Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Wat een openbaring!”

„Wat een openbaring!”

Koninkrijksverkondigers brengen verslag uit

„Wat een openbaring!”

DOROTA, een volletijdpredikster van Jehovah’s Getuigen in Polen, ging met haar veertienjarige zoon naar de schoolarts voor een routinebezoek. Tijdens het onderzoek vroeg de arts, Janina *, aan Dorota welke taken haar zoon thuis had.

„Als ik niet kan, maakt mijn zoon voor ons zessen het eten klaar”, antwoordde Dorota. „Hij maakt ook het huis schoon en helpt met reparaties in huis. Hij houdt van lezen en is een goede leerling.”

„Dat is ongelooflijk”, zei Janina. „Ik werk hier nu al twaalf jaar, maar dit heb ik nog nooit gehoord.”

Dorota zag een gelegenheid om getuigenis te geven en legde uit: „Veel ouders in deze tijd geven hun kinderen geen goede opvoeding. Daarom hebben hun kinderen vaak weinig zelfrespect.”

„Hoe weet u dat allemaal?”, vroeg Janina. „De meeste ouders hebben daar geen flauw benul van.”

„De bijbel is een waardevolle bron van zulke informatie”, antwoordde Dorota. „Volgens Deuteronomium 6:6-9 bijvoorbeeld begint het onderwijzen van onze kinderen met het onderwijzen van onszelf. Moeten we de waarden die we onze kinderen willen inprenten niet eerst tot ons eigen hart en onze eigen geest laten doordringen?”

„Dit is ongelooflijk”, zei Janina. „Dit is ongelooflijk!” Vervolgens vroeg ze Dorota hoe de bijbel haar geholpen had bij het grootbrengen en onderwijzen van haar kinderen.

„We bestuderen elke week de bijbel met onze kinderen”, legde Dorota uit. „We gebruiken een boek getiteld Wat jonge mensen vragen — Praktische antwoorden *.” Ze beschreef het boek en noemde enkele van de besproken onderwerpen.

„Wat een openbaring!”, zei Janina opgetogen. „Zou ik dat boek eens mogen inkijken?”

Een uur later kwam Dorota met het boek terug.

„Van welke kerk bent u?”, vroeg Janina, terwijl ze het boek doorbladerde.

„Ik ben een van Jehovah’s Getuigen.”

„Hoe staan Jehovah’s Getuigen tegenover mensen van een ander geloof?”

„We behandelen hen net zoals ik u behandel — met respect”, antwoordde Dorota, en voegde eraan toe: „Natuurlijk willen we graag dat ze de waarheid uit de bijbel leren kennen.”

„Dat is een hele geruststelling”, bekende Janina.

Voor ze wegging, moedigde Dorota haar aan de bijbel te lezen. „Het zal u een doel in het leven geven en u helpen bij uw werk.”

„U hebt me echt enthousiast gemaakt”, gaf Janina toe.

Met tact en vastberadenheid benutte Dorota een routinebezoek aan de dokter om een schitterend getuigenis te geven. — 1 Petrus 3:15.

[Voetnoten]

^ ¶3 Niet haar echte naam.

^ ¶10 Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.