Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

’Er kwamen twee mensen bij ons aan de deur’

’Er kwamen twee mensen bij ons aan de deur’

’Er kwamen twee mensen bij ons aan de deur’

„HET is al weer twee jaar geleden dat we tot ons onbeschrijfelijke verdriet ons kleine meisje hebben verloren.” Zo begint een open brief in Le Progrès, een krant die in Saint-Étienne (Frankrijk) wordt uitgegeven.

„Mélissa was drie maanden oud en leed aan de verschrikkelijke ziekte die syndroom van Edwards heet. Over een dergelijke tragedie die zo oneerlijk lijkt, kom je nooit helemaal heen. Hoewel we opgevoed zijn in het katholieke geloof, dachten we alleen nog maar: God, als u bestaat, waarom laat u dan zulke dingen gebeuren?” Het is duidelijk dat de moeder die deze brief schreef, erg van streek was en zich machteloos voelde. Ze schrijft verder:

„Kort na deze gebeurtenissen kwamen er twee mensen bij ons aan de deur. Ik herkende ze meteen als Jehovah’s Getuigen. Ik stond al op het punt ze beleefd af te wijzen, maar toen viel mijn oog op een brochure die ze aanboden. Die ging over de vraag waarom God lijden toelaat. Dus besloot ik ze binnen te laten met de bedoeling hun argumenten de grond in te boren. Ik vond dat we als gezin qua lijden wel onze portie hadden gehad en dat we genoeg clichés hadden gehoord als ’God heeft haar aan ons gegeven en God heeft haar genomen’. De Getuigen zijn ruim een uur gebleven. Ze luisterden en leefden erg met me mee. Toen ze weggingen, voelde ik me zoveel beter dat ik het goedvond dat ze terugkwamen. Dat was twee jaar geleden. Ik ben geen Getuige van Jehovah geworden, maar ik ben de bijbel met ze gaan bestuderen en ik bezoek hun vergaderingen zo vaak als ik kan.”