Jongeren die Jehovah’s hart verheugen

Deze studieartikelen zijn speciaal voor de jongeren onder Jehovah’s Getuigen geschreven. Daarom moedigen wij jongeren aan dit materiaal goed te bestuderen en tijdens de Wachttoren-studie in de gemeente vaak commentaar te geven.

„Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.” — Spreuken 27:11.

1, 2. (a) Als je de dingen van de wereld aantrekkelijk vindt, betekent dat dan meteen dat je niet geschikt bent om een christen te zijn? Leg dit uit (Romeinen 7:21). (b) Wat leer je van Asafs voorbeeld? (Zie kader op blz. 13.)

STEL je voor dat je kleren gaat kopen. Tijdens het winkelen zie je een kledingstuk waar je meteen helemaal weg van bent. De kleur en de stijl zijn precies jouw smaak, en het is echt een koopje. Maar dan kijk je eens wat beter. Tot je verbazing blijkt de stof slecht afgewerkt en is het stiksel nogal slordig. Het is wel een leuk model, maar de kwaliteit deugt niet. Zou je geld uitgeven aan iets van zo’n slechte kwaliteit?

² Vergelijk dat eens met een situatie waarmee je als christelijke jongere te maken kunt krijgen. Op het eerste gezicht kunnen de dingen van deze wereld, net als dat kledingstuk, heel mooi lijken. Je klasgenoten gaan misschien naar leuke feesten, gebruiken drugs, drinken alcohol, gaan uit met wie ze maar willen, en hebben seks terwijl ze nog niet getrouwd zijn. Voel jij je af en toe aangetrokken tot zo’n leefstijl? Zou je weleens willen proeven van hun zogenaamde vrijheid? Trek dan niet te snel de conclusie dat je slecht bent en gewoon niet in de wieg gelegd om een christen te zijn. Tenslotte erkent de bijbel dat de wereld heel aanlokkelijk kan zijn — zelfs voor iemand die God wil behagen. — 2 Timotheüs 4:10.

3. (a) Waarom heeft het geen zin de dingen van de wereld na te streven? (b) Hoe beschreef een christen de leegheid van wereldse activiteiten?

³ Kijk nu nog eens goed, net als bij een kledingstuk dat je wilt kopen. Vraag je af: hoe goed zijn de stof en het stiksel van dit samenstel? De bijbel zegt dat ’de wereld voorbijgaat’ (1 Johannes 2:17). Alle leuke dingen die de wereld biedt, zijn hooguit tijdelijk. Bovendien wordt goddeloos gedrag duur betaald. Het is zeker geen koopje. Een christen die lijdt onder wat ze beschrijft als „de pijnen die het gevolg zijn van een verspilde jeugd” zegt: „De wereld kan er aanlokkelijk en uitnodigend uitzien. En de wereld wil dat jij gelooft dat je ongestraft van haar soort plezier kunt genieten. Maar dat is gewoon onmogelijk. De wereld zal je gebruiken, en als ze genoeg van je heeft, zal ze je afdanken.” *  Waarom zou je je jeugd vergooien aan zo’n inferieure leefstijl?

Bescherming tegen „de goddeloze”

4, 5. (a) Wat vroeg Jezus vlak voor zijn dood in gebed aan Jehovah? (b) Waarom was dit verzoek passend?

⁴ Omdat ze beseffen dat dit samenstel niets waardevols te bieden heeft, proberen jongeren onder Jehovah’s Getuigen vriendschap met deze wereld te mijden (Jakobus 4:4). Ben jij een van deze getrouwe jongeren? Dan verdien je een compliment. Het is natuurlijk niet makkelijk groepsdruk te weerstaan en op te vallen omdat je anders bent, maar je staat er niet alleen voor.

⁵ Vlak voor zijn dood bad Jezus of Jehovah over zijn discipelen wilde „waken vanwege de goddeloze” (Johannes 17:15). Jezus had een goede reden voor dit verzoek. Hij wist dat het voor zijn volgelingen niet makkelijk zou zijn rechtschapen te blijven, welke leeftijd ze ook hadden. Waarom niet? Eén reden is dat zoals Jezus erkende, zijn discipelen te maken zouden krijgen met een machtige, onzichtbare vijand — „de goddeloze”, Satan de Duivel. Volgens de bijbel gaat dit slechte geestelijke schepsel rond „als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden”. — 1 Petrus 5:8.

6. Hoe weten we dat Satan geen medelijden met jonge mensen heeft?

⁶ Door de hele geschiedenis heen heeft Satan er een sadistisch genoegen in gehad de afschuwelijkste wreedheden over mensen te brengen. Neem de verschrikkelijke rampen die Satan over Job en zijn gezin bracht (Job 1:13-19; 2:7). En misschien heb je zelf wel nieuwsberichten gezien of gehoord waaruit duidelijk Satans gewelddadige invloed bleek. De Duivel is op jacht, en in zijn verlangen om te verslinden kent hij geen genade voor jongeren. Zo had Herodes aan het begin van de eerste eeuw het gemene plan bedacht om in Bethlehem alle jongens van twee jaar en jonger te laten doden (Mattheüs 2:16). Waarschijnlijk was het Satan die Herodes daartoe aanzette — en dat alles in een poging het kind om te brengen dat op een dag Gods beloofde Messias zou worden en Gods oordeel aan Satan zou voltrekken! (Genesis 3:15) Het is duidelijk dat Satan geen medelijden met jongeren heeft. Hij is er alleen op uit zo veel mogelijk mensen te verslinden. Dat is vooral nu het geval, want Satan is uit de hemel naar de aarde  geworpen en „hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft”. — Openbaring 12:9, 12.

7. (a) Welk schril contrast bestaat er tussen Jehovah en Satan? (b) Wil Jehovah dat je van het leven geniet?

⁷ In schril contrast met Satans „grote toorn” heeft Jehovah ’teder mededogen’ (Lukas 1:78). Hij is de belichaming van liefde. Deze prachtige eigenschap is zelfs zo kenmerkend voor onze Schepper dat de bijbel zegt: „God is liefde” (1 Johannes 4:8). Wat een verschil tussen de god van dit samenstel en de God die jij mag dienen! Terwijl Satan probeert mensen te verslinden, wenst Jehovah niet ’dat er iemand vernietigd wordt’ (2 Petrus 3:9). Hij vindt elk mensenleven kostbaar, ook dat van jou. Wanneer Jehovah je in zijn Woord aanspoort geen deel van de wereld te zijn, probeert hij niet je leven te vergallen of je vrijheid in te perken (Johannes 15:19). Hij waakt juist over je wegens de goddeloze. Je hemelse Vader wil dat je iets veel beters krijgt dan de tijdelijke pleziertjes van deze wereld. Hij wil graag dat je „het werkelijke leven” krijgt, eeuwig leven in een paradijs op aarde (1 Timotheüs 6:17-19). Jehovah wil graag dat je succesvol bent, en hij moedigt je daartoe aan (1 Timotheüs 2:4). Bovendien geeft Jehovah je een speciale uitnodiging. Waarvoor?

„Verheug mijn hart”

8, 9. (a) Wat voor cadeau kun je aan Jehovah geven? (b) Hoe hoont Satan Jehovah, zoals uit het geval van Job blijkt?

⁸ Heb je weleens een cadeautje voor een goede vriend gekocht en dan gezien hoe ontzettend blij en verrast hij keek toen hij het kreeg? Je had er waarschijnlijk heel lang over nagedacht wat hij graag zou willen hebben. Denk nu eens hierover na: wat voor cadeau kun jij aan je Schepper, Jehovah God, geven? In eerste instantie lijkt het hele idee misschien absurd. Wat zou de Almachtige nu nodig kunnen hebben van een mens? Wat zou je hem kunnen geven dat hij nog niet heeft? De bijbel geeft in Spreuken 27:11 het volgende antwoord: „Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.”

⁹ Zoals je uit je studie van de bijbel wel zult weten, wordt Jehovah door Satan de Duivel gehoond. Hij beweert dat mensen die God dienen, dat niet uit liefde doen maar uit eigenbelang. Laat ze maar eens flink lijden, beweert Satan, dan geven ze de ware aanbidding heel snel op. Denk bijvoorbeeld eens aan wat Satan tegen Jehovah zei over de rechtvaardige man Job: „Hebt gij niet zelf om hem en om zijn huis en om al wat hij heeft, rondom een omheining geplaatst? Het werk van zijn handen hebt gij gezegend, en zijn veestapel zelf heeft zich uitgebreid op de aarde. Maar steek voor de verandering alstublieft uw hand eens uit en tast alles aan wat hij heeft en zie eens of hij u niet recht in uw gezicht zal vervloeken.” — Job 1:10, 11.

10. (a) Hoe weten we dat Satan niet alleen Jobs rechtschapenheid in twijfel trok? (b) Hoe ben jij betrokken bij deze soevereiniteitskwestie?

¹⁰ Zoals het bijbelverslag ons vertelt, trok Satan niet alleen Jobs loyaliteit in twijfel maar ook die van alle anderen die God dienen — ook van jou. Over mensen in het algemeen zei Satan zelfs tegen Jehovah: „Al wat een mens [niet alleen Job, maar iedereen] heeft, zal hij geven voor zijn ziel” (Job 2:4). Zie je wat jouw rol is in deze belangrijke kwestie? Zoals in Spreuken 27:11 staat, zegt Jehovah dat er iets is dat jij hem kunt geven: een basis voor een antwoord aan degene die hem hoont, Satan. Stel je voor, de Universele Soeverein wil graag dat jij helpt bij het oplossen van de belangrijkste kwestie aller tijden. Dat is een heel grote verantwoordelijkheid en een bijzonder voorrecht! Kun jij doen wat Jehovah van je vraagt? Job wel (Job 2:9, 10). En Jezus ook, net als talloze anderen in het verleden, met inbegrip van veel jongeren (Filippenzen 2:8; Openbaring 6:9). Ook jij kunt het. Maar één ding is zeker: je kunt in deze  kwestie niet neutraal blijven. Door je daden zul je laten zien dat je of Satans hoon of Jehovah’s antwoord steunt. Wat ga jij ondersteunen?

Jehovah geeft om jou!

11, 12. Maakt het Jehovah iets uit of je hem dient of niet? Leg dit uit.

¹¹ Maakt het Jehovah echt iets uit welke keus je maakt? Is het aantal mensen dat God getrouw is gebleven niet al groot genoeg om Satan een afdoend antwoord te kunnen geven? Oké, de Duivel beweerde dat niemand Jehovah uit liefde dient, een stelling die nu wel is weerlegd. Toch wil Jehovah dat jij partij kiest in de soevereiniteitskwestie, omdat hij om jou als persoon geeft. Jezus zei: „Mijn Vader, die in de hemel is, [vindt] het niet wenselijk dat een van deze kleinen vergaat.” — Mattheüs 18:14.

¹² Jehovah is beslist geïnteresseerd in de loopbaan die je kiest. Het heeft zelfs invloed op hem. De bijbel maakt duidelijk dat Jehovah iemand met diepe gevoelens is die wordt geraakt door de goede of slechte daden van mensen. Toen de Israëlieten bijvoorbeeld steeds weer in opstand kwamen, was Jehovah ’bedroefd’ (Psalm 78:40, 41). Toen voor de vloed in Noachs tijd „de slechtheid van de mens overvloedig was”, ’krenkte dat Jehovah in zijn hart’ (Genesis 6:5, 6). Sta daar eens bij stil. Als jij het verkeerde pad opgaat, kun je je Schepper pijn doen. Dat wil niet zeggen dat God zwak is of zich door zijn gevoelens laat meeslepen. Het betekent juist dat hij van je houdt en om je welzijn geeft. Aan de andere kant: als je het goede doet, verheugt dat Jehovah’s hart. Hij is niet alleen blij omdat hij Satan weer een antwoord kan geven maar ook omdat hij nu je Beloner kan worden. En dat wil hij graag (Hebreeën 11:6). Wat een lieve Vader heb je in Jehovah God!

Rijke zegeningen nu

13. Hoe brengt het dienen van Jehovah nu al zegeningen mee?

¹³ De zegeningen die het dienen van Jehovah meebrengt, liggen niet alleen in de toekomst. Veel jongeren onder Jehovah’s Getuigen worden nu al gezegend met vreugde en voldoening, en dat is logisch. „De bevelen van Jehovah zijn recht, het hart verheugend”, schreef de psalmist (Psalm 19:8). Jehovah weet beter dan wie maar ook wat goed voor ons is. Via de profeet Jesaja zei Jehovah: „Ik, Jehovah, ben uw God, die u leert uzelf baat te  verschaffen, die u doet treden op de weg die gij dient te bewandelen. O indien gij slechts werkelijk aandacht aan mijn geboden zoudt schenken! Dan zou uw vrede worden net als een rivier, en uw rechtvaardigheid als de golven der zee.” — Jesaja 48:17, 18.

14. Hoe kunnen bijbelse beginselen je helpen schulden te vermijden?

¹⁴ Als je bijbelse beginselen volgt, bespaar je jezelf veel pijn en verdriet. De bijbel zegt bijvoorbeeld dat degenen die liefde voor geld hebben aangekweekt, „zich overal met vele pijnen doorboord” hebben (1 Timotheüs 6:9, 10). Ken je jongeren die de harde werkelijkheid van deze tekst ondervonden hebben? Sommige jongeren zitten tot over hun oren in de schulden omdat ze per se het nieuwste op het gebied van merkkleding, mobieltjes, computers, enzovoorts, wilden hebben. Opgescheept zitten met langlopende aflossingen en hoge rentebetalingen voor dingen die je je eigenlijk niet kunt veroorloven, is een pijnlijke vorm van slavernij! — Spreuken 22:7.

15. Op welke manieren beschermen bijbelse beginselen je tegen de pijnlijke gevolgen van seksuele immoraliteit?

¹⁵ Sta ook eens stil bij seksuele immoraliteit. Elk jaar raken wereldwijd heel veel ongetrouwde tieners zwanger. Sommigen krijgen dan een kind dat ze niet willen en kunnen grootbrengen. Anderen laten abortus plegen en bekopen dat met een gekweld geweten. Dan zijn er nog jonge mensen die een seksueel overdraagbare aandoening oplopen, zoals aids. Voor iemand die Jehovah kent, zou natuurlijk de ergste consequentie een beschadigde verhouding met Jehovah zijn (Galaten 5:19-21). * Niet voor niets zegt de bijbel: „Ontvliedt de hoererij.” — 1 Korinthiërs 6:18.

„De gelukkige God” dienen

16. (a) Hoe weten we dat Jehovah wil dat je van je jeugd geniet? (b) Waarom geeft Jehovah je richtlijnen om te volgen?

¹⁶ De bijbel beschrijft Jehovah als „de gelukkige God” (1 Timotheüs 1:11). Hij wil dat jij ook gelukkig bent. Zijn eigen Woord zegt: „Geniet van je jeugd. Wees gelukkig zolang je nog jong bent” (Prediker 11:9, Today’s English Version). Maar Jehovah kijkt verder dan dit moment en kan de gevolgen op lange termijn  overzien van zowel goed als slecht gedrag. Daarom drukt hij je op het hart: „Gedenk nu uw Grootse Schepper in uw jongelingsdagen, voordat de rampspoedige dagen gaan komen, of de jaren zijn aangebroken waarin gij zult zeggen: ’Ik heb er geen behagen in.’” — Prediker 12:1.

17, 18. Wat zei een jonge christen over haar geluk in het dienen van Jehovah, en hoe kun jij dezelfde vreugde vinden?

¹⁷ In deze tijd hebben veel jongeren veel voldoening gevonden in het dienen van Jehovah. De vijftienjarige Lina zegt bijvoorbeeld: „Ik hoef me nergens voor te schamen. Ik ben lichamelijk gezond omdat ik niet rook en geen drugs gebruik. Via de gemeente krijg ik goede raad die me helpt de vreselijke druk van Satan te weerstaan. Het geluk is van mijn gezicht te lezen wegens de opbouwende omgang die in de Koninkrijkszaal te vinden is. Bovendien heb ik het vooruitzicht van eeuwig leven op aarde. Daar kan niks tegenop.”

¹⁸ Net als Lina moeten veel christelijke jongeren een zware strijd voor het geloof leveren, en dat geeft hun vreugde. Ze beseffen dat hun leven, ook al gaat het soms niet over rozen, echt een doel en toekomst heeft. Blijf daarom de God dienen die het beste met je voorheeft. Als je zijn hart verheugt, zal hij jou ook vreugde geven: nu en tot onbepaalde tijd! — Psalm 5:11.

[Voetnoten]

Overzichtsvragen

• In welk opzicht is „de goddeloze”, Satan, een gevaar voor je?

• Hoe kun je Jehovah’s hart verheugen?

• Hoe laat de bijbel zien dat Jehovah om je geeft?

• Wat zijn enkele zegeningen die je krijgt als je Jehovah dient?

[Studievragen]

[Kader/Illustratie op blz. 13]

Een rechtvaardige man struikelt bijna

Asaf was een belangrijke levitische musicus in Jehovah’s tempel in het oude Israël. Hij heeft zelfs liederen gecomponeerd die bij de openbare aanbidding werden gebruikt. Maar ondanks zijn bijzondere voorrechten voelde Asaf zich een tijdje aangetrokken tot het goddeloze gedrag van mensen om hem heen, die ongestraft Gods wetten leken te kunnen overtreden. „Haast waren mijn voeten afgeweken, bijna waren mijn schreden uitgegleden”, bekende hij achteraf. „Ik werd afgunstig op de pochers, toen ik maar steeds de vrede der goddelozen zag.” — Psalm 73:2, 3.

Later ging Asaf naar Gods heiligdom om hierover te bidden. Toen ging hij de dingen weer vanuit een geestelijk standpunt bekijken en besefte dat Jehovah slechtheid haat en dat de goddelozen en de rechtvaardigen na verloop van tijd zullen oogsten wat ze zaaien (Psalm 73:17-20; Galaten 6:7, 8). De goddelozen bevinden zich dus op een heel glibberig pad. Als ze niet al eerder vallen, zal dat uiteindelijk gebeuren wanneer Jehovah dit goddeloze samenstel vernietigt. — Openbaring 21:8.

[Illustraties op blz. 15]

Jehovah heeft het beste met je voor, terwijl Satan je wil verslinden

[Illustratie op blz. 16]

Veel jongeren zijn heel gelukkig omdat ze samen met medechristenen Jehovah dienen