steelt gij? Gij die zegt: ’Pleeg geen overspel’, pleegt gij overspel? . . . ’De naam van God wordt wegens ulieden onder de natiën gelasterd’, zoals er staat geschreven.” — Romeinen 2:21, 22, 24.

4. Wat is de uitwerking van ons goede gedrag?

4 In plaats van smaad op Jehovah’s naam te brengen, streven wij ernaar die te verheerlijken door ons goede gedrag. Dit heeft een gunstig effect op degenen die zich buiten de christelijke gemeente bevinden. In de eerste plaats helpt het ons onze tegenstanders tot zwijgen te brengen (1 Petrus 2:15). Belangrijker nog, ons goede gedrag trekt mensen tot Jehovah’s organisatie, waardoor voor hen de weg wordt geopend om hem te verheerlijken en eeuwig leven te verkrijgen. — Handelingen 13:48.

5. Welke vragen dienen wij nu te beschouwen?

5 Hoe kunnen wij, aangezien wij onvolmaakt zijn, gedrag vermijden dat Jehovah zou kunnen onteren en waarheidszoekers tot struikelen zou kunnen brengen? Ja, hoe kunnen wij erin slagen goedheid tentoon te spreiden?

Een vrucht van het licht

6. Wat zijn enkele van „de onvruchtbare werken die tot de duisternis behoren”, maar welke vrucht dient duidelijk waarneembaar te zijn onder christenen?

6 Als opgedragen christenen verheugen wij ons in iets dat ons helpt om „onvruchtbare werken die tot de duisternis behoren” te vermijden. Daartoe behoren godonterende praktijken als liegen, stelen, schimpend gepraat, ongezonde gesprekken over seks, schandelijk gedrag, ontuchtig gescherts en dronkenschap (Efeziërs 4:25, 28, 31; 5:3, 4, 11, 12, 18). In plaats van ons met zulke werken bezig te houden, ’blijven wij als kinderen van het licht wandelen’. De apostel Paulus zegt dat ’de vrucht van het licht in elke soort van goedheid en rechtvaardigheid en waarheid bestaat’ (Efeziërs 5:8, 9). Dus door in het licht te wandelen, kunnen wij goedheid tentoon blijven spreiden. Maar wat voor licht is dit?

7. Wat moeten wij doen om de vrucht goedheid te blijven tonen?

7 Ondanks onze onvolmaaktheden kunnen wij goedheid tentoonspreiden als wij in geestelijk licht wandelen. „Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht op mijn pad”, zong de psalmist (Psalm 119:105). Als wij „de vrucht van het licht” door middel van „elke soort van goedheid” tentoon willen blijven spreiden, dan moeten wij voortdurend voordeel trekken van geestelijk licht in Gods Woord, waar in christelijke publicaties nauwgezet aandacht aan wordt geschonken en dat geregeld op onze vergaderingen voor aanbidding wordt besproken (Lukas 12:42; Romeinen 15:4; Hebreeën 10:24, 25). Wij dienen ook speciale aandacht te schenken aan het voorbeeld en de onderwijzingen van Jezus Christus, „het licht der wereld” en „de weerspiegeling van [Jehovah’s] heerlijkheid”. — Johannes 8:12; Hebreeën 1:1-3.

Een vrucht van de geest

8. Waarom kunnen wij goedheid tentoonspreiden?

8 Geestelijk licht helpt ons ongetwijfeld om goedheid tentoon te spreiden. Bovendien kunnen wij deze eigenschap aan den dag leggen omdat wij door Gods heilige geest, of werkzame kracht, worden geleid. Goedheid maakt deel uit van „de vrucht van de geest” (Galaten 5:22, 23). Als wij ons aan de leiding van Jehovah’s heilige geest onderwerpen, zal hij in ons zijn schitterende vrucht, goedheid, voortbrengen.

9. Hoe kunnen wij handelen in overeenstemming met Jezus’ in Lukas 11:9-13 opgetekende woorden?

9 Ons sterke verlangen om Jehovah te behagen door de vrucht van de geest goedheid tentoon te spreiden, dient ons ertoe te bewegen in overeenstemming te handelen met Jezus’ woorden: „Blijft vragen, en het zal u gegeven worden; blijft zoeken, en gij zult vinden; blijft kloppen, en er zal u opengedaan worden. Want al wie vraagt, ontvangt, en al wie zoekt, vindt, en al wie klopt, hem zal opengedaan worden. Is er ook een vader onder u die, als zijn zoon om een vis vraagt, hem soms een slang in plaats van een vis zal geven? Of als hij ook om een ei vraagt, hem een schorpioen zal geven? Als gij dus, ofschoon gij [onvolmaakt en derhalve betrekkelijk] slecht zijt, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan de Vader in de hemel heilige geest geven aan wie hem erom vragen!” (Lukas 11:9-13) Laten wij Jezus’ raad opvolgen door te bidden om Jehovah’s geest, zodat wij zijn vrucht goedheid kunnen blijven tentoonspreiden.

„Blijf het goede doen”

10. Welke aspecten van Jehovah’s goedheid worden in Exodus 34:6, 7 geciteerd?

10 Met geestelijk licht uit Gods Woord en met behulp van Gods heilige geest, kunnen wij ’het goede blijven doen’ (Romeinen 13:3). Door middel van geregelde bijbelstudie leren wij steeds meer over de manier waarop wij Jehovah’s goedheid kunnen navolgen. Het voorgaande artikel beschouwde aspecten van Gods goedheid die worden aangehaald in de aan Mozes in Exodus 34:6, 7 gedane bekendmaking, waar wij lezen: „Jehovah, Jehovah, een God barmhartig en goedgunstig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid en waarheid, die liefderijke goedheid bewaart voor duizenden, die dwaling en overtreding en zonde vergeeft, maar hij zal geenszins vrijstelling van straf geven.” Een nadere beschouwing van deze aspecten van Jehovah’s goedheid zal ons helpen ’het goede te blijven doen’.

11. Welke uitwerking dient de kennis dat Jehovah barmhartig en goedgunstig is op ons te hebben?

11 Deze goddelijke bekendmaking maakt ons attent op de noodzaak Jehovah na te volgen door barmhartig en goedgunstig te zijn. „Gelukkig zijn de barmhartigen,” zei Jezus, „want hun zal barmhartigheid worden betoond” (Mattheüs 5:7; Lukas 6:36). Aangezien wij ons ervan bewust zijn dat Jehovah goedgunstig is, worden wij ertoe bewogen in onze omgang met anderen, met inbegrip van degenen tot wie wij prediken, goedgunstig en aangenaam te zijn. Dit is in overeenstemming met Paulus’ raad: „Uw spreken zij altijd minzaam, gekruid met zout, opdat gij weet hoe gij een ieder een antwoord behoort te geven.” — Kolossenzen 4:6.

12. (a) Hoe dienen wij anderen te bejegenen, aangezien God langzaam tot toorn is? (b) Waartoe motiveert Jehovah’s liefderijke goedheid ons?

12 Aangezien God langzaam tot toorn is, beweegt onze wens om ’het goede te blijven doen’ ons ertoe de kleine fouten van onze medegelovigen te verdragen en ons op hun goede eigenschappen te concentreren (Mattheüs 7:5; Jakobus 1:19). Jehovah’s liefderijke goedheid motiveert ons om loyale liefde tentoon te spreiden, zelfs onder de meest beproevingsvolle omstandigheden. Dit is beslist zeer wenselijk. — Spreuken 19:22.

13. Hoe dienen wij te handelen om te weerspiegelen dat Jehovah ’overvloedig in waarheid’ is?

13 Aangezien onze hemelse Vader ’overvloedig in waarheid’ is, trachten wij ’ons door waarachtige woorden als zijn dienaren aan te bevelen’ (2 Korinthiërs 6:3-7). Tot de zeven dingen die verfoeilijk zijn voor Jehovah behoren „een leugentong” en „een valse getuige die leugens opdist” (Spreuken 6:16-19). De wens om God te behagen, heeft ons er dus toe bewogen ’onwaarheid weg te doen en waarheid te spreken’ (Efeziërs 4:25). Mogen wij nooit in gebreke blijven op deze uiterst belangrijke manier goedheid te tonen.

14. Waarom dienen wij vergevensgezind te zijn?

14 Gods bekendmaking aan Mozes dient ons ook te motiveren vergevensgezind te zijn, want Jehovah is bereid tot vergeven (Mattheüs 6:14, 15). Natuurlijk zal Jehovah onberouwvolle zondaars straffen. Derhalve moeten wij zijn maatstaven van goedheid hoog houden wanneer het op het bewaren van de geestelijke reinheid van de gemeente aankomt. — Leviticus 5:1; 1 Korinthiërs 5:11, 12; 1 Timotheüs 5:22.

’Zie er nauwlettend op toe’

15, 16. Hoe kan Paulus’ in Efeziërs 5:15-19 opgetekende raad ons helpen goedheid aan den dag te blijven leggen?

15 Om ondanks het slechte dat ons omringt goedheid tentoon te blijven spreiden, moeten wij vervuld zijn met Gods geest en erop toezien hoe wij wandelen. Dienovereenkomstig spoorde Paulus christenen in Efeze aan: „Ziet er . . . nauwlettend op toe hoe gij wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen, de gelegen tijd voor uzelf uitkopend, omdat de dagen goddeloos zijn. Wordt daarom niet langer onredelijk, maar blijft inzien wat de wil van Jehovah is. Bedrinkt u ook niet aan wijn, waarin losbandigheid is, maar blijft vervuld worden met geest, en spreekt tot elkaar met psalmen en lofzangen voor God en geestelijke liederen, waarbij gij zingt en uzelf begeleidt met muziek in uw hart voor Jehovah” (Efeziërs 5:15-19). Deze raad is in deze kritieke laatste dagen beslist passend voor ons. — 2 Timotheüs 3:1.

16 Als wij goedheid aan den dag willen blijven leggen, moeten wij er nauwlettend op toezien dat wij wandelen als degenen die goddelijke wijsheid toepassen (Jakobus 3:17). Wij moeten grove zonden vermijden en moeten vervuld zijn met heilige geest en ons erdoor laten leiden (Galaten 5:19-25). Door het op christelijke vergaderingen en grotere bijeenkomsten gegeven geestelijke onderricht toe te passen, kunnen wij het goede blijven doen. Paulus’ woorden aan de Efeziërs kunnen ons er ook aan herinneren dat wij er op de meeste van onze bijeenkomsten voor aanbidding voordeel van trekken vanuit ons hart „geestelijke liederen” te zingen — waarvan vele over geestelijke eigenschappen, zoals goedheid, handelen.

17. Waar kunnen ernstig zieke christenen die niet in staat zijn geregeld vergaderingen te bezoeken, zeker van zijn?

17 Hoe staat het met onze medegelovigen die wegens een ernstige chronische ziekte niet in staat zijn om geregeld christelijke vergaderingen te bezoeken? Zij voelen zich misschien heel ontmoedigd omdat zij Jehovah niet altijd echt samen met hun geestelijke broeders en zusters kunnen aanbidden. Maar zij kunnen er zeker van zijn dat Jehovah hun omstandigheden begrijpt, hen in de waarheid zal houden, hun zijn heilige geest zal geven en hen zal helpen het goede te blijven doen. — Jesaja 57:15.

18. Wat zal ertoe bijdragen goedheid tentoon te blijven spreiden?

18 Willen wij goedheid tentoon blijven spreiden, dan wordt van ons verlangd dat wij goed opletten met wie wij omgaan en ons afkeren van degenen die „zonder liefde voor het goede” zijn (2 Timotheüs 3:2-5; 1 Korinthiërs 15:33). Door deze raad toe te passen, zullen wij geholpen worden het te vermijden ’Gods heilige geest te bedroeven’ door in strijd met zijn leiding te handelen (Efeziërs 4:30). Bovendien worden wij geholpen het goede te doen als wij een hechte band ontwikkelen met degenen wier leven ervan getuigt dat zij goedheid liefhebben en door Jehovah’s heilige geest worden geleid. — Amos 5:15; Romeinen 8:14; Galaten 5:18.

Goedheid brengt voortreffelijke resultaten voort

19-21. Vertel ervaringen die de uitwerking van het tentoonspreiden van goedheid laten uitkomen.

19 Door in het geestelijke licht te wandelen, ons te schikken naar de leiding van Gods geest en erop toe te zien hoe wij wandelen, zullen wij geholpen worden het slechte te mijden en ’het goede te blijven doen’. Dit kan op zijn beurt voortreffelijke resultaten voortbrengen. Beschouw eens de ervaring van Zongezile, een van Jehovah’s Getuigen in Zuid-Afrika. Toen hij op een morgen naar school ging, controleerde hij hoeveel zijn kleine spaartegoed op de bank bedroeg. Het strookje van de geldautomaat gaf ten onrechte een bedrag van R42.000 (zo’n € 6600) te veel aan. Een beveiligingsbeambte bij de bank en anderen drongen er bij hem op aan het geld op te nemen en op een andere bank te storten. Alleen het Getuige-echtpaar bij wie hij woonde, prees hem dat hij niets van het geld had opgenomen.

20 De volgende dag rapporteerde Zongezile de vergissing bij de bank. Men ontdekte dat hij een rekeningnummer had dat veel leek op dat van een rijke zakenman die per abuis geld op de verkeerde rekening had gestort. Verbaasd dat Zongezile niets van dit geld had uitgegeven, vroeg de zakenman hem: „Welke religie heb je?” Zongezile legde uit dat hij een van Jehovah’s Getuigen was. Hij werd hartelijk geprezen door de bankemployés, die zeiden: „We zouden willen dat alle mensen zo eerlijk waren als Jehovah’s Getuigen.” Ja, eerlijke en goede daden kunnen anderen ertoe brengen Jehovah te verheerlijken. — Hebreeën 13:18.

21 Goede daden hoeven niet spectaculair te zijn om een schitterende uitwerking te hebben. Bij wijze van illustratie: Een jonge Getuige die als volletijdprediker op een van de eilanden van Samoa dient, moest naar het plaatselijke ziekenhuis. Er zaten een aantal mensen in de wachtkamer om een dokter te spreken, en de Getuige merkte op dat een bejaarde vrouw naast hem erg ziek was. Hij regelde dat deze dame haar beurt met hem mocht ruilen zodat zij eerder aandacht kon krijgen. Later ontmoette de Getuige deze bejaarde vrouw op de markt. Zij herinnerde zich hem en zijn goede daad in het ziekenhuis. „Nu weet ik dat Jehovah’s Getuigen hun naaste werkelijk liefhebben”, zei ze. Terwijl zij voorheen niet ontvankelijk voor de Koninkrijksboodschap was geweest, had de door de Getuige aan haar betoonde goedheid een schitterende uitwerking. Zij aanvaardde het aanbod van een huisbijbelstudie en begon kennis van Gods Woord in zich op te nemen.

22. Wat is een bijzonder belangrijke manier om ’het goede te blijven doen’?

22 Zeer waarschijnlijk kunt u ervaringen vertellen die de waarde aantonen van het tentoonspreiden van goedheid. Een bijzonder belangrijke manier waarop wij ’het goede blijven doen’, is een geregeld aandeel aan de verkondiging van het goede nieuws van Gods koninkrijk hebben (Mattheüs 24:14). Mogen wij ijverig blijven deelnemen aan deze kostbare activiteit in het besef dat dit één manier is om het goede te doen, vooral aan degenen die gunstig reageren. Van het allergrootste belang is dat onze bediening en goede gedrag Jehovah, de bron van goedheid, verheerlijken. — Mattheüs 19:16, 17.

Blijf „het goede doen”

23. Waarom is de christelijke bediening een goed werk?

23 Onze bediening is ontegenzeglijk een goed werk. Het kan leiden tot redding voor ons en voor degenen die naar de bijbelse boodschap luisteren en aldus op de weg komen die tot eeuwig leven leidt (Mattheüs 7:13, 14; 1 Timotheüs 4:16). Wanneer wij voor beslissingen staan, kan het heel goed zijn dat de wens om het goede te doen ons ertoe brengt ons af te vragen: ’Welke invloed zal deze beslissing op mijn Koninkrijksprediking hebben? Is de weg die ik wil volgen werkelijk goed? Zal het mij helpen anderen bij te staan het ’eeuwige goede nieuws’ te aanvaarden en in een hechte verhouding met Jehovah God te komen?’ (Openbaring 14:6) Groot geluk zal voortspruiten uit een beslissing waardoor Koninkrijksbelangen worden bevorderd. — Mattheüs 6:33; Handelingen 20:35.

24, 25. Wat zijn enkele manieren waarop wij in de gemeente het goede kunnen doen, en waar kunnen wij zeker van zijn als wij goedheid tentoon blijven spreiden?

24 Laten wij nooit de zegenrijke uitwerking van goedheid onderschatten. Wij kunnen deze eigenschap tentoon blijven spreiden door de christelijke gemeente te steunen en te doen wat wij kunnen om voor haar belangen en welzijn te zorgen. Wij doen beslist het goede wanneer wij geregeld christelijke vergaderingen bezoeken en er een aandeel aan hebben. Onze aanwezigheid alleen al moedigt medegelovigen aan, en onze goed voorbereide commentaren bouwen hen geestelijk op. Wij doen ook het goede wanneer wij onze middelen gebruiken om de Koninkrijkszaal te onderhouden en wanneer wij er gepaste zorg voor helpen dragen (2 Koningen 22:3-7; 2 Korinthiërs 9:6, 7). Ja, „laten wij . . ., zolang de tijd voor ons er nog gunstig voor is, het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof”. — Galaten 6:10.

25 Wij kunnen niet vooruitlopen op elke situatie die een tentoonspreiding van goedheid noodzakelijk zou maken. Laten wij dan ook, als wij voor nieuwe uitdagingen staan, verlichting zoeken in de Schrift, om Jehovah’s heilige geest bidden en ons uiterste best doen zijn goede en volmaakte wil te volbrengen (Romeinen 2:9, 10; 12:2). Wij kunnen ervan overtuigd zijn dat Jehovah ons overvloedig zal zegenen als wij goedheid tentoon blijven spreiden.

Wat zou u antwoorden?

• Hoe kunnen wij zoveel mogelijk goeds tot stand brengen?

• Waarom wordt goedheid een ’vrucht van het licht’ genoemd?

• Waarom wordt goedheid een ’vrucht van de geest’ genoemd?

• Welke uitwerking heeft ons goede gedrag?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 17]

Gods Woord en zijn heilige geest helpen ons goedheid tentoon te spreiden

[Illustraties op blz. 18]

Goedheid betonen heeft geweldige resultaten