Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Geestelijke gesprekken bouwen op

Geestelijke gesprekken bouwen op

Geestelijke gesprekken bouwen op

„Laat geen verdorven woord uit uw mond voortkomen, maar elk woord dat goed is tot opbouw waar het nodig is, opdat daardoor iets meegedeeld mag worden wat gunstig is voor de hoorders.” — EFEZIËRS 4:29.

1, 2. (a) Hoe kostbaar is de menselijke spraak? (b) Hoe willen Jehovah’s dienstknechten hun tong gebruiken?

„DE MENSELIJKE spraak is een geheim; ze is een goddelijk geschenk, een wonder.” Dat schreef de lexicograaf Ludwig Koehler. Misschien beschouwen we dit kostbare geschenk van God als iets vanzelfsprekends (Jakobus 1:17). Maar bedenk eens wat een grote schat er verloren gaat wanneer iemand van wie we houden, door een beroerte beroofd wordt van zijn vermogen om begrijpelijke spraak te uiten. „We konden zo fijn met elkaar praten”, zegt Joan, wier man onlangs een beroerte heeft gehad. „Wat mis ik onze gesprekken!”

2 Gesprekken kunnen vriendschappen smeden, misverstanden ophelderen, terneergeslagenen opbeuren, geloof versterken en levens verrijken — maar dat gebeurt nooit vanzelf. De wijze koning Salomo merkte op: „Er bestaat er een die onbezonnen spreekt als met de steken van een zwaard, maar de tong van de wijzen is genezing” (Spreuken 12:18). Als Jehovah’s dienstknechten willen we dat onze gesprekken genezen en opbouwen in plaats van kwetsen en afbreken. We willen onze tong ook gebruiken om Jehovah te loven, zowel in onze openbare bediening als in onze persoonlijke gesprekken. De psalmist zong: „In God willen wij de gehele dag roemen, en tot onbepaalde tijd zullen wij uw naam prijzen.” — Psalm 44:8.

3, 4. (a) Met welk probleem in verband met onze spraak hebben we allemaal te maken? (b) Waarom moeten we op onze spraak letten?

3 „De tong”, waarschuwt de discipel Jakobus, „kan geen mens temmen.” Hij brengt ons onder de aandacht: „Wij allen struikelen vele malen. Indien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man, in staat om ook zijn gehele lichaam in toom te houden” (Jakobus 3:2, 8). Niemand van ons is volmaakt. Daarom is onze spraak, ondanks onze beste bedoelingen, niet altijd opbouwend voor anderen of tot lof van onze Schepper. We moeten dus leren voorzichtig te zijn met wat we zeggen. Bovendien zei Jezus dat „de mensen van elk nutteloos woord dat zij spreken, rekenschap zullen geven op de Oordeelsdag, want naar uw woorden zult gij rechtvaardig worden verklaard en naar uw woorden zult gij worden veroordeeld” (Mattheüs 12:36, 37). Ja, de ware God stelt ons verantwoordelijk voor wat we zeggen.

4 Een van de beste manieren om schadelijke spraak te vermijden, is de gewoonte aan te kweken om geestelijke gesprekken te voeren. In dit artikel zal worden besproken hoe we dat kunnen doen, over wat voor onderwerpen we kunnen praten en hoe opbouwende spraak ons ten goede kan komen.

Schenk aandacht aan het hart

5. Hoe speelt het hart een sleutelrol in het verbeteren van de kwaliteit van onze gesprekken?

5 Als we de gewoonte willen aankweken om opbouwende gesprekken te voeren, moeten we eerst beseffen dat onze spraak een weerspiegeling is van wat er in ons hart leeft. Jezus zei: „Uit de overvloed des harten spreekt de mond” (Mattheüs 12:34). Eenvoudig gezegd: we praten graag over de dingen die we belangrijk vinden. We moeten ons dus afvragen: Wat onthullen mijn gesprekken over mijn hartentoestand? Als ik met mijn gezin of met medegelovigen samen ben, gaan mijn gesprekken dan over geestelijke zaken of draaien ze altijd om sport, kleren, films, eten, mijn nieuwste aankopen of allerlei onbenulligheden? Misschien zijn we ons leven en onze gedachten onbewust op dingen van ondergeschikt belang gaan richten. Als we onze prioriteiten bijstellen, zal dit de kwaliteit van zowel onze gesprekken als ons leven verbeteren. — Filippenzen 1:10.

6. Welke rol speelt meditatie in onze gesprekken?

6 Doelgerichte meditatie is nog een manier om de kwaliteit van wat we zeggen te verbeteren. Als we bewust moeite doen om over geestelijke zaken na te denken, zullen we merken dat we vanzelf geestelijke gesprekken gaan voeren. Koning David besefte dat hier verband tussen bestaat. Hij zong: „Laten de woorden van mijn mond en de meditatie van mijn hart welgevallig worden voor uw aangezicht, o Jehovah” (Psalm 19:14). En de psalmist Asaf zei: „Ik zal stellig over al uw [Gods] activiteit mediteren, en met uw handelingen wil ik mij intens bezighouden” (Psalm 77:12). Als ons hart en onze geest zich intens bezighouden met de waarheden uit Gods Woord, zullen ze van nature prijzenswaardige spraak voortbrengen. Jeremia kon het niet laten over de dingen te spreken die God hem had geleerd (Jeremia 20:9). Dit kan ook onze ervaring zijn als we geregeld diep over geestelijke zaken nadenken. — 1 Timotheüs 4:15.

7, 8. Welke onderwerpen zijn goed voor opbouwende gesprekken?

7 Wanneer we er een goede geestelijke routine op na houden, zullen we over talrijke onderwerpen voor opbouwende gesprekken beschikken (Filippenzen 3:16). Congressen, andere grote vergaderingen, gemeentevergaderingen, recente publicaties en de dagtekst plus commentaar voorzien ons van geestelijke juweeltjes die we met anderen kunnen delen (Mattheüs 13:52). En wat kunnen de ervaringen uit onze christelijke bediening geestelijk stimulerend zijn!

8 Koning Salomo werd gefascineerd door de enorme verscheidenheid aan bomen, viervoetige dieren, vogels en vissen die hij in Israël zag (1 Koningen 4:33). Hij vond het heerlijk over Gods scheppingswerken te praten. Dat kunnen wij ook doen. Jehovah’s dienstknechten praten graag over allerlei onderwerpen, maar geestelijke thema’s vormen altijd een aangenaam element in de gesprekken van geestelijk gezinde mensen. — 1 Korinthiërs 2:13.

’Blijf deze dingen bedenken’

9. Welke aansporing gaf Paulus de Filippenzen?

9 Over welk onderwerp onze gesprekken ook gaan, ze zullen anderen opbouwen als ze voldoen aan wat de apostel Paulus de gemeente in Filippi als aansporing gaf. Hij schreef: „Al wat waar is, al wat van ernstig belang is, al wat rechtvaardig is, al wat eerbaar is, al wat lieflijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken” (Filippenzen 4:8). De dingen die Paulus hier noemt, zijn zo belangrijk dat hij zegt: „Blijft deze dingen bedenken.” We moeten onze geest en ons hart ermee vullen. Laten we dus eens zien hoe aandacht schenken aan elk van de acht dingen die Paulus noemt, ons bij onze gesprekken kan helpen.

10. Hoe kunnen onze gesprekken gaan over dingen die waar zijn?

10 Dat wat waar is, houdt meer in dan inlichtingen die correct en niet foutief zijn. Het duidt op iets wat oprecht en betrouwbaar is, zoals de waarheid uit Gods Woord. Als we met anderen praten over bijbelse waarheden die indruk op ons hebben gemaakt, over een lezing die ons heeft opgebouwd of schriftuurlijke raad waardoor we zijn geholpen, „bedenken” we dus dingen die waar zijn. Aan de andere kant verwerpen we de „valselijk zo genoemde ’kennis’”, die alleen maar een schijn van betrouwbaarheid heeft (1 Timotheüs 6:20). En we vermijden het roddelpraatjes te verbreiden of twijfelachtige ervaringen te vertellen die niet te verifiëren zijn.

11. Over welke dingen van ernstig belang kunnen onze gesprekken gaan?

11 Dingen van ernstig belang zijn onderwerpen die waardig en belangrijk zijn, niet onbenullig of pietluttig. Ze omvatten kwesties in verband met onze christelijke bediening, de kritieke tijden waarin we leven en de noodzaak om een voortreffelijk gedrag te bewaren. Als we over deze ernstige dingen spreken, maakt dit ons nog vastbeslotener om geestelijk wakker te blijven, onze rechtschapenheid te bewaren en het goede nieuws te blijven prediken. Ja, interessante velddienstervaringen en actuele gebeurtenissen die ons eraan herinneren dat we in de laatste dagen leven, zorgen voor een overvloed aan stimulerende gespreksstof. — Handelingen 14:27; 2 Timotheüs 3:1-5.

12. Wat moeten we vermijden, gezien Paulus’ raad om dingen te bedenken die rechtvaardig en eerbaar zijn?

12 Het woord rechtvaardig duidt op iets wat juist is in Gods ogen — wat aan zijn maatstaven voldoet. Eerbaar brengt de gedachte over aan zuiverheid in denken en doen. Lasterpraat, schunnige grappen of seksuele insinuaties horen niet in onze gesprekken thuis (Efeziërs 5:3; Kolossenzen 3:8). Als gesprekken op het werk of op school in die richting gaan, doen christenen er verstandig aan zich terug te trekken.

13. Geef voorbeelden van gesprekken over lieflijke dingen en dingen waarover gunstig wordt gesproken.

13 Als Paulus de raad geeft om lieflijke dingen te bedenken, doelt hij op zaken die prettig en aangenaam zijn of die tot het betonen van liefde inspireren, in tegenstelling tot dingen die haat, bitterheid of twist verwekken. Dingen waarover gunstig wordt gesproken duiden op inlichtingen waar een opbouwende invloed van uitgaat. Daartoe behoren bijvoorbeeld de levensgeschiedenissen van getrouwe broeders en zusters, die geregeld in De Wachttoren en Ontwaakt! verschijnen. Waarom zouden we onze indrukken niet met anderen delen nadat we deze geloofversterkende artikelen hebben gelezen? En wat is het aanmoedigend te horen wat anderen op geestelijk gebied tot stand hebben gebracht! Zulke gesprekken zullen de liefde en eenheid in de gemeente opbouwen.

14. (a) Wat moeten we doen om deugd aan de dag te leggen? (b) Hoe kan onze spraak over dingen gaan die lof verdienen?

14 Paulus spreekt over „welke deugd er ook is”. Deugd duidt op goedheid of morele uitnemendheid. We moeten er zorgvuldig op toezien dat onze spraak door schriftuurlijke beginselen wordt geleid en niet afwijkt van wat rechtvaardig, eerbaar en deugdelijk is. Wat lof verdient wil zeggen „wat prijzenswaardig is”. Als we een goede lezing horen of een voorbeeld van getrouwheid in de gemeente opmerken, laten we er dan over spreken — zowel met de betreffende persoon als met anderen. De apostel Paulus prees de goede eigenschappen van zijn medeaanbidders herhaaldelijk (Romeinen 16:12; Filippenzen 2:19-22; Filemon 4-7). En natuurlijk is alles wat onze Schepper heeft gemaakt, iets wat echt lof verdient. Daarin vinden we een schat aan onderwerpen voor opbouwende gesprekken. — Spreuken 6:6-8; 20:12; 26:2.

Voer opbouwende gesprekken

15. Welk schriftuurlijke gebod verplicht ouders zinvolle gesprekken met hun kinderen te hebben?

15 Deuteronomium 6:6, 7 zegt: „Deze woorden die ik u heden gebied, moeten op uw hart blijken te zijn; en gij moet ze uw zoon inscherpen en erover spreken wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij op de weg gaat en wanneer gij neerligt en wanneer gij opstaat.” Dit gebod maakt het beslist nodig dat ouders zinvolle, geestelijke gesprekken met hun kinderen hebben.

16, 17. Wat kunnen christelijke ouders van het voorbeeld van Jehovah en Abraham leren?

16 We kunnen ons de lange gesprekken voorstellen die Jezus met zijn hemelse Vader moet hebben gehad toen ze zijn aardse toewijzing bespraken. „De Vader, die mij heeft gezonden, heeft mij zelf een gebod gegeven met betrekking tot wat ik zeggen en wat ik spreken moet”, zei Jezus tegen zijn discipelen (Johannes 12:49; Deuteronomium 18:18). De patriarch Abraham moet vele uren met zijn zoon Isaäk hebben gesproken over de wijze waarop Jehovah hen en hun voorvaders had gezegend. Zulke gesprekken zullen zowel Jezus als Isaäk beslist hebben geholpen zich nederig aan Gods wil te onderwerpen. — Genesis 22:7-9; Mattheüs 26:39.

17 Ook onze kinderen hebben behoefte aan opbouwende gesprekken. Ouders moeten in hun drukke schema tijd maken om met hun kinderen te praten. Waarom zouden we, als dat mogelijk is, het niet zo regelen dat we minstens één keer per dag als gezin samen eten? Tijdens en na die maaltijden zullen er gelegenheden zijn voor opbouwende gesprekken die van onschatbare waarde kunnen blijken voor de geestelijke gezondheid van het gezin.

18. Vertel een ervaring die de voordelen van een goede communicatie tussen ouders en kinderen laat uitkomen.

18 Alejandro, een pionier die net in de twintig is, herinnert zich de twijfels die hij als veertienjarige had. Hij vertelt: „Door de invloed van medescholieren en leraren twijfelde ik aan het bestaan van God en aan de authenticiteit van de bijbel. Mijn ouders besteedden er vele uren aan om geduldig met me te redeneren. Deze gesprekken hielpen me niet alleen mijn twijfels in die moeilijke periode te overwinnen maar ook goede beslissingen in mijn leven te nemen.” En hoe gaat het op dit moment? Alejandro vervolgt: „Ik woon nog thuis. Maar onze drukke schema’s maken het voor mijn vader en mij moeilijk om eens rustig samen te praten. Daarom eten we één keer in de week samen op zijn werk. Ik geniet echt van die gesprekken.”

19. Waarom hebben we allemaal behoefte aan geestelijke gesprekken?

19 Genieten ook wij niet van gelegenheden om fijne geestelijke gesprekken met onze medegelovigen te hebben? Die gelegenheden hebben we op de vergaderingen, in de velddienst, op een gezellig avondje en als we onderweg zijn. Paulus zag ernaar uit met de christenen in Rome te praten. „Ik verlang ernaar u te zien”, schreef hij, „opdat er onder u een uitwisseling van aanmoediging mag zijn, doordat een ieder wordt aangemoedigd door middel van het geloof van de ander, zowel het uwe als het mijne” (Romeinen 1:11, 12). „Geestelijke gesprekken met medechristenen voorzien in een belangrijke behoefte”, merkt Johannes, een ouderling, op. „Ze verwarmen het hart en verlichten de dagelijkse vracht. Vaak vraag ik ouderen of ze me over hun leven willen vertellen en wat hen in staat heeft gesteld getrouw te blijven. In de loop der jaren heb ik met veel ouderen gesproken, en ieder van hen heeft me wat wijsheid of inzicht gegeven waardoor mijn leven is verrijkt.”

20. Wat kunnen we doen als we iemand ontmoeten die verlegen is?

20 En als iemand nu niet schijnt te reageren als we over een geestelijk onderwerp beginnen? Geef het dan niet op. Misschien vinden we later een geschiktere gelegenheid. „Als gouden appels in zilver beeldsnijwerk is een woord, gesproken op de juiste tijd ervoor”, merkte Salomo op (Spreuken 25:11). Toon begrip voor iemand die verlegen is. „Raad in het hart van een man is als diepe wateren, maar de man van onderscheidingsvermogen, die zal hem naar boven halen” (Spreuken 20:5). * We moeten vooral nooit toelaten dat de houding van anderen ons belet over de dingen te spreken die ons hart raken.

Geestelijke gesprekken zijn lonend

21, 22. Hoe komt het deelnemen aan geestelijke gesprekken ons ten goede?

21 „Laat geen verdorven woord uit uw mond voortkomen,” raadde Paulus aan, „maar elk woord dat goed is tot opbouw waar het nodig is, opdat daardoor iets meegedeeld mag worden wat gunstig is voor de hoorders” (Efeziërs 4:29; Romeinen 10:10). Het kan moeite kosten om gesprekken in de juiste richting te sturen, maar de beloningen zijn vele. Geestelijke gesprekken stellen ons in staat ons geloof met anderen te delen en onze broederschap op te bouwen.

22 Laten we de gave van de spraak dus gebruiken om anderen op te beuren en God te loven. Zulke gesprekken zullen een bron van voldoening voor ons en van aanmoediging voor anderen zijn. Bovenal zullen ze Jehovah’s hart blij maken omdat hij aandacht schenkt aan onze gesprekken en zich verheugt als we onze tong op de juiste manier gebruiken (Psalm 139:4; Spreuken 27:11). Als onze gesprekken van geestelijke gezindheid getuigen, kunnen we er zeker van zijn dat Jehovah ons niet zal vergeten. De bijbel zegt over degenen die Jehovah in onze tijd dienen: „In die tijd spraken degenen die Jehovah vreesden met elkaar, elkeen met zijn metgezel, en Jehovah bleef aandacht schenken en luisteren. En er werd voorts een gedenkboek voor zijn aangezicht geschreven voor degenen die Jehovah vrezen en voor degenen die aan zijn naam denken” (Maleachi 3:16; 4:5). Het is dus beslist van levensbelang dat onze gesprekken geestelijk opbouwend zijn!

[Voetnoot]

^ ¶20 Sommige putten in Israël waren heel diep. In Gibeon hebben archeologen een reservoir ontdekt dat zo’n 25 meter diep is. Het heeft treden waarlangs mensen konden afdalen om water te putten.

Wat zouden we antwoorden?

• Wat onthullen onze gesprekken over ons?

• Over welke opbouwende dingen kunnen we praten?

• Welke belangrijke rol spelen gesprekken in de gezinskring en in de christelijke gemeente?

• Wat zijn de voordelen van opbouwende gesprekken?

[Studievragen]

[Illustraties op blz. 12]

Opbouwende gesprekken gaan over . . .

„al wat waar is”

„al wat van ernstig belang is”

„al wat lof verdient”

„alles waarover gunstig wordt gesproken”

[Verantwoording]

Video cover, Stalin: U.S. Army photo; Creator book cover, Eagle Nebula: J. Hester and P. Scowen (AZ State Univ.), NASA

[Illustratie op blz. 13]

Maaltijden zijn prima gelegenheden voor geestelijke gesprekken