Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Vermoeid en het toch niet moe

Vermoeid en het toch niet moe

Vermoeid en het toch niet moe

„Jehovah, de Schepper van de uiteinden der aarde, . . . geeft de vermoeide kracht, en degene zonder dynamische energie schenkt hij volledige sterkte in overvloed.” — JESAJA 40:28, 29.

1, 2. (a) Welke aantrekkelijke uitnodiging wordt gedaan aan allen die de zuivere aanbidding willen beoefenen? (b) Wat kan een ernstig gevaar vormen voor onze geestelijke gezindheid?

ALS Jezus’ discipelen zijn we vertrouwd met zijn aantrekkelijke uitnodiging: „Komt tot mij, allen die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. . . . Want mijn juk is weldadig en mijn vracht is licht” (Mattheüs 11:28-30). Christenen krijgen ook „tijden van verkwikking . . . van de persoon van Jehovah” aangeboden (Handelingen 3:19). We hebben vast persoonlijk ervaren wat een verkwikkende uitwerking het heeft om bijbelse waarheden te leren kennen, een optimistische kijk op de toekomst te hebben en Jehovah’s beginselen in ons leven toe te passen.

2 Toch hebben sommige aanbidders van Jehovah met vlagen van emotionele vermoeidheid te kampen. In sommige gevallen zijn die periodes van ontmoediging van korte duur, maar soms kan het gevoel van vermoeidheid lang aanhouden. Het kan zijn dat sommigen met het verstrijken van de tijd hun christelijke verantwoordelijkheden als een last gaan ervaren in plaats van als een verkwikkende vracht, zoals Jezus beloofde. Zulke negatieve gevoelens kunnen een ernstig gevaar betekenen voor de band die een christen met Jehovah heeft.

3. Waarom gaf Jezus de raad die in Johannes 14:1 staat?

3 Kort voor zijn arrestatie en terechtstelling zei Jezus tegen zijn discipelen: „Laat uw hart niet verontrust worden. Oefent geloof in God, oefent ook geloof in mij” (Johannes 14:1). Jezus zei dit toen de apostelen vlak voor tragische gebeurtenissen stonden, die gevolgd zouden worden door een uitbarsting van vervolging. Jezus wist dat zijn apostelen door pure ontmoediging konden struikelen (Johannes 16:1). Als er niets aan hun bedroefdheid werd gedaan, zouden de apostelen geestelijk kunnen verzwakken en hun vertrouwen in Jehovah kunnen verliezen. Dat geldt ook voor hedendaagse christenen. Langdurige ontmoediging kan een kwelling zijn, iets waaronder we zwaar gebukt gaan (Jeremia 8:18). We zouden innerlijk kunnen verzwakken. Die druk kan in emotioneel en geestelijk opzicht verlammend werken en we zouden zelfs de wens om Jehovah te aanbidden, kunnen verliezen.

4. Wat kan ons helpen ons figuurlijke hart voor vermoeidheid te behoeden?

4 Zeer terecht geeft de bijbel de raad: „Beveilig uw hart, ja, meer dan al het andere dat te behoeden is, want daaruit zijn de oorsprongen van het leven” (Spreuken 4:23). De bijbel biedt praktische raad die ons helpt ons figuurlijke hart te beschermen tegen ontmoediging en geestelijke vermoeidheid. Maar eerst moeten we de oorzaak van onze vermoeidheid identificeren.

Het christendom is niet onderdrukkend

5. Hoe zijn Jezus’ woorden over het christelijke discipelschap ogenschijnlijk met elkaar in tegenspraak?

5 Toegegeven, om een christen te zijn moeten we ons krachtig inspannen (Lukas 13:24). Jezus verklaarde zelfs: „Wie zijn martelpaal niet draagt en niet achter mij komt, kan mijn discipel niet zijn” (Lukas 14:27). Op het eerste gezicht kunnen die woorden in tegenspraak lijken met Jezus’ verklaring dat zijn last licht en verkwikkend is, maar in werkelijkheid zijn die uitspraken niet tegenstrijdig.

6, 7. Waarom kunnen we zeggen dat onze vorm van aanbidding niet vermoeiend is?

6 Zich krachtig inspannen en hard werken kan, hoewel het lichamelijk vermoeiend is, voldoening schenkend en verkwikkend zijn als het voor een goede zaak is (Prediker 3:13, 22). En welke betere zaak zou er kunnen zijn dan het delen van schitterende bijbelse waarheden met onze medemensen? De strijd die we voeren om naar Gods hoge morele maatstaven te leven, verzinkt ook in het niet bij de voordelen die we ervan plukken (Spreuken 2:10-20). Zelfs onder vervolging beschouwen we het als een eer om ter wille van Gods koninkrijk te lijden. — 1 Petrus 4:14.

7 Jezus’ last is inderdaad verkwikkend, vooral vergeleken bij de geestelijke duisternis van personen die onder het juk van de valse religie blijven. God heeft ons innig lief en stelt geen onredelijke eisen aan ons. Jehovah’s ’geboden zijn geen drukkende last’ (1 Johannes 5:3). Het in de Schrift uiteengezette ware christendom is niet onderdrukkend. Het is duidelijk dat onze vorm van aanbidding niet vermoeiend en ontmoedigend is.

’Leg elk gewicht af’

8. Wat is vaak de oorzaak van geestelijke vermoeidheid?

8 Als we ons geestelijk vermoeid voelen, komt dat vaak door de extra last die dit verdorven samenstel van dingen ons oplegt. Omdat ’de hele wereld in de macht van de goddeloze ligt’, zijn we omringd door negatieve krachten die ons kunnen afmatten en aan ons christelijke evenwicht kunnen knagen (1 Johannes 5:19). Onnodige bezigheden kunnen onze christelijke routine gecompliceerd maken en verstoren. Onder die extra lasten kunnen we gebukt gaan en ze kunnen ons zelfs deprimeren. Terecht geeft de bijbel ons de raad ’elk gewicht af te leggen’. — Hebreeën 12:1-3.

9. Hoe kunnen materiële interesses een last voor ons betekenen?

9 Zo kan de grote aandacht die er in de wereld is voor aanzien, geld, amusement, plezierreisjes en andere materiële zaken ons denken beïnvloeden (1 Johannes 2:15-17). Sommige eerste-eeuwse christenen die naar rijkdom streefden, maakten hun leven erg gecompliceerd. De apostel Paulus legt uit: „Zij . . . die besloten zijn rijk te worden, vallen in verzoeking en een strik en vele zinneloze en schadelijke begeerten, die de mensen in vernietiging en verderf storten. Want de liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijke dingen, en door hun streven op die liefde te richten, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorboord.” — 1 Timotheüs 6:9, 10.

10. Wat kunnen we over rijkdom leren uit Jezus’ illustratie van de zaaier?

10 Als we ons moe en ontmoedigd voelen in onze dienst voor God, zou dat dan kunnen komen doordat het nastreven van materiële dingen onze geestelijke gezindheid verstikt? Die mogelijkheid is heel reëel, zoals blijkt uit Jezus’ illustratie van de zaaier. Jezus vergeleek „de zorgen van dit samenstel van dingen en de bedrieglijke kracht van de rijkdom en de begeerten naar de overige dingen” met dorens die ’binnendringen’ en het zaad van Gods woord in ons hart „verstikken” (Markus 4:18, 19). Daarom geeft de bijbel ons de raad: „Laat uw levenswijze vrij zijn van de liefde voor geld, en weest tevreden met de tegenwoordige dingen. Want hij heeft gezegd: ’Ik wil u geenszins in de steek laten noch u ooit verlaten.’” — Hebreeën 13:5.

11. Hoe zouden we afstand kunnen doen van dingen die een last voor ons kunnen zijn?

11 Soms wordt ons leven niet gecompliceerd gemaakt door het streven naar meer dingen, maar door wat we doen met de dingen die we al hebben. Sommigen kunnen emotioneel moe zijn door ernstige gezondheidsproblemen, het verlies van beminden, of andere verdrietige omstandigheden. Ze hebben het van tijd tot tijd nodig gevonden veranderingen aan te brengen. Een echtpaar besloot te stoppen met een paar hobby’s en niet-noodzakelijke persoonlijke projecten. Ze namen hun spullen onder de loep en pakten alles wat met die projecten te maken had letterlijk in en borgen het weg. We kunnen er allemaal bij gebaat zijn periodiek de inventaris op te maken van onze gewoonten en bezittingen en dan elk onnodig gewicht af te leggen zodat we niet moe worden en bezwijken in onze ziel.

Redelijkheid en bescheidenheid van groot belang

12. Wat moeten we erkennen ten aanzien van onze eigen fouten?

12 Onze eigen fouten, zelfs in kleine dingen, kunnen ons leven geleidelijk gecompliceerd maken. Hoe waar zijn de woorden van David: „Mijn eigen dwalingen zijn mij boven het hoofd gestegen; als een zware vracht zijn ze te zwaar voor mij” (Psalm 38:4). Vaak zullen een paar praktische veranderingen ons van zware lasten bevrijden.

13. Hoe kan redelijkheid ons helpen een evenwichtige kijk op onze bediening te hebben?

13 De bijbel moedigt ons aan „praktische wijsheid en denkvermogen” te ontwikkelen (Spreuken 3:21, 22). „De wijsheid van boven is . . . redelijk”, zegt de bijbel (Jakobus 3:17). Sommigen hebben zich gedwongen gevoeld gelijke tred te houden met wat anderen in de christelijke bediening doen. Maar de bijbel geeft ons de raad: „Laat een ieder zich ervan vergewissen wat zijn eigen werk is, en dan zal hij alleen met betrekking tot zichzelf, en niet in vergelijking met de andere persoon, reden tot opgetogenheid hebben. Want een ieder zal zijn eigen vracht dragen” (Galaten 6:4, 5). Het is waar dat het goede voorbeeld van medechristenen een aanmoediging voor ons kan zijn om Jehovah van ganser harte te dienen, maar praktische wijsheid en redelijkheid zullen ons helpen ons naargelang van onze eigen omstandigheden reële doelen te stellen.

14, 15. Hoe kunnen we van praktische wijsheid blijk geven bij het voldoen aan onze lichamelijke en emotionele behoeften?

14 Zelfs op terreinen die van minder belang kunnen lijken, kan onze redelijkheid gevoelens van vermoeidheid helpen voorkomen. Kweken we bijvoorbeeld evenwichtige gewoonten aan die bevorderlijk zijn voor een goede lichamelijke gezondheid? Sta eens stil bij het voorbeeld van een echtpaar dat op een van de bijkantoren van Jehovah’s Getuigen dient. Ze hebben de waarde ingezien van praktische wijsheid bij het voorkomen van moeheid. De vrouw zegt: „Ongeacht hoeveel werk we hebben, we proberen elke avond rond dezelfde tijd naar bed te gaan. We zorgen ook voor geregelde lichaamsbeweging. Dat heeft ons echt geholpen. We hebben geleerd wat onze beperkingen zijn en daar houden we rekening mee. We proberen onszelf niet te vergelijken met personen die een oneindige hoeveelheid energie schijnen te hebben.” Gebruiken wij geregeld een gezonde maaltijd en krijgen we voldoende rust? Redelijke aandacht voor onze gezondheid in het algemeen kan gevoelens van emotionele en geestelijke uitputting tot een minimum beperken.

15 Sommigen van ons hebben behoeften die uniek zijn. Zo heeft een zuster in diverse lastige toewijzingen in de volletijddienst gestaan. Bovendien heeft ze ernstige gezondheidsproblemen gehad, waaronder kanker. Wat helpt haar stresssituaties aan te kunnen? Ze zegt: „Het is belangrijk voor me dat ik af en toe in alle rust alleen kan zijn. Hoe meer ik de stress en vermoeidheid voel toenemen, des te dringender heb ik momenten van kalm alleenzijn nodig om te lezen en te rusten.” Praktische wijsheid en denkvermogen helpen ons onze individuele behoeften te herkennen en te bevredigen en zo geestelijke vermoeidheid te voorkomen.

Jehovah God geeft ons energie

16, 17. (a) Waarom is de zorg voor onze geestelijke gezondheid van het grootste belang? (b) Wat moeten we in onze dagelijkse routine opnemen?

16 De zorg voor onze geestelijke gezondheid is uiteraard van groot belang. Als we een nauwe band met Jehovah God hebben, kunnen we lichamelijk moe worden, maar we zullen het nooit moe worden hem te aanbidden. Jehovah is het die „de vermoeide kracht [geeft], en degene zonder dynamische energie schenkt hij volledige sterkte in overvloed” (Jesaja 40:28, 29). De apostel Paulus, die persoonlijk ondervond hoe waar deze woorden zijn, schreef: „Wij [geven] de moed niet op, maar ook al vervalt de mens die wij uiterlijk zijn, de mens die wij innerlijk zijn, wordt stellig van dag tot dag vernieuwd.” — 2 Korinthiërs 4:16.

17 Let eens op de uitdrukking „van dag tot dag”. Die impliceert dat we dagelijks van Jehovah’s voorzieningen gebruik moeten maken. Een zendelinge die 43 jaar getrouw heeft gediend, heeft met periodes van lichamelijke vermoeidheid en ontmoediging te kampen gehad. Maar ze is het niet moe geworden. Ze vertelt: „Ik heb er een gewoonte van gemaakt vroeg op te staan, zodat ik voordat ik aan het werk ga, tijd in gebed kan doorbrengen en in Gods Woord kan lezen. Die dagelijkse routine heeft me geholpen tot nu toe te volharden.” We kunnen inderdaad op Jehovah’s schragende kracht rekenen als we geregeld, ja, „van dag tot dag”, tot hem bidden en mediteren over zijn verheven eigenschappen en zijn beloften.

18. Welke troost biedt de bijbel voor getrouwen die op leeftijd zijn gekomen of gezondheidsproblemen hebben?

18 Dat is vooral nuttig voor degenen die zich ontmoedigd voelen door het klimmen der jaren en een slechte gezondheid. Ze kunnen neerslachtig worden, niet omdat ze zich met anderen vergelijken, maar omdat ze vergelijkingen trekken met wat ze vroeger konden doen. Wat een troost is het te weten dat Jehovah de ouderen eert! De bijbel zegt: „Grijsheid is een luisterrijke kroon wanneer ze op de weg der rechtvaardigheid wordt gevonden” (Spreuken 16:31). Jehovah kent onze beperkingen en stelt onze van ganser harte geschonken aanbidding ondanks onze zwakheden zeer op prijs. En de goede werken die we al gedaan hebben, staan onuitwisbaar in Gods herinnering gegrift. De Schrift verzekert ons: „God is niet onrechtvaardig, zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond doordat gij de heiligen hebt gediend en blijft dienen, zou vergeten” (Hebreeën 6:10). Wat zijn we allemaal blij dat we onder ons personen hebben die Jehovah al vele tientallen jaren loyaal dienen!

Geef het niet op

19. Hoe strekt het ons tot voordeel als we druk bezig blijven met doen wat goed is?

19 Velen geloven dat vermoeidheid verlicht kan worden door inspannende lichamelijke activiteit op geregelde basis. In dezelfde zin kunnen geregelde geestelijke activiteiten bijdragen tot het verhelpen van emotionele of geestelijke uitputting. De bijbel zegt: „Laten wij het . . . niet opgeven te doen wat voortreffelijk is, want te zijner tijd zullen wij oogsten indien wij het niet moe worden. Laten wij daarom dus, zolang de tijd voor ons er nog gunstig voor is, het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof” (Galaten 6:9, 10). Let op de uitdrukkingen „doen wat voortreffelijk is” en „het goede doen”. Die impliceren actie van onze kant. Goede dingen voor anderen doen kan inderdaad helpen voorkomen dat we onze dienst voor Jehovah moe worden.

20. Welk gezelschap moeten we vermijden om ontmoediging tegen te gaan?

20 Daar staat tegenover dat omgang en activiteiten met mensen die geen respect voor Gods wetten hebben, een vermoeiende last kunnen worden. De bijbel waarschuwt ons: „De zwaarte van een steen en een vracht zand — maar de ergernis veroorzaakt door een dwaas, is zwaarder dan die beide” (Spreuken 27:3). Om gevoelens van ontmoediging en vermoeidheid te voorkomen, doen we er goed aan het gezelschap te vermijden van personen die negatief denken, die geneigd zijn tot vitten en voortdurend kritiek op anderen hebben.

21. Hoe kunnen we een aanmoediging voor anderen zijn op de vergaderingen?

21 De vergaderingen zijn een voorziening van Jehovah die ons geestelijke energie kan schenken. Ze bieden een uitstekende gelegenheid om elkaar aan te moedigen met verkwikkend onderricht en verfrissende omgang (Hebreeën 10:25). Iedereen in de gemeente moet ernaar streven opbouwend te zijn bij het geven van commentaar tijdens de vergaderingen of in een programmaonderdeel vanaf het podium. Vooral degenen die als onderwijzers de leiding nemen, hebben de verantwoordelijkheid aanmoedigend voor anderen te zijn (Jesaja 32:1, 2). Zelfs wanneer het nodig is te vermanen of terecht te wijzen, moet de toon van de raad opbouwend zijn (Galaten 6:1, 2). Onze liefde voor anderen zal ons beslist helpen Jehovah te dienen zonder het moe te worden. — Psalm 133:1; Johannes 13:35.

22. Waarom kunnen we ondanks onze onvolmaakte menselijke aard goede moed hebben?

22 Het aanbidden van Jehovah in deze tijd van het einde brengt werk met zich mee. En christenen zijn niet immuun voor de gevolgen van mentale vermoeidheid, emotionele pijn en stressvolle omstandigheden. Onze onvolmaakte menselijke aard is broos, net als aardewerk. Maar de bijbel zegt: „Wij hebben deze schat echter in aarden vaten, opdat de kracht die datgene wat normaal is te boven gaat, van God zou zijn en niet uit onszelf” (2 Korinthiërs 4:7). Ja, we zullen vermoeid raken, maar laten we het nooit moe worden of het opgeven. Laten we in plaats daarvan „goede moed hebben en zeggen: ’Jehovah is mijn helper.’” — Hebreeën 13:6.

Een kort overzicht

• Wat zijn enkele zware lasten die we misschien kunnen afleggen?

• Hoe kunnen we „het goede doen” tegenover onze medechristenen?

• Hoe steunt Jehovah ons als we ons moe of ontmoedigd voelen?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 23]

Jezus wist dat langdurige ontmoediging de apostelen parten kon spelen

[Illustratie op blz. 24]

Sommigen zijn gestopt met bepaalde hobby’s en niet-noodzakelijke persoonlijke projecten

[Illustratie op blz. 26]

Ondanks onze beperkingen hecht Jehovah grote waarde aan onze onverdeelde aanbidding