Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Voeg godvruchtige toewijding bij uw volharding

Voeg godvruchtige toewijding bij uw volharding

Voeg godvruchtige toewijding bij uw volharding

’Voeg bij uw geloof volharding, bij uw volharding godvruchtige toewijding.’ — 2 PETRUS 1:5, 6.

1, 2. (a) Wat voor groei wordt in het geval van een kind verwacht? (b) Hoe belangrijk is geestelijke groei?

HET is belangrijk dat een kind groeit, maar louter fysieke groei is niet voldoende. Mentale en emotionele groei worden ook verwacht. Na verloop van tijd zal het kind zijn onvolwassen manier van doen afleggen en zich tot een volwassen man of vrouw ontwikkelen. De apostel Paulus verwees hiernaar toen hij schreef: „Toen ik een klein kind was, placht ik als een klein kind te spreken, als een klein kind te denken, als een klein kind te overleggen; nu ik echter een man ben geworden, heb ik de trekken van een klein kind weggedaan.” — 1 Korinthiërs 13:11.

2 Paulus’ woorden maakten een belangrijk punt duidelijk betreffende geestelijke groei. Christenen moeten vorderingen maken door van geestelijk kleine kinderen „volwassen in verstandelijke vermogens” te worden (1 Korinthiërs 14:20). Ze dienen zich krachtig in te spannen en te proberen tot „de mate van wasdom die tot de volheid van de Christus behoort” te geraken. Dan zullen ze geen „kleine kinderen . . . zijn, heen en weer geslingerd als door golven en her- en derwaarts gevoerd door elke wind van leer”. — Efeziërs 4:13, 14.

3, 4. (a) Wat moeten we doen om geestelijk volwassen te worden? (b) Welke godvruchtige hoedanigheden dienen we tentoon te spreiden, en hoe belangrijk zijn ze?

3 Hoe kunnen we geestelijk volwassen worden? Terwijl fysieke groei onder normale omstandigheden vrijwel automatisch verloopt, vergt geestelijke groei weloverwogen krachtsinspanningen. Het begint met het in ons opnemen van nauwkeurige kennis van Gods Woord en het in overeenstemming handelen met wat we leren (Hebreeën 5:14; 2 Petrus 1:3). Vervolgens worden we hierdoor in staat gesteld godvruchtige hoedanigheden tentoon te spreiden. Net als bij de fysieke groei en de daarmee verband houdende aspecten het geval is, vindt groei in verschillende godvruchtige hoedanigheden gewoonlijk gelijktijdig plaats. De apostel Petrus schreef: „Gij [moet], doordat gij als weerklank van uw zijde ernstig elke krachtsinspanning bijdraagt, bij uw geloof deugd voegen, bij uw deugd kennis, bij uw kennis zelfbeheersing, bij uw zelfbeheersing volharding, bij uw volharding godvruchtige toewijding, bij uw godvruchtige toewijding broederlijke genegenheid, bij uw broederlijke genegenheid liefde.” — 2 Petrus 1:5-7.

4 Elke hoedanigheid die Petrus opnoemt, is uitermate belangrijk, en geen ervan kan buiten beschouwing worden gelaten. Hij voegt eraan toe: „Indien deze dingen bij u bestaan en overvloedig zijn, zullen ze u beletten hetzij inactief of onvruchtbaar te zijn met betrekking tot de nauwkeurige kennis van onze Heer Jezus Christus” (2 Petrus 1:8). Laten we ons concentreren op de noodzaak om godvruchtige toewijding bij onze volharding te voegen.

De noodzaak van volharding

5. Waarom hebben we volharding nodig?

5 Zowel Petrus als Paulus brengen godvruchtige toewijding in verband met volharding (1 Timotheüs 6:11). Volharden betekent meer dan slechts stand te houden onder moeilijkheden en vastberaden te blijven. Het omvat geduld, moed en standvastigheid, niet de hoop verliezen als er zich beproevingen, hindernissen, verzoekingen of vervolgingen voordoen. Aangezien we met „godvruchtige toewijding in vereniging met Christus Jezus” leven, verwachten we vervolgd te worden (2 Timotheüs 3:12). We moeten volharden willen we onze liefde voor Jehovah tonen en de hoedanigheden ontwikkelen die voor redding noodzakelijk zijn (Romeinen 5:3-5; 2 Timotheüs 4:7, 8; Jakobus 1:3, 4, 12). Zonder volharding zullen we geen eeuwig leven verkrijgen. — Romeinen 2:6, 7; Hebreeën 10:36.

6. Wat moeten we doen om tot het einde te volharden?

6 Ongeacht hoe goed we beginnen, datgene waar het uiteindelijk op aankomt, is dat we volharden. Jezus zei: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden” (Mattheüs 24:13). Ja, we moeten volharden tot het einde, of dat nu is tot het einde van ons huidige leven of tot het einde van dit goddeloze samenstel van dingen. In beide gevallen moeten we onze rechtschapenheid jegens God bewaren. Maar als we geen godvruchtige toewijding bij onze volharding voegen, kunnen we Jehovah niet behagen en zullen we geen eeuwig leven verkrijgen. Maar wat is godvruchtige toewijding?

Wat godvruchtige toewijding betekent

7. Wat is godvruchtige toewijding, en waartoe spoort ze ons aan?

7 Godvruchtige toewijding is een persoonlijke eerbied, aanbidding en dienst voor Jehovah God uit loyaliteit aan zijn universele soevereiniteit. Om godvruchtige toewijding met betrekking tot Jehovah te beoefenen, hebben we nauwkeurige kennis van hem en zijn wegen nodig. We dienen God persoonlijk, grondig, te willen leren kennen. Dit zal ons ertoe bewegen een innige verknochtheid jegens hem te ontwikkelen, een gehechtheid die in onze daden en levenswijze tot uiting komt. We dienen zoveel mogelijk op Jehovah te willen lijken — zijn wegen navolgen en zijn hoedanigheden en persoonlijkheid weerspiegelen (Efeziërs 5:1). Ja, godvruchtige toewijding motiveert ons God te willen behagen in alles wat we doen. — 1 Korinthiërs 10:31.

8. Hoe houdt godvruchtige toewijding nauw verband met exclusieve toewijding?

8 Teneinde ware godvruchtige toewijding te beoefenen, moeten we Jehovah exclusief aanbidden en niets anders zijn plaats in ons hart laten innemen. Als onze Schepper heeft hij het recht op onze exclusieve toewijding (Deuteronomium 4:24; Jesaja 42:8). Niettemin dwingt Jehovah ons niet hem te aanbidden. Hij verlangt onze bereidwillige toewijding. Onze liefde voor God, gebaseerd op nauwkeurige kennis van hem, beweegt ons ertoe ons leven in het reine te brengen, ons onvoorwaardelijk aan hem op te dragen en vervolgens in overeenstemming met die opdracht te leven.

Bouw een band met God op

9, 10. Hoe kunnen we een nauwe band met God aankweken en behouden?

9 Nadat we onze opdracht aan God hebben gesymboliseerd door ons te laten dopen, moeten we een steeds hechtere persoonlijke band met hem blijven opbouwen. Onze wens om dit te doen en Jehovah getrouw te dienen, beweegt ons er daarom toe ermee voort te gaan zijn Woord te bestuderen en erover te mediteren. Naarmate we Gods geest invloed op onze geest en ons hart laten uitoefenen, verdiept onze liefde voor Jehovah zich. Onze band met hem blijft het belangrijkste in ons leven. We beschouwen Jehovah als onze beste Vriend en willen hem te allen tijde behagen (1 Johannes 5:3). We scheppen steeds meer behagen in onze aangename verhouding met God, en we zijn dankbaar dat hij ons, waar nodig, liefdevol onderricht en corrigeert. — Deuteronomium 8:5.

10 Indien we ons niet blijven inspannen om onze kostbare verhouding met Jehovah te versterken, kan ze verslappen. Als dat gebeurde, zou het niet Gods schuld zijn, want ’hij is niet ver van een ieder van ons’ (Handelingen 17:27). Wat zijn we gelukkig dat Jehovah het niet moeilijk maakt hem te naderen! (1 Johannes 5:14, 15) Natuurlijk moeten we ons best doen een nauwe persoonlijke band met Jehovah te behouden. Maar hij helpt ons tot hem te naderen door ons alle hulp te geven die we nodig hebben om goddelijke toewijding aan te kweken en aan de dag te leggen (Jakobus 4:8). Hoe kunnen we een volledig gebruik van al deze liefdevolle voorzieningen maken?

Blijf geestelijk sterk

11. Wat zijn enkele uitingen van onze godvruchtige toewijding?

11 Onze diepgewortelde liefde voor God zal ons ertoe motiveren de diepte van onze godvruchtige toewijding te tonen, in overeenstemming met Paulus’ raad: „Doe uw uiterste best om u goedgekeurd aan God aan te bieden, als een werkman die zich nergens over behoeft te schamen, die het woord der waarheid juist hanteert” (2 Timotheüs 2:15). Hiervoor moeten we een goede routine voor geregelde bijbelstudie, vergaderingsbezoek en deelname aan de velddienst aanhouden. We kunnen ook dicht bij Jehovah blijven door ’zonder ophouden te bidden’ (1 Thessalonicenzen 5:17). Dit zijn zinvolle uitingen van onze godvruchtige toewijding. Wanneer we een daarvan veronachtzamen, kan dit tot geestelijke ziekte leiden en ons kwetsbaar maken voor Satans listen. — 1 Petrus 5:8.

12. Hoe kunnen we het hoofd bieden aan beproevingen?

12 Door geestelijk sterk en actief te blijven, worden we ook geholpen het hoofd te bieden aan de vele beproevingen die ons treffen. Beproevingen kunnen komen uit bronnen die ons zwaar op de proef kunnen stellen. Onverschilligheid, tegenstand en vervolging kunnen het moeilijker maken te volharden wanneer ze afkomstig zijn van gezinsleden, bloedverwanten of buren. Subtiele druk om te schipperen met onze christelijke beginselen kan zich voordoen op ons werk of op school. Ontmoediging, ziekte en depressiviteit kunnen ons lichamelijk verzwakken en het moeilijker maken het hoofd te bieden aan geloofsbeproevingen. Maar we kunnen het hoofd bieden aan alle beproevingen als we volharden „in heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding, verwachtend en goed in gedachte houdend de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah” (2 Petrus 3:11, 12). En we kunnen hierbij onze vreugde bewaren en zeker zijn van Gods zegen. — Spreuken 10:22.

13. Wat moeten we doen, willen we godvruchtige toewijding blijven beoefenen?

13 Hoewel Satan zich richt op degenen die godvruchtige toewijding beoefenen, hoeven we niet bevreesd te zijn. Waarom niet? Omdat „Jehovah mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving [weet] te bevrijden” (2 Petrus 2:9). Om beproevingen te doorstaan en zo’n bevrijding te ervaren, moeten we „goddeloosheid en wereldse begeerten . . . afwijzen en met gezond verstand en rechtvaardigheid en godvruchtige toewijding te midden van dit tegenwoordige samenstel van dingen . . . leven” (Titus 2:12). Als christenen moeten we op onze hoede zijn zodat geen enkele zwakheid in verband met vleselijke begeerten en activiteiten inbreuk maakt op onze godvruchtige toewijding en deze verwoest. Laten we sommige van deze bedreigingen eens beschouwen.

Pas op voor bedreigingen van godvruchtige toewijding

14. Wat dienen we te bedenken als we door de strik van het materialisme worden verlokt?

14 Materialisme is een strik voor velen. We kunnen onszelf ook bedriegen „en denken dat godvruchtige toewijding een middel tot [materieel] gewin is”. Bijgevolg zouden we zo stoutmoedig kunnen worden misbruik te maken van het vertrouwen waarvan medegelovigen blijk geven (1 Timotheüs 6:5). We zouden zelfs ten onrechte de gevolgtrekking kunnen maken dat het prima is bij een welgestelde christen aan te dringen op een lening die we waarschijnlijk niet kunnen terugbetalen (Psalm 37:21). Maar het is godvruchtige toewijding, niet het verwerven van materiële dingen, die „een belofte inhoudt voor het tegenwoordige en het toekomende leven” (1 Timotheüs 4:8). Laten we, aangezien ’we niets in de wereld hebben meegebracht en er niets uit kunnen meenemen’, vastberadener „godvruchtige toewijding gepaard aan het genoegen nemen met wat men heeft” nastreven en ’tevreden zijn met voedsel, kleding en onderdak’. — 1 Timotheüs 6:6-11.

15. Wat kunnen we doen als het najagen van genot onze godvruchtige toewijding dreigt te verdringen?

15 Het najagen van genot kan godvruchtige toewijding verdringen. Kan het zijn dat we in dit opzicht onmiddellijke veranderingen moeten aanbrengen? Toegegeven, lichamelijke oefening en ontspanning werpen enig nut af. Toch zijn zulke beloningen gering in vergelijking met eeuwig leven (1 Johannes 2:25). In deze tijd hebben velen ’meer liefde voor genoegens dan liefde voor God en hebben een vorm van godvruchtige toewijding, maar blijken de kracht ervan niet te bezitten’, en we dienen ons van zulke personen af te keren (2 Timotheüs 3:4, 5). Degenen die de nadruk leggen op godvruchtige toewijding ’leggen voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat weg, opdat ze het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen’. — 1 Timotheüs 6:19.

16. Welke zondige begeerten weerhouden sommigen ervan naar Gods rechtvaardige vereisten te leven, en hoe kunnen we deze begeerten de baas worden?

16 Alcoholmisbruik en drugs, immoraliteit en zondige begeerten kunnen onze godvruchtige toewijding verwoesten. Wanneer we hiervoor zwichten, kan dat ons ervan weerhouden naar Gods rechtvaardige vereisten te leven (1 Korinthiërs 6:9, 10; 2 Korinthiërs 7:1). Zelfs Paulus moest een aanhoudende strijd tegen het zondige vlees voeren (Romeinen 7:21-25). Er zijn krasse maatregelen nodig om verkeerde verlangens uit te bannen. In de eerste plaats moeten we vastbesloten zijn moreel rein te blijven. Paulus vertelt ons: „Doodt . . . uw lichaamsleden die op de aarde zijn ten aanzien van hoererij, onreinheid, seksuele begeerte, schadelijke verlangens en begerigheid, welke afgoderij is” (Kolossenzen 3:5). Onze lichaamsleden ten aanzien van zulke zondige dingen doden, vereist vastberadenheid om ze uit te bannen, ze uit te roeien. Oprechte gebeden om Gods hulp zullen ons in staat stellen verkeerde verlangens af te wijzen en rechtvaardigheid en godvruchtige toewijding te midden van dit goddeloze samenstel van dingen na te streven.

17. Hoe dienen we streng onderricht te bezien?

17 Ontmoediging kan onze volharding verzwakken en een nadelige uitwerking hebben op onze godvruchtige toewijding. Veel dienstknechten van Jehovah hebben met ontmoediging te kampen gehad (Numeri 11:11-15; Ezra 4:4; Jona 4:3). Ontmoediging kan vooral een verwoestende uitwerking op ons hebben als ze vergezeld gaat van wrok omdat we ons beledigd voelen of op krachtige wijze getuchtigd of streng onderricht zijn. Maar terechtwijzing en streng onderricht vormen het bewijs van Gods belangstelling en liefdevolle zorg (Hebreeën 12:5-7, 10, 11). Streng onderricht dient niet louter als straf te worden bezien maar als een middel om ons op te leiden in de weg der rechtvaardigheid. Als we nederig zijn, zullen we raad waarderen en aanvaarden in het besef dat ’de terechtwijzingen van streng onderricht de weg des levens zijn’ (Spreuken 6:23). Dat kan ons helpen voortreffelijke geestelijke vorderingen te maken in het nastreven van godvruchtige toewijding.

18. Welke verantwoordelijkheid hebben we ten aanzien van persoonlijke beledigingen?

18 Misverstanden en persoonlijke beledigingen kunnen een beproeving op onze godvruchtige toewijding vormen. Ze kunnen de oorzaak van spanningen zijn of sommigen ertoe bewegen de onverstandige stap te doen zich van hun geestelijke broeders en zusters af te zonderen (Spreuken 18:1). Maar we dienen te bedenken dat het koesteren van wrok- of haatgevoelens jegens anderen onze verhouding met Jehovah kan schaden (Leviticus 19:18). Ja, „wie zijn broeder, die hij heeft gezien, niet liefheeft, kan God, die hij niet heeft gezien, niet liefhebben” (1 Johannes 4:20). In zijn Bergrede beklemtoonde Jezus de noodzaak onmiddellijke stappen te ondernemen om persoonlijke moeilijkheden op te lossen. Hij zei tot zijn toehoorders: „Wanneer gij daarom uw gave naar het altaar brengt en u daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave dan daar vóór het altaar en ga heen; sluit eerst vrede met uw broeder en offer daarna, wanneer gij zijt teruggekomen, uw gave” (Mattheüs 5:23, 24). Een verontschuldiging kan ertoe bijdragen dat een wond, veroorzaakt door onvriendelijke woorden of daden, wordt genezen. Een breuk kan geheeld en vreedzame betrekkingen kunnen hersteld worden als we om vergeving vragen en toegeven dat we kwesties onjuist hebben aangepakt. Jezus gaf ook andere raad om moeilijkheden aan te pakken (Mattheüs 18:15-17). Wat zijn we blij wanneer krachtsinspanningen om problemen op te lossen met succes bekroond worden! — Romeinen 12:18; Efeziërs 4:26, 27.

Volg Jezus’ voorbeeld na

19. Waarom is het zo belangrijk Jezus’ voorbeeld na te volgen?

19 We zullen beslist door beproevingen getroffen worden, maar ze hoeven ons niet van de wedloop om het eeuwige leven af te brengen. Bedenk dat Jehovah ons uit beproeving kan bevrijden. Als we ’elk gewicht afleggen’ en „met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt”, laten we dan „oplettend het oog gericht houden op de Voornaamste Bewerker en Volmaker van ons geloof, Jezus” (Hebreeën 12:1-3). Wanneer we Jezus’ voorbeeld aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpen en ons best doen hem in woord en daad na te volgen, zullen we geholpen worden godvruchtige toewijding aan te kweken en deze in een grotere mate tentoon te spreiden.

20. Welke beloningen zullen voortspruiten uit het nastreven van volharding en godvruchtige toewijding?

20 Volharding en godvruchtige toewijding dragen er samen veel toe bij onze redding zeker te stellen. Door deze kostbare hoedanigheden tentoon te spreiden, kunnen we getrouw voorwaarts gaan in onze heilige dienst voor God. Zelfs wanneer we beproefd worden, zal geluk ons deel zijn als we Jehovah’s tedere genegenheid en zegen ervaren omdat we hebben volhard en godvruchtige toewijding beoefenen (Jakobus 5:11). Bovendien verzekert Jezus zelf ons: „Door volharding van uw zijde zult gij uw ziel verwerven.” — Lukas 21:19.

Wat zou u antwoorden?

• Waarom is volharding belangrijk?

• Wat is godvruchtige toewijding, en hoe wordt ze tentoongespreid?

• Hoe kunnen we een nauwe band met God opbouwen en behouden?

• Wat zijn enkele bedreigingen voor onze godvruchtige toewijding, en hoe kunnen we ze vermijden?

[Studievragen]

[Illustraties op blz. 12, 13]

Godvruchtige toewijding wordt op veel manieren tentoongespreid

[Illustraties op blz. 14]

Hoed u voor bedreigingen van uw godvruchtige toewijding