’Volg mij voortdurend’
’Volg mij voortdurend’
„Gij werdt . . . tot deze loopbaan geroepen, want ook Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden.” — 1 PETRUS 2:21.
1, 2. Waarom is Jezus’ volmaakte voorbeeld als onderwijzer niet te hoog om door ons nagevolgd te kunnen worden?
JEZUS CHRISTUS was verreweg de grootste Onderwijzer die ooit op aarde heeft geleefd. Bovendien was hij volmaakt en heeft zijn hele leven als mens nooit gezondigd (1 Petrus 2:22). Maar betekent dit dat Jezus’ voorbeeld als onderwijzer te hoog is om door ons als onvolmaakte mensen nagevolgd te kunnen worden? Beslist niet.
2 Zoals we in het voorgaande artikel hebben gezien, was liefde het fundament van Jezus’ onderwijs. En liefde is iets dat we allen kunnen aankweken. Gods Woord drukt ons vaak op het hart in onze liefde voor anderen te groeien en in het tentoonspreiden ervan vorderingen te maken (Filippenzen 1:9; Kolossenzen 3:14). Jehovah verwacht van zijn schepselen nooit iets waartoe ze niet in staat zijn. Ja, aangezien ’God liefde is’ en ons naar zijn eigen beeld heeft gemaakt, kan er gezegd worden dat hij ons heeft ontworpen om liefde te betonen (1 Johannes 4:8; Genesis 1:27). Wanneer we dus de woorden van de apostel Petrus in onze thematekst lezen, kunnen we daar vol vertrouwen gunstig op reageren. We kunnen nauwkeurig in Christus’ voetstappen treden. Ja, we kunnen gehoor geven aan Jezus’ eigen gebod: ’Volg mij voortdurend’ (Lukas 9:23). Laten we eens beschouwen hoe we de liefde die Christus heeft getoond, kunnen navolgen, eerst voor de waarheden die hij onderwees, vervolgens voor de mensen die hij onderwees.
Liefde aankweken voor waarheden die we leren
3. Waarom vinden sommigen het moeilijk te studeren, maar welke vermaning staat in Spreuken 2:1-5?
3 Willen we de waarheden die we aan anderen onderwijzen liefhebben, dan moeten we ons zulke waarheden graag eigen willen maken. In de hedendaagse wereld verkrijgt men dat soort liefde niet altijd moeiteloos. Factoren als onvoldoende schoolopleiding en als jongere ontwikkelde slechte gewoonten zijn er de oorzaak van dat velen een duurzame hekel aan studeren hebben. Maar het is van essentieel belang dat wij meer van Jehovah te weten komen. Spreuken 2:1-5 zegt: „Mijn zoon, indien gij mijn woorden aanneemt en míjn geboden als een schat bij u weglegt, om met uw oor aandacht te schenken aan wijsheid, opdat gij uw hart neigt tot onderscheidingsvermogen; indien gij bovendien om het verstand zelf roept en om het onderscheidingsvermogen zelf uw stem verheft, indien gij ernaar blijft zoeken als naar zilver, en gij er als naar verborgen schatten naar blijft speuren, in dat geval zult gij de vrees voor Jehovah begrijpen, en de kennis van God zult gij vinden.”
4. Wat wil het zeggen het hart te ’neigen’, en welke zienswijze zal ons hierbij helpen?
4 Merk op dat ons in vers 1 tot 4 herhaaldelijk op het hart wordt gedrukt ons niet alleen in te spannen om de kennis van God ’aan te nemen’ en ’als een schat weg te leggen’, maar er ook naar te ’blijven zoeken’ en te ’blijven speuren’. Maar wat dient ons ertoe te bewegen dit alles te doen? Let eens op de zinsnede „uw hart neigt tot onderscheidingsvermogen”. Een verwijswerk zegt dat deze vermaning „niet slechts een dringend verzoek om aandacht is; het is een verlangen naar een bepaalde geesteshouding: een gretige ontvankelijkheid ten opzichte van de leringen”. En wat kan ons ontvankelijk en enthousiast maken om te weten te komen wat Jehovah ons onderwijst? Onze zienswijze. We dienen „de kennis van God” te bezien als „zilver” en als „verborgen schatten”.
5, 6. (a) Wat zou er mettertijd kunnen gebeuren, en hoe kunnen we dit voorkomen? (b) Waarom dienen we de schatten van kennis die we in de bijbel hebben gevonden, te blijven vermeerderen?
5 Het is niet moeilijk zo’n zienswijze te krijgen. Zo omvat de „kennis van God” die u tot u hebt genomen waarschijnlijk de waarheid dat het Jehovah’s voornemen is dat de getrouwe mensheid voor eeuwig in het Paradijs op aarde zal leven (Psalm 37:28, 29). Toen u die waarheid voor het eerst leerde kennen, beschouwde u haar ongetwijfeld als een echte schat, een vaststaand feit dat uw geest en hart met hoop en vreugde vervulde. Maar hoe is de situatie nu? Is de waardering voor uw schat in de loop der tijd weggekwijnd of getaand? Probeer dan twee dingen te doen. Hernieuw allereerst uw waardering, dat wil zeggen, verkwik uw geest geregeld met betrekking tot de vraag waarom u waarde hecht aan elke waarheid die Jehovah u heeft onderwezen, zelfs waarheden die u vele jaren geleden hebt geleerd.
6 Ten tweede: blijf uw schat vermeerderen. Immers, als u per toeval een kostbare edelsteen zou opgraven, zou u die dan gewoon in uw zak steken en tevreden weglopen? Of zou u verder graven om te zien of er nog meer lagen? Gods Woord staat vol goudklompjes en juweeltjes van waarheid. Ongeacht hoeveel u er hebt gevonden, u kunt er nog meer vinden (Romeinen 11:33). Als u een nieuw aspect van de waarheid hebt geleerd, vraag u dan af: ’Wat maakt het tot een schat? Geeft het me een dieper inzicht in Jehovah’s persoonlijkheid of zijn voornemens? Verschaft het een of andere praktische raad waardoor ik geholpen kan worden in Jezus’ voetstappen te treden?’ Door over zulke vragen te mediteren, zult u geholpen worden uw liefde op te bouwen voor de waarheden die Jehovah u onderwezen heeft.
Liefde tonen voor de waarheden die we onderwijzen
7, 8. Wat zijn enkele manieren waarop we anderen kunnen tonen dat we liefde hebben voor de waarheden die we uit de bijbel hebben geleerd? Geef een voorbeeld.
7 Hoe kunnen we, wanneer we anderen onderwijzen, tonen dat we liefde hebben voor de waarheden die we uit Gods Woord hebben geleerd? In navolging van Jezus’ voorbeeld maken we in onze prediking en ons onderwijs veelvuldig gebruik van de bijbel. In recente tijden zijn Gods dienstknechten over de hele wereld ertoe aangemoedigd in hun openbare bediening vaker de bijbel te gebruiken. Als u die suggestie toepast, zoek dan naar wegen om de huisbewoner te laten weten dat u zelf op prijs stelt wat u uit de bijbel bespreekt. — Mattheüs 13:52.
8 Zo gebeurde het dat een christelijke zuster in de nasleep van de terroristische aanslag vorig jaar in de stad New York Psalm 46:1, 11 besprak met de mensen die ze in haar bediening ontmoette. Eerst vroeg ze de mensen hoe het met hen ging in de nasleep van de tragedie. Ze luisterde aandachtig naar hun antwoord, gaf een korte reactie en zei vervolgens: „Mag ik u een schriftplaats voorlezen die mij in deze moeilijke tijd echt vertroost heeft?” Slechts heel weinig mensen weigerden, en er volgden veel fijne gesprekken.Wanneer dezelfde zuster met jonge mensen spreekt, zegt ze vaak: „Ik onderwijs de bijbel nu al vijftig jaar en ik kan je verzekeren dat ik nog nooit ook maar één probleem ben tegengekomen waarvoor dit boek geen oplossing kan bieden.” Door een oprechte, enthousiaste benadering laten we mensen zien dat we waardering en liefde hebben voor wat we uit Gods Woord hebben geleerd. — Psalm 119:97, 105.
9, 10. Waarom is het belangrijk de bijbel te gebruiken wanneer we vragen over onze geloofsovertuigingen beantwoorden?
9 Wanneer mensen ons vragen stellen over onze Spreuken 3:5, 6). In plaats daarvan gebruiken we de bijbel wanneer we antwoord geven. Bent u bevreesd dat iemand u een vraag zou kunnen stellen waarop u geen antwoord kunt geven? Beschouw eens twee positieve stappen die u kunt doen.
geloofsovertuigingen hebben we een uitmuntende gelegenheid om te tonen dat we Gods Woord liefhebben. In navolging van Jezus’ voorbeeld baseren we onze antwoorden niet gewoon op onze eigen ideeën (10 Doe wat u kunt om goed beslagen ten ijs te komen. De apostel Petrus schreef: „Heiligt de Christus als Heer in uw hart, altijd gereed u te verdedigen voor een ieder die van u een reden verlangt voor de hoop die in u is, maar doet dit met zachtaardigheid en diepe achting” (1 Petrus 3:15). Bent u gereed uw geloofsovertuigingen te verdedigen? Als iemand bijvoorbeeld wil weten waarom u niet aan een of andere onschriftuurlijke gewoonte meedoet, zeg dan niet alleen maar: „Dat druist in tegen mijn religie.” Zo’n antwoord kan suggereren dat u anderen beslissingen voor u laat nemen en dat u derhalve een lid van een sekte moet zijn. Het zou beter zijn te zeggen: „Gods Woord, de bijbel, verbiedt het”, of „Het zou mijn God mishagen.” Geef vervolgens een redelijke verklaring van het waarom ervan. — Romeinen 12:1.
11. Welk naslagwerk zal ons helpen gereed te zijn om vragen over de waarheden van Gods Woord te beantwoorden?
11 Waarom zou u, als u voelt dat u er niet op voorbereid bent, niet enige tijd besteden aan het bestuderen van het boek Redeneren aan de hand van de Schrift, als het in uw taal verkrijgbaar is? * Kies enkele onderwerpen uit waarover mensen waarschijnlijk vragen zullen stellen, en leer enkele schriftuurlijke argumenten van buiten. Houd uw Redeneren-boek en uw bijbel bij de hand. Aarzel niet ze beide te gebruiken en zeg tegen de vraagsteller dat u een naslagwerk hebt waarvan u graag gebruik maakt om de bijbelse antwoorden op vragen te vinden.
12. Hoe zouden we kunnen reageren als we het antwoord op een bijbelse vraag niet weten?
12 Probeer u niet al te veel zorgen te maken. Geen enkel onvolmaakt mens bezit alle antwoorden. Wanneer u dus een bijbelse vraag wordt gesteld die u niet kunt beantwoorden, kunt u altijd als volgt antwoord geven: „Interessante vraag. Fijn dat u die stelt. Eerlijk gezegd weet ik het antwoord niet, maar ik weet zeker dat de bijbel aandacht aan deze kwestie schenkt. Ik doe graag bijbelonderzoek, dus zal ik me in uw vraag verdiepen en met het antwoord bij u terugkomen.” Zo’n openhartige, bescheiden benadering kan heel goed de weg banen tot verdere besprekingen. — Spreuken 11:2.
Liefde voor de mensen die we onderwijzen
13. Waarom dienen we een positieve kijk te behouden op degenen tot wie we prediken?
13 Jezus toonde liefde voor de mensen die hij onderwees. Hoe kunnen we hem in dit opzicht navolgen? We dienen nooit een ongevoelige houding ten aanzien van de mensen om ons heen aan te kweken. Het is waar dat „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige” dreigend steeds naderbij komt, en velen onder de miljarden mensen zullen vernietigd worden (Openbaring 16:14; Jeremia ). Toch weten we niet wie zal leven en wie zal sterven. Dat oordeel ligt nog in de toekomst en wordt voltrokken door degene die door Jehovah is aangesteld, Jezus Christus. Totdat het oordeel voltrokken is, bezien we ieder afzonderlijk als iemand die een dienstknecht van Jehovah kan worden. — 25:33Mattheüs 19:24-26; 25:31-33; Handelingen 17:31.
14. (a) Hoe kunnen we onszelf onderzoeken of we empathie voor mensen bezitten? (b) Op welke praktische manieren kunnen we empathie en belangstelling voor anderen tonen?
14 Net als Jezus proberen we dus empathie voor mensen te hebben. We kunnen ons afvragen: ’Heb ik te doen met mensen die misleid zijn door de geslepen leugens en bedriegerijen van de religieuze, politieke en commerciële elementen van deze wereld? Als ze onverschillig lijken te staan tegenover de boodschap die we hun brengen, probeer ik dan te begrijpen waarom ze zo reageren? Erken ik dat ik, of anderen die Jehovah op het moment getrouw dienen, eens net zo gereageerd heb? Heb ik mijn manier van prediken dienovereenkomstig aangepast? Of verwerp ik deze mensen als hopeloze gevallen?’ (Openbaring 12:9) Wanneer mensen onze oprechte empathie voelen, zullen ze eerder gunstig op onze boodschap reageren (1 Petrus 3:8). Empathie kan ons er ook toe bewegen meer belangstelling te tonen voor de mensen die we in onze bediening ontmoeten. We zouden nota kunnen nemen van hun vragen en de dingen die hen bezighouden. Wanneer we teruggaan, kunnen we laten merken dat we hebben nagedacht over dingen die ze bij een voorgaand bezoek gezegd hebben. En als ze op dat moment dringend behoefte aan iets hebben, kunnen we misschien wat praktische hulp bieden.
15. Waarom dienen we naar het goede in mensen te zoeken, en hoe zouden we dat kunnen doen?
15 Net als Jezus zoeken we het goede in mensen. Misschien stelt een alleenstaande ouder bewonderenswaardige krachtsinspanningen in het werk om haar kinderen groot te brengen. Wellicht doet een man veel moeite om zijn gezin te onderhouden. Een oudere persoon toont misschien belangstelling voor geestelijke zaken. Merken we zulke hoedanigheden op in de mensen die we ontmoeten en prijzen we hen dienovereenkomstig? Hierdoor beklemtonen we punten van overeenkomst die er tussen ons bestaan en dit kan de weg vrijmaken om een getuigenis over het Koninkrijk te geven. — Handelingen 26:2, 3.
Nederigheid is onontbeerlijk voor het betonen van liefde
16. Waarom is het belangrijk dat we jegens degenen tot wie we prediken zachtaardig en respectvol zijn?
16 Liefde voor de mensen die we onderwijzen, zal ons ertoe bewegen acht te slaan op de wijze bijbelse waarschuwing: „Kennis blaast op, maar liefde bouwt op” (1 Korinthiërs 8:1). Jezus bezat veel kennis, toch was hij nooit hooghartig. Wanneer u dus uw geloofsovertuigingen met anderen deelt, stuur dan niet aan op een confrontatie en leg ook geen superieure houding aan de dag. Ons doel is het hart te bereiken en mensen te trekken tot de waarheden die we zozeer liefhebben (Kolossenzen 4:6). Bedenk dat toen Petrus christenen de raad gaf gereed te zijn zich te verdedigen, hij er de vermaning aan toevoegde dat we dit „met zachtaardigheid en diepe achting” dienen te doen (1 Petrus 3:15). Als we zachtaardig en respectvol zijn, zullen we mensen eerder trekken tot de God die we dienen.
17, 18. (a) Hoe dienen we te reageren op kritische zienswijzen met betrekking tot onze kwalificaties als bedienaren? (b) Waarom is kennis van oude bijbelse talen niet noodzakelijk voor bijbelstudenten?
17 We hoeven mensen niet met onze kennis of opleiding te imponeren. Als sommigen in uw gebied weigeren te luisteren naar iemand die niet over bepaalde universitaire graden of titels beschikt, laat hun houding u dan niet ontmoedigen. Jezus schonk geen aandacht aan het bezwaar dat hij de gerenommeerde rabbijnse scholen van zijn tijd niet had bezocht; ook zwichtte hij niet voor populaire vooroordelen door te proberen mensen met zijn schat aan kennis te imponeren. — Johannes 7:15.
18 Nederigheid en liefde zijn veel belangrijker voor christelijke bedienaren dan welke hoeveelheid werelds onderwijs maar ook. De Grote Onderwijzer, Jehovah, maakt ons bekwaam voor de bediening (2 Korinthiërs 3:5, 6). En ongeacht wat sommige geestelijken van de christenheid zeggen, wij hoeven geen oude bijbelse talen te leren om onderwijzers van Gods Woord te worden. Door inspiratie heeft Jehovah de bijbel in zulke duidelijke, specifieke bewoordingen laten optekenen dat praktisch iedereen de erin vervatte kostbare waarheden kan begrijpen. Die waarheden blijven intact ook al worden ze in vele honderden talen vertaald. Daarom is kennis van oude talen, hoewel die soms nuttig is, niet noodzakelijk. Bovendien kan trots op taalkundige bekwaamheid iemand ertoe brengen een voor ware christenen uiterst belangrijke hoedanigheid te verliezen — ontvankelijkheid voor onderwijs. — 1 Timotheüs 6:4.
19. In welk opzicht is onze christelijke bediening een dienst?
19 Er kan geen twijfel over bestaan dat onze christelijke bediening een werk is dat een nederige houding vereist. We stellen ons geregeld bloot aan tegenstand, onverschilligheid en zelfs aan vervolging (Johannes 15:20). Niettemin verrichten we een uiterst belangrijke dienst door onze bediening getrouw ten uitvoer te brengen. Als we anderen in dit werk nederig blijven dienen, volgen we de liefde na die Jezus Christus jegens mensen aan de dag legde. Beschouw het volgende eens: Als we tot duizend onverschillige of vijandig gezinde mensen zouden moeten prediken om één enkele met een schaap te vergelijken persoon te bereiken, zou dat dan niet de moeite waard zijn? Beslist! Door dus in het werk te volharden en het nooit op te geven, verrichten we getrouw dienst ten behoeve van de met schapen te vergelijken personen die we nog moeten bereiken. Ongetwijfeld zullen Jehovah en Jezus ervoor zorgen dat nog veel meer van zulke kostbare personen gevonden en geholpen zullen worden voordat het einde komt. — Haggaï 2:7.
20. Wat zijn enkele manieren waarop we door ons voorbeeld kunnen onderwijzen?
20 Onderwijs dat door voorbeeld wordt ondersteund, is nog een manier waarop we onze bereidheid om anderen te dienen kunnen tonen. Zo willen we mensen onderwijzen dat het dienen van Jehovah, „de gelukkige God”, de beste, meest voldoening schenkende manier van leven is (1 Timotheüs 1:11). Kunnen ze, als ze ons gedrag en onze contacten met onze buren, klasgenoten en collega’s gadeslaan, zien dat we gelukkig en tevreden zijn? Insgelijks onderwijzen we bijbelstudenten dat de christelijke gemeente een oase van liefde in een koude, meedogenloze wereld is. Kunnen uw bijbelstudenten snel zien dat we iedereen in de gemeente liefhebben en ons best doen de vrede onder elkaar te bewaren? — 1 Petrus 4:8.
21, 22. (a) Tot het benutten van welke gelegenheden kan zelfonderzoek aangaande onze bediening ons leiden? (b) Wat zal er in de volgende uitgave van De Wachttoren besproken worden?
21 Een bereidwillige houding ten aanzien van onze bediening motiveert ons soms om onszelf nog eens onder de loep te nemen. Velen ontdekken, wanneer ze een eerlijk zelfonderzoek instellen, dat ze in staat zijn hun dienst uit te breiden door de volletijddienst op zich te nemen of door te verhuizen om te dienen waar de behoefte groter is. Anderen hebben besloten een vreemde taal te leren om een groeiende immigrantenbevolking in hun eigen gebied te dienen. Als u over zulke mogelijkheden beschikt, beschouw die dan zorgvuldig en onder gebed. Een leven van dienst schenkt grote vreugde, voldoening en vrede des geestes. — Prediker 5:12.
22 Laten we vooral Jezus Christus blijven navolgen door onze liefde op te bouwen voor de waarheden die we onderwijzen en voor de mensen die we onderwijzen. Door in deze twee opzichten liefde aan te kweken en aan de dag te leggen, zullen we geholpen worden een voortreffelijk fundament te leggen om op Christus gelijkende onderwijzers te zijn. Maar hoe kunnen we op dat fundament bouwen? In de volgende uitgave van De Wachttoren zullen in een serie artikelen enkele specifieke door Jezus gebruikte onderwijsmethoden worden besproken.
[Voetnoot]
^ ¶11 Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
Wat zou u antwoorden?
• Welke verzekering hebben we dat Jezus’ voorbeeld als onderwijzer niet te hoog is om door ons nagevolgd te kunnen worden?
• Hoe kunnen we tonen dat we liefde koesteren voor de waarheden die we uit de bijbel hebben geleerd?
• Waarom is het belangrijk nederig te blijven als we in kennis groeien?
• Wat zijn enkele manieren waarop we liefde kunnen tonen voor de mensen die we trachten te onderwijzen?
[Studievragen]
[Illustraties op blz. 16]
Doe wat u kunt om goed beslagen ten ijs te komen
[Illustraties op blz. 16, 17]
Als u grote waarde hecht aan „de kennis van God” kunt u de bijbel doeltreffend gebruiken
[Illustratie op blz. 18]
We tonen liefde voor mensen door het goede nieuws met hen te delen