Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Zachtaardigheid — Een uiterst belangrijke christelijke eigenschap

Zachtaardigheid — Een uiterst belangrijke christelijke eigenschap

Zachtaardigheid — Een uiterst belangrijke christelijke eigenschap

’Bekleed u met zachtaardigheid.’ — KOLOSSENZEN 3:12.

1. Wat maakt zachtaardigheid tot een opmerkelijke eigenschap?

ALS het weer zacht is, is dat aangenaam en prettig. Als een persoon zacht van aard of zachtaardig is, verkeert men graag in zijn gezelschap. Toch ’kan een zachte tong het gebeente breken’, merkte de wijze koning Salomo op (Spreuken 25:15). Zachtaardigheid is een opmerkelijke eigenschap die aangenaamheid met kracht combineert.

2, 3. Welk verband bestaat er tussen zachtaardigheid en heilige geest, en waar zullen we in dit artikel bij stilstaan?

2 In zijn beschrijving van „de vrucht van de geest”, in Galaten 5:22, 23, noemde de apostel Paulus ook zachtaardigheid. Het Griekse woord dat in vers 23 in de Nieuwe-Wereldvertaling met „zachtaardigheid” is vertaald, is in andere bijbelvertalingen vaak met „zachtmoedigheid” weergegeven. In feite is het in de meeste talen moeilijk een exact equivalent voor dit Griekse woord te vinden omdat de oorspronkelijke term geen uiterlijke zachtmoedigheid maar innerlijke zachtaardigheid en minzaamheid beschrijft; niet de manier waarop iemand zich gedraagt, maar de toestand van iemands geest en hart.

3 Laten we voor een vollediger begrip van de betekenis en de waarde van zachtaardigheid eens stilstaan bij vier bijbelse voorbeelden (Romeinen 15:4). Daardoor zullen we niet alleen te weten komen wat deze eigenschap is, maar ook hoe we die kunnen verwerven en in alles wat we doen, kunnen tentoonspreiden.

’Van grote waarde in de ogen van God’

4. Hoe weten we dat Jehovah een hoge waarde toekent aan zachtaardigheid?

4 Aangezien zachtaardigheid deel uitmaakt van de vrucht van Gods geest, is het logisch dat ze nauw verband houdt met Gods schitterende persoonlijkheid. De apostel Petrus schreef dat een ’stille en zachtaardige geest van grote waarde is in de ogen van God’ (1 Petrus 3:4). Ja, zachtaardigheid is een goddelijke eigenschap; Jehovah kent er een hoge waarde aan toe. Dit op zich is voor al Gods dienstknechten beslist reden genoeg om zachtaardigheid aan te kweken. Maar hoe geeft de almachtige God, de hoogste Autoriteit in het universum, blijk van zachtaardigheid?

5. Welk vooruitzicht hebben we wegens Jehovah’s zachtaardigheid?

5 Toen het eerste mensenpaar, Adam en Eva, ongehoorzaam was aan Gods duidelijke gebod om niet van de boom der kennis van goed en kwaad te eten, deden ze dit moedwillig (Genesis 2:16, 17). Die opzettelijke daad van ongehoorzaamheid had voor hen en hun toekomstige nakomelingen zonde, dood en vervreemding van God tot gevolg (Romeinen 5:12). Ook al was Jehovah volledig gerechtigd dat vonnis te vellen, hij was niet zo hardvochtig dat hij de menselijke familie afschreef als totaal onverbeterlijk en niet meer te redden (Psalm 130:3). Integendeel, vanwege Jehovah’s minzaamheid en zijn bereidheid om niet veeleisend te zijn — uitingen van zachtaardigheid — verschafte hij de middelen waardoor de zondige mensheid hem kan naderen en zijn gunst kan verwerven. Ja, door middel van de gave van het loskoopoffer van zijn Zoon, Jezus Christus, maakt Jehovah het voor ons mogelijk om zonder vrees of angst zijn verheven troon te naderen. — Romeinen 6:23; Hebreeën 4:14-16; 1 Johannes 4:9, 10, 18.

6. Hoe kwam zachtaardigheid duidelijk tot uiting in Gods bemoeienissen met Kaïn?

6 Lang voordat Jezus naar de aarde kwam, werd Jehovah’s zachtaardigheid tentoongespreid toen Kaïn en Abel, Adams zonen, offers aan God brachten. Doordat Jehovah hun hartentoestand onderscheidde, verwierp hij Kaïns offer maar ’zag goedgunstig neer’ op Abel en zijn offer. Gods welwillende kijk op de getrouwe Abel en zijn slachtoffer ontlokte bij Kaïn een negatieve reactie. „Kaïn [ontstak] in grote toorn en zijn gelaat betrok”, zegt het bijbelse verslag. Hoe reageerde Jehovah? Voelde hij zich beledigd door Kaïns slechte instelling? Nee. Zachtaardig vroeg hij Kaïn waarom hij zo boos was. Jehovah vertelde zelfs wat Kaïn zou kunnen doen opdat er „verheffing” voor hem zou zijn (Genesis 4:3-7). Ja, Jehovah is de belichaming van zachtaardigheid. — Exodus 34:6.

Zachtaardigheid trekt aan en verkwikt

7, 8. (a) Hoe kunnen we Jehovah’s zachtaardigheid gaan begrijpen? (b) Wat onthullen de woorden uit Mattheüs 11:27-29 over Jehovah en Jezus?

7 Een van de beste manieren om Jehovah’s onvergelijkelijke hoedanigheden te begrijpen, is het leven en de bediening van Jezus Christus te bestuderen (Johannes 1:18; 14:6-9). Gedurende het tweede jaar van zijn predikingsveldtocht in Galilea verrichtte Jezus veel krachtige werken in Chorazin, Bethsaïda, Kapernaüm en de omliggende streek. Toch waren de meeste mensen hoogmoedig en ongeïnteresseerd, en ze weigerden te geloven. Hoe reageerde Jezus? Hoewel hij hen krachtig wees op de gevolgen van hun ongeloof, werd hij door medelijden bewogen wegens de ellendige geestelijke situatie waarin de ʽam-ha·ʼaʹrets, de geringe, gewone mensen onder hen, verkeerden. — Mattheüs 9:35, 36; 11:20-24.

8 Jezus’ latere daden toonden dat hij ’de Vader volledig kende’ en hem navolgde. Tot het gewone volk richtte Jezus de volgende hartelijke uitnodiging: „Komt tot mij, allen die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en leert van mij, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel.” Wat waren die woorden vertroostend en verkwikkend voor de vertrapten en onderdrukten! Ze hebben dezelfde uitwerking op ons in deze tijd. Als we ons oprecht met zachtaardigheid bekleden, zullen we tot degenen behoren „aan wie de Zoon [zijn Vader] wil openbaren”. — Mattheüs 11:27-29.

9. Welke eigenschap houdt verband met zachtaardigheid, en hoe is Jezus in dit opzicht een voortreffelijk voorbeeld?

9 Zachtaardigheid houdt nauw verband met nederigheid, „ootmoedig van hart” zijn. Trots daarentegen leidt tot zelfverheffing en brengt iemand er vaak toe anderen hardvochtig en ongevoelig te behandelen (Spreuken 16:18, 19). Jezus heeft tijdens zijn hele aardse bediening van nederigheid blijk gegeven. Zelfs toen hij zes dagen voor zijn dood Jeruzalem binnenreed en als Koning der joden werd begroet, verschilde hij heel veel van de regeerders van de wereld. Hij vervulde Zacharia’s Messiaanse profetie: „Zie! Uw Koning komt tot u, zachtaardig en gezeten op een ezel, ja, op een veulen, het jong van een lastdier” (Mattheüs 21:5; Zacharia 9:9). De getrouwe profeet Daniël zag een visioen waarin Jehovah regeringsmacht aan zijn Zoon delegeerde. Toch noemde hij Jezus in een eerdere profetie „de geringste der mensen”. Zachtaardigheid en nederigheid gaan inderdaad hand in hand. — Daniël 4:17; 7:13, 14.

10. Waarom duidt christelijke zachtaardigheid niet op zwakte?

10 De verrukkelijke zachtaardigheid die door Jehovah en Jezus tentoongespreid wordt, helpt ons tot hen te naderen (Jakobus 4:8). Natuurlijk duidt zachtaardigheid niet op zwakte. Verre van dat! Jehovah, de almachtige God, spreidt een overvloed aan dynamische energie en kracht tentoon. Zijn toorn woedt tegen onrechtvaardigheid (Jesaja 30:27; 40:26). Ook Jezus was vastbesloten niet te schipperen, zelfs niet toen hij door Satan de Duivel werd belaagd. Hij weigerde de onwettige commerciële activiteiten van de religieuze leiders van zijn tijd te vergoelijken (Mattheüs 4:1-11; 21:12, 13; Johannes 2:13-17). Toch bleef hij zachtaardig als hij met de tekortkomingen van zijn discipelen te maken kreeg, en hij verdroeg hun zwakheden geduldig (Mattheüs 20:20-28). Een bijbelgeleerde gaf de volgende passende beschrijving van zachtaardigheid: „Achter de zachtheid schuilt de kracht van staal.” Mogen we deze christelijke eigenschap — zachtaardigheid — tentoonspreiden.

De zachtaardigste man in zijn tijd

11, 12. Wat maakte Mozes’ zachtaardigheid met het oog op zijn opvoeding zo bijzonder?

11 Het derde voorbeeld dat we willen beschouwen, is dat van Mozes. De bijbel beschrijft hem als „de zachtaardigste van alle mensen die op de oppervlakte van de aardbodem waren” (Numeri 12:3, vtn.). Deze beschrijving werd onder goddelijke inspiratie opgetekend. Mozes’ bijzondere zachtaardigheid maakte hem ontvankelijk voor Jehovah’s leiding.

12 Mozes’ opvoeding was ongewoon. Jehovah zorgde ervoor dat deze zoon van getrouwe Hebreeuwse ouders gespaard bleef in een tijd waarin verraad en moord aan de orde van de dag waren. Mozes werd in zijn vroege jaren toevertrouwd aan de zorg van zijn moeder, die hem zorgvuldig omtrent de ware God, Jehovah, onderwees. Later werd Mozes uit zijn ouderlijk huis naar een totaal andere omgeving gebracht. „Mozes [werd] in alle wijsheid der Egyptenaren onderricht”, verhaalde de vroeg-christelijke martelaar Stefanus. „Ja, [Mozes] was krachtig in zijn woorden en daden” (Handelingen 7:22). Zijn geloof trad aan het licht toen hij de onrechtvaardigheden opmerkte die zijn broeders van de slavenhouders van Farao te verduren hadden. Omdat Mozes een Egyptenaar doodde die voor zijn ogen een Hebreeër had neergeslagen, moest hij van Egypte naar het land Midian vluchten. — Exodus 1:15, 16; 2:1-15; Hebreeën 11:24, 25.

13. Welke uitwerking had Mozes’ veertigjarige verblijf in Midian op hem?

13 Op veertigjarige leeftijd moest Mozes in de wildernis voor zichzelf zorgen. In Midian ontmoette hij Rehuëls zeven dochters en hielp hen om water te putten voor de grote kudde van hun vader. Bij thuiskomst vertelden de jonge vrouwen opgetogen aan Rehuël dat „een zekere Egyptenaar” hen had bevrijd van de herders die het hun moeilijk hadden gemaakt. Op Rehuëls uitnodiging bleef Mozes bij het gezin wonen. De tegenslagen die hij te verduren had gekregen, verbitterden hem niet; ook weerhielden ze hem er niet van zijn levensstijl aan zijn nieuwe omgeving aan te passen. Zijn wens om Jehovah’s wil te doen, verflauwde nooit. Gedurende veertig lange jaren, waarin hij voor Rehuëls schapen zorgde, met Zippora trouwde en zijn zonen grootbracht, ontwikkelde en verbeterde hij de eigenschap die hem zou kenmerken. Ja, door tegenslagen te verduren, leerde Mozes zachtaardigheid. — Exodus 2:16-22; Handelingen 7:29, 30.

14. Beschrijf een voorval tijdens Mozes’ leiderschap over Israël waaruit zijn zachtaardigheid bleek.

14 Nadat Mozes door Jehovah tot leider van de natie Israël was aangesteld, spreidde hij nog steeds zachtaardigheid tentoon. Een jonge man bracht Mozes bericht dat Eldad en Medad in de legerplaats als profeten optraden — hoewel ze niet aanwezig waren toen Jehovah zijn geest op de zeventig oudere mannen uitstortte om als Mozes’ assistenten te dienen. Jozua riep uit: „Mijn heer Mozes, belet het hun!” Mozes antwoordde zachtaardig: „Zijt gij soms jaloers om mij? Neen, ik wenste wel dat allen van Jehovah’s volk profeten waren, want Jehovah zou zijn geest op hen leggen” (Numeri 11:26-29). Zachtaardigheid droeg ertoe bij dat de gespannen situatie niet op een conflict uitliep.

15. Waarom is Mozes’ voorbeeld, hoewel hij onvolmaakt was, navolgenswaardig?

15 Bij een bepaalde gelegenheid liet Mozes’ zachtaardigheid hem in de steek. Te Meriba in de omgeving van Kades verzuimde hij heerlijkheid te geven aan Jehovah, de Wonderdoener (Numeri 20:1, 9-13). Hoewel Mozes onvolmaakt was, had hij zijn hele leven steun aan zijn onwankelbare geloof, en zijn opmerkelijke zachtaardigheid spreekt ons nu nog aan. — Hebreeën 11:23-28.

Hardvochtigheid contra zachtaardigheid

16, 17. Welke waarschuwing ligt in het verslag over Nabal en Abigaïl voor ons opgesloten?

16 Een waarschuwend voorbeeld komt uit de tijd van David, kort na de dood van Gods profeet Samuël. Het betreft een echtpaar, Nabal en zijn vrouw, Abigaïl. Wat een tegenstelling bestond er tussen hen beiden! Abigaïl had „een goed doorzicht”, maar haar man was „hardvochtig en zijn praktijken waren slecht”. Nabal weigerde botweg te voldoen aan een verzoek om proviand van Davids mannen, die hadden geholpen Nabals grote kudden tegen dieven te beschermen. Terecht verontwaardigd gordden David en een groep van zijn mannen hun zwaard aan en vertrokken om de strijd met Nabal aan te binden. — 1 Samuël 25:2-13.

17 Toen Abigaïl hoorde wat er was voorgevallen, maakte ze snel brood, wijn, vlees en rozijnen- en vijgenkoeken gereed en ging David tegemoet. „Op míj, o mijn heer, zij de dwaling”, smeekte ze hem. „Laat uw slavin alstublieft ten aanhoren van u spreken, en luister naar de woorden van uw slavin.” Davids hart werd vermurwd door Abigaïls zachtaardige smeekbede. Nadat David naar Abigaïls verklaring had geluisterd, zei hij: „Gezegend zij Jehovah, de God van Israël, die u deze dag gezonden heeft om mij te ontmoeten! En gezegend zij uw verstandigheid, en gezegend zijt gij, die mij deze dag ervan afgehouden hebt in bloedschuld te geraken” (1 Samuël 25:18, 24, 32, 33). Nabals hardvochtigheid leidde ten slotte tot zijn dood. Door Abigaïls voortreffelijke eigenschappen viel haar uiteindelijk de vreugde ten deel Davids vrouw te worden. Haar zachtaardigheid is een voorbeeld voor allen die Jehovah in deze tijd dienen. — 1 Samuël 25:36-42.

Streef naar zachtaardigheid

18, 19. (a) Welke veranderingen treden aan het licht als we onszelf met zachtaardigheid bekleden? (b) Wat kan ons helpen een doeltreffend zelfonderzoek in te stellen?

18 Zachtaardigheid is dus een onontbeerlijke eigenschap. Ze is meer dan louter mildheid in gedrag; ze is een aantrekkelijke geaardheid die anderen verkwikt. Vroeger hadden we misschien de gewoonte hardvochtig te spreken en onvriendelijk te handelen. Maar toen we de bijbelse waarheid leerden kennen, veranderden we en werden we aangenamer en prettiger in de omgang. Paulus sprak over deze verandering toen hij medechristenen aanspoorde: „Bekleedt u . . . met de tedere genegenheden van mededogen, goedheid, ootmoedigheid des geestes, zachtaardigheid en lankmoedigheid” (Kolossenzen 3:12). De bijbel vergelijkt deze transformatie met de verandering van kwaadaardige wilde beesten — een wolf, een luipaard, een leeuw, een beer en een cobra — in vredelievende huisdieren — een lam, een bokje, een kalf en een koe (Jesaja 11:6-9; 65:25). Zulke persoonlijkheidsveranderingen zijn zo in het oog springend dat waarnemers verbaasd staan. Maar wij schrijven deze verandering toe aan de werkzaamheid van Gods geest, omdat zachtaardigheid deel uitmaakt van de zo opmerkelijke vrucht ervan.

19 Betekent dit dat als we eenmaal de noodzakelijke veranderingen hebben aangebracht en ons aan Jehovah hebben opgedragen, we er niet langer moeite voor hoeven te doen zachtaardig te zijn? Beslist niet! Nieuwe kleren bijvoorbeeld hebben constante zorg nodig om er schoon en netjes te blijven uitzien. Als we in Gods Woord turen en over de erin opgetekende voorbeelden mediteren, worden we geholpen onszelf op een nieuwe en objectieve manier te bezien. Wat onthult de spiegel van het geïnspireerde Woord van God omtrent ons? — Jakobus 1:23-25.

20. Hoe kunnen we erin slagen zachtaardigheid tentoon te spreiden?

20 Van nature verschillen mensen van aard. Sommige dienstknechten van God vinden het gemakkelijker zachtaardigheid tentoon te spreiden dan andere. Niettemin dienen alle christenen de vrucht van Gods geest, met inbegrip van zachtaardigheid, aan te kweken. Paulus spoorde Timotheüs liefdevol aan: „Streef . . . naar rechtvaardigheid, godvruchtige toewijding, geloof, liefde, volharding, zachtaardigheid” (1 Timotheüs 6:11). Het woord „streef” geeft te kennen dat er inspanning nodig is. Eén bijbelvertaling geeft deze aansporing weer met ’zet uw hart op’ (New Testament in Modern English, door J. B. Phillips). Als we er moeite voor doen over de voorbeelden in Gods Woord te mediteren, kunnen ze een deel van ons gaan vormen, net als een implantaat. Ze zullen ons vormen en leiden. — Jakobus 1:21.

21. (a) Waarom dienen we naar zachtaardigheid te streven? (b) Wat zal in ons volgende artikel besproken worden?

21 De manier waarop we ons jegens anderen gedragen, laat zien hoe goed we erin slagen zachtaardigheid aan de dag te leggen. „Wie is wijs en verstandig onder u?”, vraagt de discipel Jakobus. „Hij tone uit zijn voortreffelijke gedrag zijn werken met een zachtaardigheid die bij wijsheid behoort” (Jakobus 3:13). Hoe kunnen we deze christelijke hoedanigheid thuis, in de christelijke bediening en in de gemeente tentoonspreiden? Het volgende artikel bevat nuttige raad.

Bij wijze van overzicht

• Wat valt er over zachtaardigheid te leren uit het voorbeeld van

• Jehovah?

• Jezus?

• Mozes?

• Abigaïl?

• Waarom dienen we naar zachtaardigheid te streven?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 16]

Waarom zag Jehovah goedgunstig op Abels offer neer?

[Illustratie op blz. 17]

Jezus toonde dat zachtaardigheid en nederigheid hand in hand gaan

[Illustratie op blz. 18]

Mozes gaf een voortreffelijk voorbeeld van zachtaardigheid