De ouderen — Waardevolle leden van onze christelijke broederschap

„Zij die geplant zijn in het huis van Jehovah . . . zullen bloeien. Zij zullen nog blijven gedijen in de grijsheid.” — PSALM 92:13, 14.

1. Hoe bezien veel mensen ouderen?

JEHOVAH houdt van al zijn trouwe dienstknechten, ook van degenen die vergevorderd in jaren zijn. Maar naar schatting worden alleen al in de Verenigde Staten jaarlijks bijna een half miljoen ouderen het slachtoffer van allerlei vormen van mishandeling, uitbuiting of verwaarlozing. Uit soortgelijke berichten van over de hele wereld blijkt dat mishandeling van ouderen een mondiaal probleem is. Dat is te wijten aan wat een organisatie betitelt als „de gangbare instelling onder veel mensen . . . dat ouderen niet meer nuttig zijn maar onproductief en veel te afhankelijk van anderen”.

2. (a) Hoe beziet Jehovah zijn trouwe oudere dienstknechten? (b) Welke hartverwarmende beschrijving vinden we in Psalm 92:12-15?

² Jehovah God houdt zijn loyale oudere dienstknechten in ere. Zijn aandacht richt zich meer op „de mens die wij innerlijk zijn” — onze geestelijke toestand — dan op onze lichamelijke beperkingen (2 Korinthiërs 4:16). In zijn Woord, de bijbel, vinden we de volgende hartverwarmende verzekering: „De rechtváárdige zal bloeien als een palmboom; als een ceder op de Libanon zal hij groot worden. Zij die geplant zijn in het huis van Jehovah, in de voorhoven van onze God, zij zullen bloeien. Zij zullen nog blijven gedijen in de grijsheid, vet en fris zullen zij blijven, om te vertellen dat Jehovah oprecht is” (Psalm 92:12-15). Een bespreking van die bijbelverzen zal aspecten aan het licht brengen van de waardevolle bijdrage die u, ouderen, aan de christelijke broederschap kunt leveren.

„Gedijen in de grijsheid”

3. (a) Waarom worden rechtvaardigen met palmbomen vergeleken? (b) Hoe kunnen ouderen „gedijen in de grijsheid”?

³ De psalmist vergelijkt de rechtvaardigen met palmbomen ’geplant in de voorhoven van onze God’. Ze „blijven gedijen in de grijsheid”. Een andere versie luidt: „In hoge ouderdom dragen zij nog vrucht” (Groot Nieuws Bijbel). Vindt u dat geen bemoedigende gedachte? In bijbelse tijden waren statige, rechte palmbomen een vertrouwd beeld in oosterse voorhoven. Palmen werden niet alleen gewaardeerd om hun decoratieve waarde, maar ook om hun overvloed aan vruchten. Sommige bomen blijven ruim honderd jaar vrucht dragen. * Door stevig in de ware aanbidding geplant te blijven, kunt ook  u ’in ieder goed werk vrucht blijven dragen’. — Kolossenzen 1:10.

4, 5. (a) Welke belangrijke vrucht moeten christenen voortbrengen? (b) Geef schriftuurlijke voorbeelden van ouderen die „de vrucht der lippen” voortbrachten.

⁴ Jehovah verwacht van christenen dat ze „de vrucht der lippen” voortbrengen — woorden gesproken tot lof van hem en zijn voornemens (Hebreeën 13:15). Geldt dat ook voor u als oudere? Beslist.

⁵ De bijbel bevat voorbeelden van ouderen die onbevreesd getuigden van Jehovah’s naam en voornemens. Mozes was zijn „zeventig jaren” al gepasseerd toen Jehovah hem als zijn profeet en vertegenwoordiger aanstelde (Psalm 90:10; Exodus 4:10-17). De vergevorderde leeftijd van de profeet Daniël weerhield hem er niet van onbevreesd te getuigen van Jehovah’s soevereiniteit. Daniël was waarschijnlijk in de negentig toen Belsazar hem ontbood om het mysterieuze schrift op de muur uit te leggen (Daniël hfst. 5). En wat valt er te zeggen over de bejaarde apostel Johannes? Tegen het einde van zijn lange loopbaan bevond hij zich in gevangenschap op het eiland Patmos „wegens het spreken over God en het getuigenis afleggen van Jezus” (Openbaring 1:9). Hoogstwaarschijnlijk kunt u zich nog heel wat meer bijbelse personen herinneren die op hoge leeftijd „de vrucht der lippen” voortbrachten. — 1 Samuël 8:1, 10; 12:2; 1 Koningen 14:4, 5; Lukas 1:7, 67-79; 2:22-32.

6. Hoe heeft Jehovah in deze laatste dagen „oude mannen” gebruikt om te profeteren?

⁶ De apostel Petrus citeerde de Hebreeuwse profeet Joël toen hij verklaarde: „’In de laatste dagen’, zegt God, ’zal ik wat van mijn geest uitstorten op alle soorten van vlees [met inbegrip van „oude mannen”], . . . en zij zullen profeteren’” (Handelingen 2:17, 18; Joël 2:28). In overeenstemming daarmee heeft Jehovah in deze laatste dagen oudere leden van de gezalfde klasse en van de „andere schapen” gebruikt om zijn voornemens bekend te maken (Johannes 10:16). Sommigen van hen brengen al tientallen jaren trouw Koninkrijksvruchten voort.

7. Illustreer hoe ouderen ondanks lichamelijke beperkingen Koninkrijksvruchten blijven voortbrengen.

⁷ Neem nu Sonia, die in 1941 een volletijdpredikster van het Koninkrijk werd. Ondanks een langdurige chronische ziekte leidde ze geregeld bijbelstudies bij haar thuis. „Het goede nieuws prediken is een deel van mijn leven”, legde Sonia uit. „Eigenlijk is het mijn leven. Ik weiger ermee op te houden.” Niet lang geleden deelden Sonia en haar zus, Olive, de bijbelse boodschap van hoop met Janet, een terminaal zieke patiënt die ze in de wachtkamer van een ziekenhuis ontmoetten. De vroom katholieke moeder van Janet was zo onder de indruk van deze liefdevolle belangstelling voor haar dochter, dat ze het aanbod van een huisbijbelstudie aannam en nu uitstekende vorderingen maakt. Zou u zulke gelegenheden kunnen aangrijpen om Koninkrijksvruchten voort te brengen?

8. Hoe toonde de bejaarde Kaleb zijn vertrouwen in Jehovah, en hoe kunnen oudere christenen zijn voorbeeld volgen?

⁸ Door ondanks de beperkingen van hun gevorderde leeftijd moedig door te gaan met de Koninkrijksprediking, volgen oudere christenen het voorbeeld van de trouwe Israëliet Kaleb, die veertig jaar lang met Mozes door de wildernis trok. Kaleb was 79 jaar toen hij de Jordaan overstak en het Beloofde Land binnenging. Na zes jaar in Israëls zegevierende leger  meegevochten te hebben, had hij op zijn lauweren kunnen gaan rusten. Maar nee, hij vroeg moedig om de echt niet gemakkelijke toewijzing de „grote, versterkte steden” te veroveren in het bergland van Juda, een gebied dat bewoond werd door de reusachtige Enakieten. Met Jehovah’s hulp ’verdreef Kaleb hen uit hun bezit, juist zoals Jehovah had beloofd’ (Jozua 14:9-14; 15:13, 14). Wees ervan overtuigd dat net zoals Jehovah met Kaleb was, hij ook met u is wanneer u op hoge leeftijd Koninkrijksvruchten blijft voortbrengen. En als u getrouw blijft, zal hij u een plaats toekennen in zijn beloofde nieuwe wereld. — Jesaja 40:29-31; 2 Petrus 3:13.

„Vet en fris zullen zij blijven”

9, 10. Hoe blijven oudere christenen gezond in het geloof en behouden ze hun geestelijke vitaliteit? (Zie het kader op blz. 13.)

⁹ De psalmist vestigde de aandacht op de vruchtbaarheid van bejaarde dienstknechten van Jehovah toen hij zong: „De rechtváárdige zal bloeien als een palmboom; als een ceder op de Libanon zal hij groot worden. Zij zullen nog blijven gedijen in de grijsheid, vet en fris zullen zij blijven.” — Psalm 92:12, 14.

¹⁰ Hoe kunt u ondanks het klimmen van de jaren uw geestelijke vitaliteit behouden? Het geheim van de langdurige schoonheid van de palmboom schuilt in een overvloed aan zoet water. Zo kunt u voedsel putten uit de bijbelse waarheidswateren door uw studie van Gods Woord en door omgang met zijn organisatie (Psalm 1:1-3; Jeremia 17:7, 8). Uw geestelijke vitaliteit maakt u heel waardevol voor geloofsgenoten. Kijk eens hoe dit opging in het geval van de bejaarde hogepriester Jojada.

11, 12. (a) Welke uitermate belangrijke rol speelde Jojada in de geschiedenis van het koninkrijk Juda? (b) Hoe gebruikte Jojada zijn invloed om de ware aanbidding te bevorderen?

¹¹ Jojada was waarschijnlijk ruim honderd jaar oud toen de eerzuchtige koningin Athalia de macht in Juda greep door haar eigen kleinkinderen te vermoorden. Wat kon de bejaarde Jojada doen? Zes jaar lang hielden hij en zijn vrouw de enige nog levende koninklijke erfgenaam, Joas, in de tempel verborgen. Daarna riep Jojada de zevenjarige Joas op een spectaculaire manier uit tot koning en liet hij Athalia terechtstellen. — 2 Kronieken 22:10-12; 23:1-3, 15, 21.

¹² Als voogd van de koning gebruikte Jojada zijn invloed om de ware aanbidding te bevorderen. Hij sloot „een verbond tussen hemzelf en al het volk en de koning, dat zij het volk van Jehovah zouden blijven”. Op bevel van Jojada brak het volk het huis van de valse god Baäl af, vernietigde zijn beelden en altaren en doodde zijn priester. Eveneens onder Jojada’s leiding voerde Joas de tempeldienst weer in en verrichtte hij de noodzakelijke herstelwerkzaamheden aan de tempel. „Joas bleef doen wat recht was in Jehovah’s ogen gedurende al zijn dagen waarin de priester Jojada hem onderrichtte” (2 Kronieken 23:11, 16-19; 24:11-14; 2 Koningen 12:2). Toen Jojada op 130-jarige leeftijd stierf, viel hem de uitzonderlijke eer te beurt bij de koningen begraven te worden, omdat „hij goed had gedaan in Israël en jegens de ware God en Zijn huis”. — 2 Kronieken 24:15, 16.

13. Hoe kunnen oudere christenen ’goeddoen jegens de ware God en zijn huis’?

¹³ Misschien is dat wat u ter bevordering van de ware aanbidding kunt doen, beperkt door een slechte gezondheid of andere omstandigheden. Zelfs als dat zo is, bent u toch in staat ’goed te doen jegens de ware God en zijn huis’. U kunt ijver voor Jehovah’s geestelijke huis tonen door gemeentevergaderingen bij te wonen en er een aandeel aan te hebben en door zo veel mogelijk in de velddienst te staan. Als u bereidwillig bijbelse raad aanvaardt en „de getrouwe en beleidvolle slaaf” en de gemeente loyaal steunt, zal dat een versterkende uitwerking op de christelijke broederschap hebben (Mattheüs 24:45-47). Ook kunt u geloofsgenoten aansporen „tot liefde en voortreffelijke werken” (Hebreeën 10:24, 25; Filemon 8, 9). En u  zult een zegen voor anderen zijn als u handelt naar de raad van de apostel Paulus: „De bejaarde mannen moeten matig in gewoonten zijn, ernstig, gezond van verstand, gezond [„krachtig”, An American Translation] in geloof, in liefde, in volharding. Evenzo moeten de bejaarde vrouwen eerbiedig in hun gedrag zijn, geen lasteraarsters, noch verslaafd aan veel wijn, het goede onderwijzend.” — Titus 2:2-4.

14. Wat kunnen broeders met een lange staat van dienst als opziener doen om de ware aanbidding te bevorderen?

¹⁴ Dient u al jarenlang als gemeenteouderling? „Gebruik de wijsheid die met de jaren komt onzelfzuchtig”, luidt de raad van een broeder die al heel lang ouderling is. „Delegeer verantwoordelijkheid en deel je ervaring met anderen die een gewillige geest hebben . . . Zie het potentieel bij anderen. Ontwikkel en bevorder het. Leg een fundament voor de toekomst” (Deuteronomium 3:27, 28). Uw oprechte belangstelling voor het zich steeds uitbreidende Koninkrijkswerk zal tot veel zegeningen voor anderen in onze christelijke broederschap leiden.

’Vertel dat Jehovah oprecht is’

15. Hoe vertellen oudere christenen „dat Jehovah oprecht is”?

¹⁵ Oudere dienstknechten van God kwijten zich vreugdevol van hun verantwoordelijkheid „te vertellen dat Jehovah oprecht is”. Als u een oudere christen bent, kunt u anderen door uw woorden en daden laten zien dat ’Jehovah uw Rots is, in wie geen onrechtvaardigheid is’ (Psalm 92:15). De palmboom getuigt zwijgend van de ongeëvenaarde eigenschappen van zijn Schepper. Maar Jehovah heeft u het voorrecht gegeven over hem te spreken tot degenen die nu de ware aanbidding aanvaarden (Deuteronomium 32:7; Psalm 71:17, 18; Joël 1:2, 3). Waarom is dat belangrijk?

16. Welk bijbelse voorbeeld illustreert hoe belangrijk het is „te vertellen dat Jehovah oprecht is”?

¹⁶ Toen de Israëlitische leider Jozua „oud en vergevorderd in dagen” was, ging hij ertoe over „heel Israël te roepen, zijn oudere mannen en zijn hoofden en zijn rechters en zijn beambten,” om hen te herinneren aan Gods oprechte daden. Hij zei dat „niet één woord van alle goede woorden die Jehovah, uw God, tot u  gesproken heeft, onvervuld is gebleven. Alles is voor u uitgekomen” (Jozua 23:1, 2, 14). Een tijdlang sterkten die woorden het volk in hun besluit getrouw te blijven. Maar na Jozua’s dood „stond toen een ander geslacht op, dat niet bekend was met Jehovah, noch met het werk dat hij voor Israël had gedaan. En de zonen van Israël vervielen tot het doen van wat kwaad was in de ogen van Jehovah en gingen de Baäls dienen.” — Rechters 2:8-11.

17. Wat heeft Jehovah in deze tijd voor zijn volk gedaan?

¹⁷ De integriteit van de hedendaagse christelijke gemeente staat of valt niet met het mondelinge getuigenis van oudere dienstknechten van God. Toch wordt ons geloof in Jehovah en zijn beloften versterkt wanneer we persoonlijke verslagen horen over het „grote werk” dat hij in deze laatste dagen voor zijn volk heeft gedaan (Rechters 2:7; 2 Petrus 1:16-19). Als u al jarenlang met Jehovah’s organisatie verbonden bent, herinnert u zich misschien de tijd dat er in uw omgeving of land heel weinig Koninkrijksverkondigers waren of dat de prediking op felle tegenstand stuitte. Naarmate de tijd verstreek, zag u dat Jehovah bepaalde obstakels uit de weg ruimde en de Koninkrijksgroei ’bespoedigde’ (Jesaja 54:17; 60:22). U merkte hoe bijbelse waarheden duidelijker werden en u was getuige van de progressieve verbeteringen die zich in het zichtbare deel van Gods organisatie voltrokken (Spreuken 4:18; Jesaja 60:17). Probeert u anderen op te bouwen door met hen te delen wat u in verband met Jehovah’s oprechte daden hebt meegemaakt? Wat een positieve en versterkende uitwerking kan dat op de christelijke broederschap hebben!

18. (a) Illustreer wat het langetermijneffect kan zijn als we ’anderen vertellen dat Jehovah oprecht is’. (b) Hoe hebt u persoonlijk Jehovah’s oprechtheid ervaren?

¹⁸ Wat valt er te zeggen over de keren dat u Jehovah’s liefdevolle zorg en leiding in uw eigen leven hebt ervaren? (Psalm 37:25; Mattheüs 6:33; 1 Petrus 5:7) Martha, een oudere zuster, moedigde anderen altijd aan met de woorden: „Wat er ook gebeurt, verlaat Jehovah nooit. Hij zal je steunen.” Die raad maakte diepe indruk op Tolmina, een van Martha’s bijbelstudies die in het begin van de jaren zestig gedoopt werd. „Toen mijn man stierf,” vertelt Tolmina, „voelde ik me erg terneergeslagen, maar door die woorden was ik vastbesloten geen enkele vergadering te missen. En Jehovah heeft me echt de kracht gegeven om door te gaan.” Tolmina heeft veel van haar eigen bijbelstudies door de jaren heen dezelfde raad gegeven. Door geloofsgenoten aan te moedigen en over Jehovah’s oprechte daden te vertellen, kunt u er echt toe bijdragen dat hun geloof wordt opgebouwd.

 Jehovah houdt getrouwe ouderen in ere

19, 20. (a) Hoe beziet Jehovah de activiteiten van zijn oudere dienstknechten? (b) Wat zal in het volgende artikel worden besproken?

¹⁹ De huidige wereld, die het ontbreekt aan dankbaarheid, laat zich weinig aan de ouderen gelegen liggen (2 Timotheüs 3:1, 2). Wanneer er aan ze gedacht wordt, is dat vaak wegens hun prestaties uit het verleden — wat ze waren, niet wat ze zijn. De bijbel zegt daarentegen: „God is niet onrechtvaardig, zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond doordat gij de heiligen hebt gediend en blijft dienen, zou vergeten” (Hebreeën 6:10). Natuurlijk herinnert Jehovah God zich al uw getrouwe werken van vroeger. Maar hij waardeert u ook om wat u nog steeds in zijn dienst doet. Hij beziet getrouwe ouderen als productieve, geestelijk gezonde en sterke christenen — een levend bewijs van zijn kracht. — Filippenzen 4:13.

²⁰ Bezien wij de oudere leden van onze christelijke broederschap zoals Jehovah hen beziet? Zo ja, dan zullen we ertoe bewogen worden onze liefde voor hen te tonen (1 Johannes 3:18). In het volgende artikel worden enkele praktische manieren besproken waarop we die liefde kunnen tonen.

[Voetnoot]

Wat zouden we antwoorden?

• In welke zin ’dragen de ouderen vrucht’?

• Waarom is de geestelijke vitaliteit van oudere christenen heel waardevol?

• Hoe kunnen ouderen „vertellen dat Jehovah oprecht is”?

• Waarom houdt Jehovah zijn trouwe oudere dienstknechten in ere?

[Studievragen]

[Kader op blz. 13]

Hoe ze gezond in het geloof zijn gebleven

Wat heeft christenen met een lange staat van dienst geholpen gezond in het geloof te blijven en hun geestelijke vitaliteit te behouden? Hier volgen enkele commentaren:

„Het is heel belangrijk schriftplaatsen te lezen die speciaal over onze band met Jehovah gaan. ’s Avonds zeg ik meestal Psalm 23 en 91 op.” — Olive, gedoopt in 1930.

„Ik zorg ervoor bij elke dooplezing te zijn en aandachtig te luisteren, alsof het om mijn eigen doop gaat. Dat ik me steeds scherp bewust ben gebleven van mijn opdracht is een grote hulp geweest om getrouw te blijven.” — Harry, gedoopt in 1946.

„Dagelijks bidden is van groot belang — altijd vragen om Jehovah’s hulp, bescherming en zegen, ’in al onze wegen acht slaan op hem’” (Spreuken 3:5, 6). — Antônio, gedoopt in 1951.

„Het luisteren naar ervaringen van personen die Jehovah na zo veel jaar nog steeds trouw dienen, sterkt me altijd weer in mijn besluit loyaal en trouw aan hem te blijven.” — Joan, gedoopt in 1954.

„Het is belangrijk geen te hoge dunk van jezelf te hebben. We hebben alles aan Gods onverdiende goedheid te danken. Die instelling helpt ons steeds te beseffen waar het geestelijke voedsel dat we nodig hebben om tot het einde te volharden, vandaan moet komen.” — Arlene, gedoopt in 1954.

[Illustratie op blz. 11]

De ouderen brengen waardevolle Koninkrijksvruchten voort

[Illustratie op blz. 14]

De geestelijke vitaliteit van de ouderen is heel waardevol