Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Nooit heeft iemand anders op deze wijze gesproken”

„Nooit heeft iemand anders op deze wijze gesproken”

„Nooit heeft iemand anders op deze wijze gesproken”

„Zij gaven allen voorts een gunstig getuigenis omtrent hem en verwonderden zich over de innemende woorden die uit zijn mond voortkwamen.” — LUKAS 4:22.

1, 2. (a) Waarom kwamen de beambten die erop uitgestuurd waren om Jezus te arresteren met lege handen terug? (b) Waaruit blijkt dat de beambten niet de enigen waren die onder de indruk waren van Jezus’ onderwijs?

DE BEAMBTEN faalden in hun missie. Ze waren uitgezonden om Jezus Christus te arresteren, maar ze keerden met lege handen terug. De overpriesters en Farizeeën eisten een verklaring. „Waarom hebt gij hem niet meegebracht?” Ja, waarom hadden de beambten een man die geen fysiek verzet zou bieden, niet gegrepen? De beambten verklaarden: „Nooit heeft iemand anders op deze wijze gesproken.” Ze waren zo onder de indruk van Jezus’ onderwijs dat ze zich er niet toe konden zetten om deze vreedzame man in hechtenis te nemen. *Johannes 7:32, 45, 46.

2 Die beambten waren niet de enigen die onder de indruk waren van Jezus’ onderwijs. De bijbel vertelt ons dat mensen in groten getale uitliepen om hem alleen al te horen spreken. De mensen van de stad waar hij was opgegroeid verwonderden zich „over de innemende woorden die uit zijn mond voortkwamen” (Lukas 4:22). Meer dan eens sprak hij vanuit een boot tot grote scharen die zich op het strand van de Zee van Galilea verzameld hadden (Markus 3:9; 4:1; Lukas 5:1-3). Bij één gelegenheid bleef „een grote schare” dagenlang bij hem zonder zelfs maar te eten. — Markus 8:1, 2.

3. Wat was de voornaamste reden waarom Jezus zo’n uitmuntende onderwijzer was?

3 Wat maakte Jezus tot een uitmuntend onderwijzer? Liefde was de voornaamste reden. * Jezus koesterde liefde voor de waarheden die hij bekendmaakte, en hij had de door hem onderwezen mensen lief. Maar Jezus was ook buitengewoon bekwaam in het hanteren van doeltreffende onderwijsmethoden. In de studieartikelen in deze uitgave zullen we enkele van de door hem gebruikte doeltreffende methoden bespreken en hoe we ze kunnen navolgen.

Eenvoud en duidelijkheid

4, 5. (a) Waarom gebruikte Jezus eenvoudige taal in zijn onderwijs, en wat is opmerkelijk aan het feit dat hij dit deed? (b) Hoe is de Bergrede een voorbeeld van de eenvoud waarmee Jezus onderwijs gaf?

4 Het is niet ongewoon dat ontwikkelde mensen woorden gebruiken die hun toehoorders niet begrijpen. Maar als anderen niet begrijpen wat we zeggen, hoe kunnen ze dan profijt trekken van onze kennis? Als onderwijzer sprak Jezus nooit op een wijze die het begrip van anderen te boven ging. Bedenk eens welke uitgebreide woordenschat hij had kunnen gebruiken. Ondanks zijn enorme hoeveelheid kennis dacht hij aan zijn toehoorders, niet aan zichzelf. Hij wist dat velen van hen „ongeletterde en gewone mensen” waren (Handelingen 4:13). Om hen te bereiken, gebruikte hij woorden die zulke mensen konden begrijpen. De woorden zijn misschien eenvoudig geweest, maar de waarheden die ze overbrachten, waren diep.

5 Neem bijvoorbeeld eens de in Mattheüs 5:3–7:27 opgetekende Bergrede. Het heeft Jezus misschien maar twintig minuten gekost om die rede te houden. Toch zijn haar onderwijzingen diep en raken de kern van kwesties als overspel, echtscheiding en materialisme (Mattheüs 5:27-32; 6:19-34). De bewoordingen zijn echter niet ingewikkeld of hoogdravend. In feite is er bijna geen woord dat zelfs een kind niet gemakkelijk zou kunnen begrijpen! Geen wonder dat toen hij geëindigd was, de scharen — waarschijnlijk met inbegrip van veel boeren, herders en vissers — „versteld stonden van zijn manier van onderwijzen”! — Mattheüs 7:28.

6. Geef een voorbeeld van de wijze waarop Jezus woorden sprak die eenvoudig maar rijk aan betekenis waren.

6 Terwijl Jezus vaak duidelijke, korte zinnen gebruikte, sprak hij woorden die eenvoudig maar rijk aan betekenis waren. Aldus prentte hij zijn boodschap onuitwisbaar in de geest en het hart van zijn toehoorders. Hier volgen enkele voorbeelden: „Niemand kan twee meesters als slaaf dienen, . . . gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen.” „Houdt op met oordelen, opdat gij niet wordt geoordeeld.” „Aan hun vruchten zult gij die mensen . . . herkennen.” „De gezonden hebben geen geneesheer nodig, maar zij die iets mankeren wel.” „Allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard vergaan.” „Betaalt caesar terug wat van caesar, maar God wat van God is.” „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen” * (Mattheüs 6:24; 7:1, 20; 9:12; 26:52; Markus 12:17; Handelingen 20:35). Tot op heden, bijna 2000 jaar nadat zulke krachtige woorden door Jezus werden uitgesproken, kunnen ze gemakkelijk in de geest worden teruggeroepen.

Gebruik van vragen

7. Waarom stelde Jezus vragen?

7 Jezus maakte een opmerkelijk gebruik van vragen. Vaak deed hij dat zelfs als het minder tijdrovend zou zijn geweest wanneer hij zijn toehoorders alleen maar had verteld waar het om ging. Waarom stelde hij dan vragen? Soms gebruikte hij doordringende vragen om de motieven van zijn tegenstanders aan de kaak te stellen als gevolg waarvan hij hen tot zwijgen bracht (Mattheüs 12:24-30; 21:23-27; 22:41-46). Maar in veel gevallen nam Jezus de tijd om vragen te stellen teneinde waarheden over te brengen, zijn toehoorders ertoe te brengen uiting te geven aan datgene wat in hun hart was, en het denkvermogen van zijn discipelen te stimuleren en te oefenen. Laten we eens twee voorbeelden onderzoeken waarbij in beide gevallen de apostel Petrus betrokken was.

8, 9. Hoe gebruikte Jezus vragen om Petrus te helpen de juiste conclusie te trekken met betrekking tot het betalen van de tempelbelasting?

8 Denk allereerst eens aan de keer dat belastinginners Petrus vroegen of Jezus de tempelbelasting betaalde. * Petrus, die soms impulsief was, antwoordde: „Ja.” Maar een korte tijd later redeneerde Jezus met hem: „’Wat dunkt u, Simon? Van wie ontvangen de koningen der aarde rechten of hoofdgeld? Van hun zonen of van de vreemden?’ Toen hij zei: ’Van de vreemden’, zei Jezus tot hem: ’De zonen zijn dus eigenlijk belastingvrij’” (Mattheüs 17:24-27). Het moet Petrus duidelijk zijn geweest waarom Jezus deze vragen stelde. Hoe dat zo?

9 In Jezus’ tijd was het bekend dat gezinsleden van monarchen vrijgesteld waren van belasting. Als de eniggeboren Zoon van de hemelse Koning die in de tempel werd aanbeden, had men Jezus dus niet mogen verplichten de belasting te betalen. Merk op dat Jezus, in plaats van Petrus gewoon het juiste antwoord te geven, op doeltreffende maar vriendelijke wijze vragen gebruikte om Petrus te helpen de juiste conclusie te trekken — en hem misschien te laten inzien dat het noodzakelijk is zorgvuldiger na te denken alvorens te spreken.

10, 11. Hoe reageerde Jezus toen Petrus in de paschanacht van 33 G.T. het oor van een man afsloeg, en hoe blijkt hieruit dat Jezus de waarde van vragen besefte?

10 Het tweede voorbeeld had betrekking op een voorval dat zich in de paschanacht van 33 G.T. voordeed toen een menigte Jezus kwam arresteren. De discipelen vroegen Jezus of ze ter verdediging van hem moesten vechten (Lukas 22:49). Petrus wachtte niet op een antwoord en sloeg met een zwaard het oor van een man af (hoewel Petrus de bedoeling kan hebben gehad ernstiger letsel toe te brengen). Petrus handelde op een wijze die tegengesteld was aan de wil van zijn meester, want Jezus had zich er volledig op ingesteld zich over te geven. Hoe reageerde Jezus? Hij, die altijd geduldig was, stelde Petrus drie vragen: „Zou ik de beker die de Vader mij heeft gegeven, niet stellig drinken?” „Denkt gij dat ik geen beroep op mijn Vader kan doen om mij op dit ogenblik meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking te stellen? Hoe zouden in dat geval de Schriften worden vervuld, dat het aldus moet geschieden?” — Johannes 18:11; Mattheüs 26:52-54.

11 Sta eens een ogenblik stil bij dat verslag. Jezus, omringd door een woedende menigte, wist dat zijn dood naderde en dat de verantwoordelijkheid op zijn schouders rustte om zijn Vaders naam te zuiveren en de menselijke familie te redden. Toch nam hij er toen de tijd voor Petrus door middel van vragen van belangrijke waarheden te doordringen. Is het niet heel duidelijk dat Jezus de waarde van vragen besefte?

Levendige hyperbolen

12, 13. (a) Wat is een hyperbool? (b) Hoe bediende Jezus zich van een hyperbool om te beklemtonen hoe dwaas het is de kleine fouten van onze broeders en zusters te bekritiseren?

12 In zijn bediening maakte Jezus vaak gebruik van nog een doeltreffende onderwijsmethode — de hyperbool. Dit is een opzettelijke overdrijving om ergens de nadruk op te leggen. Door middel van de hyperbool schetste Jezus beelden die men niet licht zou vergeten. Laten we eens enkele voorbeelden beschouwen.

13 Toen Jezus in de Bergrede de noodzaak beklemtoonde om ’op te houden met oordelen’, zei hij: „Waarom kijkt gij dan naar het strootje in het oog van uw broeder, maar beschouwt niet de balk in uw eigen oog?” (Mattheüs 7:1-3) Kunt u zich het tafereel voor de geest roepen? Iemand die al gauw kritiek heeft, wil louter een „strootje” uit het „oog” van zijn broeder halen. De kritische persoon zou beweren dat zijn broeder niet in staat was kwesties duidelijk genoeg te zien om een aanvaardbaar oordeel te kunnen vellen. Maar het eigen beoordelingsvermogen van de criticus wordt belemmerd door een „balk” — een houtblok of spant dat gebruikt zou kunnen worden om een dak te dragen. Wat een onvergetelijke manier om te beklemtonen hoe dwaas het is de kleine fouten van onze broeders en zusters te bekritiseren wanneer we misschien zelf grote fouten hebben!

14. Waarom waren Jezus’ woorden over het uitzeven van de mug en het doorzwelgen van de kameel een bijzonder krachtige hyperbool?

14 Bij een andere gelegenheid veroordeelde Jezus de Farizeeën als ’blinde gidsen, die de mug uitzeven maar de kameel doorzwelgen’ (Mattheüs 23:24). Dit was een bijzonder krachtig gebruik van een hyperbool. Waarom? Het contrast tussen een nietige mug en een kameel, een van de grootste dieren die Jezus’ toehoorders kenden, was opvallend. Naar schatting zouden er wel zeventig miljoen muggen nodig zijn om het gewicht van een gemiddelde kameel te evenaren! Jezus wist ook dat de Farizeeën hun wijn door een doek zeefden. Die hardnekkige voorstanders van regels deden dat om geen mug door te slikken en als gevolg daarvan ceremonieel onrein te worden. Toch zwolgen ze in figuurlijk opzicht de kameel door, die ook onrein was (Leviticus 11:4, 21-24). Het was duidelijk wat Jezus wilde beklemtonen. De Farizeeën hielden zich angstvallig nauwgezet aan de kleinste vereisten van de Wet, maar ze veronachtzaamden de gewichtiger zaken — „gerechtigheid en barmhartigheid en getrouwheid” (Mattheüs 23:23). Hoe duidelijk stelde Jezus hun ware aard aan de kaak!

15. Wat zijn enkele lessen die Jezus onderwees door hyperbolen te gebruiken?

15 Tijdens zijn hele bediening gebruikte Jezus vaak hyperbolen. Beschouw eens enkele voorbeelden. ’Geloof ter grootte van een mosterdzaadje’ dat een berg zou kunnen verplaatsen — Jezus had nauwelijks een doeltreffender manier kunnen vinden om te beklemtonen dat zelfs met een klein geloof veel tot stand gebracht kan worden (Mattheüs 17:20). Een reusachtige kameel die zich door het oog van een naainaald tracht te wringen — hoe goed illustreert dat de moeilijkheid waarmee een rijke kampt die tracht God te dienen en tevens aan een materialistische levensstijl vast te houden! (Mattheüs 19:24) Verwondert u zich niet over Jezus’ levendige beeldspraak en zijn vermogen om een maximale uitwerking met een minimum aan woorden te bereiken?

Onweerlegbare logica

16. Op welke manier gebruikte Jezus altijd zijn scherpe verstandelijke vermogens?

16 Met zijn volmaakte geest was Jezus een meester in het logisch redeneren met mensen. Toch heeft hij deze bekwaamheid nooit misbruikt. In zijn onderwijs bediende hij zich altijd van zijn scherpe verstandelijke vermogens om de waarheid te bevorderen. Soms gebruikte hij krachtige logica om de valse beschuldigingen van zijn religieuze tegenstanders te weerleggen. In veel gevallen gebruikte hij logische redenatie teneinde zijn discipelen belangrijke lessen te leren. Laten we eens kijken naar de meesterlijke wijze waarop Jezus logica aanwendde.

17, 18. Welke krachtige logica gebruikte Jezus om een valse beschuldiging van de Farizeeën te weerleggen?

17 Beschouw de gelegenheid eens toen Jezus een door demonen bezeten man genas die blind was en niet kon spreken. Toen de Farizeeën dit hoorden, zeiden ze: „Deze mens werpt de demonen slechts uit door bemiddeling van Beëlzebub [Satan], de heerser der demonen.” Merk op dat de Farizeeën toegaven dat er bovenmenselijke kracht nodig was om Satans demonen uit te werpen. Maar om de mensen ervan te weerhouden in Jezus te geloven, schreven ze zijn kracht aan Satan toe. Aantonend wat de logische gevolgtrekking zou zijn als men op hun argument doorredeneerde, antwoordde Jezus: „Ieder koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, komt tot verwoesting, en iedere stad of ieder huis dat tegen zichzelf verdeeld is, zal geen stand houden. Wanneer Satan dus Satan uitwerpt, is hij tegen zichzelf verdeeld geworden; hoe zal zijn koninkrijk dan standhouden?” (Mattheüs 12:22-26) In feite zei Jezus: ’Als ik, zoals jullie zeggen, een werktuig van Satan ben en diens werk tenietdoe, dan zou Satan tegen zijn eigen belangen in handelen en zou zijn ondergang onvermijdelijk zijn.’ Krachtige logica, nietwaar?

18 Vervolgens redeneerde Jezus over deze kwestie door. Hij was zich ervan bewust dat sommigen uit de eigen gelederen van de Farizeeën demonen hadden uitgeworpen. Derhalve stelde hij een eenvoudige maar vernietigende vraag: „Wanneer ik . . . door bemiddeling van Beëlzebub de demonen uitwerp, door bemiddeling van wie werpen uw zonen [of discipelen] ze dan uit?” (Mattheüs 12:27) In zekere zin kwam Jezus’ argument hierop neer: ’Als ik in feite demonen uitdrijf door de kracht van Satan, dan moeten uw eigen discipelen onder invloed van diezelfde kracht handelen.’ Wat konden de Farizeeën zeggen? Ze zouden nooit toegeven dat hun discipelen onder de invloed van Satans kracht handelden. Met onweerlegbare logica bracht hij hun beschuldiging tegen hem tot iets ongerijmds terug.

19, 20. (a) Op welke positieve manier bediende Jezus zich van logica? (b) Hoe gebruikte Jezus een ’hoeveel te meer’-redenatie toen hij reageerde op het verzoek van zijn discipelen hun te leren hoe ze moesten bidden?

19 Jezus bediende zich niet alleen van logica om zijn tegenstanders tot zwijgen te brengen, maar hij gebruikte ook logische, overredende argumenten om aanmoedigende, hartverwarmende waarheden over Jehovah te onderwijzen. Een aantal keren gebruikte hij wat een ’hoeveel te meer’-redenatie genoemd zou kunnen worden door zijn toehoorders te helpen van een bekende waarheid tot een diepere overtuiging te komen. Laten we eens twee voorbeelden bekijken.

20 Toen Jezus reageerde op het verzoek van zijn discipelen hun te leren hoe ze moesten bidden, vertelde hij hun de illustratie van een man wiens „vrijpostig aandringen” een onbereidwillige vriend er uiteindelijk toe bewoog zijn verzoek in te willigen. Jezus beschreef ook de bereidheid van ouders om ’goede gaven aan hun kinderen te geven’. Vervolgens besloot hij met de woorden: „Als gij . . ., ofschoon gij slecht zijt, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan de Vader in de hemel heilige geest geven aan wie hem erom vragen!” (Lukas 11:1-13) Het punt waar het bij Jezus om ging is niet gebaseerd op overeenkomst maar op contrast. Als een onbereidwillige vriend er uiteindelijk toe bewogen kon worden aan de behoefte van zijn naaste te voldoen, en als onvolmaakte ouders voor de behoeften van hun kinderen zorgen, hoeveel te meer zal onze liefdevolle hemelse Vader heilige geest geven aan zijn loyale dienstknechten die hem nederig in gebed benaderen!

21, 22. (a) Welke redenatie gebruikte Jezus toen hij raad gaf over de wijze waarop we met bezorgdheid over materiële dingen moeten omgaan? (b) Tot welke gevolgtrekking komen we nadat we enkele van Jezus’ onderwijsmethoden hebben besproken?

21 Jezus gebruikte een soortgelijke redenatie toen hij raad gaf over de wijze waarop we met bezorgdheid over materiële dingen moeten omgaan. Hij zei: „Let eens goed op de raven: ze zaaien niet en ze oogsten niet, en ze hebben geen schuur of voorraadkamer, en toch voedt God ze. Hoeveel meer zijt gij waard dan vogels? Let eens goed op hoe de leliën groeien; ze zwoegen niet en spinnen niet . . . Indien God nu de plantengroei op het veld, die er vandaag is en morgen in een oven wordt geworpen, aldus bekleedt, hoeveel te meer zal hij dan u bekleden, kleingelovigen!” (Lukas 12:24, 27, 28) Ja, als Jehovah voor vogels en bloemen zorgt, hoeveel te meer zal hij dan zorg dragen voor zijn dienstknechten! Zo’n liefdevolle maar krachtige redenatie raakte ongetwijfeld het hart van Jezus’ toehoorders.

22 Na enkele van de onderwijsmethoden van Jezus te hebben besproken, valt het ons niet moeilijk de gevolgtrekking te maken dat de beambten die in gebreke bleven hem te grijpen beslist niet overdreven toen ze zeiden: „Nooit heeft iemand anders op deze wijze gesproken.” Maar de onderwijsmethode waar Jezus misschien het meest om bekendstaat, is het gebruik van illustraties of gelijkenissen. Waarom bediende hij zich van deze methode? En wat maakte zijn illustraties zo doeltreffend? Deze vragen zullen in het volgende artikel worden besproken.

[Voetnoten]

^ ¶1 De beambten waren waarschijnlijk gevolmachtigden van het Sanhedrin en stonden onder de autoriteit van de overpriesters.

^ ¶6 Deze laatste passage, die in Handelingen 20:35 staat, wordt alleen door de apostel Paulus geciteerd, hoewel de strekking van die woorden in de Evangeliën wordt aangetroffen. Paulus kan die verklaring mondeling (hetzij van een discipel die Jezus dit heeft horen zeggen of van de opgestane Jezus) of door goddelijke openbaring hebben ontvangen. — Handelingen 22:6-15; 1 Korinthiërs 15:6, 8.

^ ¶8 De joden waren verplicht een jaarlijkse tempelbelasting van twee drachmen (ongeveer twee daglonen) te betalen. Het belastinggeld werd gebruikt als betaling voor het onderhoud van de tempel, de aldaar verrichte diensten en de dagelijkse slachtoffers die ten behoeve van de natie werden gebracht.

Kunt u zich dit herinneren?

• Uit welke voorbeelden blijkt dat Jezus eenvoudig en duidelijk onderwijs gaf?

• Waarom bediende Jezus zich in zijn onderwijs van vragen?

• Wat is een hyperbool, en hoe bediende Jezus zich ervan in zijn onderwijs?

• Hoe bediende Jezus zich van logische redenatie om zijn discipelen hartverwarmende waarheden over Jehovah te leren?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 9]

Jezus bediende zich van eenvoudige taal die gewone mensen konden begrijpen

[Illustratie op blz. 10]

De Farizeeën ’zeefden de mug uit maar zwolgen de kameel door’