Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Vreugde vinden in „de wet van Jehovah”

Vreugde vinden in „de wet van Jehovah”

Vreugde vinden in „de wet van Jehovah”

„Gelukkig is de man . . . [wiens] lust is in de wet van Jehovah.” — PSALM 1:1, 2.

1. Waarom zijn wij als Jehovah’s dienstknechten gelukkig?

JEHOVAH steunt en zegent ons als zijn loyale dienstknechten. Het is waar dat we met veel beproevingen te maken hebben, maar we ervaren ook waar geluk. Dat is niet verwonderlijk, want we dienen „de gelukkige God”, en zijn heilige geest brengt vreugde in ons hart teweeg (1 Timotheüs 1:11; Galaten 5:22). Vreugde is de toestand van waar geluk die voortvloeit uit de verwachting of het verwerven van iets goeds. En onze hemelse Vader geeft ons beslist goede gaven (Jakobus 1:17). Geen wonder dat we gelukkig zijn!

2. Welke psalmen gaan we bespreken?

2 Aan geluk wordt in het boek Psalmen veel aandacht besteed. Dat geldt bijvoorbeeld voor Psalm 1 en 2. Koning David van Israël wordt door de eerste volgelingen van Jezus Christus geïdentificeerd als de schrijver van de tweede psalm (Handelingen 4:25, 26). De niet met name genoemde dichter van de eerste psalm begint zijn geïnspireerde lied met de woorden: „Gelukkig is de man die niet in de raad der goddelozen heeft gewandeld” (Psalm 1:1). Laten we in dit en het volgende artikel eens kijken welke redenen tot vreugde Psalm 1 en 2 ons geven.

Het geheim van geluk

3. Wat zijn volgens Psalm 1:1 enkele redenen waarom iemand die zich aan Gods wetten houdt gelukkig is?

3 Psalm 1 laat zien waarom iemand die zich aan Gods wetten houdt gelukkig is. De psalmist noemt daar enkele redenen voor als hij zingt: „Gelukkig is de man die niet in de raad der goddelozen heeft gewandeld, en op de weg der zondaars niet heeft gestaan, en op de zetel der spotters niet heeft gezeten.” — Psalm 1:1.

4. Welke voorbeeldige leefwijze volgden Zacharias en Elisabeth?

4 Om echt gelukkig te zijn moeten we aan Jehovah’s rechtvaardige vereisten voldoen. Zacharias en Elisabeth, die de heuglijke eer ten deel viel de ouders van Johannes de Doper te worden, „waren rechtvaardig in Gods ogen, omdat zij onberispelijk wandelden in overeenstemming met alle geboden en wettelijke vereisten van Jehovah” (Lukas 1:5, 6). We kunnen gelukkig zijn als ons leven er net zo uitziet en we vastberaden weigeren ’in de raad der goddelozen te wandelen’ of ons door hun slechte raad te laten leiden.

5. Wat kan ons helpen „de weg der zondaars” te vermijden?

5 Als we de denkwijze van goddelozen verwerpen, zullen we niet ’op de weg der zondaars staan’. We zullen ook letterlijk niet te vinden zijn op plaatsen waar zij vaak zijn — in gelegenheden waar immoreel amusement wordt geboden of die een slechte reputatie hebben. Maar als we nu in de verleiding komen ons bij zondaars aan te sluiten in hun onbijbelse gedrag? Laten we dan bidden of God ons wil helpen in harmonie met de volgende woorden van de apostel Paulus te handelen: „Komt niet onder een ongelijk juk met ongelovigen. Want wat voor deelgenootschap hebben rechtvaardigheid en wetteloosheid? Of wat heeft licht met duisternis gemeen?” (2 Korinthiërs 6:14) Als we ons op God verlaten en ’zuiver van hart’ zijn, zullen we de instelling en leefstijl van zondaars verwerpen en zuivere beweegredenen en verlangens hebben, gepaard aan „geloof zonder huichelarij”. — Mattheüs 5:8; 1 Timotheüs 1:5.

6. Waarom moeten we op onze hoede zijn met betrekking tot spotters?

6 Willen we Jehovah behagen, dan kunnen we beslist ’niet op de zetel der spotters zitten’. Sommigen spotten in algemene zin met alle godvrezendheid, maar in deze „laatste dagen” blijken voormalige christenen die afvallig zijn geworden vaak wel bijzonder minachtend in hun spot. De apostel Petrus waarschuwde geloofsgenoten: „Geliefden, . . . dit weet gij in de eerste plaats, dat er in de laatste dagen spotters zullen komen met hun spotternij, die overeenkomstig hun eigen begeerten te werk gaan en zeggen: ’Waar is nu de beloofde tegenwoordigheid van hem? Ach wat, van de dag af dat onze voorvaders zijn ontslapen, blijven alle dingen precies zo als sedert het begin der schepping’” (2 Petrus 3:1-4). Als we nooit ’op de zetel der spotters zitten’, zullen we de rampspoed vermijden die hun vast en zeker zal overkomen. — Spreuken 1:22-27.

7. Waarom moeten we de woorden van Psalm 1:1 ter harte nemen?

7 Als we de beginwoorden van Psalm 1 niet ter harte nemen, zouden we de geestelijke gezindheid kunnen verliezen die we door bijbelstudie hebben verkregen. Het zou in feite van kwaad tot erger met ons kunnen gaan. Onze neerwaartse spiraal zou kunnen beginnen met het opvolgen van de raad van de goddelozen. Vervolgens zouden we geregeld contact met hen kunnen hebben. Mettertijd zouden we zelfs ongelovige afvallige spotters kunnen worden. Het is duidelijk dat vriendschap met goddelozen een goddeloze geest bij ons in de hand kan werken en onze band met Jehovah God teniet kan doen (1 Korinthiërs 15:33; Jakobus 4:4). Laten we ervoor zorgen dat dat ons nooit overkomt!

8. Wat zal ons helpen onze geest op geestelijke zaken gericht te houden?

8 Het gebed zal ons helpen onze geest op geestelijke zaken gericht te houden en omgang met goddelozen te vermijden. „Weest over niets bezorgd,” schreef Paulus, „maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden; en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” De apostel moedigde aan stil te staan bij wat waar, van ernstig belang, rechtvaardig, eerbaar en lieflijk is, bij dingen waarover gunstig wordt gesproken en bij wat deugdzaam is en lof verdient (Filippenzen 4:6-8). Laten we in harmonie met Paulus’ raad handelen en ons nooit verlagen tot het niveau van goddelozen.

9. Hoe proberen we, hoewel we goddeloze praktijken vermijden, toch allerlei mensen te helpen?

9 Hoewel we goddeloze praktijken verwerpen, geven we wel tactvol getuigenis aan anderen, net zoals de apostel Paulus met de Romeinse stadhouder Felix sprak „over rechtvaardigheid en zelfbeheersing en het komende oordeel” (Handelingen 24:24, 25; Kolossenzen 4:6). We prediken het goede nieuws van het Koninkrijk tot allerlei mensen en we behandelen hen vriendelijk, in de overtuiging dat degenen die „de juiste gezindheid voor het eeuwige leven” bezitten, gelovigen zullen worden en vreugde zullen vinden in Gods wet. — Handelingen 13:48.

Hij vindt vreugde in Jehovah’s wet

10. Wat zal bij onze persoonlijke studie een hulp zijn om iets blijvend in onze geest en ons hart te griffen?

10 Over de gelukkige man zegt de psalmist verder: „Zijn lust is in de wet van Jehovah, en in diens wet leest hij dag en nacht met gedempte stem” (Psalm 1:2). Als Gods dienstknechten vinden we vreugde in de wet van Jehovah. Zo mogelijk zouden we in periodes van persoonlijke studie en meditatie „met gedempte stem” kunnen lezen, de woorden hoorbaar kunnen uitspreken. Als we dat doen bij het lezen van een bijbelgedeelte zal dat ons helpen het blijvend in onze geest en ons hart te griffen.

11. Waarom moeten we de bijbel „dag en nacht” lezen?

11 „De getrouwe en beleidvolle slaaf” heeft ons aangemoedigd de bijbel dagelijks te lezen (Mattheüs 24:45). Omdat we het sterke verlangen koesteren ons vertrouwder te maken met Jehovah’s boodschap voor de mensheid, doen we er goed aan de bijbel „dag en nacht” te lezen — dus zelfs als we om de een of andere reden de slaap niet kunnen vatten. Petrus spoorde ons aan: „Vormt als pasgeboren baby’s een verlangen naar de onvervalste melk die tot het woord behoort, opdat gij door middel daarvan tot redding moogt groeien” (1 Petrus 2:1, 2). Putten wij er vreugde uit dagelijks de bijbel te lezen en ’s nachts over Gods Woord en voornemens te mediteren? De psalmist was daar heel stellig over. — Psalm 63:6.

12. Wat zullen we doen als we vreugde vinden in Jehovah’s wet?

12 Ons eeuwige geluk hangt ervan af of we vreugde uit Gods wet putten. Die wet is volmaakt en rechtvaardig, en het naleven ervan wordt rijk beloond (Psalm 19:7-11). De discipel Jakobus schreef: „Wie . . . tuurt in de volmaakte wet, die tot de vrijheid behoort, en daarbij blijft, die zal, omdat hij geen vergeetachtig hoorder maar een dader van het werk is geworden, gelukkig zijn doordat hij het doet” (Jakobus 1:25). Als we werkelijk vreugde vinden in Jehovah’s wet, zal er geen dag voorbijgaan zonder dat we aandacht besteden aan geestelijke zaken. We zullen gemotiveerd zijn om ’de diepe dingen Gods te onderzoeken’ en de Koninkrijksbelangen steeds de eerste plaats in ons leven te geven. — 1 Korinthiërs 2:10-13; Mattheüs 6:33.

Hij wordt als een boom

13-15. In welke zin kunnen we zijn als een boom die naast een rijke waterbron is geplant?

13 De psalmist vervolgt zijn beschrijving van de oprechte met de woorden: „Hij zal stellig worden als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn eigen vrucht geeft als het de juiste tijd ervoor is en waarvan het gebladerte niet verwelkt, en al wat hij doet, zal gelukken” (Psalm 1:1-3). Net als alle andere onvolmaakte mensen hebben wij die Jehovah dienen met moeilijkheden te kampen (Job 14:1). Misschien worden we vervolgd of maken we diverse andere beproevingen mee wegens ons geloof (Mattheüs 5:10-12). Maar met Gods hulp kunnen we die beproevingen doorstaan, net zoals een gezonde boom ook bij een behoorlijk sterke wind overeind blijft.

14 Een boom die bij een onuitputtelijke waterbron geplant is, verdort niet bij erg warm weer of bij droogte. Als we godvrezend zijn, komt onze kracht van een onuitputtelijke Bron — Jehovah God. Paulus zag naar God op voor hulp en kon zeggen: „Voor alle dingen bezit ik de sterkte door hem [Jehovah] die mij kracht verleent” (Filippenzen 4:13). Als we door Jehovah’s heilige geest worden geleid en geschraagd, kwijnen we niet weg, worden we niet onvruchtbaar of inactief. We zijn vruchtbaar in Gods dienst en spreiden ook de vrucht van zijn geest tentoon. — Jeremia 17:7, 8; Galaten 5:22, 23.

15 De psalmist gebruikt het Hebreeuwse woordelement dat met „als” is weergegeven om een vergelijking te trekken. Hij vergelijkt twee dingen die verschillend zijn maar toch een bepaalde eigenschap gemeen hebben. Mensen en bomen zijn verschillend, maar de weelderigheid van een boom die naast een rijke waterbron geplant is, deed de psalmist kennelijk denken aan de geestelijke voorspoed van degenen die vreugde vinden in „de wet van Jehovah”. Als wij vreugde vinden in Gods wet, kunnen onze dagen zo talrijk worden als die van een boom. We kunnen zelfs eeuwig leven. — Johannes 17:3.

16. Waarom en in welk opzicht ’gelukt alles wat we doen’?

16 Wanneer we een rechtschapen leven leiden, helpt Jehovah ons de druk van beproevingen en moeilijkheden te dragen. We hebben vreugde in Gods dienst en brengen vruchten voort (Mattheüs 13:23; Lukas 8:15). ’Alles wat we doen gelukt’, omdat het doen van Jehovah’s wil ons voornaamste doel is. Aangezien zijn voornemens altijd slagen en we vreugde vinden in zijn geboden, genieten we geestelijke voorspoed (Genesis 39:23; Jozua 1:7, 8; Jesaja 55:11). Dat is zelfs zo als we met tegenslagen te kampen hebben. — Psalm 112:1-3; 3 Johannes 2.

De goddelozen lijkt het goed te gaan

17, 18. (a) Waarmee vergelijkt de psalmist de goddelozen? (b) Waarom hebben de goddelozen zelfs als het hun materieel voor de wind gaat geen blijvende zekerheid?

17 Wat verschilt het lot van de goddelozen van dat van de rechtvaardigen! Goddelozen kan het een tijdlang materieel goed lijken te gaan, maar geestelijk gaat het hun niet goed. Dat blijkt uit de verdere woorden van de psalmist: „De goddelozen zijn niet zo, maar zijn als het kaf dat door de wind wordt weggeblazen. Daarom zullen de goddelozen geen stand houden in het oordeel, noch zondaars in de vergadering der rechtvaardigen” (Psalm 1:4, 5). Merk op dat de psalmist zegt: „De goddelozen zijn niet zo.” Hij bedoelt dat ze niet zijn zoals godvrezende mensen, die net nog vergeleken zijn met vruchtdragende, langlevende bomen.

18 Zelfs als het goddelozen materieel goed gaat, hebben ze geen blijvende zekerheid (Psalm 37:16; 73:3, 12). Ze zijn als de onredelijke rijke man die Jezus in een illustratie noemde toen hem werd gevraagd te bemiddelen in een erfeniskwestie. Jezus zei tegen de aanwezigen: „Let op en hoedt u voor elke soort van hebzucht, want ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit.” Jezus illustreerde dit punt door te zeggen dat het land van een zekere rijke man zo’n goede opbrengst opleverde dat hij van plan was zijn voorraadschuren af te breken en grotere te bouwen om er al zijn goede dingen in op te slaan. Hij was van plan om daarna te eten, te drinken en vrolijk te zijn. Maar God zei: „Onredelijke, nog deze nacht eist men uw ziel van u op. Voor wie zullen dan de door u opgeslagen dingen zijn?” Om zijn argument kracht bij te zetten, voegde Jezus eraan toe: „Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God.” — Lukas 12:13-21.

19, 20. (a) Beschrijf hoe er vroeger gedorst en gewand werd. (b) Waarom worden de goddelozen met kaf vergeleken?

19 De goddelozen zijn niet ’rijk met betrekking tot God’. Daarom is hun zekerheid en stabiliteit niet groter dan die van kaf, het dunne vliesje dat om een graankorrel zit. Als er in oude tijden graan was geoogst, werd het naar een dorsvloer vervoerd, een vlak, meestal hooggelegen terrein. Daar werden sleden met aan de onderkant scherpe stenen of ijzeren tanden door dieren over het graan getrokken om de halmen te verbrijzelen en de korrels los te maken van het kaf. Vervolgens werd er een wanschop gebruikt om het hele mengsel tegen de wind in omhoog te gooien (Jesaja 30:24). De korrels vielen op de dorsvloer terug, terwijl de bries het stro naar de zijkant voerde en het kaf wegblies (Ruth 3:2). Nadat het graan door een zeef was geschud om steentjes en dergelijke te verwijderen, was het klaar om opgeslagen of gemalen te worden (Lukas 22:31). Maar het kaf was verdwenen.

20 Net zoals de graankorrels op de grond vielen en behouden bleven terwijl het kaf werd weggeblazen, zullen de rechtvaardigen blijven en de goddelozen verwijderd worden. Wij zijn echter blij dat zulke boosdoeners weldra voor altijd verdwenen zullen zijn. Als ze eenmaal verwijderd zijn, zullen mensen die vreugde putten uit Jehovah’s wet rijk gezegend worden. Gehoorzame mensen zullen uiteindelijk zelfs eeuwig leven van God ontvangen. — Mattheüs 25:34-46; Romeinen 6:23.

De gezegende „weg der rechtvaardigen”

21. Hoe neemt Jehovah ’kennis van de rechtvaardigen’?

21 De eerste psalm besluit met de woorden: „Jehovah neemt kennis van de weg der rechtvaardigen, maar het is de weg der goddelozen die zal vergaan” (Psalm 1:6). Hoe neemt God ’kennis van de rechtvaardigen’? Nu, als we een rechtschapen leven leiden, kunnen we er zeker van zijn dat onze hemelse Vader er nota van neemt dat we ons aan zijn wetten houden en ons beziet als zijn goedgekeurde dienstknechten. Dan kunnen en moeten we al onze bezorgdheid op hem werpen, in de overtuiging dat hij echt voor ons zorgt. — Ezechiël 34:11; 1 Petrus 5:6, 7.

22, 23. Wat zal er met de goddelozen en met de rechtvaardigen gebeuren?

22 „De weg der rechtvaardigen” zal altijd blijven, maar onverbeterlijk goddelozen zullen vergaan als gevolg van Jehovah’s strafgericht. En hun „weg” of levenswandel zal met hen vergaan. We kunnen vertrouwen hebben in de vervulling van Davids woorden: „Nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; en gij zult stellig acht geven op zijn plaats, en hij zal er niet zijn. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede. De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” — Psalm 37:10, 11, 29.

23 Wat gelukkig zullen we zijn als ons het voorrecht ten deel valt in een aards paradijs te leven waar geen goddelozen meer bestaan! De zachtmoedigen en rechtvaardigen zullen dan ware vrede kennen omdat ze altijd vreugde zullen vinden in „de wet van Jehovah”. Maar voordat het zover is, moet „de verordening van Jehovah” worden uitgevoerd (Psalm 2:7a). Het volgende artikel zal ons helpen te begrijpen wat die verordening is en wat ze voor ons en voor de hele mensheid zal betekenen.

Wat zouden we antwoorden?

• Waarom is iemand die Jehovah vreest gelukkig?

• Waaruit blijkt dat we vreugde vinden in Jehovah’s wet?

• Hoe kan iemand zijn als een boom die volop water krijgt?

• Hoe verschilt de weg van de rechtvaardigen van die van de goddelozen?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 11]

Het gebed zal ons helpen omgang met goddelozen te vermijden

[Illustratie op blz. 12]

Waarom is een rechtvaardige als een boom?