Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De schepping maakt Gods heerlijkheid bekend!

De schepping maakt Gods heerlijkheid bekend!

De schepping maakt Gods heerlijkheid bekend!

„De hemelen maken de heerlijkheid van God bekend; en het uitspansel vertelt van het werk van zijn handen.” — PSALM 19:1.

1, 2. (a) Waarom kunnen mensen Gods heerlijkheid niet rechtstreeks zien? (b) Hoe geven de 24 oudere personen God heerlijkheid?

„GIJ kunt mijn aangezicht niet zien, want geen mens kan mij zien en nochtans leven” (Exodus 33:20). Met die woorden waarschuwde Jehovah Mozes. Omdat mensen lichamelijk kwetsbaar zijn, overleven ze het niet als ze Gods heerlijkheid rechtstreeks zien. De apostel Johannes kreeg echter in een visioen een spectaculair beeld van Jehovah op Zijn glorierijke troon te zien. — Openbaring 4:1-3.

2 In tegenstelling tot mensen kunnen loyale geestelijke schepselen Jehovah’s aangezicht wel zien. Tot hen behoren de „vierentwintig oudere personen” in Johannes’ hemelse visioen, die de 144.000 vertegenwoordigen (Openbaring 4:4; 14:1-3). Hoe reageren ze wanneer ze Gods heerlijkheid zien? Volgens Openbaring 4:11 verklaren ze: „Gij, Jehovah, ja onze God, zijt waardig de heerlijkheid en de eer en de kracht te ontvangen, want gij hebt alle dingen geschapen, en vanwege uw wil bestonden ze en werden ze geschapen.”

Waarom „niet te verontschuldigen”

3, 4. (a) Waarom is het niet onwetenschappelijk in God te geloven? (b) Wat is in sommige gevallen de reden voor het afwijzen van het geloof in God?

3 Worden wij ertoe bewogen God heerlijkheid te geven? De grote meerderheid van de mensheid niet; sommigen ontkennen zelfs dat God bestaat. Zo schreef een astronoom: „Was het God die tussenbeide is gekomen en dus in zijn voorzienigheid ten behoeve van ons de kosmos heeft ontworpen? . . . Een opwindend idee. Helaas geloof ik dat het een illusie is. . . . God is geen verklaring.”

4 Het wetenschappelijk onderzoek heeft zijn beperkingen; het is beperkt tot wat mensen werkelijk kunnen waarnemen of bestuderen. De rest is louter theorie of giswerk. Omdat ’God een Geest is’, kan hij gewoon niet rechtstreeks wetenschappelijk onderzocht en ’onder de loep genomen’ worden (Johannes 4:24). Het is dan ook arrogant om het geloof in God als onwetenschappelijk af te doen. De wetenschapper Vincent Wigglesworth van de Universiteit van Cambridge merkte op dat de wetenschappelijke methode op zich „een religieuze benadering” is. Hoe dat zo? „Ze berust op het stellige geloof dat natuurverschijnselen zich gedragen volgens natuur-’wetten’.” Wanneer iemand het geloof in God afwijst, verruilt hij dan niet gewoon het ene soort geloof voor het andere? In sommige gevallen blijkt ongeloof een weloverwogen weigering te zijn om de waarheid te aanvaarden. De psalmist schreef dat ’de goddeloze in zijn verwaandheid geen onderzoek instelt; al zijn denkbeelden zijn: „Er is geen God.”’ — Psalm 10:4.

5. Waarom zijn mensen die niet in God geloven niet te verontschuldigen?

5 Het geloof in God is echter geen blind geloof, want er zijn bijzonder veel bewijzen voor Gods bestaan (Hebreeën 11:1). De astronoom Allan Sandage zei daarover: „Ik vind het zeer onwaarschijnlijk dat een dergelijke orde [in het heelal] uit chaos is ontstaan. Er moet een organiserende grondoorzaak zijn. God is voor mij een mysterie, maar is wel de verklaring voor het wonder van het bestaan, waarom er iets is in plaats van niets.” De apostel Paulus schreef aan de christenen in Rome dat Gods „onzichtbare hoedanigheden . . . van de schepping der wereld af duidelijk [worden] gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid, zodat zij [ongelovigen] niet te verontschuldigen zijn” (Romeinen 1:20). Sinds „de schepping der wereld” — en in het bijzonder sinds de schepping van met verstand begiftigde menselijke schepselen, die Gods bestaan konden waarnemen — is het duidelijk dat er een Schepper is die een immense macht bezit, een God die onze toewijding waard is. Personen die Gods heerlijkheid niet erkennen, zijn dan ook niet te verontschuldigen. Maar welke bewijzen verschaft de schepping?

Het heelal maakt Gods heerlijkheid bekend

6, 7. (a) Hoe maken de hemelen Gods heerlijkheid bekend? (b) Met welk doel hebben de hemelen ’meetsnoeren’ gespannen?

6 Psalm 19:1 beantwoordt die vraag met de woorden: „De hemelen maken de heerlijkheid van God bekend; en het uitspansel vertelt van het werk van zijn handen.” David zag in dat de sterren en de planeten die door „het uitspansel” of de atmosfeer schenen, een onweerlegbaar bewijs voor het bestaan van een glorierijke God vormen. Hij vervolgt: „De ene dag na de andere dag doet spraak opwellen, en de ene nacht na de andere nacht spreidt kennis tentoon” (Psalm 19:2). Dag na dag en nacht na nacht getuigen de hemelen van Gods wijsheid en scheppingsmacht. Het is alsof uit de hemelen spraak opborrelt tot lof van God.

7 Het vergt echter onderscheidingsvermogen om dat getuigenis te horen. „Er is geen spraak, en er zijn geen woorden; geen stem van hun zijde wordt gehoord.” Toch is het stille getuigenis van de hemelen krachtig. „Over heel de aarde is hun meetsnoer uitgegaan, en tot het uiteinde van het produktieve land hun uitspraken” (Psalm 19:3, 4). De hemelen hebben als het ware ’meetsnoeren’ gespannen om ervoor te zorgen dat hun stille getuigenis elke uithoek van de aarde bereikt.

8, 9. Wat zijn enkele bijzondere feiten in verband met de zon?

8 Vervolgens beschrijft David nog een wonder van Jehovah’s schepping: „Daarin [in de zichtbare hemelen] heeft hij een tent geplaatst voor de zon, en deze is als een bruidegom die uit zijn bruidsvertrek treedt; ze verheugt zich uitbundig als een sterke man om in een baan te lopen. Van het ene uiteinde van de hemel gaat ze uit, en haar voltooide omloop reikt tot het andere uiteinde ervan; en niets is verborgen voor haar hitte.” — Psalm 19:4-6.

9 De zon is slechts een middelgrote ster, maar wel een opmerkelijke. In vergelijking daarmee zijn de planeten die een baan om de zon beschrijven heel klein. Volgens één bron heeft ze een massa van „2 miljard maal miljard maal miljard ton” (een 2 gevolgd door 27 nullen) — 99,9 procent van de massa van ons zonnestelsel! Door haar aantrekkingskracht kan de aarde op een afstand van 150 miljoen kilometer een baan om de zon beschrijven zonder af te drijven of aangezogen te worden. Slechts ongeveer de helft van een miljardste deel van de energie van de zon bereikt onze planeet, maar dat is genoeg om het leven in stand te houden.

10. (a) Hoe gaat de zon haar „tent” in en uit? (b) In welke zin loopt ze als „een sterke man”?

10 De psalmist spreekt in figuurlijke taal over de zon; hij schildert ze af als „een sterke man” die overdag van de ene horizon naar de andere loopt en zich ’s nachts in „een tent” terugtrekt. Als die machtige ster vanaf de aarde gezien onder de horizon verdwijnt, lijkt het of ze „een tent” binnengaat, alsof ze gaat rusten. ’s Ochtends schijnt ze plotseling te voorschijn te komen, stralend „als een bruidegom die uit zijn bruidsvertrek treedt”. Als herder kende David de felle kou van de nacht (Genesis 31:40). Hij herinnerde zich hoe de zonnestralen hem en het landschap rondom hem snel verwarmden. De zon was duidelijk niet uitgeput door haar „reis” van oost naar west maar was als „een sterke man”, klaar om de tocht te herhalen.

De indrukwekkende sterren en sterrenstelsels

11, 12. (a) Waarom is het opmerkelijk dat de bijbel sterren vergelijkt met zandkorrels? (b) Hoe groot zou het heelal kunnen zijn?

11 Zonder telescoop kon David slechts een paar duizend sterren zien. Maar volgens een recent onderzoek bedraagt het aantal sterren in het heelal dat met moderne telescopen te zien is 70 triljard — een 7 gevolgd door 22 nullen! Jehovah gaf te kennen dat het om enorme aantallen ging toen hij het aantal sterren vergeleek met „de zandkorrels die aan de zeeoever zijn”. — Genesis 22:17.

12 Jarenlang observeerden astronomen zogenoemde „kleine lichtende gebieden die eruitzien als wazige vlekjes waarin geen afzonderlijke objecten zichtbaar zijn”. Wetenschappers gingen ervan uit dat deze „spiraalnevels” objecten binnen ons Melkwegstelsel waren. In 1924 werd ontdekt dat de dichtstbijstaande van die nevels, de Andromedanevel, in werkelijkheid een sterrenstelsel op zich was — zo’n twee miljoen lichtjaar ver weg! Wetenschappers schatten nu dat er miljarden sterrenstelsels zijn, die elk duizenden en soms wel miljarden sterren bevatten. Toch telt Jehovah „het getal der sterren; hij noemt ze alle bij hun naam.” — Psalm 147:4.

13. (a) Wat is het opmerkelijke van sterrenbeelden? (b) Waaruit blijkt dat wetenschappers „de inzettingen van de hemel” niet kennen?

13 Jehovah stelde Job de vraag: „Kunt gij de banden van het sterrenbeeld Kimah vastbinden, of kunt gij de koorden zelf van het sterrenbeeld Kesil losmaken?” (Job 38:31) Een sterrenbeeld is een groep sterren die samen een figuur lijken te vormen. Hoewel de sterren op enorme afstanden van elkaar kunnen staan, blijven hun relatieve posities vanaf de aarde gezien onveranderd. Omdat hun posities zo exact zijn, zijn de sterren „nuttige gidsen bij de navigatie, voor astronauten bij oriëntatie in de ruimte, en voor het identificeren van sterren” (The Encyclopedia Americana). Toch begrijpt niemand helemaal „de banden” die de sterrenbeelden bijeenhouden. Nog steeds kunnen wetenschappers de vraag niet beantwoorden die in Job 38:33 gesteld wordt: „Zijt gij de inzettingen van de hemel te weten gekomen?”

14. In welk opzicht is de verdeling van het licht een mysterie?

14 Wetenschappers kunnen ook geen antwoord geven op een andere vraag die aan Job gesteld werd: „Waar toch is de weg waarlangs het licht zich verdeelt?” (Job 38:24) Een schrijver noemde die vraag over licht „een uiterst moderne wetenschappelijke vraag”. In tegenstelling daarmee waren enkele Griekse filosofen de mening toegedaan dat het licht afkomstig was uit het menselijk oog. In later tijden dachten wetenschappers dat licht uit kleine deeltjes bestaat. Anderen dachten dat het zich in golven voortplant. Tegenwoordig geloven wetenschappers dat licht zich niet alleen als een golf maar ook als een deeltje gedraagt. Niettemin wordt de aard van het licht en hoe het „zich verdeelt” nog lang niet volkomen begrepen.

15. Hoe moeten we ons, net als David, wel voelen als we nadenken over de hemel?

15 Als we over dit alles nadenken, kan het niet anders of we voelen ons als de psalmist David, die zei: „Wanneer ik uw hemel zie, het werk van uw vingers, de maan en de sterren die gij hebt bereid, wat is dan de sterfelijke mens dat gij aan hem denkt, en de zoon van de aardse mens dat gij voor hem zorgt?” — Psalm 8:3, 4.

De aarde en wat erop leeft verheerlijkt Jehovah

16, 17. Hoe loven dieren in de „waterdiepten” Jehovah?

16 Psalm 148 somt andere manieren op waarop de schepping Gods heerlijkheid bekendmaakt. Vers 7 luidt: „Looft Jehovah vanaf de aarde, gij zeemonsters en al gij waterdiepten.” De „waterdiepten” zijn vol wonderen die van Gods wijsheid en macht getuigen. De blauwe vinvis weegt gemiddeld 120 ton — evenveel als 30 olifanten! Zijn hart alleen al weegt ruim 450 kilo en kan zo’n 6400 kilo bloed door zijn lichaam pompen! Zijn deze gigantische zeemonsters traag en lomp in het water? Dat zeker niet. Met indrukwekkende snelheden „trekken [ze] de oceanen rond”, staat in een rapport van de European Cetacean Bycatch Campaign. Een dier dat met behulp van een satellietsysteem gevolgd werd, bleek „in 10 maanden ruim 16.000 kilometer afgelegd te hebben”.

17 De tuimelaar duikt in de regel naar diepten van 45 meter, maar de diepste geregistreerde duik voor zo’n dolfijn bedraagt 547 meter! Hoe overleeft dit zoogdier een dergelijke duik? Zijn hartslag wordt tijdens de duik trager en het bloed wordt naar het hart, de longen en de hersenen geleid. Bovendien bevatten zijn spieren een stof die zuurstof vasthoudt. Zeeolifanten en potvissen kunnen naar nog grotere diepten duiken. „In plaats van de druk te weerstaan,” zegt het blad Discover, „laten ze hun longen er compleet door samenpersen.” Ze slaan het grootste deel van de zuurstof die ze nodig hebben in hun spieren op. Het is duidelijk dat deze dieren een levend getuigenis vormen van de wijsheid van een alvermogende God!

18. Hoe blijkt Jehovah’s wijsheid uit zeewater?

18 Zelfs zeewater getuigt van Jehovah’s wijsheid. Scientific American schrijft: „Elke waterdruppel in de bovenste 100 meter van de oceaan bevat duizenden zwevende, microscopische plantjes, fytoplankton genoemd.” Dit „onzichtbare woud” reinigt onze lucht door er miljarden tonnen kooldioxide uit te verwijderen. Fytoplankton produceert meer dan de helft van de zuurstof die we inademen.

19. Hoe volbrengen vuur en sneeuw Jehovah’s wil?

19 Psalm 148:8 zegt: „Gij vuur en hagel, sneeuw en dikke rook, gij stormachtige wind, die zijn woord volbrengt.” Ja, Jehovah gebruikt ook de onbezielde natuurkrachten om zijn wil te volbrengen. Neem nu eens vuur. Tientallen jaren geleden werden bosbranden slechts als verwoestend beschouwd. Nu zijn onderzoekers van mening dat ze een belangrijke ecologische rol spelen doordat ze oude of stervende bomen opruimen, de ontkieming van veel zaden bevorderen, voedingsstoffen recyclen en de kans op allesvernietigende vuurzeeën in feite verminderen. Sneeuw is ook van groot belang, omdat ze de grond van water voorziet en vruchtbaar maakt, het rivierwater aanvult en planten en dieren bij vriestemperaturen beschermt.

20. Hoe zijn bergen en bomen tot nut van de mensheid?

20 „Gij bergen en al gij heuvels, gij vruchtbomen en al gij ceders”, luidt de opsomming in Psalm 148:9. Majestueuze bergen getuigen van Jehovah’s grote kracht (Psalm 65:6). Maar ze dienen ook een praktisch doel. In een rapport van het Geographisches Institut in het Zwitserse Bern wordt gezegd: „Alle grote rivieren van de wereld ontspringen in de bergen. Ruim de helft van de mensheid is afhankelijk van het zoete water dat zich in de bergen verzamelt . . . Die ’watertorens’ zijn onontbeerlijk voor het welzijn van de mensheid.” Zelfs een doodgewone boom strekt zijn Maker tot heerlijkheid. In een rapport van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties staat dat bomen „belangrijk zijn voor het welzijn van mensen in elk land . . . Veel boomsoorten zijn van groot economisch nut als bron van producten als hout, vruchten, noten, harsen en gom. Wereldwijd zijn twee miljard mensen van hout afhankelijk om te koken en voor brandstof.”

21. Leg uit hoe een simpel blad van ontwerp getuigt.

21 Het ontwerp van een boom op zich getuigt al van een wijze Schepper. Neem nu een simpel blad. De buitenkant heeft een wasachtig laagje dat voorkomt dat het blad uitdroogt. Vlak onder het laagje op de bovenkant zit een reeks cellen die chloroplasten of bladgroenkorrels bevatten. Dat zijn de dragers van het chlorofyl, dat lichtenergie absorbeert. Via een proces dat fotosynthese heet, worden bladeren „voedselfabrieken”. Water wordt door de wortels van de boom opgezogen en via een geavanceerd „buizenstelsel” naar de bladeren getransporteerd. Duizenden minuscule „kleppen” (stomata of huidmondjes geheten) aan de onderkant van een blad gaan open en dicht om kooldioxide op te nemen. Licht levert de energie voor de productie van koolhydraten uit water en kooldioxide. De plant kan zich nu voeden met het voedsel dat ze zelf heeft geproduceerd. Toch is deze „fabriek” stil en mooi. In plaats van de lucht te verontreinigen, stoot de boom als bijproduct zuurstof uit!

22, 23. (a) Tot welke opmerkelijke prestaties zijn sommige vogels en landdieren in staat? (b) Welke verdere vragen verdienen onze aandacht?

22 „Gij wild gedierte en al gij huisdieren, gij kruipend gedierte en gevleugelde vogels”, zegt Psalm 148:10. Veel landdieren en vogels zijn tot verbazingwekkende prestaties in staat. De Laysanalbatros kan enorme afstanden afleggen (in één geval 40.000 kilometer in slechts 90 dagen). De zwartkopzanger blijft op zijn reis van Noord- naar Zuid-Amerika ruim 80 uur non-stop in de lucht. De kameel slaat water op, niet in zijn bult zoals algemeen wordt gedacht, maar in zijn spijsverteringsstelsel; daardoor kan hij het lange tijd zonder water stellen zonder uit te drogen. Geen wonder dus dat ingenieurs als ze machines en nieuwe materialen ontwerpen, zorgvuldig het dierenrijk bestuderen. „Als je iets wilt bouwen wat goed functioneert . . . en feilloos in zijn omgeving past,” zegt de schrijfster Gail Cleere, „is de kans groot dat je ergens in de natuur een goed voorbeeld vindt.”

23 De schepping maakt beslist Gods heerlijkheid bekend! Van de sterrenhemel tot de planten en dieren, allemaal loven ze op hun eigen manier hun Schepper. Maar hoe staat het met ons mensen? Hoe kunnen we ons bij de natuur aansluiten in het zingen van Gods lof?

Hoe was het ook weer?

• Waarom zijn personen die Gods bestaan ontkennen niet te verontschuldigen?

• Hoe verheerlijken de sterren en de planeten God?

• Hoe getuigen zee- en landdieren van een liefdevolle Schepper?

• Hoe volbrengen onbezielde natuurkrachten Jehovah’s wil?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 10]

Wetenschappers schatten het aantal waarneembare sterren op 70 triljard!

[Verantwoording]

Frank Zullo

[Illustratie op blz. 12]

Tuimelaar

[Illustratie op blz. 13]

Sneeuwvlok

[Verantwoording]

snowcrystals.net

[Illustratie op blz. 13]

Jonge Laysanalbatros