Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Moet mijn kind naar school?

Moet mijn kind naar school?

Moet mijn kind naar school?

KUNT u zich voorstellen dat u de woorden op deze bladzijde niet kunt lezen? Of hoe het is als u de officiële taal van uw land niet kunt spreken? Stel dat u uw eigen land niet op een wereldkaart kunt aanwijzen? Talloze kinderen zullen in die situatie opgroeien. Hoe staat het met uw kind?

Hoort uw kind naar school te gaan? In veel landen zijn basis- en middelbaar onderwijs verplicht en vaak gratis. Volgens het Verdrag inzake de Rechten van het Kind is schoolopleiding een fundamenteel recht. Ook de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zegt dit. Maar in sommige landen is onderwijs misschien niet gratis en kan het voor ouders een financiële last zijn. Laten we deze kwestie eens bekijken vanuit het standpunt van christelijke ouders die willen dat hun kinderen het lezen en schrijven machtig worden — óf door een schoolopleiding óf op een andere manier.

Bijbelse voorbeelden van alfabetisme

Bijna elke dienstknecht van God die in de bijbel wordt vermeld, kon lezen en schrijven. De apostelen Petrus en Johannes waren joodse vissers, maar schreven bijbelboeken in het Grieks, en niet in hun Galilese dialect. * Hun ouders hebben er blijkbaar voor gezorgd dat ze een basisopleiding ontvingen. Andere bijbelschrijvers in een soortgelijke situatie zijn onder anderen de herder David, de landarbeider Amos en Jezus’ halfbroer Judas, die waarschijnlijk timmerman was.

Job kon lezen en schrijven, en uit het bijbelboek dat zijn naam draagt blijkt dat hij enige kennis van wetenschap had. Hij bezat waarschijnlijk ook literaire kwaliteiten, want zijn woorden die in het boek Job aangehaald worden, zijn in dichterlijke vorm geschreven. En we weten dat de vroege christenen konden lezen en schrijven omdat er potscherven zijn gevonden met wat misschien hun schriftuurlijke aantekeningen geweest zijn.

Onderwijs is belangrijk voor christenen

Alle christenen moeten meer bijbelkennis krijgen als ze God willen behagen (Filippenzen 1:9-11; 1 Thessalonicenzen 4:1). Een ijverig gebruik van de Schrift en bijbelstudiehulpmiddelen kan tot geestelijke vooruitgang bijdragen. Omdat God zijn geschreven Woord heeft gegeven, verwacht hij van zijn aanbidders dat ze zo goed mogelijk kunnen lezen. Als we de bijbel met begrip lezen, is het makkelijker de gegeven raad toe te passen. Uiteraard moeten we sommige gedeelten van de bijbel misschien meer dan één keer lezen om bepaalde punten in ons op te nemen en erover te kunnen mediteren. — Psalm 119:104; 143:5; Spreuken 4:7.

Elk jaar ontvangt Jehovah’s volk honderden bladzijden nuttig, geschreven materiaal dat onder leiding van „de getrouwe en beleidvolle slaaf” is samengesteld (Mattheüs 24:45-47). Die lectuur gaat over het gezinsleven, gewoonten en gebruiken, religie, wetenschap en vele andere onderwerpen. Wat belangrijker is, ze bevat schriftuurlijke raad over geestelijke zaken. Als onze kinderen niet kunnen lezen, zullen ze veel belangrijke informatie missen.

Het is belangrijk meer over de geschiedenis van de mensheid te weten komen, omdat dit ons zal helpen te begrijpen waarom het nodig is dat Gods koninkrijk komt. Een basiskennis van aardrijkskunde is ook belangrijk. De bijbel spreekt over veel plaatsen, zoals Israël, Egypte en Griekenland. Weet een kind die landen op een wereldkaart te vinden? Kan hij zijn eigen land aanwijzen? Als iemand niet kan kaartlezen, kan dit zelfs zijn vermogen beperken om zijn bediening in een toegewezen gebied te volbrengen. — 2 Timotheüs 4:5.

Voorrechten in de gemeente

Christelijke ouderlingen en dienaren in de bediening hebben veel verantwoordelijkheden waar lezen aan te pas komt. Er moeten bijvoorbeeld aandelen voor gemeentevergaderingen voorbereid worden. Er moet ook bericht worden bijgehouden van lectuurvoorraden en bijdragen. Zonder een basisopleiding zou iemand het heel moeilijk kunnen vinden zich doeltreffend van deze verantwoordelijkheden te kwijten.

Over de hele wereld dienen vrijwillige werkers in Bethelhuizen. Om goed met elkaar te kunnen communiceren en hun taken uit te kunnen voeren, zoals het vertalen van lectuur en het repareren van machines, moeten ze de officiële taal van het land waarin ze wonen kunnen lezen en schrijven. Als onze kinderen ooit zulke voorrechten willen genieten, zullen ze gewoonlijk een basisopleiding moeten hebben genoten. Wat zijn enkele andere praktische redenen om onze kinderen naar school te laten gaan?

Armoede en bijgeloof

Mensen die in armoede leven, kunnen in bepaalde omstandigheden vrijwel hulpeloos zijn. In andere gevallen kan een redelijke opleiding ons en onze kinderen echter helpen onnodig lijden te vermijden. Veel mensen die niet kunnen lezen, leiden een onzeker bestaan. Kinderen en zelfs ouders sterven soms omdat ze met hun povere inkomen onmogelijk medische hulp kunnen krijgen. Mensen die weinig of geen onderwijs hebben genoten, hebben vaak met ondervoeding en slechte huisvesting te maken. Onderwijs of ten minste het vermogen om te lezen en te schrijven kan in deze opzichten enige hulp bieden.

Alfabetisme vermindert ook de neiging tot bijgeloof. Natuurlijk zijn bijgelovigheden onder zowel ongeschoolde als geschoolde mensen heel gewoon. Maar degenen die geen onderwijs hebben genoten, worden misschien makkelijker dan anderen bedrogen en uitgebuit omdat ze geen lectuur kunnen lezen die zo’n bedrog aan het licht brengt. Ze hebben dan ook de neiging bijgeloviger te zijn en te geloven dat een spiritistisch genezer miraculeuze genezingen kan verrichten. — Deuteronomium 18:10-12; Openbaring 21:8.

Onderwijs is niet alleen nuttig om werk te vinden

Velen menen dat geld verdienen het belangrijkste doel is van het volgen van onderwijs. Toch zijn sommige geschoolde mensen werkloos of verdienen ze niet genoeg om in hun basisbehoeften te voorzien. Sommige ouders kunnen daarom van mening zijn dat het geen voordelen heeft een kind naar school te laten gaan. Maar een schoolopleiding heeft niet alleen tot doel dat men geld kan verdienen; ze rust kinderen toe voor het leven in het algemeen (Prediker 7:12). Als iemand de officiële taal van het land waarin hij woont kan spreken, lezen en schrijven, worden contacten met medisch personeel, burgerlijke autoriteiten of bankemployés makkelijker — een routinekwestie in plaats van iets beangstigends.

In sommige gebieden gaan ongeschoolde kinderen misschien bij iemand in de leer om een vak te leren zoals metselen, vissen of naaien. Het is heel nuttig een vak te leren, maar als deze kinderen nooit naar school gaan, zullen ze waarschijnlijk niet goed leren lezen en schrijven. Ze zouden ongetwijfeld minder snel uitgebuit worden en meer voldoening in hun leven hebben als ze eerst een basisopleiding ontvingen en dan een vak leerden.

Jezus van Nazareth was timmerman en was blijkbaar een soort van leerjongen bij zijn pleegvader, Jozef (Mattheüs 13:55; Markus 6:3). Maar Jezus kon ook lezen en schrijven, want zelfs op twaalfjarige leeftijd kon hij in de tempel zinvolle discussies voeren met gestudeerde mannen (Lukas 2:46, 47). In Jezus’ geval was het leren van een vak geen belemmering voor andere soorten van onderwijs.

Moeten meisjes ook naar school?

Soms laten ouders hun zoons naar school gaan maar hun dochters niet. Misschien denken sommige ouders dat het te duur is om hun dochters onderwijs te laten volgen, en menen ze dat meisjes zich voor hun moeder nuttiger kunnen maken door de hele dag thuis te blijven. Maar analfabetisme zal een handicap zijn voor een meisje. Een publicatie van het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF) vermeldt: „Onderzoek na onderzoek heeft aangetoond dat het verschaffen van onderwijs voor meisjes een van de beste methoden is om uit de greep van armoede te raken” (Poverty and Children: Lessons of the 90s for Least Developed Countries). Geschoolde meisjes zijn beter toegerust voor het leven en nemen verstandiger beslissingen, tot voordeel van het hele gezin.

Een onderzoek naar kindersterfte in Benin (West-Afrika) toonde aan dat analfabetische moeders als groep op elke 1000 kinderen jonger dan vijf jaar 167 kinderen verliezen, terwijl vrouwen met een middelbareschoolopleiding er 38 verliezen. UNICEF concludeert: „Het opleidingsniveau is daarom een bepalende factor in het aantal sterfgevallen onder kinderen in Benin, en ook wereldwijd.” Ook dochters onderwijs laten genieten, kan dus diverse voordelen hebben.

Zijn lees- en schrijflessen voldoende?

Waar nodig geven Jehovah’s Getuigen lees- en schrijflessen aan gemeenteleden die niet kunnen lezen. * Door deze nuttige voorziening worden mensen geholpen te leren lezen — gewoonlijk in hun plaatselijke taal. Is dit een geschikte vervanging voor een schoolopleiding? Moet er van de gemeente worden verwacht dat ze voor kinderen in een opleiding voorziet, zelfs als er normale scholen zijn?

Hoewel de lessen een vriendelijke regeling zijn van gemeenten van Jehovah’s Getuigen, zijn ze bedoeld voor volwassenen die als kind nooit naar school zijn geweest. Wellicht waren hun ouders zich er niet van bewust hoe belangrijk het is te kunnen lezen en schrijven, of er waren geen scholen. Zulke personen kunnen geholpen worden door het bijwonen van de lees- en schrijflessen die in gemeenten worden gegeven. Maar deze lessen zijn geen vervanging voor een normale schoolopleiding en zijn niet bedoeld om te voorzien in een basisopleiding. Onderwerpen als wetenschap, wiskunde of geschiedenis worden in deze lessen niet behandeld. Die kunnen echter wel in het leerplan van een normale school opgenomen zijn.

In Afrika worden leeslessen voornamelijk in stamtalen gegeven en minder vaak in de officiële taal van een land. Een schoolopleiding wordt echter gewoonlijk in de officiële taal gegeven. Dat is voor kinderen extra nuttig omdat er in de officiële taal meer boeken en ander leesmateriaal voorhanden zijn. Hoewel de leeslessen in de gemeente een aanvulling kunnen zijn op de schoolopleiding van een kind, zijn ze geen vervanging. Zouden kinderen daarom niet, als het enigszins haalbaar is, een schoolopleiding moeten ontvangen?

Verantwoordelijkheid van ouders

Mannen die de leiding nemen in het zorgen voor de geestelijke behoeften van de gemeente, horen voorbeeldige christenen te zijn. Ze dienen op „een voortreffelijke wijze” de leiding te hebben over hun huisgezin en kinderen (1 Timotheüs 3:4, 12). Op „een voortreffelijke wijze” de leiding hebben moet inhouden dat we al het mogelijke doen om onze kinderen te helpen niet al met een handicap te beginnen.

God heeft christelijke ouders een grote verantwoordelijkheid gegeven. Ze moeten hun kinderen in overeenstemming met zijn Woord grootbrengen en hen helpen ’kennis lief te hebben’ (Spreuken 12:1; 22:6; Efeziërs 6:4). De apostel Paulus schreef: „Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige” (1 Timotheüs 5:8). Er moet ook voorzien worden in geschikt onderwijs voor onze kinderen.

Soms blijkt dat de kwaliteit van het onderwijs op een school tekortschiet wegens te veel leerlingen, onvoldoende geld of misschien wegens ongelukkige, onderbetaalde leerkrachten. Het is daarom belangrijk dat ouders actief geïnteresseerd zijn in wat hun kinderen op school leren. Het is verstandig kennis te maken met de leraren, vooral aan het begin van elk schooljaar. Daarbij kan ook raad gevraagd worden over hoe de kinderen betere leerlingen kunnen worden. Daardoor kunnen leerkrachten zich gewaardeerd en nuttig voelen en gemotiveerd worden meer moeite te doen om op onderwijsgebied in de behoeften van de kinderen te voorzien.

Onderwijs is een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van een kind. „De wijzen zijn het die kennis als een schat wegleggen”, zegt Spreuken 10:14. Dit geldt vooral voor bijbelkennis. Jehovah’s volk — zowel jong als oud — moet zo goed mogelijk op de hoogte zijn om anderen geestelijk te kunnen helpen en ’om zich goedgekeurd aan God aan te bieden, als personen die zich nergens over behoeven te schamen, die het woord der waarheid juist hanteren’ (2 Timotheüs 2:15; 1 Timotheüs 4:15). Moeten onze kinderen dus naar school? Ongetwijfeld zullen we concluderen dat ze naar school moeten, hoewel dit in grote mate zal afhangen van wat plaatselijk haalbaar is. Maar christelijke ouders dienen deze belangrijker vraag te beantwoorden: moeten mijn kinderen onderwezen worden? Zijn we het er niet mee eens dat, ongeacht waar we wonen, het antwoord duidelijk bevestigend moet zijn?

[Voetnoten]

^ ¶5 Hun moedertaal was óf een Galilees dialect van het Aramees óf een Hebreeuws dialect. Zie Inzicht in de Schrift, Deel 1, blz. 143-145, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

[Kader/Illustratie op blz. 12, 13]

ALS HET ONMOGELIJK IS NAAR SCHOOL TE GAAN

In sommige situaties is het onmogelijk naar school te gaan. Het tijdschrift Refugees berichtte bijvoorbeeld dat in vluchtelingenkampen slechts één op de vijf kinderen die ervoor in aanmerking komen, naar school kan gaan. In sommige gevallen worden scholen vanwege stakingen voor een lange periode gesloten. Het zou kunnen dat scholen in een bepaalde streek te ver weg zijn of dat er helemaal geen scholen zijn. En vervolging van christenen kan er de oorzaak van zijn dat kinderen van school worden gestuurd.

Hoe kunnen kinderen in zulke omstandigheden geholpen worden? Wat kan er worden gedaan als het om een aantal kinderen gaat, in een gebied waar het vanwege de kosten onmogelijk is ze allemaal naar school te laten gaan? Is het mogelijk één of twee kinderen naar school te laten gaan? Kan dat zonder hen aan geestelijk gevaar bloot te stellen? Zo ja, dan kunnen ze misschien helpen om de dingen die zij op school leren, aan de andere kinderen te onderwijzen.

In sommige landen bestaat er het zogeheten huisonderwijs. * In deze regeling besteedt een van de ouders gewoonlijk enkele uren per dag aan het onderwijzen van het kind. In patriarchale tijden waren ouders echt succesvol in het onderwijzen van hun kinderen. Blijkbaar was Jakobs zoon Jozef door de goede opleiding die hij van zijn ouders had gehad op jonge leeftijd in staat toezicht te hebben over anderen.

Soms, zoals in een vluchtelingenkamp, is het misschien moeilijk aan een officieel leerplan, of onderwijsprogramma, te komen, maar misschien kunnen ouders de door Jehovah’s Getuigen gepubliceerde lectuur als basis voor onderwijs gebruiken. Mijn boek met bijbelverhalen kan bijvoorbeeld nuttig zijn om jonge kinderen te onderwijzen. Het tijdschrift Ontwaakt! bevat artikelen over veel verschillende onderwerpen. Het boek Leven — Hoe is het ontstaan? Door evolutie of door schepping? zou gebruikt kunnen worden om wetenschappelijke onderwerpen te onderwijzen. Het Jaarboek van Jehovah’s Getuigen bevat een kleine wereldkaart en vertelt over het leven en de predikingsactiviteiten in verscheidene landen.

Er kan veel goeds bereikt worden als het onderwijs goed voorbereid is en aangepast wordt aan het begrip van de kinderen. Als ze blijven lezen en leren, zullen ze, als de mogelijkheid zich ooit voordoet om naar school te gaan, zich makkelijker aan een normale schoolopleiding kunnen aanpassen. Met wat initiatief en moeite kunnen we onze kinderen helpen goed onderwezen te zijn. Dat kan heel lonend zijn!

[Voetnoot]

^ ¶40 Zie het artikel „Huisonderwijs — Iets voor u?” in de Ontwaakt! van 8 april 1993, blz. 9-12.

[Illustratie]

Wat kan er worden gedaan in gebieden waar kinderen niet naar school kunnen gaan?