Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Zij boden het hoofd aan dorens in hun vlees

Zij boden het hoofd aan dorens in hun vlees

Zij boden het hoofd aan dorens in hun vlees

’Mij werd een doorn in het vlees gegeven, een engel van Satan, om mij te blijven slaan.’ — 2 KORINTHIËRS 12:7.

1. Wat zijn enkele problemen waarmee mensen in deze tijd worden geconfronteerd?

HEBT u met de een of andere aanhoudende beproeving te kampen? Als dat zo is, dan bent u niet de enige. In deze ’kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen’, bieden getrouwe christenen het hoofd aan verbitterde tegenstand, gezinsproblemen, ziekte, financiële zorgen, emotionele pijn, het verlies van dierbaren in de dood en andere problemen (2 Timotheüs 3:1-5). In bepaalde landen wordt het leven van velen door voedseltekorten en oorlogen bedreigd.

2, 3. Welke negatieve houding kan voortspruiten uit met dorens te vergelijken problemen waarmee wij worden geconfronteerd, en hoe zou dat gevaarlijk kunnen blijken te zijn?

2 Door zulke problemen kan iemand zich volledig overweldigd voelen, vooral als er zich een aantal moeilijkheden tegelijk voordoen. Merk op wat Spreuken 24:10 zegt: „Hebt gij u ontmoedigd betoond op de dag van benauwdheid? Uw kracht zal gering zijn.” Ja, ontmoediging door onze beproevingen kan ons van de hoognodige kracht beroven en kan ons vaste besluit om tot het einde te volharden, verzwakken. Hoe dat zo?

3 Welnu, het kan zijn dat wij door ontmoediging onze objectiviteit verliezen. Wij zouden bijvoorbeeld gemakkelijk onze moeilijkheden buiten alle proporties kunnen opblazen en medelijden met onszelf kunnen gaan krijgen. Sommigen zullen misschien zelfs tot God roepen: „Waarom laat u mij dit overkomen?” Als zo’n negatieve houding in iemands hart zou post vatten, zou ze zijn vreugde en vertrouwen kunnen ondermijnen. Een dienstknecht van God zou zo ontmoedigd kunnen raken dat hij het zelfs zou kunnen opgeven „de voortreffelijke strijd van het geloof” te strijden. — 1 Timotheüs 6:12.

4, 5. Hoe is Satan in sommige gevallen bij onze problemen betrokken en welk vertrouwen kunnen wij nochtans hebben?

4 Onze problemen worden beslist niet door Jehovah God veroorzaakt (Jakobus 1:13). Sommige beproevingen komen gewoonweg over ons omdat wij trachten getrouw te zijn aan hem. In feite maken allen die Jehovah dienen zich tot doelwit van zijn aartsvijand, Satan de Duivel. In de korte tijd die hem nog rest, probeert die boosaardige „god van dit samenstel van dingen” eenieder die Jehovah liefheeft ervan af te brengen Zijn wil te doen (2 Korinthiërs 4:4). Overal ter wereld brengt Satan zoveel mogelijk lijden over de gehele gemeenschap van onze broeders (1 Petrus 5:9). Toegegeven, niet al onze problemen worden rechtstreeks door Satan veroorzaakt, maar hij kan de problemen waarmee wij worden geconfronteerd, uitbuiten en proberen ons verder te verzwakken.

5 Ongeacht hoe vreeswekkend Satan of zijn wapens ook mogen zijn, wij kunnen hem verslaan! Hoe kunnen wij daar zeker van zijn? Omdat Jehovah God ten behoeve van ons strijdt. Hij heeft ervoor gezorgd dat zijn dienstknechten niet onwetend zijn van Satans tactieken (2 Korinthiërs 2:11). In feite vertelt Gods Woord ons veel over de beproevingen die over ware christenen komen. In het geval van de apostel Paulus gebruikte de bijbel de uitdrukking „een doorn in het vlees”. Waarom? Laten wij eens zien hoe Gods Woord die zinsnede verklaart. Dan zullen wij zien dat wij beslist niet de enigen zijn die Jehovah’s hulp nodig hebben om te zegevieren over beproevingen.

Waarom beproevingen als dorens zijn

6. Wat bedoelde Paulus met „een doorn in het vlees”, en wat kan die doorn geweest zijn?

6 Paulus, die zwaar beproefd was, schreef onder inspiratie: ’Mij werd een doorn in het vlees gegeven, een engel van Satan, om mij te blijven slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen’ (2 Korinthiërs 12:7). Wat was deze doorn in Paulus’ vlees? Welnu, een doorn die diep onder de huid zit, zou beslist pijnlijk zijn. De metafoor doet dus denken aan iets wat bij Paulus pijn veroorzaakte — hetzij fysiek, emotioneel of beide. Het kan zijn dat Paulus aan een oogaandoening leed of een ander lichamelijk gebrek had. Of de doorn in het vlees kan betrekking hebben gehad op personen die Paulus’ geloofsbrieven als een apostel aanvochten en zijn predikings- en onderwijzingswerk in twijfel trokken (2 Korinthiërs 10:10-12; 11:5, 6, 13). Hoe het ook zij, die doorn bleef Paulus kwellen en kon niet verwijderd worden.

7, 8. (a) Wat wordt door de uitdrukking „te blijven slaan” te kennen gegeven? (b) Waarom is het uiterst belangrijk dat wij het hoofd bieden aan eventuele dorens waardoor wij nu worden gekweld?

7 Merk op dat de doorn Paulus bleef slaan. Het is interessant dat het Griekse werkwoord dat Paulus hier gebruikte, is afgeleid van het woord voor „knokkels”. Dat woord wordt in Mattheüs 26:67 letterlijk en in 1 Korinthiërs 4:11 figuurlijk gebruikt. In die verzen brengt het de gedachte over van met de vuisten ervan langs krijgen. Met het oog op de bittere haat die Satan jegens Jehovah en Zijn dienstknechten koestert, kunnen wij er zeker van zijn dat de Duivel ermee ingenomen was dat een doorn Paulus bleef slaan. In deze tijd is Satan er net zo mee ingenomen wanneer wij op soortgelijke wijze door een doorn in het vlees worden gekweld.

8 Daarom moeten wij net als Paulus weten hoe wij het hoofd moeten bieden aan dergelijke dorens. Dit betekent niets minder dan ons leven! Bedenk dat Jehovah ons leven voor eeuwig in stand wil houden in zijn nieuwe wereld, waar wij nooit meer met doornachtige problemen geconfronteerd zullen worden. Om ons te helpen deze schitterende prijs te behalen, heeft God ons in zijn heilige Woord, de bijbel, veel voorbeelden gegeven waaruit blijkt dat zijn getrouwe dienstknechten het hoofd hebben geboden aan dorens in hun vlees. Het waren gewone, onvolmaakte mensen, net als wij. Door sommigen uit deze grote „wolk van getuigen” te beschouwen, kunnen wij geholpen worden „met volharding de wedloop [te] lopen die voor ons ligt” (Hebreeën 12:1). Door te mediteren over wat zij hebben verduurd, kan ons vertrouwen worden gesterkt dat wij het hoofd kunnen bieden aan alle eventuele dorens die Satan tegen ons kan aanwenden.

De dorens waardoor Mefiboseth werd gekweld

9, 10. (a) Hoe kwam het dat Mefiboseth een doorn in zijn vlees had? (b) Welke vriendelijkheid betoonde koning David aan Mefiboseth, en hoe zouden wij David kunnen navolgen?

9 Beschouw Mefiboseth, de zoon van Davids vriend Jonathan, eens. Toen Mefiboseth vijf jaar was, kwam het bericht dat zijn vader, Jonathan, en zijn grootvader, koning Saul, gedood waren. De verzorgster van de jongen raakte in paniek. Zij „nam hem toen op . . ., maar terwijl zij in paniek voortsnelde om te vluchten, gebeurde het voorts dat hij kwam te vallen en kreupel werd” (2 Samuël 4:4). Deze handicap moet voor Mefiboseth, toen hij opgroeide, een hele doorn zijn geweest om mee te leven.

10 Enkele jaren later bracht koning David, wegens zijn grote liefde voor Jonathan, liefderijke goedheid jegens Mefiboseth tot uitdrukking. David gaf hem al het land van Saul en stelde Sauls bediende Ziba aan om zorg te dragen voor dit land. Ook zei David tot Mefiboseth: ’Gij zult voortdurend aan mijn tafel brood eten’ (2 Samuël 9:6-10). Ongetwijfeld was Davids liefderijke goedheid vertroostend voor Mefiboseth en droeg ertoe bij de pijn van zijn handicap te verzachten. Wat een voortreffelijke les! Ook wij dienen vriendelijkheid te betonen jegens degenen die met een doorn in het vlees te kampen hebben.

11. Wat beweerde Ziba over Mefiboseth, maar hoe weten wij dat zijn bewering een leugen was? (Zie voetnoot.)

11 Later had Mefiboseth met nog een doorn in het vlees te kampen. Zijn dienstknecht Ziba belasterde hem bij koning David die toen wegens de opstand van Absalom, Davids zoon, uit Jeruzalem vluchtte. Ziba zei dat Mefiboseth op deloyale wijze in Jeruzalem was achtergebleven in de hoop het koningschap voor zichzelf te verkrijgen. * David geloofde Ziba’s laster en gaf al het land van Mefiboseth aan die leugenaar! — 2 Samuël 16:1-4.

12. Hoe reageerde Mefiboseth op zijn situatie, en in welk opzicht is hij een schitterend voorbeeld voor ons?

12 Maar toen Mefiboseth David uiteindelijk ontmoette, vertelde hij de koning wat er in werkelijkheid was gebeurd. Hij had voorbereidingen getroffen zich bij David te voegen toen Ziba hem bedroog en aanbood in zijn plaats te gaan. Herstelde David dit onrecht? Gedeeltelijk. Hij verdeelde het land tussen de twee mannen. Hier was dus nog een mogelijke doorn in het vlees van Mefiboseth. Was hij zwaar teleurgesteld? Protesteerde hij tegen Davids beslissing door te klagen dat het oneerlijk was? Nee, nederig stemde hij met de wensen van de koning in. Hij richtte zich op positieve dingen en verheugde zich erover dat Israëls rechtmatige koning veilig was teruggekeerd. Mefiboseth gaf waarlijk een voortreffelijk voorbeeld door een handicap, laster en teleurstelling te verduren. — 2 Samuël 19:24-30.

Nehemia bood het hoofd aan zijn beproevingen

13, 14. Welke dorens moest Nehemia verduren toen hij terugkeerde om de muren van Jeruzalem te herbouwen?

13 Denk eens aan de figuurlijke dorens die Nehemia verduurde toen hij in de vijfde eeuw v.G.T. naar de niet-ommuurde stad Jeruzalem terugkeerde. Hij trof de stad vrijwel zonder verdediging aan, en de gerepatrieerde joden daar waren ongeorganiseerd, ontmoedigd en onrein in de ogen van Jehovah. Hoewel Nehemia door koning Artaxerxes gemachtigd was de muren van Jeruzalem te herbouwen, vernam hij weldra dat zijn missie in de ogen van de stadhouders van nabijgelegen landen weerzinwekkend was. „Het [scheen] hun iets heel ergs toe dat er iemand was gekomen om iets goeds voor de zonen van Israël te zoeken.” — Nehemia 2:10.

14 Deze buitenlandse tegenstanders deden alles wat in hun vermogen lag om een eind te maken aan Nehemia’s werk. Hun bedreigingen, leugens, lasteringen, intimidatie — waaronder het gebruik van spionnen die waren uitgezonden om hem te ontmoedigen — moeten als hardnekkige dorens in zijn vlees zijn geweest. Zwichtte hij voor de kuiperijen van die vijanden? Nee! Hij stelde zijn volledige vertrouwen op God en verzwakte daarin niet. Toen Jeruzalems muren dus uiteindelijk waren herbouwd, vormden ze het duurzame getuigenis van Jehovah’s liefdevolle steun aan Nehemia. — Nehemia 4:1-12; 6:1-19.

15. Welke problemen onder de joden verontrustten Nehemia diep?

15 Als stadhouder had Nehemia ook te kampen met vele problemen die zich onder Gods volk voordeden. Deze moeilijkheden waren als dorens die hem zeer kwelden omdat ze invloed uitoefenden op de verhouding waarin het volk tot Jehovah stond. De rijken eisten hoge rente, en hun armere broeders moesten, teneinde schulden alsook de Perzische belasting te betalen, afstand doen van hun land en zelfs hun kinderen in slavernij verkopen (Nehemia 5:1-10). Veel joden schonden de sabbat en ondersteunden de levieten en de tempel niet. Ook hadden sommigen „Asdoditische, Ammonitische en Moabitische vrouwen” getrouwd. Wat deed dit Nehemia pijn! Maar geen van deze dorens bracht hem ertoe het op te geven. Keer op keer reageerde hij adequaat op de situatie als iemand die ijverig vasthield aan Gods rechtvaardige wetten. Mogen wij net als Nehemia niet toelaten dat het ontrouwe gedrag van anderen ons ervan afbrengt loyaal dienst voor Jehovah te verrichten. — Nehemia 13:10-13, 23-27.

Veel andere getrouwen boden er het hoofd aan

16-18. Hoe werden Isaäk en Rebekka, Hanna, David en Hosea door gezinsproblemen gekweld?

16 De bijbel bevat veel andere voorbeelden van mensen die het hoofd hebben geboden aan benauwende omstandigheden die als dorens waren. Een veelvoorkomende bron waaruit zulke dorens voortkwamen, waren gezinsproblemen. Esau’s twee vrouwen „waren een bron van bitterheid des geestes voor Isaäk en Rebekka”, Esau’s ouders. Rebekka zei zelfs dat zij een afschuw had gekregen van haar leven wegens die vrouwen (Genesis 26:34, 35; 27:46). Denk ook aan Hanna en hoe haar mededingster, Peninna, ’haar zeer tergde’ omdat Hanna onvruchtbaar was. Misschien onderging zij deze kwelling vaak in de beslotenheid van hun huis. Peninna tergde haar ook in het openbaar — ongetwijfeld in de aanwezigheid van verwanten en vrienden — terwijl het gezin het feest te Silo bijwoonde. Dit was alsof de doorn nog dieper in Hanna’s vlees werd gedrukt. — 1 Samuël 1:4-7.

17 Overdenk eens wat David verduurde wegens de krankzinnige jaloezie van zijn schoonvader, koning Saul. Om zijn eigen leven te redden, werd David gedwongen in grotten in de wildernis van En-Gedi te wonen, waar hij over steile en gevaarlijke rotsachtige passen moest klimmen. Hier moet sprake zijn geweest van een schreeuwend onrecht, want hij had Saul niets kwaads aangedaan. Toch moest David jarenlang een vluchtelingenbestaan leiden — dit alles wegens Sauls jaloezie. — 1 Samuël 24:14, 15; Spreuken 27:4.

18 Stel u de gezinsproblemen eens voor waarmee de profeet Hosea te kampen had. Zijn vrouw werd een overspeelster. Haar immoraliteit moet als in zijn hart gestoken dorens zijn geweest. En wat een pijn moet hij nog meer geleden hebben toen zij twee onwettige kinderen van haar hoererij baarde! — Hosea 1:2-9.

19. Van welke vervolging had de profeet Michaja te lijden?

19 Nog een doorn in het vlees is vervolging. Beschouw eens het voorbeeld van de profeet Michaja. Te zien dat de goddeloze koning Achab zich omringde met valse profeten en dat Achab hun flagrante leugens geloofde, moet Michaja’s rechtvaardige ziel gekweld hebben. Wat deed de leider van deze bedriegers toen Michaja Achab vervolgens vertelde dat al die profeten door middel van „een bedrieglijke geest” spraken? Welnu, hij „sloeg Michaja op de wang”! Nog erger was Achabs reactie op Jehovah’s waarschuwing dat de veldtocht om Ramoth-Gilead te heroveren tot falen gedoemd was. Achab beval Michaja in de gevangenis te werpen en op een verlaagd rantsoen te zetten (1 Koningen 22:6, 9, 15-17, 23-28). Denk ook aan Jeremia en de wijze waarop hij door zijn moordlustige vervolgers werd behandeld. — Jeremia 20:1-9.

20. Welke dorens moest Naomi verduren, en hoe werd zij beloond?

20 Het verlies van dierbaren is nog een bedroevende situatie die als een doorn in het vlees kan zijn. Naomi moest het pijnlijke verlies dragen van haar echtgenoot en haar twee zoons, die door de dood aan haar waren ontrukt. Terwijl zij nog steeds onder die verschrikkelijke slagen gebukt ging, keerde zij naar Bethlehem terug. Ze zei tot haar vrienden haar niet Naomi maar Mara te noemen, een naam die de bitterheid van haar ervaringen weerspiegelde. Maar uiteindelijk beloonde Jehovah haar volharding met een kleinzoon, die een schakel werd in de geslachtslijn die tot de Messias leidde. — Ruth 1:3-5, 19-21; 4:13-17; Mattheüs 1:1, 5.

21, 22. Hoe werd Job door verlies getroffen, en hoe reageerde hij?

21 Sta er eens bij stil hoe geschokt Job geweest moet zijn toen hij hoorde van de plotselinge en onnatuurlijke dood van zijn tien geliefde kinderen, nog afgezien van het verlies van al zijn vee en van zijn dienstknechten. Plotseling scheen zijn hele wereld ineen te storten! Toen, terwijl Job onder deze slagen wankelde, sloeg Satan hem met ziekte. Job kan heel goed gedacht hebben dat deze kwaadaardige ziekte hem zou doden. Zijn pijn werd zo ondraaglijk dat hij de dood als een verademing beschouwde. — Job 1:13-20; 2:7, 8.

22 Alsof dit alles niet genoeg was, kwam zijn vrouw naar hem toe en riep in haar droefheid en leed uit: „Vervloek God en sterf!” Wat een doorn was dit in zijn door pijn gekwelde vlees! Vervolgens vielen Jobs drie metgezellen, in plaats van hem te vertroosten, hem met schoonklinkende redenaties aan en beschuldigden hem van verborgen zonden en beweerden dat hij zijn ongeluk daaraan te danken had. Hun onjuiste argumenten duwden de dorens in zijn vlees als het ware steeds dieper. Bedenk ook dat Job niet wist waarom die verschrikkelijke dingen hem overkwamen; ook wist hij niet dat zijn eigen leven gespaard zou worden. Toch ’zondigde Job in dit alles niet en schreef hij God niets onbetamelijks toe’ (Job 1:22; 2:9, 10; 3:3; 14:13; 30:17). Hoewel hij door veel dorens tegelijk werd gekweld, heeft hij zijn rechtschapen handelwijze nooit opgegeven. Wat aanmoedigend!

23. Waarom waren de getrouwen die wij hebben besproken in staat verscheidene dorens in het vlees te verduren?

23 De voorgaande voorbeelden vormen slechts een fractie van het te noemen aantal. De bijbel vermeldt er veel meer. Al deze getrouwe dienstknechten hadden met hun eigen figuurlijke dorens te kampen. En met wat een grote verscheidenheid aan problemen werden zij geconfronteerd! Toch hadden zij iets gemeen. Geen van hen heeft zijn dienst voor Jehovah opgegeven. In weerwil van al hun benauwende beproevingen hebben zij Satan in de hun door Jehovah verschafte sterkte overwonnen. Hoe? Het volgende artikel zal deze vraag beantwoorden en ons laten zien hoe ook wij het hoofd kunnen bieden aan alles wat op een doorn in ons vlees lijkt.

[Voetnoot]

^ ¶11 Een dergelijk eerzuchtig plan zou niet gepast hebben bij een man als Mefiboseth, die waardering had en nederig was. Ongetwijfeld was hij goed op de hoogte van het getrouwe bericht dat zijn vader, Jonathan, had opgebouwd. Hoewel Jonathan een zoon van koning Saul was, had hij nederig erkend dat Jehovah David als koning over Israël had gekozen (1 Samuël 20:12-17). Als de godvrezende ouder van Mefiboseth en een loyale vriend van David zou Jonathan zijn jonge zoon niet hebben geleerd naar koninklijke macht te streven.

Wat zou u antwoorden?

• Waarom kunnen de problemen waarmee wij worden geconfronteerd met dorens in het vlees vergeleken worden?

• Wat waren sommige van de dorens die Mefiboseth en Nehemia moesten verduren?

• Welke van de schriftuurlijke voorbeelden van mannen en vrouwen die verscheidene dorens in het vlees hebben verduurd, vindt u bijzonder ontroerend, en waarom?

[Studievragen]

[Illustraties op blz. 15]

Mefiboseth had met een handicap, laster en teleurstelling te kampen

[Illustratie op blz. 16]

Nehemia volhardde ondanks tegenstand