Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe kostbaar is de waarheid voor u?

Hoe kostbaar is de waarheid voor u?

Hoe kostbaar is de waarheid voor u?

„Gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken.” — JOHANNES 8:32.

1. Hoe verschilde Pilatus’ gebruik van het woord „waarheid” kennelijk van de wijze waarop Jezus het gebruikte?

„WAT is waarheid?” Toen Pilatus deze vraag stelde, schijnt hij alleen belangstelling te hebben gehad voor waarheid in het algemeen. Jezus daarentegen had net gezegd: „Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben ik in de wereld gekomen, om getuigenis af te leggen van de waarheid” (Johannes 18:37, 38). In tegenstelling tot Pilatus gebruikte Jezus het bepalend lidwoord en zei „de waarheid”. Hij had het over goddelijke waarheid.

De zienswijze van de wereld inzake de waarheid

2. Uit welke verklaring van Jezus blijkt dat de waarheid waardevol is?

2 Paulus zei: „Niet alle mensen bezitten geloof” (2 Thessalonicenzen 3:2). Hetzelfde kan van de waarheid worden gezegd. Zelfs wanneer mensen met de op de bijbel gebaseerde waarheid worden geconfronteerd, schenken velen van hen er moedwillig geen aandacht aan. Maar wat is ze kostbaar! Jezus zei: „Gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken.” — Johannes 8:32.

3. Welke waarschuwing inzake bedrieglijke leringen dienen wij ter harte te nemen?

3 De apostel Paulus zei dat de waarheid niet in menselijke filosofieën en overleveringen gevonden zou worden (Kolossenzen 2:8). Ja, zulke leringen zijn bedrieglijk. Paulus waarschuwde christenen in Efeze dat indien zij er geloof aan zouden hechten, zij als geestelijk kleine kinderen zouden zijn, „heen en weer geslingerd als door golven . . . door elke wind van leer door middel van de bedriegerij van mensen, door middel van listigheid in het beramen van dwaling” (Efeziërs 4:14). In deze tijd wordt „bedriegerij van mensen” bevorderd door de propaganda van degenen die tegen goddelijke waarheid gekant zijn. Propaganda wordt door een encyclopedie gedefinieerd als de systematische poging om de geloofsovertuigingen, opvattingen of handelingen van andere mensen te manipuleren. Zulke propaganda vervormt waarheid op arglistige wijze tot bedrog en verbreidt leugens als waarheid. Om de waarheid in weerwil van zulke verraderlijke druk te vinden, moeten wij intensief de Schrift raadplegen.

Christenen en de wereld

4. Voor wie is de waarheid beschikbaar, en waartoe zijn degenen die haar ontvangen verplicht?

4 Jezus Christus doelde op degenen die zijn discipelen waren geworden toen hij tot Jehovah bad: „Heilig hen door middel van de waarheid; uw woord is waarheid” (Johannes 17:17). Zulke personen zouden geheiligd of afgezonderd worden om Jehovah te dienen en zijn naam en koninkrijk bekend te maken (Mattheüs 6:9, 10; 24:14). Hoewel niet alle mensen Jehovah’s waarheid bezitten, is ze beschikbaar als een vrije gave voor allen die haar zoeken, ongeacht hun nationaliteit, ras of culturele achtergrond. De apostel Petrus zei: „Ik bemerk . . . dat God niet partijdig is, maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem.” — Handelingen 10:34, 35.

5. Waarom worden christenen vaak vervolgd?

5 Christenen delen de bijbelse waarheid met anderen maar worden niet overal welkom geheten. Jezus gaf christenen de waarschuwing: „Men [zal] u overleveren aan verdrukking en u doden, en gij zult ter wille van mijn naam voorwerpen van haat zijn voor alle natiën” (Mattheüs 24:9). In een commentaar op dit vers schreef de Ierse geestelijke John R. Cotter in 1817: „Hun pogingen om het leven van mensen door hun prediking te verbeteren, zouden in plaats van mensen dankbaar te stemmen, hen ertoe brengen de discipelen te haten en te vervolgen omdat zij hun ondeugden aan de kaak stelden.” Zulke vervolgers ’aanvaarden de liefde voor de waarheid niet, opdat zij gered zouden worden’. Derhalve „laat God . . . een werking van dwaling tot hen gaan, zodat zij geloof gaan hechten aan de leugen, opdat zij allen geoordeeld worden omdat zij de waarheid niet hebben geloofd maar behagen hebben geschept in onrechtvaardigheid”. — 2 Thessalonicenzen 2:10-12.

6. Welke begeerten dient een christen niet aan te kweken?

6 De apostel Johannes vermaant christenen die in deze vijandige wereld leven: „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld. . . . Alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld” (1 Johannes 2:15, 16). Met het woord „alles” sluit Johannes niets uit. Derhalve mogen wij geen begeerte aankweken voor ook maar iets wat deze wereld te bieden heeft waardoor wij ons van de waarheid zouden kunnen afwenden. Acht slaan op Johannes’ raad zal een krachtige invloed op ons leven uitoefenen. Hoe?

7. Hoe worden rechtgeaarde personen door een kennis van de waarheid gemotiveerd?

7 Gedurende het jaar 2001 hebben Jehovah’s Getuigen elke maand wereldwijd meer dan vier en een half miljoen huisbijbelstudies geleid en afzonderlijke personen en groepen in de goddelijke vereisten voor het leven onderricht. Als gevolg hiervan werden er 263.431 personen gedoopt. Het licht der waarheid werd kostbaar voor deze nieuwe discipelen, en zij hebben de slechte omgang en de immorele, godonterende praktijken die in deze wereld hoogtij vieren, de rug toegekeerd. Sinds zij gedoopt zijn, zijn zij naar de door Jehovah vastgestelde maatstaven voor alle christenen blijven leven (Efeziërs 5:5). Is de waarheid zo kostbaar voor u?

Jehovah zorgt voor ons

8. Hoe reageert Jehovah op onze opdracht, en waarom is het verstandig ’eerst het koninkrijk te zoeken’?

8 Ondanks onze onvolmaaktheden aanvaardt Jehovah onze opdracht goedgunstig en buigt zich als het ware diep neer om ons tot zich te trekken. Daarbij onderwijst hij ons om onze doeleinden en verlangens op een hoger plan te brengen (Psalm 113:6-8). Terzelfder tijd staat Jehovah ons toe een persoonlijke band met hem te hebben en belooft hij voor ons te zorgen als wij ’het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid eerst blijven zoeken’. Als wij dit doen en onszelf geestelijk beschermen, belooft hij: „Al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd.” — Mattheüs 6:33.

9. Wie is „de getrouwe en beleidvolle slaaf”, en hoe zorgt Jehovah voor ons door gebruik te maken van deze „slaaf”?

9 Jezus Christus koos zijn twaalf apostelen uit en legde het fundament voor de gemeente van gezalfde christenen die „het Israël Gods” werd genoemd (Galaten 6:16; Openbaring 21:9, 14). Deze werd later beschreven als ’de gemeente van de levende God, een pilaar en ondersteuning van de waarheid’ (1 Timotheüs 3:15). Jezus duidde leden van die gemeente aan als „de getrouwe en beleidvolle slaaf” en als „de getrouwe, de beleidvolle beheerder”. Die getrouwe dienstknecht, zei Jezus, zou er verantwoordelijk voor zijn om christenen „te rechter tijd hun mate van voedselbenodigdheden te . . . geven” (Mattheüs 24:3, 45-47; Lukas 12:42). Zonder voedsel zouden wij van honger omkomen. Zonder geestelijk voedsel tot ons te nemen, worden wij eveneens zwak en sterven geestelijk. Derhalve is het bestaan van „de getrouwe en beleidvolle slaaf” nog een bewijs dat Jehovah voor ons zorgt. Mogen wij altijd veel waarde hechten aan de kostbare geestelijke voorzieningen die door deze „slaaf” voor ons getroffen zijn. — Mattheüs 5:3.

10. Waarom is het uiterst belangrijk dat wij geregeld aanwezig zijn op vergaderingen?

10 Geestelijk voedsel in ons opnemen houdt persoonlijke studie in. Het houdt ook in dat wij met andere christenen omgaan en gemeentevergaderingen bezoeken. Kunt u zich nog precies herinneren wat u zes maanden of zelfs zes weken geleden gegeten hebt? Waarschijnlijk niet. Niettemin heeft wat u ook gegeten mag hebben, u van de noodzakelijke voeding voorzien om u in leven te houden. En waarschijnlijk hebt u sindsdien soortgelijk voedsel gegeten. Hetzelfde geldt voor geestelijk voedsel dat op onze christelijke vergaderingen wordt verschaft. Misschien herinneren wij ons niet tot in de kleinste bijzonderheden wat wij op de vergaderingen hebben gehoord. En soortgelijke inlichtingen zijn waarschijnlijk meer dan eens verschaft. Toch is het nog altijd geestelijk voedsel, uiterst belangrijk voor ons welzijn. Onze vergaderingen voorzien altijd in goede geestelijke voeding die te rechter tijd wordt opgediend.

11. Welke verplichtingen hebben wij wanneer wij christelijke vergaderingen bezoeken?

11 Het bezoeken van christelijke vergaderingen legt ook een verantwoordelijkheid op ons. Christenen worden vermaand ’elkaar aan te moedigen’ en medeleden van de gemeente „tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen”. Het is geloofversterkend voor ons individueel en aanmoedigend voor anderen wanneer wij ons op alle christelijke vergaderingen voorbereiden, daar aanwezig zijn en er een aandeel aan hebben (Hebreeën 10:23-25). Net als jonge kinderen die kieskeurig kunnen zijn ten aanzien van voedsel, moeten sommigen misschien voortdurend aangemoedigd worden om geestelijke voeding tot zich te nemen (Efeziërs 4:13). Het is liefdevol om, indien nodig, die aanmoediging te geven zodat zulke personen zich tot rijpe christenen kunnen ontwikkelen, over wie de apostel Paulus schreef: „Vast voedsel behoort . . . bij rijpe mensen, bij hen die door gebruik hun waarnemingsvermogen hebben geoefend om zowel goed als kwaad te onderscheiden.” — Hebreeën 5:14.

Geestelijke zorg aan onszelf besteden

12. Wie is er uiteindelijk voor verantwoordelijk dat wij in de waarheid blijven? Leg dit uit.

12 Onze huwelijkspartner of onze ouders kunnen ons in de weg der waarheid aanmoedigen. Zo kunnen ook gemeenteouderlingen ons weiden als een deel van de kudde die aan hun zorg is toevertrouwd (Handelingen 20:28). Maar bij wie ligt de uiteindelijke verantwoordelijkheid als wij in onze op de waarheid gebaseerde levenswijze willen volharden? In feite rust de verantwoordelijkheid op elk van ons. En dat geldt zowel onder normale omstandigheden als in moeilijke tijden. Beschouw het volgende voorval eens.

13, 14. Hoe kunnen wij, zoals geïllustreerd wordt door een ervaring over een lam, de benodigde geestelijke hulp krijgen?

13 In Schotland waren enkele jonge lammeren aan het grazen in een weide toen een daarvan afdwaalde naar een heuvelhelling, naar beneden viel en op een uitspringende rand terechtkwam. Het raakte niet gewond, maar was bang en kon niet terugklimmen. Dus begon het klagend te blaten. Zijn moeder hoorde het en begon ook te blaten, totdat de herder kwam en het jonge lam in veiligheid bracht.

14 Merk de volgorde van gebeurtenissen op. Het lam riep om hulp, de ooi voegde haar stem bij zijn geblaat en de gealarmeerde herder kwam onmiddellijk in actie om het te redden. Als een zeer jong dier en zijn moeder gevaar kunnen onderkennen en onmiddellijk om hulp roepen, zouden wij dan niet hetzelfde moeten doen als wij geestelijk gesproken struikelen of voor onverwachte gevaren uit Satans wereld komen te staan? (Jakobus 5:14, 15; 1 Petrus 5:8) Ja, vooral wanneer het ons aan ervaring ontbreekt, hetzij omdat wij jong zijn of omdat wij betrekkelijk nieuw in de waarheid zijn.

Goddelijke leiding volgen schenkt geluk

15. Hoe voelde een vrouw zich toen zij met de christelijke gemeente begon om te gaan?

15 Beschouw eens de waarde van bijbels inzicht en de vrede des geestes die het schenkt aan degenen die de God der waarheid dienen. Een zeventigjarige vrouw die haar hele leven de Anglicaanse Kerk had bezocht, stemde toe in een persoonlijke bijbelstudie met een van Jehovah’s Getuigen. Zij kwam spoedig te weten dat de naam van God Jehovah is en zei ook „Amen” op de innige openbare gebeden in de plaatselijke Koninkrijkszaal. Heel gevoelvol zei ze: „In plaats van God voor te stellen als iemand die zo hoog boven ons, gewone mensen, verheven is, schijnen jullie hem rechtstreeks in ons midden te brengen als een geliefde vriend. Dit heb ik nog nooit eerder meegemaakt.” Waarschijnlijk zal die dierbare geïnteresseerde nooit de eerste indruk vergeten die de waarheid op haar heeft gemaakt. Mogen ook wij nooit vergeten hoe kostbaar de waarheid voor ons was toen wij haar in het begin aanvaardden.

16. (a) Wat zou er kunnen gebeuren als wij het verdienen van geld tot ons voornaamste doel maken? (b) Hoe kunnen wij waar geluk vinden?

16 Velen geloven dat als zij meer geld hadden, zij gelukkiger zouden zijn. Maar als wij geld verdienen tot ons voornaamste doel in het leven maken, kunnen wij ons „kwellingen zonder tal” op de hals halen (1 Timotheüs 6:10, Willibrordvertaling). Beschouw eens hoe velen loterijbriefjes kopen, geld uitgeven in casino’s, of roekeloos op de aandelenmarkt speculeren en ervan dromen veel geld te verdienen. Zeer, zeer weinigen krijgen de rijkdom waar zij op hopen. En vaak ontdekken zelfs degenen bij wie dat wel het geval is, dat hun plotselinge rijkdom geen geluk schenkt. Integendeel, blijvend geluk spruit voort uit het doen van Jehovah’s wil en het samenwerken met de christelijke gemeente onder leiding van Jehovah’s heilige geest en met de hulp van zijn engelen (Psalm 1:1-3; 84:4, 5; 89:15). Wanneer wij dit doen, komen er misschien onverwachte zegeningen op onze weg. Is de waarheid u kostbaar genoeg om u zulke zegeningen deelachtig te laten zijn?

17. Wat onthult het feit dat Petrus bij Simon, een leerlooier, verbleef over de houding van de apostel?

17 Beschouw eens een ervaring die de apostel Petrus opdeed. In het jaar 36 G.T. ondernam hij een zendingsreis naar de Vlakte van Saron. Hij deed Lydda aan, waar hij de verlamde Eneas genas en vervolgde daarna zijn reis naar de havenstad Joppe. Daar wekte hij Dorkas op. Handelingen 9:43 vertelt ons: „Nog heel wat dagen bleef hij in Joppe bij een zekere Simon, een leerlooier.” Deze vluchtige vermelding onthult Petrus’ onbevooroordeelde houding toen hij de mensen in die stad diende. Hoe dat zo? De bijbelgeleerde Frederic W. Farrar schrijft: „Geen enkele onverzettelijke volgeling van de mondelinge [Mozaïsche] wet zou ertoe gebracht hebben kunnen worden in het huis van een leerlooier te verblijven. Het dagelijkse contact met de huiden en karkassen van verschillende dieren dat wegens dit beroep noodzakelijk was, en de materialen die erbij vereist waren, maakten het onrein en walgelijk in de ogen van alle starre legalisten.” Zelfs als Simons „huis aan de zee” niet aan zijn looierij grensde, oefende Simon ’een beroep [uit] waarop met afkeer werd neergezien en waardoor het zelfrespect van allen die het ter hand namen vaak daalde’, zegt Farrar. — Handelingen 10:6.

18, 19. (a) Waarom was Petrus van zijn stuk gebracht door een visioen dat hij kreeg? (b) Welke onverwachte zegen viel Petrus ten deel?

18 De onbevooroordeelde Petrus aanvaardde Simons gastvrijheid, en daar ontving Petrus onverwachte, goddelijke leiding. Hij zag een visioen waarin hij het gebod ontving om schepselen te eten die volgens de joodse wet onrein waren. Petrus protesteerde dat hij nog nooit „iets [had] gegeten wat verontreinigd en onrein was”. Maar driemaal werd tot hem gezegd: „De dingen die God heeft gereinigd, moogt gij niet langer verontreinigd noemen.” Het is begrijpelijk dat „Petrus bij zichzelf in grote verlegenheid verkeerde wat toch wel de betekenis mocht zijn van het visioen dat hij had gezien”. — Handelingen 10:5-17; 11:7-10.

19 Petrus wist niet dat een niet-jood genaamd Cornelius de voorgaande dag in Cesarea, vijftig kilometer verderop, ook een visioen had gehad. Jehovah’s engel had Cornelius de opdracht gegeven knechten te sturen om Petrus in het huis van Simon, de leerlooier, te vinden. Cornelius zond zijn knechten naar Simons huis, en Petrus ging met hen mee naar Cesarea. Daar predikte hij tot Cornelius en diens bloedverwanten en vrienden. Dientengevolge werden zij de eerste onbesneden niet-joodse gelovigen die de heilige geest ontvingen als Koninkrijkserfgenamen. Hoewel de mannen onbesneden waren, werden allen die Petrus’ woorden hoorden gedoopt. Hierdoor werd de weg geopend voor mensen uit de natiën, die van joods standpunt uit als onrein werden bezien, om leden van de christelijke gemeente te worden (Handelingen 10:1-48; 11:18). Wat een buitengewoon voorrecht voor Petrus — allemaal omdat de waarheid kostbaar voor hem was en hem ertoe bracht acht te slaan op de van Jehovah afkomstige leiding en in geloof te handelen!

20. Welke goddelijke steun krijgen wij wanneer wij de waarheid de eerste plaats in ons leven toekennen?

20 Paulus geeft de aansporing: „Laten wij . . ., de waarheid sprekend, door liefde opgroeien in alle dingen in hem die het hoofd is, Christus” (Efeziërs 4:15). Ja, de waarheid zal ons nu ongeëvenaard geluk schenken als wij haar de eerste plaats in ons leven toekennen en toestaan dat Jehovah door middel van zijn heilige geest onze schreden leidt. Houd ook in gedachte dat de heilige engelen ons in ons predikingswerk steunen (Openbaring 14:6, 7; 22:6). Wat zijn wij bevoorrecht dat wij zo’n hulp hebben in het werk dat Jehovah ons heeft opgedragen! Wanneer wij onze rechtschapenheid bewaren, zal dit ons ertoe brengen Jehovah, de God der waarheid, tot in alle eeuwigheid te loven. Zou er iets kostbaarder kunnen zijn? — Johannes 17:3.

Wat hebben wij geleerd?

• Waarom aanvaarden velen de waarheid niet?

• Hoe dienen christenen de dingen van Satans wereld te bezien?

• Wat dient onze houding ten aanzien van vergaderingen te zijn, en waarom?

• Welke verantwoordelijkheid hebben wij om geestelijke zorg aan onszelf te besteden?

[Studievragen]

[Kaart/Illustratie op blz. 18]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

GROTE ZEE

Cesarea

VLAKTE VAN SARON

Joppe

Lydda

Jeruzalem

[Illustratie]

Petrus volgde goddelijke leiding en oogstte onverwachte zegeningen

[Verantwoording]

Map: Mountain High Maps® Copyright © 1997 Digital Wisdom, Inc.

[Illustratie op blz. 13]

Jezus legde getuigenis af van de waarheid

[Illustratie op blz. 15]

Net als letterlijk voedsel is geestelijk voedsel uiterst belangrijk voor ons welzijn