Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Blijft kracht verwerven in de Heer”

„Blijft kracht verwerven in de Heer”

„Blijft kracht verwerven in de Heer”

„Blijft kracht verwerven in de Heer en in de macht van zijn sterkte.” — Efeziërs 6:10.

1. (a) Welk uitzonderlijke gevecht vond er ongeveer 3000 jaar geleden plaats? (b) Waarom kwam David als overwinnaar uit de strijd te voorschijn?

ONGEVEER 3000 jaar geleden stonden twee strijders tussen twee vijandelijke legers op het slagveld tegenover elkaar. De jongste was een herdersjongen, David genaamd. Vóór hem stond Goliath, een man die buitengewoon groot en sterk was. Zijn maliënkolder woog ongeveer 57 kilo en hij droeg een enorme speer en een groot zwaard. David droeg helemaal geen wapenrusting en zijn enige wapen was een slinger. De Filistijnse reus Goliath voelde zich beledigd omdat zijn Israëlitische tegenstander nog maar een jongen was (1 Samuël 17:42-44). Voor de toeschouwers aan beide zijden moet de uitkomst een uitgemaakte zaak hebben geschenen. Maar de sterken winnen niet altijd de strijd (Prediker 9:11). David kwam als overwinnaar uit de strijd te voorschijn omdat hij in Jehovah’s kracht streed. „Jehovah behoort de strijd toe”, zei hij. Het bijbelse verslag merkt op dat „David met een slinger en een steen sterker [bleek] te zijn dan de Filistijn”. — 1 Samuël 17:47, 50.

2. In wat voor strijd zijn christenen gewikkeld?

2 Christenen nemen niet aan letterlijke oorlogen deel. Hoewel ze jegens alle mensen vredelievend zijn, voeren ze wel een geestelijke strijd tegen zeer machtige tegenstanders (Romeinen 12:18). In het laatste hoofdstuk van zijn brief aan de Efeziërs beschreef Paulus een strijd waarin elke christen verwikkeld is. Hij schreef: „Onze strijd is niet tegen bloed en vlees, maar tegen de regeringen, tegen de autoriteiten, tegen de wereldheersers van deze duisternis, tegen de goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten.” — Efeziërs 6:12.

3. Wat hebben we volgens Efeziërs 6:10 nodig om van succes verzekerd te zijn?

3 Die „goddeloze geestenkrachten” zijn Satan en de demonen, die onze band met Jehovah God willen ruïneren. Aangezien ze veel sterker zijn dan wij, bevinden we ons in een situatie gelijkend op die van David, en we kunnen alleen succesvol zijn als we ons voor kracht op God verlaten. Ja, Paulus dringt er bij ons op aan ’kracht te blijven verwerven in de Heer en in de macht van zijn sterkte’ (Efeziërs 6:10). Na die raad gegeven te hebben, beschrijft de apostel de geestelijke hulpmiddelen en de christelijke hoedanigheden die ons in staat stellen als overwinnaars uit de strijd te voorschijn te komen. — Efeziërs 6:11-17.

4. Welke twee belangrijke punten zullen we in dit artikel beschouwen?

4 Laten we nu eens analyseren wat de bijbel over de kracht en de tactieken van onze vijand zegt. Vervolgens zullen we beschouwen van welke verdedigingsstrategie we ons moeten bedienen om onszelf te beschermen. Als we Jehovah’s instructies opvolgen, kunnen we er zeker van zijn dat onze vijanden ons niet zullen overweldigen.

Een strijd tegen goddeloze geestenkrachten

5. Waarop kan het woord „strijd” in Efeziërs 6:12 betrekking hebben en hoe kunnen we daardoor onderscheiden van welke strategie Satan zich bedient?

5 Paulus zet uiteen dat ’onze strijd tegen de goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten’ is gericht. De voornaamste goddeloze geest is uiteraard Satan de Duivel, „de heerser der demonen” (Mattheüs 12:24-26). Het woord dat met „strijd” is vertaald kan in de oorspronkelijke taal betrekking hebben op een worsteling, een gevecht van man tegen man. In de worstelwedstrijden van het oude Griekenland trachtte elke deelnemer zijn tegenstander uit zijn evenwicht te brengen om hem op de grond te krijgen. Evenzo wil de Duivel dat wij ons geestelijke evenwicht verliezen. Hoe zou hij dat voor elkaar kunnen krijgen?

6. Laat aan de hand van de bijbel zien dat de Duivel zich van verschillende tactieken kan bedienen om ons geloof te ondermijnen.

6 De Duivel kan zich voordoen als een slang, een brullende leeuw of zelfs als een engel des lichts (2 Korinthiërs 11:3, 14; 1 Petrus 5:8). Hij kan zich bedienen van mensen om ons te vervolgen of te ontmoedigen (Openbaring 2:10). En aangezien Satan de hele wereld in zijn macht heeft, kan hij gebruik maken van haar begeerten en verlokkingen om ons te verstrikken (2 Timotheüs 2:26; 1 Johannes 2:16; 5:19). Bovendien kan hij zich van een wereldse of afvallige denkwijze bedienen om ons te misleiden, net zoals hij Eva bedrogen heeft. — 1 Timotheüs 2:14.

7. Welke beperkingen hebben de demonen, en welke voordelen genieten wij?

7 Ook al lijken de wapens en de macht van Satan en zijn demonen overweldigend, toch hebben deze geestenkrachten hun beperkingen. Ze kunnen ons namelijk niet dwingen slechte dingen te doen die onze hemelse Vader mishagen. We zijn mensen met een vrije wil en kunnen zelf bepalen wat we denken en doen. Bovendien staan we in onze strijd niet alleen. Wat in de tijd van Elisa gold, geldt ook in deze tijd: „Er zijn er meer die met ons zijn dan die met hen zijn” (2 Koningen 6:16). De bijbel verzekert ons dat als we ons aan God onderwerpen en de Duivel weerstaan, Satan van ons zal wegvluchten. — Jakobus 4:7.

Ons bewust zijn van Satans bedoelingen

8, 9. Welke beproevingen bracht Satan over Job om zijn rechtschapenheid te breken, en met welke geestelijke gevaren hebben we in deze tijd te maken?

8 We zijn niet onwetend van Satans bedoelingen omdat de bijbel onthult van welke basistactieken hij zich bedient (2 Korinthiërs 2:11). In zijn strijd tegen de rechtvaardige man Job maakte de Duivel gebruik van ernstige economische problemen, de dood van beminden, tegenstand vanuit het gezin, lichamelijk lijden en ongefundeerde kritiek van valse vrienden. Job werd depressief en dacht dat God hem had verlaten (Job 10:1, 2). Hoewel deze problemen in onze tijd misschien niet rechtstreeks door Satan worden veroorzaakt, ondervinden veel christenen de uitwerking van zulke moeilijkheden, en de Duivel kan ze tot zijn voordeel aanwenden.

9 In deze tijd van het einde zijn de geestelijke gevaren sterk toegenomen. We leven in een wereld waarin materiële belangen geestelijke doeleinden verdringen. De media beelden ongeoorloofde seks constant af als een bron van geluk in plaats van verdriet. En de meeste mensen hebben nu „meer liefde voor genoegens dan liefde voor God” (2 Timotheüs 3:1-5). Als we niet ’onvermoeid strijden voor het geloof’, kan deze denkwijze ons geestelijke evenwicht in gevaar brengen. — Judas 3.

10-12. (a) Wat was één waarschuwing die Jezus in zijn illustratie van de zaaier gaf? (b) Illustreer hoe geestelijke waarden als het ware verstikt kunnen worden.

10 Een van Satans meest succesvolle tactieken is ons volledig te laten opgaan in deze wereld en de materialistische doeleinden die ze nastreeft. In zijn illustratie van de zaaier waarschuwde Jezus dat in sommige gevallen ’de zorg van dit samenstel van dingen en de bedrieglijke kracht van de rijkdom het woord [van het Koninkrijk] verstikken’ (Mattheüs 13:18, 22). Het hier met „verstikken” weergegeven Griekse woord betekent „volledig wurgen”.

11 In tropische wouden kan men de wurgvijg aantreffen. Hij groeit langzaam terwijl hij de stam van een waardboom omsluit. Geleidelijk windt de plant haar steeds sterker wordende wortels om de waardboom. Uiteindelijk wordt het grootste deel van de voedingsstoffen in de grond aan de voet van de boom door het wortelstelsel van de wurgvijg opgenomen, terwijl zijn bladerdak de waardboom van licht berooft. Ten slotte sterft de waardboom.

12 Evenzo kunnen de zorgen van dit samenstel en het najagen van rijkdom en een comfortabel leven geleidelijk steeds meer van onze tijd en energie gaan opslokken. Door onze aandacht op de dingen van de wereld te richten, zouden we gemakkelijk persoonlijke studie kunnen verwaarlozen en in de gewoonte kunnen vervallen vergaderingen over te slaan, waardoor we van de toevoer van geestelijk voedsel afgesneden raken. Materialistische doeleinden vervangen nu geestelijke activiteiten en uiteindelijk worden we een gemakkelijke prooi voor Satan.

We moeten pal staan

13, 14. Welk standpunt moeten we innemen wanneer we door Satan worden tegengestaan?

13 Paulus drukte medegelovigen op het hart ’pal te staan tegen de kuiperijen van de Duivel’ (Efeziërs 6:11). We kunnen de Duivel en zijn demonen uiteraard niet overwinnen. God heeft die taak aan Jezus Christus toegewezen (Openbaring 20:1, 2). Zolang Satan echter niet verwijderd is, moeten we ’pal staan’, zodat we niet door zijn aanvallen overmeesterd worden.

14 Ook de apostel Petrus beklemtoonde de noodzaak om pal te staan tegen Satan. „Houdt uw zinnen bij elkaar, weest waakzaam”, schreef Petrus. „Uw tegenstander, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden. Maar neemt uw standpunt tegen hem in, vast in het geloof, wetend dat dezelfde dingen in de vorm van lijden zich aan de gehele gemeenschap van uw broeders in de wereld voltrekken” (1 Petrus 5:8, 9). In feite is de steun van onze broeders en zusters van essentieel belang om pal te kunnen staan wanneer de Duivel als een brullende leeuw aanvalt.

15, 16. Geef een bijbels voorbeeld om aan te tonen hoe de steun van geloofsgenoten ons kan helpen pal te staan.

15 Wanneer een leeuw op de Afrikaanse savanne van dichtbij brult, kunnen antilopen reageren door zich pijlsnel uit de voeten te maken totdat ze buiten gevaar zijn. Maar olifanten zijn een voorbeeld wat het verschaffen van wederzijdse steun betreft. In het boek Elephants — Gentle Giants of Africa and Asia wordt uitgelegd: „Het verdedigingsmiddel waarvan de gemiddelde kudde olifanten zich gewoonlijk bedient, is dat ze in een cirkel gaan staan, waarbij de volwassen dieren hun kop naar buiten in de richting van de bedreiging gericht houden en de kalveren bescherming vinden binnen de kring.” Geconfronteerd met zo’n manifestatie van kracht en steun wagen leeuwen het maar zelden zelfs jonge olifanten aan te vallen.

16 Wanneer wij door Satan en zijn demonen worden bedreigd, moeten ook wij bij elkaar blijven — schouder aan schouder met onze broeders en zusters die vaststaan in het geloof. Paulus erkende dat een aantal medechristenen tijdens zijn gevangenschap in Rome „een versterkende hulp” voor hem bleken te zijn (Kolossenzen 4:10, 11). Het Griekse woord dat met „versterkende hulp” is vertaald, komt slechts eenmaal in de christelijke Griekse Geschriften voor. Volgens een bijbels woordenboek duidt een verwante vorm van het woord op „medicijnen die irritatie verlichten” (Vine’s Expository Dictionary of New Testament Words). Als verzachtende zalf kan de steun van rijpe aanbidders van Jehovah de door emotioneel of fysiek lijden veroorzaakte pijn verlichten.

17. Wat kan ons helpen God trouw te zijn?

17 Aanmoediging van medechristenen kan ons in deze tijd sterken in ons besluit God getrouw te dienen. Vooral ouderlingen willen graag geestelijke hulp bieden (Jakobus 5:13-15). En verder helpen geregelde bijbelstudie en het bijwonen van onze vergaderingen en grote bijeenkomsten, alsook onze eigen nauwe band met God ons hem trouw te blijven. Ja, of we nu eten, drinken of iets anders doen, we moeten alle dingen tot Gods heerlijkheid willen doen (1 Korinthiërs 10:31). Natuurlijk is gebed samen met vertrouwen op Jehovah uitermate belangrijk om een handelwijze te blijven volgen die hem behaagt. — Psalm 37:5.

18. Waarom moeten we het niet opgeven, ook al wordt onze kracht door tegenspoed ondermijnd?

18 Soms valt Satan aan wanneer we ons geestelijk zwak voelen. Een leeuw bespringt een verzwakt dier. Gezinsproblemen, economische moeilijkheden of ziekte kunnen onze geestelijke kracht ondermijnen. Maar laten we het niet opgeven te doen wat God behaagt, want Paulus zei: „Wanneer ik zwak ben, dan ben ik krachtig” (2 Korinthiërs 12:10; Galaten 6:9; 2 Thessalonicenzen 3:13). Wat bedoelde hij? Hij bedoelde dat de kracht van God onze menselijke zwakheden kan compenseren, mits we ons tot Jehovah wenden om sterkte. Uit Davids overwinning op Goliath blijkt dat God zijn dienstknechten kan en zal sterken. Hedendaagse Getuigen van Jehovah kunnen bevestigen dat ze in extreme crisissituaties de versterkende hand van God hebben gevoeld. — Daniël 10:19.

19. Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat Jehovah zijn dienstknechten kan sterken.

19 Een echtpaar schreef over de steun die ze van God hadden ontvangen: „In de loop der jaren hebben we in onze dienst voor Jehovah talrijke zegeningen ervaren en veel geweldige mensen leren kennen. Ook zijn we door Jehovah opgeleid en gesterkt om met succes beproevingen te verduren. Net als Job begrepen we niet altijd waarom bepaalde dingen gebeurden, maar we wisten wel dat Jehovah er altijd was om ons te helpen.”

20. Uit welk bijbels bewijsmateriaal blijkt dat Jehovah zijn dienstknechten altijd steunt?

20 Jehovah’s hand is niet te kort om zijn getrouwe dienstknechten te steunen en te sterken (Jesaja 59:1). De psalmist David zong: „Jehovah ondersteunt allen die vallen, en richt alle neergebogenen op” (Psalm 145:14). Ja, onze hemelse Vader ’draagt dagelijks de vracht voor ons’ en geeft ons wat we echt nodig hebben. — Psalm 68:19.

We hebben „de volledige wapenrusting van God” nodig

21. Hoe beklemtoonde Paulus de noodzaak om de geestelijke wapenrusting aan te doen?

21 We hebben enkele van Satans methoden beschouwd en zijn de noodzaak gaan inzien om pal te staan wanneer we geconfronteerd worden met zijn aanvallen. Nu moeten we nog een uiterst belangrijk hulpmiddel beschouwen om ons geloof met succes te verdedigen. In zijn brief aan de Efeziërs maakte de apostel Paulus tweemaal melding van een essentiële factor om pal te kunnen staan tegen Satans kuiperijen en succes te kunnen hebben in onze strijd tegen goddeloze geestenkrachten. Paulus schreef: „Doet de volledige wapenrusting van God aan, opdat gij pal kunt staan tegen de kuiperijen van de Duivel. Neemt . . . de volledige wapenrusting van God op, opdat gij op de boze dag weerstand kunt bieden en, na alle dingen grondig gedaan te hebben, pal kunt staan.” — Efeziërs 6:11, 13.

22, 23. (a) Waaruit bestaat onze geestelijke wapenrusting? (b) Wat zullen we in het volgende artikel beschouwen?

22 Ja, we moeten „de volledige wapenrusting van God” dragen. Toen Paulus zijn brief aan de Efeziërs schreef, werd hij bewaakt door een Romeins soldaat, die af en toe een volledige wapenrusting kan hebben gedragen. Maar de apostel werd er door goddelijke inspiratie toe bewogen de geestelijke wapenrusting te bespreken die elke dienstknecht van Jehovah dringend nodig heeft.

23 Tot deze door God geschonken wapenrusting behoren niet alleen hoedanigheden die een christen moet bezitten maar ook geestelijke voorzieningen die Jehovah heeft getroffen. In het volgende artikel zullen we elk onderdeel van de geestelijke wapenrusting onder de loep nemen. Hierdoor zullen we kunnen bepalen in hoeverre we voor onze geestelijke strijd zijn toegerust. Tegelijkertijd zullen we zien hoe het prachtige voorbeeld van Jezus Christus ons helpt Satan de Duivel met succes te weerstaan.

Wat zouden we antwoorden?

• Welke strijd voeren alle christenen?

• Beschrijf enkele van Satans tactieken.

• Hoe kan de steun van geloofsgenoten ons sterken?

• Op wiens sterkte moeten we ons verlaten, en waarom?

[Studievragen]

[Illustraties op blz. 11]

Christenen ’voeren een strijd tegen goddeloze geestenkrachten’

[Illustratie op blz. 12]

Zorgen van dit samenstel kunnen het woord van het Koninkrijk verstikken

[Illustratie op blz. 13]

Medechristenen kunnen „een versterkende hulp” zijn

[Illustratie op blz. 14]

Bidden we tot God om sterkte?