Jongeren, Jehovah zal jullie werk niet vergeten!
Jongeren, Jehovah zal jullie werk niet vergeten!
„God is niet onrechtvaardig, zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond doordat gij de heiligen hebt gediend en blijft dienen, zou vergeten.” — HEBREEËN 6:10.
1. Hoe blijkt uit de bijbelboeken Hebreeën en Maleachi dat Jehovah je dienst waardeert?
HEB je weleens meegemaakt dat je iets aardigs deed voor een vriend en dat hij je er niet voor bedankte? Het kan heel kwetsend zijn als zoiets vanzelfsprekend wordt gevonden of, erger nog, helemaal wordt vergeten. Heel anders is het wanneer we met hart en ziel dienst verrichten voor Jehovah! De bijbel zegt: „God is niet onrechtvaardig, zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond doordat gij de heiligen hebt gediend en blijft dienen, zou vergeten” (Hebreeën 6:10). Denk daar eens over na. Jehovah zou het zelfs als onrechtvaardig van zijn kant, als een zonde, bezien als hij zou vergeten wat jij hebt gedaan en wat je in zijn dienst blijft doen. Wat een dankbare God! — Maleachi 3:10.
2. Wat maakt het zo speciaal Jehovah te dienen?
Johannes 6:44). Ja, Jehovah helpt mensen individueel om voordeel te trekken van Christus’ offer.
2 Je hebt een speciale gelegenheid om deze dankbare God te aanbidden en te dienen. Aangezien je maar zo’n zes miljoen medegelovigen hebt, vergeleken met ongeveer zes miljard mensen in de wereld, heb je inderdaad een heel bijzonder voorrecht. Bovendien bewijst het feit dat je naar de boodschap van het goede nieuws luistert dat Jehovah persoonlijke belangstelling voor je heeft. Jezus zei tenslotte: „Niemand kan tot mij komen tenzij de Vader, die mij heeft gezonden, hem trekt” (Waardeer je grote voorrecht
3. Hoe uitten de zonen van Korach hun waardering voor het voorrecht Jehovah te dienen?
3 Zoals in het vorige artikel is besproken, heb je een unieke gelegenheid om Jehovah’s hart te verheugen (Spreuken 27:11). Dat voorrecht mag je nooit onderschatten. In een van hun geïnspireerde psalmen uitten de zonen van Korach hun waardering voor het voorrecht Jehovah te dienen. We lezen: „Eén dag in uw voorhoven is beter dan duizend elders. Ik heb verkozen aan de drempel in het huis van mijn God te staan boven het rondgaan in de tenten der goddeloosheid.” — Psalm 84:10.
4. (a) Waarom vinden sommigen het aanbidden van Jehovah misschien beperkend? (b) Hoe toont Jehovah dat hij zijn dienstknechten graag aandacht geeft en beloont?
4 Denk jij ook zo over het voorrecht je hemelse Vader te mogen dienen? Oké, soms kan het erop lijken dat het aanbidden van Jehovah je vrijheid beperkt. Er is inderdaad enige zelfopoffering nodig om volgens bijbelse beginselen te leven. Maar uiteindelijk is wat Jehovah van je vraagt voor je eigen bestwil (Psalm 1:1-3). Daarnaast ziet Jehovah hoeveel moeite je doet en toont hij zijn waardering voor je getrouwheid. Paulus schreef namelijk dat Jehovah „de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken” (Hebreeën 11:6). Jehovah zoekt naar gelegenheden om dat te doen. Een rechtvaardige profeet in het oude Israël zei: „Wat Jehovah aangaat, zijn ogen gaan de gehele aarde rond om zijn sterkte te tonen ten behoeve van hen wier hart onverdeeld is jegens hem.” — 2 Kronieken 16:9.
5. (a) Wat is een van de beste manieren om te laten zien dat je hart onverdeeld voor Jehovah is? (b) Waarom zou het moeilijk kunnen lijken met anderen over je geloof te spreken?
5 Een van de beste manieren om te laten zien dat je hart onverdeeld voor Jehovah is, is door met anderen over hem te spreken. Heb je weleens met een van je klasgenoten over je geloof kunnen praten? In het begin lijkt dat misschien heel moeilijk en word je al zenuwachtig bij het idee. ’En als ze me nou uitlachen?’, vraag je misschien. ’Als ze mijn geloof Johannes 15:20). Maar dat wil niet zeggen dat je je hele leven uitgelachen en afgewezen zult worden. Door voor hun geloof op te komen hebben veel jonge Getuigen juist gemerkt dat hun leeftijdgenoten wel wilden luisteren en zelfs respect voor hen kregen.
nou raar vinden?’ Jezus erkende dat niet iedereen naar de Koninkrijksboodschap zou luisteren („Jehovah zal je helpen”
6, 7. (a) Hoe kon een zeventienjarig meisje getuigenis geven aan haar klasgenoten? (b) Wat heb je van Jennifers ervaring geleerd?
6 Maar hoe kun je de moed verzamelen om over je geloof te spreken? Waarom zou je je niet voornemen eerlijk en zonder eromheen te draaien antwoord te geven als mensen naar je geloof vragen? Neem bijvoorbeeld de ervaring van de zeventienjarige Jennifer. „Tijdens de middagpauze op school zaten een paar meisjes bij mij aan tafel over religie te praten, en een van hen vroeg welk geloof ik had”, zegt ze. Vond Jennifer het moeilijk om antwoord te geven? „Ja,” geeft ze toe, „omdat ik niet wist wat voor reactie ik zou krijgen.” Wat deed Jennifer in deze situatie? „Ik vertelde de meisjes dat ik een van Jehovah’s Getuigen was”, vervolgt ze. „Eerst leken ze verbaasd. Schijnbaar hadden ze het idee dat Jehovah’s Getuigen vreemde mensen zijn. Daarom stelden ze me vragen, en ik kon wat misverstanden uit de weg ruimen. Ook na die dag kwamen sommigen van de meisjes me af en toe wat vragen.”
7 Had Jennifer spijt dat ze de kans had aangegrepen om over haar geloof te spreken? Helemaal niet! „Na de middagpauze had ik een goed gevoel”, zegt ze. „Nu hebben die meisjes een beter idee wie Jehovah’s Getuigen eigenlijk zijn.” Jennifers advies is heel simpel: „Als je het moeilijk vindt klasgenoten of leraren getuigenis te geven, bid dan even. Jehovah zal je helpen. Je zult blij zijn dat je de kans hebt benut om getuigenis te geven.” — 1 Petrus 3:15.
8. (a) Hoe was gebed een hulp voor Nehemia toen hij voor een onverwachte situatie stond? (b) Wat zijn enkele situaties op school waarin je misschien even stil tot Jehovah moet bidden?
8 Jennifer raadt dus aan ’even tot Jehovah te bidden’ wanneer je de kans krijgt getuigenis te geven over je geloof. Dat is precies wat Nehemia, de schenker van de Perzische koning Artaxerxes, deed toen hij voor een onverwachte situatie kwam te staan. Nehemia keek bezorgd omdat hij bericht had gekregen over de hopeloze situatie van de joden en had gehoord dat de muur en poorten van Jeruzalem in puin lagen. De koning zag dat Nehemia zich zorgen leek te maken, en dus vroeg hij hem wat er aan de hand was. Voordat Nehemia antwoord gaf, bad hij om leiding. Toen vroeg hij moedig toestemming om naar Jeruzalem terug te gaan en bij het herbouwen van de vervallen stad te helpen. Artaxerxes gaf Nehemia toestemming (Nehemia 2:1-8). Wat leer je hieruit? Als je zenuwachtig bent wanneer je een kans krijgt om getuigenis over je geloof te geven, vergeet dan niet even in stilte te bidden. ’Werp al je bezorgdheid op Jehovah,’ schreef Petrus, ’want hij zorgt voor je.’ — 1 Petrus 5:7; Psalm 55:22.
„Gereed u te verdedigen”
9. Hoe lukte het de dertienjarige Leah om 23 Jonge mensen vragen-boeken te verspreiden?
9 Nog een ervaring: De dertienjarige Leah zat tijdens de middagpauze op school het boek Wat jonge mensen vragen — Praktische antwoorden * te lezen. „Anderen keken naar me,” zegt ze, „en al snel stond er een heel groepje over mijn schouder mee te kijken. Ze vroegen me wat voor boek dat was.” Aan het eind van de dag hadden vier meisjes Leah om een exemplaar van het boek gevraagd. Deze meisjes lieten het al gauw aan anderen zien, en die wilden er toen zelf ook een. In een paar weken verspreidde Leah 23 boeken aan haar klasgenoten en hun vrienden. Vond Leah het in het begin makkelijk iets te zeggen toen anderen vroegen wat voor boek ze zat te lezen? Echt niet! „Eerst was ik zenuwachtig”, geeft ze toe. „Maar ik bad en ik wist dat Jehovah me zou helpen.”
10, 11. Hoe kon een jong Israëlitisch meisje een Syrische legeraanvoerder helpen kennis over Jehovah te krijgen, en welke veranderingen bracht hij daarna aan?
10 Leah’s ervaring doet je misschien denken aan de situatie van een jong Israëlitisch meisje dat als gevangene was meegenomen naar Syrië. Naäman, een Syrische legeraanvoerder, was melaats. Misschien was zijn vrouw het gesprek begonnen waardoor het meisje over haar geloof ging spreken. „Was mijn heer maar voor het aangezicht van de profeet die in Samaria is!”, zei ze. „Dan zou die hem wel van zijn melaatsheid genezen.” — 2 Koningen 5:1-3.
11 Als gevolg van de vrijmoedigheid van dat kleine meisje kwam Naäman te weten dat „er op de gehele aarde geen God is behalve in Israël”. Hij besloot zelfs ’geen brandoffer of slachtoffer meer op te dragen aan andere goden, welke ook, dan aan Jehovah’ (2 Koningen 5:15, 17). Jehovah zegende beslist de moed van dat meisje. Hij kan en zal dat ook doen voor jongeren in deze tijd. Dat was wat Leah ondervond. Na verloop van tijd vertelden sommigen op school haar dat het Jonge mensen vragen-boek hen hielp iets aan hun instelling te doen. „Ik was blij,” zegt Leah, „omdat ik wist dat ik anderen hielp meer over Jehovah te leren en hun leven te veranderen.”
12. Hoe kun je de kracht vinden om je geloof te verdedigen?
12 Jij kunt net zulke ervaringen hebben als Jennifer en Leah. Volg de aansporing van Petrus op, die schreef dat je als christen altijd ’gereed moet zijn je te verdedigen voor iedereen die een reden verlangt voor je hoop, maar doe dit met zachtaardigheid en diepe achting’ (1 Petrus 3:15). Hoe kun je dat doen? Volg de handelwijze na van de eerste-eeuwse christenen die Jehovah vroegen om hen te helpen „met alle vrijmoedigheid” te prediken (Handelingen 4:29). Spreek vervolgens moedig met anderen over je geloof. Misschien zul je verbaasd staan over de resultaten. Bovendien zul je Jehovah’s hart verheugen.
Video’s en speciale projecten
13. Welke gelegenheden hebben sommige jongeren gebruikt om getuigenis te geven? (Zie kaders op blz. 20 en 21.)
13 Veel jongeren hebben video’s gebruikt om aan klasgenoten of leraren uit te leggen wat ze geloven. Soms hebben projecten voor school de gelegenheid geboden om Jehovah te loven. Zo moesten twee vijftienjarige Getuigen voor geschiedenis een werkstuk maken over een van de religies van de wereld. De jongens schreven samen een verslag over Jehovah’s Getuigen, met als bron het boek Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods koninkrijk *. Ze moesten ook een spreekbeurt van vijf minuten houden. Na afloop hadden de leraar en de leerlingen zoveel vragen dat de jongens nog twintig minuten voor de klas stonden. Weken later stelden hun klasgenoten nog steeds vragen over Jehovah’s Getuigen!
14, 15. (a) Waarom is mensenvrees een strik? (b) Waarom kun je vol vertrouwen met anderen over je geloof praten?
14 Zoals uit deze ervaringen blijkt, kun je grote zegeningen ervaren door anderen te vertellen wat je als Getuige van Jehovah gelooft. Laat mensenvrees je niet beroven van het voorrecht en de vreugde anderen te helpen Jehovah te leren kennen. De bijbel zegt: „Het beven voor mensen, dat spant een strik, maar hij die op Jehovah vertrouwt, zal beschermd worden.” — Spreuken 29:25.
15 Vergeet niet dat je als christelijke jongere iets hebt dat je leeftijdgenoten hard nodig hebben: de beste manier om nu te leven en de belofte in de toekomst eeuwig te leven (1 Timotheüs 4:8). Het is interessant dat een enquête onder Amerikanen, van wie je zou denken dat ze in het algemeen apathisch of niet-religieus zijn, aan het licht bracht dat minstens de helft van de jongeren geloof heel serieus neemt, en een derde zegt dat geloof „de allerbelangrijkste invloed” in hun leven is. Waarschijnlijk is dat ook zo in veel andere delen van de wereld. Het zou dus heel goed kunnen dat je klasgenoten graag willen luisteren naar wat je over de bijbel te zeggen hebt.
Nader als jongere dicht tot Jehovah
16. Wat moet je nog meer doen om Jehovah te verheugen behalve tot anderen over hem te spreken?
16 Jehovah’s hart verheugen betekent natuurlijk meer dan alleen over hem spreken. Je moet je ook volgens zijn normen gedragen. De apostel Johannes schreef: „Dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden; en toch zijn zijn geboden geen drukkende last” (1 Johannes 5:3). Je zult merken dat dit zo is als je dichter tot Jehovah nadert. Hoe doe je dat?
17. Hoe kun je dicht tot Jehovah naderen?
17 Neem de tijd om de bijbel en bijbelse publicaties te lezen. Hoe meer je over Jehovah leert, hoe makkelijker het zal zijn naar hem te luisteren en met anderen over hem te spreken. „Een goed mens brengt uit de goede schat van zijn hart het goede voort,” zei Jezus, „want uit de overvloed des harten spreekt zijn mond” (Lukas 6:45). Vul je hart dus met goede dingen. Waarom zou je jezelf in dit opzicht geen doelen stellen? Misschien kun je je volgende week beter voorbereiden op de gemeentevergaderingen. Je volgende doel kan zijn mee te doen, door een kort maar gemeend commentaar te geven. Het is natuurlijk heel belangrijk de dingen die je leert ook te doen. — Filippenzen 4:9.
18. Waar kun je zelfs bij tegenstand zeker van zijn?
18 De zegeningen van het dienen van Jehovah zijn blijvend — eeuwig zelfs. Goed, misschien maak je af en toe wat tegenstand of spot mee omdat je een Getuige van Jehovah bent. Maar denk dan aan Mozes, over wie de bijbel zegt: „Hij hield het oog oplettend gericht op de beloning” (Hebreeën 11:24-26). Ook jij kunt het vertrouwen hebben dat Jehovah je zal belonen voor de moeite die je doet om meer over hem te leren en om over hem te spreken. ’Je werk en de liefde die je voor zijn naam hebt getoond’ zal hij echt nooit vergeten. — Hebreeën 6:10.
[Voetnoten]
^ ¶9 Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
^ ¶13 Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
Overzichtsvragen
• Waarom kun je er zeker van zijn dat Jehovah je dienst waardeert?
• Met welke manieren om op school getuigenis te geven hebben sommigen succes gehad?
• Hoe kun je de kracht vinden om klasgenoten getuigenis te geven?
• Hoe kun je dichter tot Jehovah naderen?
[Studievragen]
[Kader/Illustraties op blz. 20]
Zelfs jonge kinderen loven Jehovah!
Zelfs jonge kinderen hebben getuigenis kunnen geven op school, zoals de volgende ervaringen laten zien.
In de klas van de tienjarige Amber werd een boek gelezen over de jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Amber besloot de video De paarse driehoek voor haar onderwijzeres mee te nemen. Die was verbaasd te horen dat Jehovah’s Getuigen ook werden vervolgd door de nazi’s. De onderwijzeres liet de video aan de hele klas zien.
Toen Alexa acht was, schreef ze haar klas een brief om uit te leggen waarom ze niet aan hun kerstfeest mee kon doen. Haar onderwijzeres was zo onder de indruk dat ze Alexa de brief liet voorlezen aan haar eigen klas en aan nog twee klassen. „Ik heb geleerd om respect te hebben voor mensen met een ander geloof”, zei ze tot besluit, „en ik hoop dat jullie er ook respect voor hebben dat ik geen Kerstmis vier.”
Toen Eric nog maar pas op school zat, nam hij Mijn boek met bijbelverhalen mee en vroeg of hij het aan zijn klasgenoten mocht laten zien. „Ik weet iets beters”, zei zijn onderwijzeres. „Lees maar een verhaal voor aan de klas.” Dat deed Eric. Daarna vroeg hij of iedereen die een boek wilde hebben, zijn hand wilde opsteken. Achttien handen gingen omhoog, waaronder die van de onderwijzeres! Eric ziet de school nu als zijn speciale predikingsgebied.
Whitney is negen en blij met de brochure Jehovah’s Getuigen en het onderwijs *. „Meestal geeft mijn moeder die brochure elk jaar aan mijn onderwijzers,” zegt ze, „maar dit jaar heb ik het zelf gedaan. Dankzij die brochure riep mijn onderwijzeres me uit tot ’leerling van de week’.”
[Voetnoot]
^ ¶56 Alle genoemde publicaties worden door Jehovah’s Getuigen uitgegeven.
[Kader/Illustraties op blz. 21]
Situaties die sommigen hebben benut om over hun geloof te spreken
Sommigen hebben voor werkstukken of projecten een onderwerp gekozen waarbij ze getuigenis konden geven
Enkele jongeren hebben hun leraar een video of publicatie gegeven over een onderwerp dat in de klas besproken werd
Sommige jongeren zaten in de pauze de bijbel of een bijbelse publicatie te lezen en andere jongeren zijn toen vragen komen stellen
[Illustratie op blz. 18]
Ervaren mensen kunnen jongeren opleiden om Jehovah te dienen