Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

’Weersta de Duivel’

’Weersta de Duivel’

’Weersta de Duivel’

„Weerstaat de Duivel en hij zal van u wegvluchten.” — JAKOBUS 4:7.

1. Wat kan er over de huidige wereld worden gezegd, en waarom moeten de gezalfden en hun metgezellen waakzaam zijn?

„GOD is verdwenen, maar de Duivel is gebleven.” Die woorden van de Franse schrijver André Malraux zouden heel goed kunnen worden toegepast op de wereld waarin we leven, aangezien de werken van mensen beslist meer de listen van de Duivel dan de wil van God schijnen te weerspiegelen. Satan leidt mensen op een dwaalspoor „met elk krachtig werk en leugenachtige tekenen en wonderen en met elk onrechtvaardig bedrog voor degenen die vergaan” (2 Thessalonicenzen 2:9, 10). Maar in deze „laatste dagen” concentreert Satan zijn inspanningen op Gods opgedragen dienstknechten door oorlog te voeren tegen gezalfde christenen, „die de geboden van God onderhouden en het werk hebben dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent Jezus” (2 Timotheüs 3:1; Openbaring 12:9, 17). Deze gezalfde dienstknechten van God en hun metgezellen die een aardse hoop hebben, moeten waakzaam zijn.

2. Hoe verleidde Satan Eva, en welke vrees bracht de apostel Paulus tot uitdrukking?

2 Satan is een misleider bij uitstek. Door een slang als dekmantel te gebruiken, bracht hij Eva er door misleiding toe te denken dat ze zich veel gelukkiger zou kunnen voelen als ze onafhankelijk van God zou handelen (Genesis 3:1-6). Ongeveer vierduizend jaar later bracht de apostel Paulus de vrees tot uitdrukking dat gezalfde christenen in Korinthe het slachtoffer zouden kunnen worden van Satans sluwheid. Paulus schreef: „Ik ben bevreesd dat op de een of andere wijze, zoals de slang door haar listigheid Eva verleid heeft, uw geest verdorven zou kunnen worden en zou afwijken van de oprechtheid en de eerbaarheid die de Christus toekomen” (2 Korinthiërs 11:3). Satan bezoedelt de geest van mensen en vervormt hun denken. Net als hij Eva verleidde, kan hij christenen ertoe brengen foutief te redeneren en zich te verbeelden dat hun geluk afhankelijk is van iets wat Jehovah en zijn Zoon afkeuren.

3. In welke bescherming tegen de Duivel voorziet Jehovah?

3 Satan kan vergeleken worden met een vogelvanger die klapnetten zet om nietsvermoedende slachtoffers te vangen. Om Satans klapnetten te vermijden, moeten we ’wonen in de schuilplaats van de Allerhoogste’, een figuurlijke plaats van bescherming waarin Jehovah voorziet ten behoeve van degenen die zijn universele soevereiniteit erkennen in wat ze doen (Psalm 91:1-3). We hebben alle bescherming nodig waarin God door middel van zijn Woord, zijn geest en zijn organisatie voorziet opdat we ’pal kunnen staan tegen de kuiperijen van de Duivel’ (Efeziërs 6:11). Het Griekse woord voor „kuiperijen” kan ook vertaald worden met „listige daden”. Ongetwijfeld bedient de Duivel zich van veel listige daden in zijn pogingen Jehovah’s dienstknechten in de val te lokken.

Klapnetten die Satan voor de vroege christenen spande

4. In wat voor wereld leefden de vroege christenen?

4 Christenen uit de eerste en tweede eeuw van onze gewone tijdrekening leefden in een tijd waarin het Romeinse Rijk zich op het toppunt van zijn macht bevond. De Pax Romana (Romeinse vrede) maakte het mogelijk dat de handel bloeide. Deze voorspoed bracht de heersende klasse veel vrije tijd, en de regeerders zagen erop toe dat de burgers veel amusement kregen zodat ze niet in opstand zouden komen. Gedurende sommige periodes waren er net zoveel openbare feestdagen als werkdagen. De leiders gebruikten openbare fondsen om de mensen brood en spelen te geven zodat ze goed gevoed bleven en voldoende afleiding hadden.

5, 6. (a) Waarom was de gewoonte om Romeinse theaters en amfitheaters te bezoeken voor christenen ongepast? (b) Van welke misleiding bediende Satan zich, en hoe zouden christenen die kunnen vermijden?

5 Vormde deze situatie een gevaar voor de vroege christenen? Te oordelen naar de waarschuwingen die opgetekend waren door postapostolische schrijvers zoals Tertullianus, waren de meeste ontspannende activiteiten uit die tijd vol geestelijke en morele gevaren voor ware christenen. In de eerste plaats werden de meeste openbare feesten en spelen ter ere van heidense goden gehouden (2 Korinthiërs 6:14-18). In de theaters waren zelfs veel van de klassieke toneelstukken hetzij uitgesproken immoreel of bloederig gewelddadig. Mettertijd taande de voorkeur voor de klassieken, en werden ze vervangen door obscene pantomimische voorstellingen. In zijn boek Het dagelijks leven in het oude Rome zegt de geschiedschrijver Jérôme Carcopino: „De actrices plachten zich geheel te ontkleden . . . [Er waren veel scènes waarbij] stromen bloed vloeiden. . . . [De mime] was gezonken tot een diepte van perversiteit, die de grote massa in plaats van met walging, met enthousiasme vervulde, aangezien door de gemene slachtpartijen in het amfitheater haar gevoelens allang waren afgestompt en haar instincten ontaard.” — Mattheüs 5:27, 28.

6 In de amfitheaters voerden gladiatoren met elkaar een strijd op leven en dood, of vochten met wilde dieren, die hen doodden of door hen werden gedood. Veroordeelde misdadigers en uiteindelijk veel christenen werden voor verscheurende beesten geworpen. Zelfs in die oude tijden was Satan er in zijn sluwheid op uit om de afschuw die mensen jegens immoraliteit en geweld koesterden, af te zwakken totdat deze dingen algemeen werden en bij de bevolking gewild waren. De enige manier om dat klapnet te vermijden was door van de theaters en amfitheaters vandaan te blijven. — 1 Korinthiërs 15:32, 33.

7, 8. (a) Waarom zou een christen onverstandig zijn geweest als hij wagenrennen had bezocht? (b) Hoe zou Satan de Romeinse badhuizen hebben kunnen gebruiken om christenen in de val te laten lopen?

7 In grote elliptische arena’s die circussen werden genoemd, werden wagenrennen gehouden die ongetwijfeld zeer opwindend waren, maar ze waren onaanvaardbaar voor christenen omdat de scharen vaak gewelddadig werden. Een derde-eeuwse schrijver berichtte dat sommige toeschouwers slaags raakten en Carcopino zegt dat onder de arcaden van het circusgebouw „astrologen en prostituees hun beroep uitoefenden”. Het is duidelijk dat het Romeinse circus geen plaats voor christenen was. — 1 Korinthiërs 6:9, 10.

8 Hoe stond het met de beroemde Romeinse badhuizen? Er was beslist niets verkeerds aan wanneer men zich baadde om rein te blijven. Maar veel van de Romeinse badhuizen waren enorme inrichtingen met massageruimten, sportzalen, goklokalen en plaatsen om te eten en te drinken. Hoewel er in theorie afzonderlijke tijden voor beiden seksen opzij werden gezet om de badhuizen te gebruiken, werd gemengd baden vaak toegestaan. Clemens van Alexandrië schreef: „De badhuizen staan zonder onderscheid open voor mannen en vrouwen; en daar kleden ze zich uit om zich over te geven aan losbandige uitspattingen.” Bijgevolg zou Satan een algemeen aanvaarde inrichting gemakkelijk hebben kunnen gebruiken als een valstrik voor christenen. Verstandige personen bezochten zulke plaatsen niet.

9. Welke strikken moesten de vroege christenen vermijden?

9 Gokken was een favoriet tijdverdrijf onder de mensen toen het Romeinse Rijk op het hoogtepunt van zijn macht was. De vroege christenen zouden het bij de wagenrennen gebruikelijke wedden kunnen vermijden door gewoon van de circussen weg te blijven. Ook werd er in de achterkamers van herbergen en kroegen illegaal voor kleine bedragen gegokt. Spelers zetten geld in op de oneven of even nummers van kiezelsteentjes of bikkels in de hand van een andere speler. Gokken gaf kleur aan het leven van mensen, want het bood de hoop om gemakkelijk aan geld te komen (Efeziërs 5:5). Bovendien waren de barmeisjes in zulke drankgelegenheden vaak prostituees waardoor ook nog het gevaar van seksuele immoraliteit ontstond. Dit waren enkele van de strikken die Satan spande voor christenen die in de steden van het Romeinse Rijk woonden. Is de situatie nu veel anders?

Satans strikken in deze tijd

10. Hoe lijkt de situatie in deze tijd op toestanden die in het Romeinse Rijk heersten?

10 In het algemeen zijn Satans listen in de loop van de eeuwen niet veranderd. Opdat de christenen in de verdorven stad Korinthe niet ’door Satan overmeesterd’ zouden worden, gaf de apostel Paulus hun krachtige raad. Hij zei: „Wij zijn niet onwetend van [Satans] bedoelingen” (2 Korinthiërs 2:11). In veel geïndustrialiseerde landen komt de situatie in deze tijd overeen met die welke in de bloeitijd van het Romeinse Rijk heerste. Veel mensen beschikken over meer vrije tijd dan ooit. Staatsloterijen geven zelfs de armen een sprankje hoop. Er is volop goedkoop amusement om de geest van de mensen bezig te houden. Sportstadions zijn vol, mensen gokken, menigten worden soms gewelddadig en dat is ook vaak met spelers het geval. Er klinkt verderfelijke muziek in de oren van mensen en op theaterpodiums alsook op het filmdoek en het tv-scherm worden obscene shows ten beste gegeven. In sommige landen is gemengd baden in sauna’s en warmwaterbronnen populair, om nog maar niet te spreken van naaktzwemmen op sommige stranden. Net als in de eerste eeuwen van het christendom tracht Satan Gods dienstknechten door middel van wereldse vrijetijdsbestedingen te verleiden.

11. In welke valstrikken kunnen christenen terechtkomen omdat ze zich graag ontspannen of hun gemak ervan nemen?

11 In een wereld waar stress algemeen voorkomt, is het normaal dat mensen de behoefte voelen zich te ontspannen of er eens even helemaal uit te zijn. Maar net als de Romeinse badhuizen aspecten bevatten die voor de vroege christenen potentieel gevaarlijk waren, zijn sommige vakantiecentra en -oorden een strik gebleken waarvan Satan zich heeft bediend om hedendaagse christenen ertoe te brengen zich aan immoraliteit over te geven of te veel te drinken. Paulus schreef aan de christenen in Korinthe: „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten. Ontwaakt en wordt nuchter op een rechtvaardige manier en beoefent geen zonde, want sommigen hebben geen kennis van God.” — 1 Korinthiërs 15:33, 34.

12. Wat zijn enkele listen die Satan heeft aangewend om Jehovah’s dienstknechten in deze tijd in de val te laten lopen?

12 We hebben in het geval van Eva gezien hoe Satan zich van listigheid bediende om haar denkwijze te verderven (2 Korinthiërs 11:3). In deze tijd is een van de valstrikken van de Duivel dat hij christenen ertoe brengt te denken dat als ze zo ver mogelijk gaan in hun pogingen om aan te tonen dat Jehovah’s Getuigen net zo zijn als andere mensen, ze erin zullen slagen sommigen tot de christelijke waarheid te trekken. Soms gaan ze daarin te ver en gebeurt het tegenovergestelde (Haggaï 2:12-14). Nog een list van Satan is opgedragen christenen, zowel jongeren als volwassenen, ertoe aan te zetten een dubbelleven te leiden en ’Gods heilige geest te bedroeven’ (Efeziërs 4:30). Sommigen zijn in die strik gevallen door een verkeerd gebruik van het internet.

13. Welke verhulde strik is een van de listige daden van de Duivel, en welke raad in Spreuken is hier passend?

13 Nog een van Satans valstrikken is verhuld occultisme. Geen enkele ware christen zou opzettelijk in satanisme of spiritisme liefhebberen. Toch laten sommigen hun waakzaamheid onbewust verslappen wanneer het gaat om films, tv-series, videospelletjes en zelfs kinderboeken en strips die geweld en magische praktijken ten beste geven. Alles wat naar het occulte zweemt, dient vermeden te worden. De wijze spreuk zegt: „Doornen en valstrikken zijn op de weg van de verkeerde; hij die zijn ziel behoedt, houdt zich er ver vandaan” (Spreuken 22:5). Aangezien Satan „de god van dit samenstel van dingen” is, zou alles wat zeer populair is mogelijk een van zijn valstrikken kunnen verbergen. — 2 Korinthiërs 4:4; 1 Johannes 2:15, 16.

Jezus weerstond de Duivel

14. Hoe weerstond Jezus de eerste verzoeking van de Duivel?

14 Jezus gaf een voortreffelijk voorbeeld in het weerstaan van de Duivel waardoor deze op de vlucht werd gedreven. Nadat Jezus was gedoopt en veertig dagen had gevast, werd hij door Satan verzocht (Mattheüs 4:1-11). De eerste verzoeking deed een beroep op het normale hongergevoel dat Jezus na enige tijd van vasten had. Satan vroeg Jezus zijn eerste wonder te doen om een fysieke behoefte te bevredigen. Deuteronomium 8:3 aanhalend weigerde Jezus een zelfzuchtig gebruik van zijn krachten te maken en stelde hij geestelijk voedsel boven letterlijk voedsel.

15. (a) Welk natuurlijk verlangen gebruikte Satan om Jezus te verzoeken? (b) Wat is een van de voornaamste listige daden die de Duivel tegen Gods dienstknechten in deze tijd aanwendt, maar hoe kunnen we hem weerstaan?

15 Een interessante gedachte met betrekking tot deze verzoeking is dat de Duivel niet probeerde Jezus een seksuele zonde te laten begaan. Honger, die uiteraard een hunkering naar voedsel doet ontstaan, scheen het sterkste fysieke verlangen te zijn dat in dit geval gebruikt kon worden om Jezus te verzoeken. Welke verzoekingen gebruikt de Duivel om Gods dienstknechten in deze tijd te verlokken? Ze kunnen talrijk en gevarieerd zijn, maar hij gebruikt seksuele verleiding als een van de voornaamste listige daden om te proberen de rechtschapenheid van Jehovah’s dienstknechten te breken. Door Jezus na te volgen kunnen we de Duivel weerstaan en weerstand bieden aan verleidingen. Net als Jezus Satans overredingskunsten verijdelde door passende schriftplaatsen aan te halen, kunnen wij, wanneer wij tot seksuele immoraliteit worden verleid, teksten als Genesis 39:9 en 1 Korinthiërs 6:18 in onze herinnering terugroepen.

16. (a) Hoe heeft Satan Jezus een tweede maal verzocht? (b) Op welke manieren zou Satan kunnen proberen ons in verzoeking te brengen Jehovah op de proef te stellen?

16 Vervolgens daagde de Duivel Jezus uit van de tempelmuur te springen en Gods vermogen om hem door middel van Zijn engelen te beschermen op de proef te stellen. Met een aanhaling van Deuteronomium 6:16 weigerde Jezus zijn Vader op de proef te stellen. Satan zal ons er wellicht niet toe verleiden om van de kantelen van een tempel te springen, maar hij kan ons in verzoeking brengen om Jehovah op de proef te stellen. Worden we in de verleiding gebracht te zien hoe ver we zonder raad te ontvangen kunnen gaan in het navolgen van wereldse rages op het gebied van onze kleding en uiterlijke verzorging? Worden we op het terrein van twijfelachtig amusement in verzoeking gebracht? We kunnen Jehovah dan op de proef stellen. Als we zulke neigingen hebben, is het mogelijk dat Satan, in plaats van ons te ontvluchten, bij ons blijft dralen en ons er onophoudelijk toe tracht te verlokken zijn partij te kiezen.

17. (a) Hoe verzocht de Duivel Jezus voor de derde maal? (b) Hoe kan Jakobus 4:7 in ons geval opgaan?

17 Toen Satan Jezus alle koninkrijken van de wereld in ruil voor één enkele daad van aanbidding aanbood, weerstond Jezus hem wederom door een schriftplaats aan te halen waardoor hij een krachtig standpunt voor de exclusieve aanbidding van zijn Vader innam (Deuteronomium 5:9; 6:13; 10:20). Satan biedt ons wellicht niet de koninkrijken der wereld aan, maar hij brengt ons geregeld in verzoeking met materialistisch geschitter, zelfs met een vooruitzicht op een klein persoonlijk koninkrijk. Reageren we net als Jezus door Jehovah onze exclusieve toewijding te geven? Zo ja, dan zal met ons hetzelfde gebeuren als met Jezus. Mattheüs’ verslag zegt: „Toen verliet de Duivel hem” (Mattheüs 4:11). Satan zal ons verlaten als we een krachtig standpunt tegen hem innemen door ons passende bijbelse beginselen te binnen te brengen en ze toe te passen. De discipel Jakobus schreef: „Weerstaat de Duivel en hij zal van u wegvluchten” (Jakobus 4:7). Een christen schreef aan het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen in Frankrijk: „Satan is werkelijk listig. Ondanks mijn beste bedoelingen vind ik het erg moeilijk mijn gevoelens en mijn verlangens meester te worden. Niettemin ben ik er met moed, geduld en bovenal Jehovah’s hulp in geslaagd mijn rechtschapenheid te bewaren en aan de waarheid vast te houden.”

Volledig toegerust om de Duivel te weerstaan

18. Welke geestelijke wapenrusting rust ons toe om de Duivel te weerstaan?

18 Jehovah heeft ons een volledige geestelijke wapenrusting gegeven opdat we „pal [kunnen] staan tegen de kuiperijen van de Duivel” (Efeziërs 6:11-18). Onze liefde voor de waarheid zal onze lendenen omgorden of ons op christelijke activiteit voorbereiden. Onze vastbeslotenheid om aan Jehovah’s maatstaven van rechtvaardigheid vast te houden, zal zijn als een borstharnas dat ons hart beschermt. Als onze voeten geschoeid zijn met het goede nieuws zullen we geregeld aan het predikingswerk deelnemen, en dit zal ons geestelijk sterken en beschermen. Ons sterke geloof zal zijn als een groot schild dat ons beschermt tegen de „brandende projectielen van de goddeloze”, zijn listige aanvallen en verleidingen. Onze stellige hoop op de vervulling van Jehovah’s beloften zal zijn als een helm die ons denkvermogen beschermt en ons vrede des geestes schenkt (Filippenzen 4:7). Als we bedreven worden in het hanteren van Gods Woord, zal het zijn als een zwaard dat we kunnen gebruiken om mensen uit de geestelijke knechtschap aan Satan te helpen bevrijden. We kunnen het ook hanteren om onszelf te verdedigen, net als Jezus deed toen hij verzocht werd.

19. Wat is er behalve het ’weerstaan van de Duivel’ nog meer nodig?

19 Door deze „volledige wapenrusting van God” aan te houden en voortdurend te bidden, kunnen we ervan overtuigd zijn dat Jehovah ons zal beschermen wanneer Satan ons aanvalt (Johannes 17:15; 1 Korinthiërs 10:13). Maar Jakobus toonde dat het niet genoeg is ’de Duivel te weerstaan’. Bovenal moeten we ’ons ook onderwerpen aan God’, die voor ons zorgt (Jakobus 4:7, 8). Hoe we dit kunnen doen, zal in het volgende artikel worden beschouwd.

Wat zou u antwoorden?

• Welke strikken van Satan moesten de vroege christenen vermijden?

• Welke listige daden gebruikt Satan in deze tijd om Jehovah’s dienstknechten in de val te laten lopen?

• Hoe weerstond Jezus Satans verzoekingen?

• Welke geestelijke wapenrusting stelt ons in staat de Duivel te weerstaan?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 8, 9]

Jezus weerstond de Duivel krachtig

[Illustraties op blz. 10]

Eerste-eeuwse christenen verwierpen gewelddadig en immoreel amusement

[Verantwoording]

The Complete Encyclopedia of Illustration/J. G. Heck