Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Gods wetten zijn tot ons nut

Gods wetten zijn tot ons nut

Gods wetten zijn tot ons nut

„Waarlijk, hoe lief heb ik uw wet!” — PSALM 119:97.

1. Wat is de overheersende zienswijze ten aanzien van gehoorzaamheid aan Gods wetten?

GODS wetten gehoorzamen is in deze tijd niet populair. Voor velen schijnt het zinloos te zijn zich naar een onzichtbare hogere autoriteit te schikken. Wij leven in een tijd van moreel relativisme, van vervaagde grenzen tussen goed en kwaad, en van enorme grijze vlakken (Spreuken 17:15; Jesaja 5:20). In een onlangs gehouden onderzoek dat de algemene denkwijze in veel geseculariseerde samenlevingen weerspiegelt, werd opgemerkt dat „de meeste Amerikanen voor zichzelf willen bepalen wat juist, goed en zinvol is”. Zij geven de voorkeur aan „een toegevende God. Kiezen voor soepele regels. Willen geen krachtige superieuren die er een morele overtuiging of een andere overtuiging op na houden.” Een socioloog merkte op dat in deze tijd „van personen wordt verwacht dat zij zelf bepalen wat het betekent om een goed en deugdzaam leven te leiden”. Hij vervolgde: „Elke vorm van hogere autoriteit moet zijn geboden aan de behoeften van normale mensen aanpassen.”

2. Hoe houdt de eerste vermelding van het woord wet in de bijbel nauw verband met Gods zegen en goedkeuring?

2 Aangezien zo velen de waarde van Jehovah’s wetten in twijfel trekken, dienen wij onze overtuiging te versterken dat Gods maatstaven ons baat verschaffen. Het is interessant het verslag te beschouwen waarin het woord wet voor het eerst in de bijbel wordt genoemd. In Genesis 26:5 lezen wij Gods woorden: ’Abraham heeft zijn plichten jegens mij, mijn geboden, mijn inzettingen en mijn wetten steeds in acht genomen.’ Deze woorden werden eeuwen voordat Jehovah een gedetailleerd wetsstelsel aan Abrahams nakomelingen gaf, geuit. Hoe beloonde God Abrahams gehoorzaamheid, waartoe ook het gehoorzamen van Zijn wetten behoorde? Jehovah God beloofde hem: „Door bemiddeling van uw zaad zullen alle natiën der aarde zich stellig zegenen” (Genesis 22:18). Gehoorzaamheid aan Gods wetten houdt derhalve nauw verband met Gods zegen en goedkeuring.

3. (a) Welke gevoelens ten aanzien van Jehovah’s wet bracht één psalmist tot uitdrukking? (b) Welke vragen verdienen onze aandacht?

3 Een van de psalmisten — waarschijnlijk een vorst van Juda en een toekomstige koning — bracht een gevoel tot uitdrukking dat gewoonlijk niet met een wet in verband wordt gebracht. Hij richtte zich tot God en riep uit: „Waarlijk, hoe lief heb ik uw wet!” (Psalm 119:97) Dit was niet louter een emotionele uitbarsting. Het was een uiting van liefde voor Gods wil zoals die in zijn wet wordt uiteengezet. Jezus Christus, de volmaakte Zoon van God, had soortgelijke gevoelens. Jezus wordt profetisch beschreven als iemand die zei: „In het doen van uw wil, o mijn God, heb ik behagen geschept, en uw wet is in mijn inwendige delen” (Psalm 40:8; Hebreeën 10:9). Hoe staat het er met ons voor? Scheppen wij behagen in het doen van Gods wil? Zijn wij ervan overtuigd dat Jehovah’s wetten nuttig zijn en voordelen afwerpen? Welke plaats neemt gehoorzaamheid aan Gods wetten in onze aanbidding, in ons dagelijks leven, in onze besluitvorming en in onze verhouding met anderen in? Om Gods wet lief te hebben, doen wij er goed aan te begrijpen waarom God het recht heeft wetten uit te vaardigen en op de naleving ervan toe te zien.

Jehovah — De rechtmatige Wetgever

4. Waarom is Jehovah de opperste, rechtmatige Wetgever?

4 Als de Schepper is Jehovah de opperste, rechtmatige Wetgever in het universum (Openbaring 4:11). De profeet Jesaja zei: „Jehovah is onze Wetgever” (Jesaja 33:22). Hij heeft de natuurwetten uitgevaardigd die de bezielde en onbezielde schepping beheersen (Job 38:4-38; 39:1-12; Psalm 104:5-19). Als een schepping van God is de mens aan Jehovah’s natuurwetten onderworpen. En hoewel de mens een vrije wil heeft en over een eigen redenatievermogen beschikt, is hij alleen gelukkig wanneer hij zich aan Gods wetten inzake moraal en aanbidding onderwerpt. — Romeinen 12:1; 1 Korinthiërs 2:14-16.

5. Hoe geldt het beginsel in Galaten 6:7 voor Gods wetten?

5 Zoals wij weten, zijn Jehovah’s natuurwetten onverbrekelijk (Jeremia 33:20, 21). Wie in strijd met de een of andere natuurwet handelt, zoals de wet van de zwaartekracht, ondervindt de gevolgen hiervan. Evenzo zijn de morele wetten van God onveranderlijk en kunnen niet ongestraft ontdoken of overtreden worden. Er wordt net zo krachtig de hand aan gehouden als aan zijn natuurwetten, hoewel de gevolgen misschien niet altijd ogenblikkelijk te zien zijn. „God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten.” — Galaten 6:7; 1 Timotheüs 5:24.

De reikwijdte van Jehovah’s wet

6. Hoe veelomvattend zijn Gods wetten?

6 Een buitengewone uitdrukking van de goddelijke wet was de wet van Mozes (Romeinen 7:12). Mettertijd verving Jehovah God de Mozaïsche wet door „de wet van de Christus” * (Galaten 6:2; 1 Korinthiërs 9:21). Als christenen die onder „de volmaakte wet, die tot de vrijheid behoort” staan, begrijpen wij dat God zijn richtlijnen niet beperkt tot bepaalde aspecten van ons leven, zoals leerstellige geloofsovertuigingen of ceremoniële riten. Zijn maatstaven zijn van toepassing op alle aspecten van het leven, met inbegrip van gezinsaangelegenheden, onze manier van zakendoen, ons gedrag ten opzichte van personen van het andere geslacht, onze houding ten opzichte van medechristenen en onze deelname aan de ware aanbidding. — Jakobus 1:25, 27.

7. Geef voorbeelden van belangrijke wetten van God.

7 De bijbel zegt bijvoorbeeld: „Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden, noch mannen die bij mannen liggen, noch dieven, noch hebzuchtige personen, noch dronkaards, noch beschimpers, noch afpersers zullen Gods koninkrijk beërven” (1 Korinthiërs 6:9, 10). Ja, overspel en hoererij zijn niet louter „liefdesaffaires”. Homoseksuele handelingen zijn niet slechts een „alternatieve levensstijl”. Ze zijn in strijd met Jehovah’s wet. En dit geldt ook voor bijvoorbeeld stelen, liegen en laster (Psalm 101:5; Kolossenzen 3:9; 1 Petrus 4:15). Jakobus veroordeelde snoeven, terwijl Paulus ons de raad gaf dwaas gepraat en ontuchtig gescherts te vermijden (Efeziërs 5:4; Jakobus 4:16). Voor christenen behoren al deze gedragsregels tot de volmaakte wet van God. — Psalm 19:7.

8. (a) Wat is de aard van Jehovah’s wet? (b) Welke grondbetekenis ligt er opgesloten in het Hebreeuwse woord voor „wet”?

8 Zulke fundamentele voorschriften in Jehovah’s Woord onthullen dat zijn wet veel meer is dan louter een lijst van strenge, wettische inzettingen. Ze vormt de basis voor een evenwichtig, productief leven, waarbij alle aspecten van het gedrag ten goede beïnvloed worden. Gods wet is opbouwend, ethisch en leerzaam (Psalm 119:72). Het door de psalmist gebruikte woord „wet” is een vertaling van het Hebreeuwse woord tō·rahʹ. Een bijbelgeleerde zegt: „Dit woord is afgeleid van een werkwoord dat voorschrijven, leiden, richten, naar voren schieten betekent. Het . . . moet derhalve op een gedragsregel duiden.” Voor de psalmist was de wet een geschenk van God. Dienen wij de wet niet net zo te bezien en haar ons levenspatroon te laten vormen?

9, 10. (a) Waarom hebben wij betrouwbare leiding nodig? (b) Hoe alleen kunnen wij een aangenaam en succesvol leven leiden?

9 Alle schepselen hebben betrouwbare leiding en raad nodig. Dit geldt voor Jezus en andere engelen, die hoger zijn dan mensen (Psalm 8:5; Johannes 5:30; 6:38; Hebreeën 2:7; Openbaring 22:8, 9). Als deze volmaakte schepselen voordeel kunnen trekken van Gods leiding, hoeveel te meer geldt dit dan voor onvolmaakte mensen! De menselijke geschiedenis en onze persoonlijke ervaring hebben de waarheid aangetoond van de door de profeet Jeremia gedane opmerking: „Ik weet heel goed, o Jehovah, dat het niet aan de aardse mens is zijn weg te bepalen. Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten.” — Jeremia 10:23.

10 Als wij een aangenaam en succesvol leven willen leiden, moeten wij voor leiding naar God opzien. Koning Salomo erkende het gevaar dat bestond wanneer men overeenkomstig persoonlijke maatstaven zou leven, zonder goddelijke leiding: „Er bestaat een weg die recht is voor het aangezicht van een man, maar de wegen van de dood zijn er naderhand het einde van.” — Spreuken 14:12.

Redenen om Jehovah’s wet dierbaar te achten

11. Waarom dienen wij het verlangen te hebben Gods wet te begrijpen?

11 Wij doen er goed aan een oprecht verlangen aan te kweken om Jehovah’s wet te begrijpen. De psalmist gaf uiting aan zo’n intens verlangen toen hij zei: „Ontsluier mijn ogen, opdat ik de wonderbare dingen uit uw wet moge zien” (Psalm 119:18). Hoe meer wij over God en zijn wegen te weten komen, hoe dieper ons begrip zal zijn van de waarheid van Jesaja’s woorden: „Ik, Jehovah, ben uw God, die u leert uzelf baat te verschaffen, die u doet treden op de weg die gij dient te bewandelen. O indien gij slechts werkelijk aandacht aan mijn geboden zoudt schenken!” (Jesaja 48:17, 18) Het is Jehovah’s vurige verlangen dat zijn dienstknechten rampspoed vermijden en van het leven genieten door aandacht aan zijn geboden te schenken. Laten wij enkele belangrijke redenen onderzoeken waarom wij Gods wet dienen lief te hebben.

12. Hoe maakt de kennis die Jehovah van ons heeft hem tot de beste Wetgever?

12 Gods wet is afkomstig van Degene die ons het beste kent. Aangezien Jehovah onze Schepper is, is het logisch dat hij mensen door en door zou kennen (Psalm 139:1, 2; Handelingen 17:24-28). Intieme vrienden, bloedverwanten, zelfs ouders kunnen ons niet zo goed kennen als Jehovah. Ja, God kent ons zelfs beter dan wij onszelf kennen! Onze Maker heeft een ongeëvenaard begrip van onze geestelijke, emotionele, mentale en fysieke behoeften. Als hij zijn aandacht op ons richt, geeft hij er blijk van een grondig begrip te hebben van de wijze waarop wij in elkaar zitten, onze verlangens en onze aspiraties. Jehovah begrijpt onze beperkingen, maar hij kent ook het potentieel voor het goede in ons. De psalmist zegt: „Hijzelf weet zeer goed hoe wij zijn gevormd, gedachtig dat wij stof zijn” (Psalm 103:14). Derhalve hebben wij een gevoel van geestelijke zekerheid als wij in zijn wet proberen te wandelen door ons bereidwillig aan zijn leiding te onderwerpen. — Spreuken 3:19-26.

13. Waarom kunnen wij het vaste vertrouwen hebben dat Jehovah onze beste belangen op het oog heeft?

13 Gods wet is afkomstig van Degene die ons liefheeft. God bekommert zich ten zeerste om ons blijvende welzijn. Heeft hij niet met grote kosten voor zichzelf zijn Zoon als „een losprijs in ruil voor velen” gegeven? (Mattheüs 20:28) Heeft Jehovah niet beloofd dat ’hij niet zal toelaten dat wij worden verzocht boven hetgeen wij kunnen dragen’? (1 Korinthiërs 10:13) Verzekert de bijbel ons niet dat hij ’voor ons zorgt’? (1 Petrus 5:7) Er is niemand die er meer liefdevolle belangstelling voor heeft heilzame richtlijnen voor de menselijke schepping te verschaffen dan Jehovah. Hij weet wat goed voor ons is en waar de scheidslijn tussen geluk en verdriet ligt. Hoewel wij onvolmaakt zijn en fouten maken, toont hij als wij rechtvaardigheid nastreven, zijn liefde voor ons op manieren die leven en zegeningen met zich zullen brengen. — Ezechiël 33:11.

14. In welk belangrijk opzicht verschilt Gods wet van menselijke ideeën?

14 Gods wet is geruststellend onveranderlijk. In de woelige tijden waarin wij leven, is Jehovah een rots van stabiliteit, omdat hij van eeuwigheid tot eeuwigheid bestaat (Psalm 90:2). Hij zei over zichzelf: „Ik ben Jehovah; ik ben niet veranderd” (Maleachi 3:6). Gods maatstaven, zoals die in de bijbel staan opgetekend, zijn volledig betrouwbaar — in tegenstelling tot het drijfzand van voortdurend veranderende menselijke ideeën (Jakobus 1:17). Zo zijn psychologen jarenlang voorstanders geweest van toegeeflijkheid in het opvoeden van kinderen, maar later zijn sommige van gedachten veranderd en hebben erkend dat hun raad een vergissing was. Wereldlijke maatstaven en richtlijnen over deze kwestie slingeren heen en weer alsof ze door winden worden gebeukt. Maar Jehovah’s Woord is onwrikbaar. Eeuwenlang heeft de bijbel raad verschaft over de wijze waarop kinderen met liefde moeten worden grootgebracht. De apostel Paulus schreef: „Vaders, irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah grootbrengen” (Efeziërs 6:4). Hoe geruststellend is het te weten dat wij ons op Jehovah’s maatstaven kunnen verlaten; ze zullen niet veranderen!

Zegeningen voor degenen die Gods wetten gehoorzamen

15, 16. (a) Wat zal het gevolg zijn als wij Jehovah’s maatstaven toepassen? (b) Hoe kunnen Gods wetten een deugdelijke gids in het huwelijk blijken te zijn?

15 Bij monde van zijn profeet Jesaja zei God: „Mijn woord dat uit mijn mond uitgaat . . . zal stellig succes hebben” (Jesaja 55:11). Net zo zeker zullen wij, als wij er oprecht naar streven de maatstaven in zijn Woord te volgen, succes hebben, goede dingen tot stand brengen en geluk vinden.

16 Beschouw eens hoe Gods wetten een deugdelijke gids zijn voor een succesvol huwelijk. „Het huwelijk zij eerbaar onder allen”, schreef Paulus, „en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen” (Hebreeën 13:4). Huwelijkspartners dienen respectvol en liefdevol jegens elkaar te zijn: „Laat . . . een ieder van u afzonderlijk zijn vrouw zo liefhebben als zichzelf; de vrouw daarentegen moet diepe achting voor haar man hebben” (Efeziërs 5:33). De soort liefde die nodig is, wordt beschreven in 1 Korinthiërs 13:4-8: „De liefde is lankmoedig en vriendelijk. De liefde is niet jaloers, ze snoeft niet, wordt niet opgeblazen, gedraagt zich niet onbetamelijk, zoekt niet haar eigen belang, wordt niet geërgerd. Ze rekent het kwade niet aan. Ze verheugt zich niet over onrechtvaardigheid, maar verheugt zich met de waarheid. Ze verdraagt alle dingen, gelooft alle dingen, hoopt alle dingen, verduurt alle dingen. De liefde faalt nimmer.” Een huwelijk dat door deze soort van liefde wordt gekenmerkt, zal niet falen.

17. Welke voordelen spruiten voort uit het toepassen van Jehovah’s maatstaven met betrekking tot het gebruik van alcohol?

17 Nog een bewijs dat Jehovah’s maatstaven nuttig zijn, is het feit dat hij dronkenschap veroordeelt. Hij keurt het zelfs af wanneer men zich ’overgeeft aan veel wijn’ (1 Timotheüs 3:3, 8; Romeinen 13:13). Velen die Gods maatstaven in deze kwestie negeren, lijden aan ziekten die door overmatig drinken worden veroorzaakt of verergerd. Sommigen die zich niets aantrekken van de bijbelse raad inzake matigheid, hebben er een gewoonte van gemaakt zwaar te drinken om hierdoor „geholpen te worden zich te ontspannen”. De problemen die voortspruiten uit overmatig drinken zijn vele, met inbegrip van verlies van respect, gespannen gezinsverhoudingen of een uiteengevallen gezin, verkwisting van het inkomen en verlies van werk (Spreuken 23:19-21, 29-35). Vormen Jehovah’s maatstaven met betrekking tot het gebruik van alcohol geen bescherming?

18. Zijn Gods wetten praktisch in financiële aangelegenheden? Leg dit uit.

18 Gods maatstaven zijn ook in financiële aangelegenheden praktisch gebleken. De bijbel spoort christenen ertoe aan eerlijk en ijverig te zijn (Lukas 16:10; Efeziërs 4:28; Kolossenzen 3:23). Omdat veel christenen deze raad opvolgen, hebben zij promotie gemaakt of hun baan behouden terwijl anderen werden ontslagen. Het levert iemand ook financiële voordelen op wanneer hij onschriftuurlijke gewoonten en verslavingen zoals gokken, roken en drugsgebruik vermijdt. U zult ongetwijfeld nog meer voorbeelden kunnen bedenken waaruit blijkt hoe praktisch Gods maatstaven op financieel gebied zijn.

19, 20. Waarom is het verstandig Gods wetten te aanvaarden en eraan vast te houden?

19 Onvolmaakte mensen wijken gemakkelijk van Gods wetten en maatstaven af. Denk eens aan de Israëlieten bij de berg Sinaï. God zei tot hen: „Indien gij mijn stem strikt zult gehoorzamen en mijn verbond inderdaad zult onderhouden, dan zult gij stellig uit alle andere volken mijn speciale bezit worden.” Zij antwoordden: „Alles wat Jehovah gesproken heeft, zijn wij bereid te doen.” Maar wat een tegengestelde handelwijze verkozen zij te volgen! (Exodus 19:5, 8; Psalm 106:12-43) Laten wij in tegenstelling hiermee Gods maatstaven aanvaarden en eraan vasthouden.

20 Het is verstandig en het schenkt geluk wanneer wij stevig vasthouden aan de onvergelijkelijke wetten die Jehovah heeft verschaft om ons te helpen richting aan ons leven te geven (Psalm 19:7-11). Om dit met succes te doen, moeten wij ook de waarde van goddelijke beginselen begrijpen. Dat is het onderwerp van het volgende artikel.

[Voetnoot]

^ ¶6 Zie voor een uitvoerige bespreking van „de wet van de Christus” De Wachttoren van 1 september 1996, blz. 14-24.

Kunt u zich dit herinneren?

• Waarom kunnen wij erop vertrouwen dat Gods wetten tot ons nut zijn?

• Om welke redenen dienen wij Jehovah’s wet lief te hebben?

• In welke opzichten zijn Gods wetten nuttig?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 13]

Abraham werd rijkelijk gezegend omdat hij Jehovah’s wet gehoorzaamde

[Illustraties op blz. 15]

Zorgen van het hedendaagse drukke leven leiden velen af van Gods wet

[Illustratie op blz. 17]

Net als een vuurtoren op een rots is Gods wet bestendig en onveranderlijk