’Wees niet bevreesd, noch verschrikt’
’Wees niet bevreesd, noch verschrikt’
„Weest niet bevreesd, noch verschrikt. . . . Jehovah zal met u zijn.” — 2 KRONIEKEN 20:17.
1. Welke uitwerking heeft terrorisme op mensen, en waarom is hun angst begrijpelijk?
TERRORISME! Het woord alleen al maakt mensen bang en roept gevoelens van onveiligheid en hulpeloosheid op. Het brengt een mengeling van afschuw, verdriet en boosheid teweeg. En het is een woord dat iets beschrijft waarvan velen vrezen dat het de mensheid nog jaren zal teisteren. Het feit dat sommige landen de vele vormen van terrorisme al tientallen jaren met slechts weinig succes bestrijden, maakt die angst nog reëler.
2. Hoe reageren Jehovah’s Getuigen op het terrorismevraagstuk, en tot welke vragen leidt dit?
2 Toch is er een goede reden voor hoop. Jehovah’s Getuigen, die in 234 landen en gebieden op aarde actief prediken, zijn opmerkelijk optimistisch. In plaats van te vrezen dat terrorisme nooit uitgebannen zal worden, zijn ze ervan overtuigd dat dat wel degelijk zal gebeuren — en ook nog binnenkort. Is het realistisch hun optimisme te delen? Wie zou er ooit in kunnen slagen de wereld van deze plaag te bevrijden, en hoe? Omdat wij allemaal waarschijnlijk wel de invloed hebben ondervonden van de een of andere vorm van geweld, zou het goed zijn te onderzoeken waar dit optimisme op gebaseerd is.
3. Welke redenen voor vrees zijn er, en wat is er over onze tijd voorzegd?
3 Mensen zijn tegenwoordig om verschillende redenen ’bevreesd en verschrikt’. Denk eens aan de velen die wegens ouderdom niet meer in staat zijn voor zichzelf te zorgen, aan mensen die wegkwijnen door een ongeneeslijke ziekte en aan gezinnen die de grootste moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Denk ook eens aan de onzekerheid van het leven zelf! Een plotselinge dood door een ongeval of een ramp schijnt overal op de loer te liggen, klaar om een eind te maken aan alles wat ons lief is. Die vrees en bezorgdheid, plus talloze persoonlijke conflicten en teleurstellingen, hebben ervoor gezorgd dat onze tijd precies overeenkomt met de beschrijving die de apostel Paulus gaf: ’Weet dit, dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, zonder natuurlijke genegenheid zijn, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede.’ —4. Welk positief aspect ligt opgesloten in het sombere beeld dat 2 Timotheüs 3:1-3 geeft?
4 Hoewel deze schriftplaats een somber beeld schetst, wijst ze toch op hoop. Merk op dat de kritieke tijden zich zouden voordoen „in de laatste dagen” van Satans huidige goddeloze samenstel van dingen. Dit betekent dat bevrijding nabij is en dat het goddeloze wereldstelsel binnenkort vervangen zal worden door de heerschappij van het volmaakte koninkrijk van God, waar Jezus zijn volgelingen om leerde bidden (Mattheüs 6:9, 10). Dat koninkrijk is Gods hemelse regering, die „nooit te gronde zal worden gericht”, zegt de profeet Daniël, maar ’ze zal al deze menselijke koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal ze tot onbepaalde tijden blijven bestaan’. — Daniël 2:44.
Christelijke neutraliteit versus terrorisme
5. Hoe hebben landen kort geleden op de dreiging van terrorisme gereageerd?
5 In de loop van tientallen jaren heeft terrorisme duizenden levens geëist. Na de aanslagen in New York en Washington op 11 september 2001 werd men zich wereldwijd heel wat sterker bewust van dit gevaar. Met het oog op de omvang en de mondiale reikwijdte van terrorisme sloegen landen over de hele wereld snel de handen ineen om het te bestrijden. Op 4 december 2001 bijvoorbeeld namen volgens berichten in de media „de ministers van Buitenlandse Zaken van 55 Europese, Noord-Amerikaanse en Centraal-Aziatische landen unaniem een plan aan” om hun inspanningen te coördineren. Een Amerikaanse topfunctionaris prees deze actie en zei dat ze de terrorismebestrijding „nieuwe kracht” gaf. Plotseling werden honderden miljoenen mensen in beslag genomen door wat The New York Times Magazine „het begin van een heroïsche strijd” noemde. Hoeveel succes deze inspanningen zullen hebben, staat nog te bezien. De onaangename gevolgen van een dergelijke oorlog tegen terreur hebben echter bij velen gevoelens van angst en ongerustheid teweeggebracht, maar niet bij degenen die op Jehovah vertrouwen.
6. (a) Waarom vinden sommigen het af en toe misschien moeilijk het standpunt van christelijke neutraliteit dat Jehovah’s Getuigen innemen, te accepteren? (b) Welk voorbeeld gaf Jezus zijn volgelingen in verband met politieke activiteiten?
6 Jehovah’s Getuigen staan bekend om hun politieke neutraliteit. Hoewel de meeste mensen in Johannes 15:19; 17:14-16; 18:36; Jakobus 4:4). Dit vereist dat ze in politieke en maatschappelijke aangelegenheden neutraal blijven. Jezus heeft hierin zelf het juiste voorbeeld gegeven. Gezien zijn volmaakte wijsheid en bijzondere kwaliteiten had hij een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de menselijke aangelegenheden in zijn tijd. Toch weigerde hij zich met politiek in te laten. Aan het begin van zijn bediening wees hij Satans aanbod, heerschappij over alle koninkrijken van de wereld, vierkant af. Later ging hij een poging om hem een politiek ambt op te dringen, resoluut uit de weg. — Mattheüs 4:8-10; Johannes 6:14, 15.
vredestijd wellicht bereid zijn dit standpunt te accepteren, worden ze minder tolerant als er zich buitengewone omstandigheden voordoen. Vaak hebben vrees en onzekerheid, veroorzaakt door oorlog, tot sterke nationalistische gevoelens geleid. Daardoor kan het voor sommigen moeilijk te begrijpen zijn waarom iemand geen steun zou willen geven aan populaire nationale bewegingen. Ware christenen weten echter dat ze gehoorzaam moeten zijn aan Jezus’ gebod om „geen deel van de wereld” te zijn (7, 8. (a) Wat betekent de politieke neutraliteit van Jehovah’s Getuigen niet, en waarom niet? (b) Hoe sluit Romeinen 13:1, 2 deelname aan gewelddadige activiteiten tegen regeringen uit?
7 Het neutrale standpunt van Jehovah’s Getuigen dient niet verkeerd begrepen te worden. Het betekent niet dat ze gewelddaden ondersteunen of goedpraten. Dat zou in strijd zijn met hun bewering dienstknechten van „de God van liefde en van vrede” te zijn (2 Korinthiërs 13:11). Ze hebben geleerd hoe Jehovah over geweld denkt. De psalmist schreef: „Jehovah zelf onderzoekt zowel de rechtvaardige als de goddeloze, en al wie geweld liefheeft, haat Zijn ziel stellig” (Psalm 11:5). Ze zijn zich ook bewust van wat Jezus tegen de apostel Petrus zei: „Steek uw zwaard weer op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard vergaan.” — Mattheüs 26:52.
8 Hoewel uit de geschiedenis duidelijk blijkt dat namaakchristenen dikwijls hun toevlucht hebben genomen tot „het zwaard”, geldt dat niet voor Jehovah’s Getuigen. Zij onthouden zich van zulke activiteiten. De Getuigen gehoorzamen trouw het gebod in Romeinen 13:1, 2: „Iedere ziel zij onderworpen aan de superieure autoriteiten [regeringsleiders], want er is geen autoriteit dan door God; de bestaande autoriteiten zijn door God in hun relatieve posities geplaatst. Wie zich daarom tegen de autoriteit verzet, heeft zich tegen de regeling van God gesteld; zij die zich ertegen hebben gesteld, zullen een oordeel over zich brengen.”
9. Op welke twee manieren bestrijden Jehovah’s Getuigen terrorisme?
9 Maar zouden Jehovah’s Getuigen niet iets moeten doen om het terrorisme te helpen bestrijden, omdat het zoiets vreselijks is? Ja, en dat doen ze ook. Ten eerste nemen ze zelf geen deel aan dit soort activiteiten. Ten tweede onderwijzen ze christelijke beginselen die, wanneer ze worden nageleefd, alle vormen van geweld uitbannen. * Vorig jaar hebben de Getuigen er 1.202.381.302 uur aan besteed om mensen te helpen deze christelijke levenswijze te leren. Dit was geen verspilde tijd, want als gevolg van dit werk werden er 265.469 personen als Getuigen van Jehovah gedoopt, waardoor ze in het openbaar toonden dat ze geweld categorisch verwerpen.
10. Wat zijn de vooruitzichten dat geweld in deze wereld uit de weg geruimd zal worden?
10 Bovendien erkennen Jehovah’s Getuigen dat zij alleen de wereld nooit van het kwaad kunnen bevrijden. Daarom stellen ze hun vertrouwen volledig op degene die dat wel kan — Jehovah God (Psalm 83:18). Ondanks hun oprechte pogingen kunnen mensen geen eind maken aan geweld. De geïnspireerde bijbelschrijver waarschuwt ons in verband met onze tijd, „de laatste dagen”, en zegt: „Goddeloze mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger voortgaan, terwijl zij misleiden en worden misleid” (2 Timotheüs 3:1, 13). Van dit standpunt uit bezien zijn de vooruitzichten dat mensen de strijd tegen het kwaad zullen winnen, echt niet veelbelovend. We kunnen er daarentegen op vertrouwen dat Jehovah geweld volledig en blijvend uit de weg zal ruimen. — Psalm 37:1, 2, 9-11; Spreuken 24:19, 20; Jesaja 60:18.
Onbevreesd in weerwil van een naderende aanval
11. Welke stappen heeft Jehovah al ondernomen om geweld uit te bannen?
11 Aangezien de God van vrede geweld haat, kunnen we begrijpen waarom hij stappen heeft ondernomen om de grondoorzaak van geweld, Satan de Duivel, te vernietigen. Feitelijk heeft hij Satan al een beschamende nederlaag toegebracht door toedoen van de aartsengel Michaël — Gods pas op de troon geplaatste koning, Christus Jezus. De bijbel beschrijft dit als volgt: „Er brak oorlog uit in de hemel: Michaël en zijn engelen streden tegen de draak, en de draak en zijn engelen streden, maar hij zegevierde niet, en ook werd er voor hen geen plaats meer gevonden in de hemel. Neergeslingerd werd daarom de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt; neergeslingerd werd hij naar de aarde, en zijn engelen werden met hem neergeslingerd.” — Openbaring 12:7-9.
12, 13. (a) Wat is er bijzonder aan het jaar 1914? (b) Wat wordt in Ezechiëls profetie voorzegd over degenen die Gods koninkrijk steunen?
12 Zowel de bijbelse chronologie als de wereldgebeurtenissen wijzen op 1914 als het jaar waarin die oorlog in de hemel plaatsvond. Sindsdien zijn de wereldtoestanden steeds slechter geworden. In Openbaring 12:12 wordt uitgelegd hoe dit komt, want daar staat: „Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft! Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.”
13 Het is te begrijpen dat Satans toorn voornamelijk gericht is tegen Gods gezalfde aanbidders en hun metgezellen, de „andere schapen” (Johannes 10:16; Openbaring 12:17). Deze tegenstand zal binnenkort zijn hoogtepunt bereiken wanneer de Duivel een felle aanval onderneemt tegen iedereen die Gods opgerichte koninkrijk steunt en zijn vertrouwen erin stelt. Deze grootscheepse aanval wordt in Ezechiël 38 beschreven als een aanval door „Gog van het land Magog”.
14. Hoe zijn Jehovah’s Getuigen in het verleden beschermd, en zal dit altijd zo zijn?
14 Sinds Satan uit de hemel is verwijderd, is Gods volk soms tegen Satans aanvallen beschermd door de inspanningen van bepaalde politieke elementen, die in Openbaring 12:15, 16 in symbolische taal worden beschreven. In tegenstelling daarmee geeft de bijbel te kennen dat geen enkele menselijke instantie het tijdens Satans laatste aanval zal opnemen voor degenen die hun vertrouwen op Jehovah stellen. Dient dit christenen bevreesd of verschrikt te maken? Absoluut niet!
15, 16. (a) Hoe zijn Jehovah’s geruststellende woorden tot zijn volk in de dagen van Josafat een reden tot optimisme voor christenen in deze tijd? (b) Welk voorbeeld vormen Josafat en het volk voor Gods dienstknechten in deze tijd?
15 God zal zijn volk net zo zeker bijstaan als hij zijn typologische natie in koning Josafats tijd heeft gesteund. We lezen: „Schenkt aandacht, 2 Kronieken 20:15-17.
heel Juda en gij inwoners van Jeruzalem en koning Josafat! Dit heeft Jehovah tot u gezegd: ’Weest niet bevreesd, noch verschrikt wegens deze grote menigte; want het is geen strijd van u, maar van God. . . . Gij zult in dit geval niet hoeven te strijden. Stelt u op, blijft staan en ziet de redding van Jehovah ten behoeve van u. O Juda en Jeruzalem, weest niet bevreesd, noch verschrikt. Trekt morgen tegen hen uit, en Jehovah zal met u zijn.’” —16 De inwoners van Juda kregen de verzekering dat ze niet hoefden te strijden. Zo zullen ook Gods dienstknechten niet de wapens opnemen om zich te verdedigen wanneer ze door Gog van Magog worden aangevallen. In plaats daarvan zullen ze ’blijven staan en de redding van Jehovah ten behoeve van hen zien’. Blijven staan duidt natuurlijk niet op volledige inactiviteit, evenmin als Gods volk in de dagen van Josafat volkomen inactief was. We lezen: „Terstond boog Josafat zich diep met zijn aangezicht ter aarde, en heel Juda en de inwoners van Jeruzalem zelf vielen voor het aangezicht van Jehovah neer om Jehovah hulde te brengen. . . . Voorts beraadslaagde [Josafat] met het volk en stelde zangers voor Jehovah op en degenen die lof brachten in heilige feestdos, terwijl zij voor de gewapende mannen uit gingen en zeiden: ’Looft Jehovah, want tot onbepaalde tijd duurt zijn liefderijke goedheid’” (2 Kronieken 20:18-21). Ja, zelfs toen het volk met een vijandelijke aanval werd geconfronteerd, bleef het Jehovah actief loven. Dit voorbeeld dienen Jehovah’s Getuigen te volgen wanneer Gog zijn aanval tegen hen inzet.
17, 18. (a) Welke positieve instelling hebben Jehovah’s Getuigen in deze tijd met betrekking tot Gogs aanval? (b) Welke herinnering werd christelijke jongeren onlangs gegeven?
17 Tot die tijd — en zelfs nadat Gogs aanval is begonnen — zullen Jehovah’s Getuigen achter Gods koninkrijk blijven staan. Ze zullen kracht en bescherming blijven ontvangen in verbondenheid met de meer dan 94.600 gemeenten over de hele wereld (Jesaja 26:20). Wat een bijzonder geschikte tijd om Jehovah moedig te loven! Nee, het vooruitzicht van Gogs naderende aanval doet hen niet bevreesd terugdeinzen. Het zet hen er veeleer toe aan hun slachtoffer van lof uit te breiden voor zover ze daar redelijkerwijs toe in staat zijn. — Psalm 146:2.
18 Duizenden jongeren over de hele wereld die de volletijddienst op zich hebben genomen, geven op een fijne manier blijk van deze positieve instelling. Om te beklemtonen dat die loopbaan Psalm 119:14, 24, 99, 119, 129, 146.
de allerbeste keus in het leven is, werd op de districtscongressen van 2002 het traktaat Jongeren — Wat gaan jullie met je leven doen? vrijgegeven. Christenen, zowel jong als oud, zijn dankbaar voor zulke „vermaningen”, of herinneringen, op het juiste moment. —19, 20. (a) Waarom hebben christenen geen reden om bevreesd of verschrikt te zijn? (b) Wat zal het volgende studieartikel doen?
19 Ondanks de wereldtoestanden hoeven christenen niet bevreesd of verschrikt te zijn. Ze weten dat Jehovah’s koninkrijk binnenkort alle vormen van geweld voorgoed zal uitbannen. Ze putten ook troost uit de wetenschap dat velen die hun leven door geweld hebben verloren, door een opstanding weer tot leven gebracht zullen worden. Voor sommigen zal dat hun eerste gelegenheid zijn om Jehovah te leren kennen, anderen zullen erdoor in staat worden gesteld hun loopbaan van toegewijde dienst voor hem voort te zetten. — Handelingen 24:15.
20 Als ware christenen beseffen we de noodzaak onze christelijke neutraliteit te bewaren en zijn we ook vastbesloten dat te doen. We willen het schitterende vooruitzicht behouden ’stil te kunnen blijven staan en de redding van Jehovah te zien’. Het volgende artikel zal ons geloof versterken door ons bewust te maken van hedendaagse gebeurtenissen die ons steeds meer inzicht geven in de vervulling van bijbelse profetieën.
[Voetnoot]
^ ¶9 Voorbeelden van mensen die een leven van geweld de rug hebben toegekeerd om Getuigen te geworden, staan in de Ontwaakt! van 22 maart 1990, blz. 21 en van 8 augustus 1991, blz. 18; en in De Wachttoren van 1 januari 1996, blz. 5 en van 1 augustus 1998, blz. 5.
Kunnen we dit uitleggen?
• Waarom zijn veel mensen tegenwoordig zo pessimistisch?
• Waarom zijn Jehovah’s Getuigen optimistisch over de toekomst?
• Wat heeft Jehovah al aan de oorzaak van alle geweld gedaan?
• Waarom hebben we geen reden om Gogs aanval te vrezen?
[Studievragen]
[Illustratie op blz. 13]
Jezus gaf het juiste voorbeeld van christelijke neutraliteit
[Illustraties op blz. 16]
Duizenden jonge Getuigen hebben graag de volletijddienst op zich genomen
[Illustratieverantwoording op blz. 12]
UN PHOTO 186226/M. Grafman