Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Handel naar de richtlijn voor een koning

Handel naar de richtlijn voor een koning

Handel naar de richtlijn voor een koning

’Hij moet voor zich in een boek een afschrift maken van deze wet. En hij moet het voortdurend bij zich hebben, en hij moet er alle dagen van zijn leven in lezen.’ — DEUTERONOMIUM 17:18, 19.

1. Als wie zouden christenen misschien willen zijn?

HET zou waarschijnlijk niet bij u opkomen om uzelf als een koning of een koningin te bezien. Welke getrouwe christen of bijbelstudent zou zich kunnen voorstellen koninklijke autoriteit uit te oefenen, zoals de goede koningen David, Josia, Hizkia of Josafat? Toch kunt en moet u in ten minste één speciaal opzicht als zij zijn. Hoe dan wel? En waarom dient u in dat opzicht als zij te willen zijn?

2, 3. Wat voorzag Jehovah betreffende een menselijke koning, en wat moest zo’n koning doen?

2 In Mozes’ tijd, lang voordat God er zijn goedkeuring aan gaf dat de Israëlieten een menselijke koning kregen, voorzag Hij dat Zijn volk de wens zou gaan koesteren om een koning te hebben. Derhalve inspireerde hij Mozes om toepasselijke instructies in het Wetsverbond op te nemen. Dit waren richtlijnen voor een koning.

3 God zei: „Wanneer gij ten slotte in het land komt dat Jehovah, uw God, u geeft, . . . en gij hebt gezegd: ’Laat mij een koning over mij aanstellen, zoals alle natiën die rondom mij zijn’, dient gij zonder mankeren een koning over u aan te stellen die Jehovah, uw God, zal uitkiezen. . . . En het moet geschieden dat wanneer hij zijn plaats inneemt op de troon van zijn koninkrijk, hij voor zich in een boek een afschrift moet maken van deze wet . . . En hij moet het voortdurend bij zich hebben, en hij moet er alle dagen van zijn leven in lezen, opdat hij moge leren Jehovah, zijn God, te vrezen, om alle woorden van deze wet en deze voorschriften te onderhouden door ze te volbrengen.” — Deuteronomium 17:14-19.

4. Wat hielden Gods richtlijnen voor koningen in?

4 Ja, de koning die Jehovah voor zijn aanbidders zou uitkiezen, moest een persoonlijk afschrift maken van geschriften die we in onze bijbel aantreffen. Vervolgens moest de koning dagelijks, herhaaldelijk, in dat afschrift lezen. Dat was geen geheugenoefening. Het was studie en het had een nuttig doel. De koning die Jehovah’s goedkeuring zou willen genieten, moest zo’n studie maken om de juiste hartentoestand te ontwikkelen en te behouden. Hij moest die geïnspireerde geschriften ook bestuderen om een succesvol, scherpzinnig koning te zijn. — 2 Koningen 22:8-13; Spreuken 1:1-4.

Leer als een koning

5. Welke bijbelgedeelten moest koning David afschrijven en lezen, en hoe dacht hij daarover?

5 Wat zou dat volgens u voor David hebben betekend toen hij koning over Israël werd? Welnu, hij zou een afschrift hebben moeten maken van de boeken van de Pentateuch (Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium). Bedenk eens wat een diepe indruk het op Davids geest en hart gemaakt moet hebben om zijn eigen ogen en handen te gebruiken om een afschrift van de Wet te maken. Waarschijnlijk heeft Mozes ook het boek Job en Psalm 90 en 91 opgetekend. Zou David die ook hebben afgeschreven? Misschien. Hij zal waarschijnlijk tevens de beschikking hebben gehad over de boeken Jozua, Rechters en Ruth. U ziet dus dat koning David een groot deel van de bijbel zou hebben gehad om te lezen en in zich op te nemen. En u hebt reden te geloven dat hij dit inderdaad heeft gedaan, want merk eens op wat hij over Gods Wet zei, zoals dat nu in Psalm 19:7-11 staat.

6. Hoe kunnen we er zeker van zijn dat Jezus, net als zijn voorvader David, belangstelling had voor de Schrift?

6 De Grotere David — Jezus, de Zoon van David — volgde eenzelfde handelwijze. Jezus was gewoon wekelijks naar de synagoge te gaan. Daar hoorde hij de Schrift voorlezen en verklaren. Bovendien las Jezus soms in het openbaar uit Gods Woord voor en zette de toepassing ervan uiteen (Lukas 4:16-21). U kunt gemakkelijk onderscheiden dat hij vertrouwd was met de Schrift. Lees maar eens de evangelieverslagen en merk op hoe vaak Jezus de uitdrukking „er staat geschreven” gebruikte of op andere manieren naar specifieke schriftgedeelten verwees. Jezus deed bijvoorbeeld in zijn Bergrede, zoals die door Mattheüs werd opgetekend, 21 maal een aanhaling uit de Hebreeuwse Geschriften. — Mattheüs 4:4-10; 7:29; 11:10; 21:13; 26:24, 31; Johannes 6:31, 45; 8:17.

7. Hoe verschilde Jezus van de religieuze leiders?

7 Jezus gaf gehoor aan de raad in Psalm 1:1-3: „Gelukkig is de man die niet in de raad der goddelozen heeft gewandeld, . . . maar zijn lust is in de wet van Jehovah, en in diens wet leest hij dag en nacht met gedempte stem. . . . Al wat hij doet, zal gelukken.” Wat een contrast vormde dat met de religieuze leiders in zijn tijd die ’op de stoel van Mozes waren gaan zitten’, maar die „de wet van Jehovah” veronachtzaamden! — Mattheüs 23:2-4.

8. Waarom was het tevergeefs dat de joodse religieuze leiders de bijbel lazen en bestudeerden?

8 Maar sommigen staan misschien vreemd te kijken bij een passage die uitgelegd zou kunnen worden alsof Jezus de studie van de bijbel ontmoedigde. In Johannes 5:39, 40 lezen we wat Jezus tot sommigen in zijn tijd zei: „Gij onderzoekt de Schriften, omdat gij denkt dat gij door middel daarvan eeuwig leven zult hebben; en deze leggen juist getuigenis over mij af. En toch wilt gij niet tot mij komen opdat gij leven moogt hebben.” Door dat commentaar ontmoedigde Jezus zijn joodse toehoorders niet de Schriften te bestuderen. In plaats daarvan stelde hij hun onoprechtheid en hun inconsequente handelwijze aan de kaak. Ze beseften dat de Schriften hen tot eeuwig leven zouden kunnen leiden, maar precies dezelfde Schriften die ze onderzochten, hadden hen ook tot de Messias, Jezus, moeten leiden. Toch weigerden ze hem te aanvaarden. Studie wierp dus geen nut af omdat ze niet oprecht en leergierig waren. — Deuteronomium 18:15; Lukas 11:52; Johannes 7:47, 48.

9. Welk voortreffelijke voorbeeld gaven de apostelen en vroege profeten?

9 Hoe anders was de situatie bij Jezus’ discipelen, met inbegrip van de apostelen! Ze bestudeerden „de heilige geschriften . . . die [iemand] wijs kunnen maken tot redding” (2 Timotheüs 3:15). Hierin waren ze als de vroegere profeten die ’naarstig navraag deden en een nauwkeurig onderzoek instelden’. Deze profeten bezagen dat onderzoek niet als slechts een eenmalige periode van enkele maanden of een jaar intens studeren. De apostel Petrus zegt dat ze vooral alles omtrent de Christus en de heerlijkheden die bij zijn reddende rol voor de mensheid betrokken waren, ’aan een onderzoek bleven onderwerpen’. In zijn eerste brief deed Petrus 34 maal een aanhaling uit tien bijbelboeken. — 1 Petrus 1:10, 11.

10. Waarom dient ieder van ons belangstelling voor bijbelstudie te hebben?

10 Het zorgvuldig bestuderen van Gods Woord was dus duidelijk een bijzondere toewijzing voor de koningen in het oude Israël. Jezus heeft dezelfde handelwijze gevolgd. En het bestuderen ervan was een taak voor degenen die als koningen met Christus in de hemel zouden regeren (Lukas 22:28-30; Romeinen 8:17; 2 Timotheüs 2:12; Openbaring 5:10; 20:6). Het volgen van deze aan koningen gegeven richtlijnen is in deze tijd net zo noodzakelijk voor allen die uitzien naar de zegeningen op aarde onder de Koninkrijksregering. — Mattheüs 25:34, 46.

Een taak voor koningen en voor u

11. (a) Aan welk gevaar met betrekking tot studie staan christenen bloot? (b) Welke vragen dienen we onszelf te stellen?

11 We kunnen met klem en in alle eerlijkheid zeggen dat elke ware christen de bijbel zelf moet onderzoeken. Dat is niet iets wat alleen maar nodig is wanneer u voor het eerst de bijbel met Jehovah’s Getuigen bestudeert. Ieder van ons dient het vaste voornemen te hebben niet te zijn als sommigen in de tijd van de apostel Paulus die na verloop van tijd persoonlijke studie verwaarloosden. Ze hadden „de elementaire dingen van de heilige uitspraken Gods”, zoals „de grondleer over de Christus”, geleerd. Toch volhardden ze niet in hun persoonlijke studie en ’gingen dus niet tot rijpheid voort’ (Hebreeën 5:12–6:3). Derhalve kunnen we ons afvragen: ’Hoe denk ik over persoonlijke studie van Gods Woord, of ik nu kort of lang met de christelijke gemeente verbonden ben? Paulus bad dat christenen in zijn tijd zouden blijven „toenemen in de nauwkeurige kennis van God”. Toon ik dat ik hetzelfde verlangen heb?’ — Kolossenzen 1:9, 10.

12. Waarom is een groeiende liefde voor Gods Woord belangrijk?

12 Een belangrijke factor om goede studiegewoonten te hebben, is dat u liefde voor Gods Woord aankweekt. Psalm 119:14-16 wijst op een geregelde, zinvolle overdenking van Gods Woord als een middel waardoor u er behagen in gaat scheppen. Ook hier geldt dat u dat beslist moet blijven doen, ongeacht hoe lang u al een christen bent. Haal u, om dit feit te beklemtonen, het voorbeeld van Timotheüs eens voor de geest. Hoewel deze christelijke ouderling reeds als „een voortreffelijk soldaat van Christus Jezus” diende, spoorde Paulus hem ertoe aan zijn uiterste best te doen om ’het woord der waarheid juist te hanteren’ (2 Timotheüs 2:3, 15; 1 Timotheüs 4:15). Het is duidelijk dat uw „uiterste best” doen, betekent goede studiegewoonten te hebben.

13. (a) Hoe zou er meer tijd voor bijbelstudie ingeruimd kunnen worden? (b) Welke veranderingen kunt u aanbrengen om tijd voor studie te winnen?

13 Een stap tot goede studiegewoonten is geregeld tijd opzij te zetten voor bijbelstudie. Hoe hebt u het er in dit opzicht afgebracht? Wat uw eerlijke antwoord ook moge zijn, denkt u dat u er profijt van zou trekken meer tijd aan persoonlijke studie te besteden? ’Hoe zou ik daar tijd voor kunnen vrijmaken?’, vraagt u zich wellicht af. Welnu, sommigen hebben meer tijd voor doeltreffende bijbelstudie gemaakt door ’s morgens wat vroeger op te staan. Ze lezen misschien 15 minuten in de bijbel of werken aan een persoonlijk studieproject. Wat valt er, als nog een mogelijkheid, te zeggen over het maken van een kleine verandering in uw wekelijkse schema? Als u bijvoorbeeld de gewoonte hebt om de meeste dagen de krant te lezen of naar het avondnieuws op de televisie te kijken, zou het dan mogelijk zijn dat slechts één dag per week over te slaan? U zou de tijd op die dag kunnen gebruiken voor meer bijbelstudie. Wanneer u een dag niet naar het nieuws zou luisteren of kijken maar een periode van ongeveer 30 minuten aan persoonlijke studie zou besteden, zou u 25 uur per jaar aan studietijd winnen. Denkt u zich eens in welk nut 25 uur extra bijbellezen of -studie zou hebben! Hier is nog een suggestie: Analyseer de volgende week eens aan het einde van elke dag wat u die dag hebt gedaan. Kijk eens of u iets kunt vinden dat achterwege gelaten of beperkt zou kunnen worden om tijd te kunnen inlassen voor meer bijbellezen of -studie. — Efeziërs 5:15, 16.

14, 15. (a) Waarom zijn doeleinden belangrijk wanneer het op persoonlijke studie aankomt? (b) Wat zijn mogelijke doeleinden met betrekking tot bijbellezen?

14 Wat zal studeren gemakkelijker, aantrekkelijker, voor u maken? Doeleinden. Welke redelijke studiedoeleinden zou u zich kunnen stellen? Voor velen is een loffelijk eerste streven om de hele bijbel te lezen. Misschien hebt u tot dusver weleens gedeelten van de bijbel gelezen en daar baat bij gehad. Zou u het nu tot uw vaste voornemen kunnen maken de hele bijbel te lezen? Om dat te bereiken, zou u zich eerst ten doel kunnen stellen de vier evangeliën te lezen, en vervolgens bijvoorbeeld de rest van de christelijke Griekse Geschriften te lezen. Als u eenmaal de eruit voortvloeiende voldoening en voordelen hebt gesmaakt, kan het volgende doel een geleidelijk doorlezen van de boeken van Mozes en de historische boeken tot en met het boek Esther zijn. Als u dat hebt gedaan, zult u zien dat het praktisch is de rest van de bijbel uit te lezen. Een vrouw die ongeveer 65 jaar was toen ze een christen werd, schreef op de binnenkant van de omslag van haar bijbel de datum toen ze hem begon door te lezen en later de datum toen ze ermee klaar was. Ze heeft nu vijf paar datums! (Deuteronomium 32:45-47) En in plaats dat ze van een computerscherm of print las, had ze de bijbel in haar handen.

15 Sommigen die de hele bijbel reeds hebben gelezen, hebben andere stappen ondernomen om hun zich voortzettende studie steeds productiever en lonender te maken. Eén manier is om eerst geselecteerd studiemateriaal door te nemen alvorens elk opeenvolgend bijbelboek te lezen. In De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig” en Inzicht in de Schrift kan men uitstekende inlichtingen vinden over het historische raamwerk, de stijl en de mogelijke voordelen van elk bijbelboek. *

16. Het volgen van welk voorbeeld met betrekking tot bijbelstudie dienen we te vermijden?

16 Vermijd tijdens uw studie de benadering die vaak door zogenaamde bijbelgeleerden wordt gebruikt. Ze concentreren zich buitensporig op het analyseren van teksten alsof de bijbel van menselijke oorsprong zou zijn. Sommigen trachten elk boek te zien als voor een bepaalde lezersgroep bestemd, of proberen te bedenken wat de menselijke schrijver van elk bijbelboek ermee beoogde en wat zijn veronderstelde gezichtspunt was. De uitwerking van zo’n menselijke redenatie kan zijn dat bijbelboeken tot louter geschiedenis worden gedegradeerd of worden bezien als een weerspiegeling van een evolutionaire ontwikkeling van religie. Andere geleerden wijden zich geheel aan het bestuderen van woorden, zoals de filologie van bijbelse lectuur. Ze houden zich meer bezig met het bestuderen van de oorsprong van woorden en het citeren van Hebreeuwse en Griekse betekenissen dan met de draagwijdte van Gods boodschap. Denkt u dat zulke benaderingen een diep en motiverend geloof zouden overdragen? — 1 Thessalonicenzen 2:13.

17. Waarom dienen we de bijbel te bezien als een boek dat een boodschap voor allen bevat?

17 Zijn de conclusies van de geleerden altijd even deugdelijk? Is het waar dat elk bijbelboek slechts één centraal onderwerp heeft of op slechts één bepaalde lezersgroep gericht is? (1 Korinthiërs 1:19-21) Het is een feit dat de boeken van Gods Woord een duurzame waarde hebben voor mensen van alle leeftijden en achtergronden. Zelfs al was een boek aanvankelijk gericht tot één persoon, zoals tot Timotheüs of Titus, of tot een specifieke groep zoals tot de Galaten of de Filippenzen, dan kunnen en moeten we allen toch deze boeken bestuderen. Ze zijn belangrijk voor eenieder van ons, en een bepaald boek kan veel thema’s behandelen en veel lezers tot nut strekken. Ja, de boodschap van de bijbel is universeel en dit helpt ons te begrijpen waarom ze in de talen van mensen over de hele aarde is vertaald. — Romeinen 15:4.

Voordelen voor u en voor anderen

18. Wat dient u te bedenken als u Gods Woord leest?

18 Als u studeert, zult u het zeer nuttig vinden om te proberen de bijbel te begrijpen alsook te trachten de juiste onderlinge samenhang van alle afzonderlijke factoren te zien (Spreuken 2:3-5; 4:7). Wat Jehovah door middel van zijn Woord heeft geopenbaard, sluit nauw aan bij zijn voornemen. Breng dus terwijl u leest, de feiten en de raad daarmee in verband. U kunt erover nadenken hoe een voorval, een gedachte of een profetie verband houdt met Jehovah’s voornemen. Vraag u af: ’Wat vertelt dit me over Jehovah? Hoe is het van invloed op Gods voornemen dat door middel van zijn koninkrijk verwezenlijkt wordt?’ U zou ook kunnen bedenken: ’Hoe kan ik deze inlichtingen gebruiken? Kan ik ze aanwenden om anderen aan de hand van de Schrift te onderwijzen of raad te geven?’ — Jozua 1:8.

19. Wie trekt er voordeel van wanneer u anderen vertelt wat u leert? Leg dit uit.

19 Zich om anderen bekommeren is ook in een ander opzicht nuttig. Terwijl u de bijbel leest en bestudeert, zult u nieuwe dingen leren en nieuwe inzichten verwerven. Probeer deze op te nemen in opbouwende gesprekken met uw gezinsleden of anderen. Als u dit op gepaste tijden en bescheiden doet, zullen zulke besprekingen ongetwijfeld lonend zijn. Wanneer u oprecht en enthousiast vertelt wat u hebt geleerd of welke aspecten u interessant vond, zal deze informatie waarschijnlijk meer indruk maken op anderen. Meer dan dat, we zullen hier zelf baat bij vinden. In welk opzicht? Deskundigen hebben opgemerkt dat een persoon langer zal onthouden wat hij heeft geleerd of bestudeerd als hij het, terwijl hij het nog vers in zijn geheugen heeft, gebruikt of herhaalt, zoals wanneer hij het aan anderen vertelt. *

20. Waarom is het nuttig herhaaldelijk de bijbel te lezen?

20 Elke keer dat u een bijbelboek doorleest, zult u beslist nieuwe informatie opdoen. U zult onder de indruk zijn van passages die u voordien niet zoveel zeiden. Ze zullen een nieuwe betekenis krijgen. Dit dient te onderstrepen dat de boeken van de bijbel, in plaats van eenvoudig menselijke lectuur, schatten zijn, passend voor uw geregelde studie en tot uw nut. Bedenk dat een koning, zoals David, „er alle dagen van zijn leven in [moest] lezen”.

21. Welke beloning kunt u verwachten wanneer u meer tijd aan het bestuderen van Gods Woord besteedt?

21 Ja, degenen die de tijd nemen om een diepgaande studie van de bijbel te maken, trekken daar enorm veel profijt van. Ze verwerven geestelijke juweeltjes en inzichten. Hun band met God wordt sterker, hechter. Ze worden ook een steeds waardevollere aanwinst voor gezinsleden, voor broeders en zusters in de christelijke gemeente en voor hen die nog geen aanbidders van Jehovah zijn geworden. — Romeinen 10:9-14; 1 Timotheüs 4:16.

[Voetnoten]

^ ¶15 Deze studiehulpmiddelen zijn uitgegeven door Jehovah’s Getuigen en zijn in vele talen beschikbaar.

^ ¶19 Zie De Wachttoren van 15 augustus 1993, blz. 13, 14.

Kunt u zich dit herinneren?

• Wat moesten de koningen van Israël doen?

• Welk voorbeeld gaven Jezus en de apostelen met betrekking tot bijbelstudie?

• Welke veranderingen kunt u aanbrengen om meer tijd aan persoonlijke studie te besteden?

• Met wat voor instelling dient u aan een studie van Gods Woord te beginnen?

[Studievragen]

[Kader op blz. 15]

„In onze handen”

„Als we . . . een concordantie van de bijbel willen, kunnen we geen beter hulpmiddel vinden dan het internet. Maar als we de bijbel willen lezen, bestuderen, erover willen nadenken en erbij stil willen staan, dienen we hem in onze handen te hebben, want dat is de enige manier om hem in onze geest en ons hart te krijgen.” — Gertrude Himmelfarb, eminent emeritus hoogleraar, City University, New York.