Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

’Waak voortdurend’!

’Waak voortdurend’!

’Waak voortdurend’!

„Wat ik . . . tot u zeg, zeg ik tot allen: Waakt voortdurend.” — MARKUS 13:37.

1, 2. (a) Welke les leerde een man over het beveiligen van zijn bezittingen? (b) Wat leren wij uit Jezus’ illustratie over een dief met betrekking tot de noodzaak wakker te blijven?

JUAN bewaarde zijn waardevolle spullen thuis. Hij had ze onder zijn bed opgeborgen — naar zijn mening de veiligste plaats in het huis. Maar op een nacht, terwijl hij en zijn vrouw sliepen, kwam een dief de slaapkamer binnen. Kennelijk wist de dief precies waar hij moest zoeken. Stilletjes nam hij elk waardevol voorwerp onder het bed vandaan, alsook geld dat Juan in een la van het nachtkastje had gedeponeerd. De volgende morgen ontdekte Juan dat hij bestolen was. Hij zal zich nog lang de pijnlijke les heugen die hij had geleerd: een slapende man kan niet over zijn bezittingen waken.

2 Hetzelfde geldt in geestelijk opzicht. We kunnen onze hoop en ons geloof niet beveiligen als we in slaap vallen. Vandaar Paulus’ aansporing: „Laten wij . . . niet doorslapen zoals de overigen, maar laten wij wakker blijven en onze zinnen bij elkaar houden” (1 Thessalonicenzen 5:6). Om te tonen hoe uitermate belangrijk het is wakker te blijven, gebruikte Jezus de illustratie van een dief. Hij beschreef de gebeurtenissen die aan zijn komst als Rechter zouden voorafgaan, en vervolgens waarschuwde hij: „Waakt daarom voortdurend, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt. Maar weet één ding, dat indien de heer des huizes had geweten in welke nachtwake de dief zou komen, hij wakker zou zijn gebleven en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. Toont ook gij u daarom gereed, want de Zoon des mensen komt op een uur waarvan gij het niet hebt gedacht” (Mattheüs 24:42-44). Een dief kondigt zijn komst niet van tevoren aan. Hij hoopt te arriveren op een tijdstip dat niemand hem verwacht. Insgelijks zal, zoals Jezus zei, het einde van dit samenstel komen op ’een uur waarvan we het niet hebben gedacht’.

’Blijf wakker, sta vast in het geloof’

3. Hoe toonde Jezus aan de hand van de illustratie van slaven die wachtten op hun meester die van een bruiloft terugkeerde, de belangrijkheid om wakker te blijven?

3 In bewoordingen die opgetekend staan in het Evangelie van Lukas vergeleek Jezus christenen met slaven die op hun meester wachten wanneer hij van een bruiloft terugkeert. Ze moeten waakzaam zijn zodat ze, wanneer hij aankomt, wakker zullen zijn, gereed om hem welkom te heten. Insgelijks zei Jezus: „De Zoon des mensen komt op een uur dat gij het niet waarschijnlijk acht” (Lukas 12:40). Sommigen die Jehovah reeds vele jaren hebben gediend, kunnen hun gevoel van dringendheid met betrekking tot de tijd waarin we leven, verliezen. Ze kunnen zelfs tot de conclusie komen dat het einde nog ver weg zou kunnen zijn. Maar zo’n denkwijze zou ertoe kunnen leiden dat onze aandacht van geestelijke dingen wordt afgeleid en zich richt op materiële doeleinden, afleidingen die ons geestelijk slaperig kunnen maken. — Lukas 8:14; 21:34, 35.

4. Welke overtuiging zal ons motiveren om waakzaam te blijven, en hoe toonde Jezus dit?

4 We kunnen nog een les uit Jezus’ illustratie trekken. Hoewel de slaven niet wisten op welk uur hun meester zou aankomen, wisten ze kennelijk wel in welke nacht dat zou gebeuren. Het zou moeilijk zijn geweest om die hele nacht wakker te blijven als ze hadden gedacht dat hun meester een andere nacht zou komen. Ze wisten daarentegen in welke nacht hij zou komen en dat vormde voor hen een krachtige aansporing om wakker te blijven. Op ongeveer soortgelijke wijze onthullen bijbelse profetieën duidelijk dat we in de tijd van het einde leven; maar ze vertellen ons niet de dag of het uur van het einde zelf (Mattheüs 24:36). Ons geloof dat het einde komt, helpt ons om wakker te blijven, maar als we ervan overtuigd zijn dat Jehovah’s dag werkelijk nabij is, zullen we veel krachtiger gemotiveerd zijn om waakzaam te blijven. — Zefanja 1:14.

5. Hoe kunnen we gehoor geven aan Paulus’ aansporing om ’wakker te blijven’?

5 In zijn brief aan de Korinthiërs gaf Paulus de aansporing: „Blijft wakker, staat vast in het geloof” (1 Korinthiërs 16:13). Ja, wakker blijven wordt in verband gebracht met onze standvastigheid in het christelijke geloof. Hoe kunnen we wakker blijven? Door een diepere kennis van Gods Woord te verkrijgen (2 Timotheüs 3:14, 15). Goede persoonlijke studiegewoonten en geregeld vergaderingsbezoek zijn een hulp om ons geloof te versterken, en Jehovah’s dag goed in gedachte houden is een belangrijk aspect van ons geloof. Door van tijd tot tijd het schriftuurlijke bewijsmateriaal dat we dicht bij het einde van dit samenstel leven onder de loep te nemen, zullen we dan ook geholpen worden de belangrijke waarheden betreffende dat komende einde niet uit het oog te verliezen. * Het is ook goed nota te nemen van de zich ontwikkelende wereldgebeurtenissen die een vervulling vormen van bijbelse profetieën. Een broeder in Duitsland schreef: „Iedere keer dat ik naar het nieuws kijk — de oorlogen, de aardbevingen, het geweld en de vervuiling van onze planeet — doordringt het me ervan dat het einde nabij is.”

6. Op welke manier illustreerde Jezus de neiging om, naarmate de tijd verstrijkt, geestelijke waakzaamheid te verliezen?

6 In Markus hoofdstuk 13 vinden we nog een verslag van Jezus’ vermaning aan zijn volgelingen om wakker te blijven. Volgens dit hoofdstuk vergelijkt Jezus hun situatie met die van een deurwachter die op zijn meester wacht wanneer deze van een buitenlandse reis terugkeert. De deurwachter wist niet op welk uur zijn meester zou terugkeren. Hij moest alleen maar waakzaam blijven. Jezus doelde op vier verschillende nachtwaken waarin de meester zou kunnen arriveren. De vierde nachtwake duurde van omstreeks drie uur ’s morgens tot zonsopgang. In die laatste nachtwake zou de deurwachter gemakkelijk door slaperigheid overmand kunnen worden. Naar verluidt zijn soldaten van mening dat het uur vóór het ochtendgloren de gunstigste tijd is om een vijand te overrompelen. Insgelijks zouden we er op dit late uur, terwijl de wereld om ons heen in geestelijk opzicht vast slaapt, de meeste moeite mee kunnen hebben wakker te blijven (Romeinen 13:11, 12). Bijgevolg geeft Jezus in zijn illustratie herhaaldelijk de aansporing: „Blijft toezien, blijft wakker . . . Waakt daarom voortdurend . . . Wat ik . . . tot u zeg, zeg ik tot allen: Waakt voortdurend.” — Markus 13:32-37.

7. Welk reëel gevaar bestaat er, en welke aanmoediging komen we met het oog hierop herhaaldelijk in de bijbel tegen?

7 Jezus drong er gedurende zijn bediening en na zijn opstanding herhaaldelijk op aan waakzaam te zijn. Ja, bijna iedere keer dat de Schrift naar het einde van dit samenstel van dingen verwijst, vinden we de waarschuwing om wakker of waakzaam te blijven (Lukas 12:38, 40; Openbaring 3:2; 16:14-16). * Het is duidelijk dat geestelijke slaperigheid een zeer reëel gevaar vormt. We hebben deze waarschuwingen allemaal nodig! — 1 Korinthiërs 10:12; 1 Thessalonicenzen 5:2, 6.

Drie apostelen die niet wakker konden blijven

8. Hoe reageerden drie van Jezus’ apostelen in de hof van Gethsemane op zijn verzoek om waakzaam te blijven?

8 Wakker blijven vergt meer dan goede bedoelingen, zoals uit het voorbeeld van Petrus, Jakobus en Johannes blijkt. Dit waren drie geestelijk gezinde mannen die Jezus loyaal volgden en diepe genegenheid voor hem voelden. Toch bleven ze in de nacht van 14 Nisan 33 G.T. niet wakker. Na het verlaten van de bovenkamer waar ze het Pascha hadden gevierd, gingen de drie apostelen met Jezus naar de hof van Gethsemane. Daar zei Jezus tot hen: „Mijn ziel is diepbedroefd, ja, tot de dood toe. Blijft hier en waakt met mij” (Mattheüs 26:38). Driemaal bad Jezus vurig tot zijn hemelse Vader, en driemaal keerde hij terug naar zijn vrienden, maar trof hen slapend aan. — Mattheüs 26:40, 43, 45.

9. Waardoor werd de slaperigheid van de apostelen waarschijnlijk veroorzaakt?

9 Waarom stelden deze getrouwe mannen Jezus die nacht teleur? Lichamelijke vermoeidheid was een factor. Het was laat, kennelijk na middernacht, en „hun ogen waren zwaar” van de slaap (Mattheüs 26:43). Toch zei Jezus: „Waakt en bidt voortdurend, opdat gij niet in verzoeking komt. De geest is natuurlijk bereidwillig, maar het vlees is zwak.” — Mattheüs 26:41.

10, 11. (a) Waardoor werd Jezus ondanks zijn vermoeidheid geholpen in de hof van Gethsemane waakzaam te blijven? (b) Wat kunnen we leren uit hetgeen er met de drie apostelen gebeurde toen Jezus hun vroeg waakzaam te blijven?

10 Ongetwijfeld was Jezus in die historische nacht ook vermoeid. Maar in plaats van in slaap te vallen, zond hij in die uiterst belangrijke laatste ogenblikken van vrijheid een vurig gebed op. Enkele dagen voordien had hij zijn volgelingen aangespoord te bidden door te zeggen: „Blijft dan wakker, te allen tijde smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden, en te staan voor het aangezicht van de Zoon des mensen” (Lukas 21:36; Efeziërs 6:18). Als we acht slaan op Jezus’ raad en zijn voortreffelijke voorbeeld met betrekking tot gebed volgen, zullen onze oprechte smeekbeden tot Jehovah ons helpen geestelijk wakker te blijven.

11 Natuurlijk begreep Jezus — wat zijn discipelen destijds nog niet begrepen — dat hij weldra gearresteerd en ter dood veroordeeld zou worden. Zijn beproevingen zouden een uiterst smartelijk hoogtepunt bereiken aan de martelpaal. Jezus had zijn apostelen voor deze dingen gewaarschuwd, maar ze hadden niet begrepen wat hij zei. Bijgevolg vielen ze in slaap terwijl hij wakker bleef en bad (Markus 14:27-31; Lukas 22:15-18). Zoals dat met de apostelen het geval was, is ook ons vlees zwak en er zijn dingen die we nog niet weten. Toch zouden we, als we de dringendheid van de tijd waarin we leven uit het oog verliezen, in geestelijk opzicht in slaap kunnen vallen. Alleen door waakzaam te zijn, zullen we wakker blijven.

Drie uiterst belangrijke hoedanigheden

12. Welke drie hoedanigheden brengt Paulus met onze zinnen bij elkaar houden in verband?

12 Hoe kunnen we ons gevoel van dringendheid bewaren? We hebben reeds de belangrijkheid van gebed gezien en de noodzaak Jehovah’s dag in gedachte te houden. Bovendien noemt Paulus drie uiterst belangrijke hoedanigheden die we dienen aan te kweken. Hij zegt: „Wat ons aangaat die tot de dag behoren, laten wij onze zinnen bij elkaar houden en het borstharnas van geloof en liefde aan hebben en als helm de hoop der redding” (1 Thessalonicenzen 5:8). Laten we kort de rol beschouwen die geloof, hoop en liefde spelen om ons geestelijk wakker te houden.

13. Hoe helpt geloof ons om waakzaam te blijven?

13 We moeten een onwankelbaar geloof hebben dat Jehovah bestaat en dat „hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken” (Hebreeën 11:6). De eerste vervulling die Jezus’ profetie over het einde in de eerste eeuw had, versterkt ons geloof in haar grotere vervulling in onze tijd. En door ons geloof blijven we met vurige verwachting uitzien naar Jehovah’s dag, in de zekerheid dat ’het profetische visioen zonder mankeren zal uitkomen. Het zal niet te laat komen.’ — Habakuk 2:3.

14. Hoe is hoop uitermate belangrijk als we wakker willen blijven?

14 Onze onwankelbare hoop is als „een anker voor de ziel” en stelt ons in staat moeilijkheden te verduren ook al moeten we op de vervulling van Gods beloften wachten (Hebreeën 6:18, 19). Margaret, een met de geest gezalfde zuster van in de negentig, die meer dan zeventig jaar geleden gedoopt werd, geeft toe: „Toen mijn man in 1963 terminale kanker had, dacht ik dat het heerlijk zou zijn als het einde snel kwam. Maar nu besef ik dat ik vooral mijn eigen belangen op het oog had. We hadden toen geen idee in hoeverre het werk zich over de hele wereld zou uitbreiden. Zelfs nu zijn er nog steeds veel plaatsen waar het werk maar net van start is gegaan. Ik ben dus blij dat Jehovah geduld heeft geoefend.” De apostel Paulus verzekert ons: ’Volharding brengt een goedgekeurde toestand voort, de goedgekeurde toestand vervolgens hoop, en de hoop leidt niet tot teleurstelling.’ — Romeinen 5:3-5.

15. Hoe zal liefde ons motiveren, ook al lijkt het erop dat we al heel lang wachten?

15 Christelijke liefde is een in het oog springende hoedanigheid omdat ze de fundamentele beweegreden is bij alles wat we doen. We dienen Jehovah omdat we hem liefhebben, ongeacht wat zijn tijdschema is. Liefde voor de naaste beweegt ons ertoe het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken, hoe lang het Gods wil ook mag zijn dat we dit doen en hoe vaak we ook naar dezelfde huizen teruggaan. Zoals Paulus schreef, ’blijven geloof, hoop, liefde, deze drie; maar de grootste van deze is de liefde’ (1 Korinthiërs 13:13). Liefde houdt ons op de been en helpt ons wakker te blijven. „[Liefde] hoopt alle dingen, verduurt alle dingen. De liefde faalt nimmer.” — 1 Korinthiërs 13:7, 8.

„Blijf vasthouden wat gij hebt”

16. Welke houding dienen we aan te kweken in plaats van het kalmer aan te gaan doen?

16 We leven in een gedenkwaardige tijd waarin de wereldtoestanden ons er voortdurend aan herinneren dat we ons in de slotfase van de laatste dagen bevinden (2 Timotheüs 3:1-5). Het is nu niet de tijd om het kalmer aan te gaan doen maar om ’vast te blijven houden wat we hebben’ (Openbaring 3:11). Door ’waakzaam te zijn met het oog op gebeden’ en door geloof, hoop en liefde aan te kweken, zullen we op het uur der beproeving gereed blijken te zijn (1 Petrus 4:7). We hebben volop te doen in het werk van de Heer. Door druk bezig te zijn met daden van godvruchtige toewijding zullen we geholpen worden klaarwakker te blijven. — 2 Petrus 3:11.

17. (a) Waarom dienen nu en dan voorkomende teleurstellingen ons niet te ontmoedigen? (Zie het kader op blz. 21.) (b) Hoe kunnen we Jehovah navolgen, en welke zegen wacht degenen die dit doen?

17 „Jehovah is mijn deel,” schreef Jeremia, „daarom zal ik van een wachtende houding jegens hem blijk geven. Goed is Jehovah voor wie op hem hoopt, voor de ziel die hem blijft zoeken. Goed is het dat men wacht, ja, in stilheid, op de redding van Jehovah” (Klaagliederen 3:24-26). Sommigen onder ons wachten nog maar een korte tijd. Anderen wachten al vele jaren om de redding van Jehovah te zien. Maar hoe kort is die wachtperiode vergeleken met de vóór ons liggende eeuwigheid! (2 Korinthiërs 4:16-18) En terwijl we op Jehovah’s bestemde tijd wachten, kunnen we uiterst belangrijke christelijke hoedanigheden aankweken en anderen helpen voordeel te trekken van Jehovah’s geduld en de waarheid te aanvaarden. Mogen we allen dus waakzaam blijven. Laten we Jehovah navolgen en geduldig zijn, dankbaar voor de hoop die hij ons gegeven heeft. En mogen we, terwijl we getrouw waakzaam blijven, de hoop op eeuwig leven stevig vasthouden. Dan zullen de volgende profetische beloften in ons geval beslist van toepassing zijn: „[Jehovah] zal u verhogen om de aarde in bezit te nemen. Wanneer de goddelozen worden afgesneden, zult gij het zien.” — Psalm 37:34.

[Voetnoten]

^ ¶5 Het kan nuttig zijn de zes bewijsvoeringen op blz. 12, 13 van De Wachttoren van 15 januari 2000 nog eens door te nemen die aantonen dat we in „de laatste dagen” leven. — 2 Timotheüs 3:1.

^ ¶7 Wanneer de lexicograaf W. E. Vine over het Griekse werkwoord spreekt dat met „wakker blijven” vertaald is, legt hij uit dat het letterlijk ’slaap verdrijven’ betekent en dat het „niet alleen duidt op het wakker blijven, maar ook op de waakzaamheid van degenen die zich op iets geconcentreerd hebben”.

Wat zou u antwoorden?

• Hoe kunnen we onze overtuiging versterken dat het einde van dit samenstel van dingen nabij is?

• Wat kunnen we leren uit het voorbeeld van Petrus, Jakobus en Johannes?

• Welke drie hoedanigheden zullen ons helpen geestelijk waakzaam te blijven?

• Waarom is het nu de tijd om ’vast te blijven houden wat we hebben’?

[Studievragen]

[Kader/Illustratie op blz. 21]

„Gelukkig is hij die blijft verwachten.” — Daniël 12:12

Stel u eens voor dat een wachter verwacht dat een dief van plan is in het door hem bewaakte pand in te breken. Wanneer het donker wordt, luistert de wachter met gespannen aandacht naar elk geluid dat de aanwezigheid van de inbreker zou kunnen verraden. Uren achtereen spitst hij zijn oren en tuurt in het donker. Het is gemakkelijk te begrijpen hoe hij misleid zou kunnen worden door een vals alarm — het geluid van een zuchtje wind in de bomen of een kat die iets omgooit. — Lukas 12:39, 40.

Iets soortgelijks kan degenen overkomen die ’verlangend wachten op de openbaring van onze Heer Jezus Christus’ (1 Korinthiërs 1:7). De apostelen dachten dat Jezus kort na zijn opstanding ’het koninkrijk voor Israël zou herstellen’ (Handelingen 1:6). Jaren later moesten christenen in Thessalonika eraan worden herinnerd dat Jezus’ tegenwoordigheid zich ergens in de toekomst zou voordoen (2 Thessalonicenzen 2:3, 8). Toch hebben onvervulde verwachtingen omtrent de dag van Jehovah die vroege volgelingen van Jezus er niet toe gebracht het pad dat naar het leven voert te verlaten. — Mattheüs 7:13.

In onze tijd dient teleurstelling over schijnbare vertragingen in verband met de komst van het einde van dit samenstel van dingen ons er niet toe te brengen onze waakzaamheid te laten varen. Een waakzame wachter kan door een vals alarm misleid worden, toch moet hij waakzaam blijven! Dat is zijn taak. Met christenen is het net zo.

[Illustratie op blz. 18]

Bent u ervan overtuigd dat Jehovah’s dag nabij is?

[Illustraties op blz. 19]

Vergaderingen, gebeden en goede studiegewoonten helpen ons waakzaam te blijven

[Illustratie op blz. 22]

Mogen we, net als Margaret, geduldig zijn en actief waakzaam blijven