Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jehovah zegent en beschermt degenen die gehoorzaam zijn

Jehovah zegent en beschermt degenen die gehoorzaam zijn

Jehovah zegent en beschermt degenen die gehoorzaam zijn

„Wat hem betreft die naar mij luistert, hij zal in zekerheid verblijven en niet worden verstoord door angst voor rampspoed.” — SPREUKEN 1:33.

1, 2. Waarom is gehoorzaamheid aan God belangrijk? Illustreer dit.

DE DONZIGE, gele kuikens pikken ijverig naar voedsel in het korte gras en zijn zich totaal niet bewust van een havik die hoog boven hen zweeft. Plotseling laat de moederkip een trillende, schrille waarschuwingskreet horen en spreidt haar vleugels uit. Haar kuikens rennen op haar toe en in enkele seconden hebben ze een veilig heenkomen onder haar wieken gevonden. De havik staakt zijn aanval. * De les? Gehoorzaamheid redt levens!

2 Die les is vooral belangrijk voor christenen in deze tijd, want Satan doet een uiterste poging om Gods dienstknechten tot zijn prooi te maken (Openbaring 12:9, 12, 17). Zijn doel is onze geestelijke gezindheid te gronde te richten, zodat we Jehovah’s gunst en het vooruitzicht op eeuwig leven verliezen (1 Petrus 5:8). Maar als we dicht bij God blijven en snel reageren op de leiding die we via zijn Woord en organisatie ontvangen, kunnen we verzekerd zijn van zijn beschermende zorg. „Met zijn wieken zal hij de toegang tot u versperren, en onder zijn vleugels zult gij een toevlucht zoeken”, schreef de psalmist. — Psalm 91:4.

Een ongehoorzame natie wordt tot prooi gemaakt

3. Wat was het resultaat van Israëls herhaalde ongehoorzaamheid?

3 Wanneer de natie Israël Jehovah gehoorzaamde, trok ze geregeld profijt van zijn waakzame zorg. Toch gebeurde het maar al te vaak dat het volk zijn Maker verliet en zich keerde tot goden van hout en steen — ’onwerkelijkheden die geen baat verschaffen en niet kunnen bevrijden’ (1 Samuël 12:21). Na eeuwen van een dergelijke opstandigheid was de natie als geheel zo door en door afvallig geworden dat er geen herstel meer mogelijk was. Bijgevolg verzuchtte Jezus: „Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en de tot u uitgezondenen stenigt — hoe dikwijls heb ik uw kinderen willen vergaderen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert! Maar gij hebt het niet gewild. Ziet! Uw huis wordt u verlaten achtergelaten.” — Mattheüs 23:37, 38.

4. Hoe werd het in 70 G.T. duidelijk dat Jehovah Jeruzalem had verlaten?

4 Dat Jehovah het afvallige Israël verlaten had achtergelaten, werd in 70 G.T. op pijnlijke wijze duidelijk gemaakt. In dat jaar stortten Romeinse legers met hun opgeheven standaarden waarop de afbeelding van de adelaar prijkte, zich op Jeruzalem om een verschrikkelijke slachting aan te richten. Destijds wemelde de stad van de paschavierders. Hun vele slachtoffers konden hun niet Gods gunst bezorgen. Dat vormde een tragische herinnering aan Samuëls woorden die tot de ongehoorzame koning Saul werden gericht: „Heeft Jehovah evenveel behagen in brandoffers en slachtoffers als in het gehoorzamen van de stem van Jehovah? Zie! Gehoorzamen is beter dan een slachtoffer, aandacht schenken beter dan het vet van rammen.” — 1 Samuël 15:22.

5. Wat voor gehoorzaamheid verlangt Jehovah, en hoe weten we dat zo’n gehoorzaamheid mogelijk is?

5 Ondanks het feit dat Jehovah gehoorzaamheid eist, is hij zich terdege bewust van de beperkingen waaraan onvolmaakte mensen onderhevig zijn (Psalm 130:3, 4). Wat hij verlangt zijn oprechtheid van hart en gehoorzaamheid die gebaseerd zijn op geloof, liefde en een gezonde vrees hem te mishagen (Deuteronomium 10:12, 13; Spreuken 16:6; Jesaja 43:10; Micha 6:8; Romeinen 6:17). Dat zo’n gehoorzaamheid mogelijk is, werd aangetoond door een ’grote wolk voorchristelijke getuigen’, die in weerwil van zware beproevingen en zelfs de dood aan hun rechtschapenheid vasthielden (Hebreeën 11:36, 37; 12:1). Wat hebben deze personen Jehovah’s hart verheugd! (Spreuken 27:11) Anderen echter waren in het begin getrouw maar zijn niet gehoorzaam gebleven. Daartoe behoorde koning Joas van het Juda uit de oudheid.

Een koning die door slechte omgang in het verderf werd gestort

6, 7. Wat voor koning was Joas terwijl Jojada nog leefde?

6 Koning Joas ontsnapte als baby ternauwernood aan de dood. Toen Joas de leeftijd van zeven jaar bereikte, haalde de hogepriester Jojada hem moedig uit zijn schuilplaats en maakte hem koning. Omdat de godvrezende Jojada als een vader en raadgever voor Joas optrad, „bleef [de jonge regeerder] doen wat recht was in Jehovah’s ogen, al de dagen van de priester Jojada”. — 2 Kronieken 22:10–23:1, 11; 24:1, 2.

7 Joas’ goede daden omvatten het renoveren van Jehovah’s tempel — een werk dat ’Joas na aan het hart lag’. Hij herinnerde de hogepriester Jojada aan de noodzaak de tempelbelasting van Juda en Jeruzalem bijeen te brengen, zoals ’door Mozes was voorgeschreven’, om het herstellingswerk te financieren. Kennelijk was Jojada erin geslaagd de jonge koning ertoe aan te moedigen Gods Wet te bestuderen en te gehoorzamen. Dientengevolge waren de werkzaamheden met betrekking tot de tempel en het tempelgerei snel voltooid. — 2 Kronieken 24:4, 6, 13, 14; Deuteronomium 17:18.

8. (a) Wat heeft voornamelijk tot Joas’ geestelijke ondergang bijgedragen? (b) Waar werd de koning door zijn ongehoorzaamheid uiteindelijk toe gebracht?

8 Droevig genoeg was Joas’ gehoorzaamheid aan Jehovah niet blijvend. Waarom niet? Gods Woord vertelt ons: „Na Jojada’s dood kwamen de vorsten van Juda en bogen zich vervolgens voor de koning neer. In die tijd luisterde de koning naar hen. En langzamerhand verlieten zij het huis van Jehovah, de God van hun voorvaders, en gingen de heilige palen en de afgodsbeelden dienen, zodat er verontwaardiging kwam tegen Juda en Jeruzalem wegens deze schuld van hen.” De ongezonde invloed van Juda’s vorsten bracht de koning er ook toe zich doof te houden voor Gods profeten, van wie Jojada’s zoon Zacharia, die Joas en het volk moedig terechtwees om hun ongehoorzaamheid, er één was. In plaats van berouw te hebben, liet Joas Zacharia doodstenigen. Wat was Joas een harteloze, ongehoorzame man geworden — allemaal omdat hij voor de invloed van slechte omgang gezwicht was! — 2 Kronieken 24:17-22; 1 Korinthiërs 15:33.

9. Hoe onderstreept de uiteindelijke afloop voor Joas en de vorsten de dwaasheid van ongehoorzaamheid?

9 Hoe verging het Joas en zijn goddeloze vorstelijke metgezellen nadat ze Jehovah hadden verlaten? Een krijgsmacht van Syriërs — slechts „een klein aantal mannen” — viel Juda binnen en ’stortte alle vorsten van het volk in het verderf’. De indringers dwongen de koning ook zijn eigen bezittingen af te geven alsmede het goud en zilver van het heiligdom. Hoewel Joas dit overleefde, werd hij als een gebroken en zieke man achtergelaten. Niet lang daarna werd hij door samenzweerders behorend tot zijn eigen dienaren vermoord (2 Kronieken 24:23-25; 2 Koningen 12:17, 18). Hoe waar zijn de woorden van Jehovah tot Israël dat „indien gij niet naar de stem van Jehovah, uw God, zult luisteren door er zorg voor te dragen al zijn geboden en zijn inzettingen die ik u heden gebied, te volbrengen, . . . vervloekingen ook over u moeten komen en u moeten bereiken”! — Deuteronomium 28:15.

Een secretaris door gehoorzaamheid gered

10, 11. (a) Waarom is het nuttig over Jehovah’s raad aan Baruch na te denken? (b) Welke raad gaf Jehovah Baruch?

10 Voelt u zich weleens afgemat omdat er onder de mensen die u in de christelijke bediening ontmoet maar weinigen enige belangstelling voor het goede nieuws tonen? Voelt u dat u af en toe een tikkeltje jaloers bent op de welgestelden en hun genotzuchtige levenswijze? Zo ja, denk dan aan Baruch, Jeremia’s secretaris, en Jehovah’s liefdevolle raad aan hem.

11 Baruch was bezig een profetische boodschap op te tekenen toen hij zelf het middelpunt van Jehovah’s aandacht werd. Waarom? Omdat Baruch zich over zijn levensomstandigheden begon te beklagen en naar iets beters verlangde dan zijn speciale dienstvoorrecht tot eer van God. Toen Jehovah deze verandering in Baruchs houding opmerkte, gaf hij hem duidelijke maar vriendelijke raad door te zeggen: „Gij blijft grote dingen voor u zoeken. Blijf ze niet zoeken. Want zie, ik breng een rampspoed over alle vlees, . . . en ik wil u uw ziel ten buit geven in alle plaatsen waarheen gij mocht gaan.” — Jeremia 36:4; 45:5.

12. Waarom dienen we het te vermijden in het huidige samenstel van dingen „grote dingen” voor onszelf te zoeken?

12 Kunt u in Jehovah’s woorden aan Baruch Zijn diepe bezorgdheid bespeuren voor deze voortreffelijke man, die hem aan de zijde van Jeremia zo getrouw en moedig had gediend? Ook in deze tijd bekommert Jehovah zich ten zeerste om degenen die in de verleiding komen op zoek te gaan naar de in hun ogen groenere weiden in dit samenstel van dingen. Gelukkig hebben velen van hen, net als Baruch, gunstig gereageerd op liefdevolle correctie die door verantwoordelijke geestelijke broeders werd gegeven (Lukas 15:4-7). Ja, mogen we allen onderscheiden dat er geen toekomst is voor degenen die in dit samenstel „grote dingen” voor zichzelf zoeken. Zulke personen kunnen niet alleen geen waar geluk vinden maar ze zullen, wat nog erger is, weldra met deze wereld en al haar zelfzuchtige begeerten voorbijgaan. — Mattheüs 6:19, 20; 1 Johannes 2:15-17.

13. Welke les in nederigheid leert het verslag over Baruch ons?

13 Het verslag over Baruch leert ons ook een voortreffelijke les in nederigheid. Merk op dat Jehovah Baruch niet rechtstreeks raad gaf, maar dat hij sprak bij monde van Jeremia, wiens onvolmaaktheden en eigenaardigheden Baruch waarschijnlijk heel goed kende (Jeremia 45:1, 2). Toch werd Baruch niet door trots overmeesterd; hij onderscheidde nederig van wie de raad in werkelijkheid afkomstig was — Jehovah (2 Kronieken 26:3, 4, 16; Spreuken 18:12; 19:20). Als we dus ’een misstap doen voordat we ons ervan bewust zijn’ en de noodzakelijke raad uit Gods Woord krijgen, laten we dan Baruchs rijpheid, geestelijke onderscheidingsvermogen en nederigheid navolgen. — Galaten 6:1.

14. Waarom is het goed voor ons gehoorzaam te zijn aan hen die onder ons de leiding nemen?

14 Zo’n nederige houding van onze zijde helpt ook degenen die de raad geven. Hebreeën 13:17 zegt: „Weest gehoorzaam aan hen die onder u de leiding nemen en weest onderdanig, want zij waken over uw ziel als mensen die rekenschap zullen afleggen, opdat zij dit met vreugde en niet met zuchten mogen doen, want dit zou voor u schadelijk zijn.” Hoe vaak storten ouderlingen hun hart niet uit voor Jehovah en vragen om de moed, de wijsheid en de tact die nodig zijn om zich van dit moeilijke aspect van hun herderlijke werk te kwijten! Laten we ’dat soort van mensen erkennen’. — 1 Korinthiërs 16:18.

15. (a) Hoe toonde Jeremia dat hij vertrouwen in Baruch had? (b) Hoe werd Baruch voor zijn nederige gehoorzaamheid beloond?

15 Dat Baruch zijn denkwijze corrigeerde, is heel duidelijk, want Jeremia gaf hem vervolgens een heel moeilijke toewijzing — naar de tempel te gaan en nota bene de oordeelsboodschap die hem door Jeremia was gedicteerd, voor te lezen. Gehoorzaamde Baruch? Ja, hij deed „alles wat de profeet Jeremia hem geboden had”. In feite las hij de vorsten van Jeruzalem dezelfde boodschap zelfs voor, wat ongetwijfeld een behoorlijke dosis moed vergde (Jeremia 36:1-6, 8, 14, 15). U kunt u voorstellen hoe dankbaar Baruch geweest moet zijn dat hij, toen de stad ongeveer achttien jaar later voor de Babyloniërs viel, gespaard bleef omdat hij Jehovah’s waarschuwing ter harte had genomen en niet langer „grote dingen” voor zichzelf had gezocht! — Jeremia 39:1, 2, 11, 12; 43:6.

Gehoorzaamheid tijdens een belegering redde levens

16. Hoe toonde Jehovah mededogen met de joden in Jeruzalem tijdens de Babylonische belegering in 607 v.G.T.?

16 Toen Jeruzalems einde in 607 v.G.T. kwam, trad Gods mededogen met de gehoorzamen wederom op de voorgrond. Toen de belegering een hoogtepunt bereikte, zei Jehovah tot de joden: „Ziet, ik leg u de weg des levens en de weg des doods voor. Wie in deze stad blijft, zal sterven door het zwaard en door de hongersnood en door de pestilentie; maar wie er uitgaat en werkelijk overloopt naar de Chaldeeën die u belegeren, zal in leven blijven en zijn ziel zal hem stellig ten buit worden” (Jeremia 21:8, 9). Hoewel de inwoners van Jeruzalem de vernietiging verdienden, toonde Jehovah mededogen met degenen die hem gehoorzaamden, zelfs in dat kritieke, late uur. *

17. (a) Op welke twee manieren werd Jeremia’s gehoorzaamheid op de proef gesteld toen Jehovah hem gebood de belegerde joden te zeggen ’naar de Chaldeeën over te lopen’? (b) Hoe kunnen we profijt trekken van Jeremia’s voorbeeld van moedige gehoorzaamheid?

17 Tot de joden te zeggen dat ze zich moesten overgeven, vormde ongetwijfeld ook een toets op Jeremia’s gehoorzaamheid. In de eerste plaats had hij vurige ijver voor Gods naam. Hij wilde niet dat er smaad op werd geworpen door vijanden die hun overwinning aan levenloze afgoden zouden toeschrijven (Jeremia 50:2, 11; Klaagliederen 2:16). Bovendien wist Jeremia dat hij, door het volk te zeggen dat het zich moest overgeven, zijn leven in groot gevaar zou brengen, want velen zouden zijn woorden als opruiing opvatten. Toch kromp hij niet van angst ineen, maar sprak hij gehoorzaam Jehovah’s uitspraken (Jeremia 38:4, 17, 18). Net als Jeremia brengen ook wij een onpopulaire boodschap. Het is dezelfde boodschap waarvoor Jezus werd veracht (Jesaja 53:3; Mattheüs 24:9). Laten we dus niet ’voor mensen beven’, maar laten we net als Jeremia, Jehovah moedig gehoorzamen en volledig op hem vertrouwen. — Spreuken 29:25.

Gehoorzaamheid in weerwil van Gogs aanval

18. Met welke toekomstige toets op gehoorzaamheid zullen Jehovah’s dienstknechten worden geconfronteerd?

18 Binnenkort zal Satans hele goddeloze stelsel in een ongekende „grote verdrukking” vernietigd worden (Mattheüs 24:21). Ongetwijfeld zullen Gods dienstknechten vóór en gedurende die tijd grote beproevingen op hun geloof en gehoorzaamheid ondervinden. Zo vertelt de bijbel ons dat Satan, in zijn rol als „Gog van het land Magog”, een grootscheepse aanval tegen Jehovah’s dienstknechten zal ondernemen door horden te mobiliseren die beschreven worden als „een talrijke krijgsmacht . . ., gelijk wolken om het land te bedekken” (Ezechiël 38:2, 14-16). Numeriek in de minderheid en ongewapend zullen Gods dienstknechten hun toevlucht zoeken onder Jehovah’s „wieken”, die hij uitspreidt om de gehoorzamen te beschutten.

19, 20. (a) Waarom was gehoorzaamheid van de zijde der Israëlieten toen ze zich bij de Rode Zee bevonden uitermate belangrijk? (b) Hoe kan gebedsvolle overdenking van het verslag over de situatie bij de Rode Zee ons in deze tijd tot voordeel strekken?

19 Deze situatie herinnert ons aan Israëls uittocht uit Egypte. Nadat Jehovah Egypte met tien verwoestende plagen had geslagen, leidde hij zijn volk niet via de kortste route naar het Beloofde Land, maar naar de Rode Zee, waar ze bij een aanval gemakkelijk in het nauw gedreven konden worden. Van militair standpunt uit bezien leek dat een rampzalige manoeuvre te zijn. Als u daar was geweest, zou u dan Jehovah’s woord bij monde van Mozes gehoorzaamd hebben en vol vertrouwen naar de Rode Zee gelopen zijn, in de wetenschap dat het Beloofde Land in een enigszins andere richting lag? — Exodus 14:1-4.

20 Wanneer we in Exodus hoofdstuk 14 verder lezen, zien we hoe Jehovah zijn volk in een ontzagwekkende tentoonspreiding van macht bevrijdde. Zulke verslagen kunnen werkelijk ons geloof versterken wanneer we er de tijd voor nemen ze te bestuderen en erover na te denken! (2 Petrus 2:9) Vervolgens worden we door een krachtig geloof gesterkt om Jehovah te gehoorzamen, ook al lijken zijn vereisten tegen menselijke redeneringen in te druisen (Spreuken 3:5, 6). Vraag u dus af: Streef ik ernaar mijn geloof op te bouwen door middel van ijverige bijbelstudie, gebed en meditatie, alsook door geregeld met Gods dienstknechten om te gaan? — Hebreeën 10:24, 25; 12:1-3.

Gehoorzaamheid schenkt hoop

21. Welke huidige en toekomstige beloningen zullen degenen die Jehovah gehoorzamen, ten deel vallen?

21 Degenen die gehoorzaamheid aan Jehovah tot hun levenswijze maken, ervaren zelfs nu al de vervulling van Spreuken 1:33, waar staat: „Wat hem betreft die [gehoorzaam] naar mij luistert, hij zal in zekerheid verblijven en niet worden verstoord door angst voor rampspoed.” Hoe wonderbaarlijk zullen deze vertroostende woorden in vervulling gaan tijdens Jehovah’s komende dag van wraak! Jezus zei dan ook tot zijn discipelen: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabij komt” (Lukas 21:28). Het is duidelijk dat alleen degenen die God gehoorzamen het vertrouwen zullen hebben aan deze woorden gehoor te geven. — Mattheüs 7:21.

22. (a) Welke reden voor vertrouwen hebben Jehovah’s dienstknechten? (b) Wat zal in het volgende artikel aan de orde komen?

22 Nog een reden voor vertrouwen is dat ’de Soevereine Heer Jehovah niets zal doen tenzij hij zijn vertrouwelijke aangelegenheid heeft geopenbaard aan zijn knechten, de profeten’ (Amos 3:7). In deze tijd inspireert Jehovah geen profeten zoals in het verleden; in plaats daarvan heeft hij een getrouwe slaafklasse opgedragen geestelijk voedsel te rechter tijd voor zijn huisgezin te verschaffen (Mattheüs 24:45-47). Wat is het daarom belangrijk dat we een gehoorzame houding ten aanzien van die „slaaf” hebben! Zoals het volgende artikel zal tonen, weerspiegelt zo’n gehoorzaamheid ook onze houding ten aanzien van Jezus, de meester van de „slaaf”. Hij is degene aan wie ’de gehoorzaamheid der volken behoort’. — Genesis 49:10.

[Voetnoten]

^ ¶1 Hoewel vaak beschreven als beschroomd „zal een moederkip zich doodvechten om haar kuikens tegen kwaad te beschermen”, zegt een publicatie van een vereniging voor dierenbescherming.

^ ¶16 Jeremia 38:19 onthult dat een aantal joden naar de Chaldeeën was „overgelopen” en dat de dood hun bespaard bleef maar niet de ballingschap. Of ze zich als reactie op Jeremia’s woorden overgaven, wordt ons niet verteld. Hun overleving bevestigde niettemin de woorden van de profeet.

Kunt u zich dit herinneren?

• Wat was het resultaat van Israëls herhaalde ongehoorzaamheid?

• Hoe werd koning Joas door zijn omgang beïnvloed, zowel vroeg in zijn leven als later?

• Welke lessen kunnen we van Baruch leren?

• Waarom hebben Jehovah’s gehoorzame dienstknechten geen reden tot vrees nu het huidige stelsel zijn einde nadert?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 13]

Onder Jojada’s leiding was de jonge Joas gehoorzaam aan Jehovah

[Illustratie op blz. 15]

Slechte omgang bracht Joas ertoe Gods profeet te laten doden

[Illustratie op blz. 16]

Zou u Jehovah hebben gehoorzaamd en getuige zijn geweest van zijn ontzagwekkende vermogen om te redden?