Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wie verheerlijken God in deze tijd?

Wie verheerlijken God in deze tijd?

Wie verheerlijken God in deze tijd?

„Gij, Jehovah, ja onze God, zijt waardig de heerlijkheid en de eer en de kracht te ontvangen.” — OPENBARING 4:11.

1, 2. (a) Welke voorbeelden zijn illustratief voor de zogeheten biomimetica? (b) Welke vraag is op zijn plaats, en hoe luidt het antwoord?

OP EEN dag in de jaren veertig liet de Zwitserse ingenieur George de Mestral zijn hond uit. Toen hij thuiskwam, zag hij dat zijn kleren en ook de vacht van de hond vol klitten zaten. Nieuwsgierig bestudeerde hij de klitten onder een microscoop en hij werd geïntrigeerd door de minuscule haakjes die zich aan alles vasthechtten wat lusjes had. Uiteindelijk vond hij een synthetisch equivalent uit — klittenband. De Mestral is niet de enige die dingen uit de natuur heeft nagebootst. In de Verenigde Staten ontwierpen de gebroeders Wright een vliegtuig na de vlucht van grote vogels bestudeerd te hebben. De Franse ingenieur Alexandre Gustave Eiffel maakte voor zijn ontwerp van de toren in Parijs die naar hem genoemd is, gebruik van de basisbeginselen die het menselijk dijbeen in staat stellen het gewicht van het lichaam te dragen.

2 Deze voorbeelden zijn illustratief voor wat men biomimetica noemt, een tak van wetenschap waarbij men ontwerpen uit de natuur tracht na te bootsen. * De vraag is echter op zijn plaats: hoe vaak geven uitvinders de eer aan Hem die de minuscule klitten, de grote vogels, het menselijk dijbeen en alle andere briljante originelen heeft ontworpen waarop veel menselijke uitvindingen gebaseerd zijn? Helaas is het zo dat God in de huidige wereld zelden de eer of de heerlijkheid krijgt die hem toekomt.

3, 4. Wat is de betekenis van het Hebreeuwse woord dat met „heerlijkheid” wordt weergegeven, en waarop moet het duiden als het voor Jehovah wordt gebruikt?

3 Sommigen zullen zich misschien afvragen waarom het nodig is God heerlijkheid te geven. God bezit van zichzelf toch al heerlijkheid? Het is waar dat Jehovah van alle personen in het heelal de grootste heerlijkheid bezit, maar dat wil nog niet zeggen dat alle mensen daar zo over denken. In de bijbel heeft het Hebreeuwse woord dat met „heerlijkheid” is weergegeven „zwaarte” als grondbetekenis. Het duidt op alles wat iemand in de ogen van anderen gewichtig of belangrijk maakt. Wanneer het voor God wordt gebruikt, duidt het op dat wat God indrukwekkend maakt voor de mens.

4 Tegenwoordig hebben maar weinig mensen oog voor wat God indrukwekkend maakt (Psalm 10:4; 14:1). In feite hebben prominente figuren in de samenleving, als ze al in God geloven, mensen er vaak toe gebracht de glorierijke Schepper van het heelal met minachting te bejegenen. Op welke manieren hebben ze dat gedaan?

Ze zijn niet te verontschuldigen’

5. Hoe rationaliseren veel wetenschappers de wonderen der schepping?

5 Veel wetenschappers beweren met stelligheid dat er geen God bestaat. Hoe verklaren ze dan de wonderen der schepping, de mens incluis? Ze schrijven zulke wonderen toe aan evolutie, een blinde kracht die gebaseerd is op toeval. Zo schreef de evolutionist Stephen Jay Gould: „Wij bestaan omdat één vreemde groep vissen een eigenaardig vinnenstelsel bezat dat kon veranderen in poten voor landdieren . . . Misschien hunkeren we naar een ’verhevener’ antwoord — maar dat is er niet.” In dezelfde trant schreven Richard E. Leakey en Roger Lewin: „Misschien is de menselijke soort wel niets dan een afgrijselijke biologische blunder.” Zelfs wetenschappers die de schoonheid en het ontwerp in de natuur prijzen, geven de eer daarvoor niet altijd aan God.

6. Wat weerhoudt velen ervan God de eer te geven die hem als Schepper toekomt?

6 Wanneer hoogopgeleiden beweren dat evolutie een feit is, ligt daarin opgesloten dat alleen onwetenden weigeren erin te geloven. Hoe reageren velen op zo’n bewering? Enkele jaren geleden ondervroeg een man die goed onderlegd was in de evolutie mensen die de theorie aanvaardden. Hij zei: „Ik ontdekte dat de meeste mensen die in evolutie geloven, erin geloven omdat hun verteld is dat alle intelligente mensen erin geloven.” Ja, als hoogopgeleiden uiting geven aan hun atheïstische zienswijzen weerhoudt dat anderen ervan God de eer te geven die hem als Schepper toekomt. — Spreuken 14:15, 18.

7. Wat valt er volgens Romeinen 1:20 duidelijk te zien door middel van de zichtbare schepping, en waarom?

7 Zijn wetenschappers tot hun conclusies gekomen op basis van feiten en bewijsmateriaal? Beslist niet! Overal om ons heen zien we bewijzen voor een Schepper. De apostel Paulus schreef over hem: „Zijn onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld [mensheid] af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid, zodat zij [ongelovigen] niet te verontschuldigen zijn” (Romeinen 1:20). De Schepper heeft zijn stempel op zijn werk gedrukt. Paulus zegt in feite dat mensen vanaf het begin van het menselijk bestaan door middel van de zichtbare schepping bewijzen voor Gods bestaan hebben kunnen ’waarnemen’. Waar vinden we die bewijzen?

8. (a) Hoe getuigen de stoffelijke hemelen van Gods kracht en wijsheid? (b) Wat wijst erop dat het heelal een Eerste Oorzaak heeft gehad?

8 We zien bewijzen voor God in de sterrenhemel. „De hemelen maken de heerlijkheid van God bekend”, zegt Psalm 19:1. „De hemelen” — zon, maan en sterren — getuigen van Gods kracht en wijsheid. Alleen al het aantal sterren vervult ons met ontzag. En al die hemellichamen bewegen zich voort door de ruimte, niet doelloos, maar volgens exacte natuurwetten (Jesaja 40:26). * Is het redelijk een dergelijke orde aan blind toeval toe te schrijven? Het is veelzeggend dat het heelal volgens veel wetenschappers een plotseling begin heeft gehad. Om de implicaties daarvan uit te leggen, schreef een hoogleraar: „Een heelal dat eeuwig heeft bestaan, strookt veel meer met een atheïstisch of agnostisch [standpunt]. Anderzijds schijnt een heelal dat een begin heeft gehad, om een eerste oorzaak te vragen, want wie zou zich zo’n gevolg kunnen indenken zonder een adequate oorzaak?”

9. Hoe spreekt Jehovah’s wijsheid uit de dierlijke schepping?

9 Ook op aarde zien we bewijzen voor God. De psalmist riep uit: „Hoe talrijk zijn uw werken, o Jehovah! Gij hebt ze alle in wijsheid gemaakt. De aarde is vol van uw voortbrengselen” (Psalm 104:24). Jehovah’s „voortbrengselen”, de dierlijke schepping inbegrepen, getuigen van zijn wijsheid. Zoals we aan het begin hebben opgemerkt, is het ontwerp van levensvormen van dien aard dat wetenschappers het vaak proberen na te bootsen. Sta eens stil bij nog een paar voorbeelden. Onderzoekers bestuderen geweien, met de bedoeling sterkere helmen te construeren; ze onderzoeken een soort vlieg die een scherp gehoor heeft, met het oog op de verbetering van gehoorapparaten; en ze bestuderen de vleugelveren van uilen, met het idee stealth-vliegtuigen te verbeteren. Maar hoeveel moeite de mens ook doet, hij kan de volmaakte originelen uit de natuur niet echt dupliceren. In het boek Biomimicry — Innovation Inspired by Nature wordt opgemerkt: „Levende wezens hebben alles gedaan wat wij willen doen, zonder overmatig veel fossiele brandstof te verbruiken, de planeet te verontreinigen of hun toekomst in gevaar te brengen.” Wat een wijsheid!

10. Waarom is het onlogisch het bestaan van een Groot Ontwerper te ontkennen? Illustreer dat.

10 Of we nu naar de hemel boven ons turen of de schepping hier op aarde bekijken, de bewijzen voor een Schepper zijn duidelijk (Jeremia 10:12). We moeten wel van ganser harte instemmen met de hemelse schepselen die uitroepen: „Gij, Jehovah, ja onze God, zijt waardig de heerlijkheid en de eer en de kracht te ontvangen, want gij hebt alle dingen geschapen” (Openbaring 4:11). Toch zien veel wetenschappers de bewijzen niet met ’de ogen van hun hart’, ook al staan ze versteld van het ontwerp in dingen die ze met hun letterlijke ogen zien (Efeziërs 1:18). We kunnen dat als volgt illustreren: de schoonheid en het ontwerp in de natuur bewonderen en het bestaan van een Groot Ontwerper ontkennen, is net zo onlogisch als een schitterend schilderij bewonderen en tegelijkertijd het bestaan ontkennen van de schilder die het blanco linnen heeft getransformeerd tot een meesterwerk. Het is dan ook geen wonder dat van mensen die weigeren in God te geloven, wordt gezegd dat ze „niet te verontschuldigen” zijn!

„Blinde gidsen” misleiden velen

11, 12. Op welke veronderstelling is de predestinatieleer gebaseerd, en waarom strekt die leer God niet tot heerlijkheid?

11 Veel godsdienstige mensen geloven oprecht dat hun vorm van aanbidding God tot heerlijkheid strekt (Romeinen 10:2, 3). Maar in feite is de godsdienst in het algemeen nog een element van de menselijke samenleving dat miljoenen mensen ervan heeft weerhouden God te verheerlijken. Hoe dan wel? Laten we eens twee manieren onder de loep nemen.

12 Ten eerste doen godsdiensten afbreuk aan Gods heerlijkheid door valse leerstellingen. Neem als voorbeeld de predestinatieleer. Die leerstelling is gebaseerd op de veronderstelling dat omdat God bij machte is de toekomst te kennen, hij van tevoren van alles de uitkomst moet weten. Predestinatie suggereert dus dat God lang geleden de toekomst — goed of slecht — van elk mens heeft voorbeschikt. Volgens die gedachte ligt de schuld voor al het lijden en kwaad in de huidige wereld bij God. Het strekt God beslist niet tot heerlijkheid als hij de schuld krijgt die juist gezocht moet worden bij zijn voornaamste Tegenstander, Satan, degene die in de bijbel „de heerser van de wereld” wordt genoemd! — Johannes 14:30; 1 Johannes 5:19.

13. Waarom is het dwaas te denken dat God zijn vermogen om de toekomst te kennen niet kan beheersen? Illustreer dat.

13 De predestinatie is een onschriftuurlijke, godslasterlijke leerstelling. Ze verwart wat hij kan doen met wat hij echt doet. Dat God vooraf van gebeurtenissen op de hoogte kan zijn, staat duidelijk in de bijbel vermeld (Jesaja 46:9, 10). Maar het is onlogisch te denken dat hij zijn vermogen om de toekomst te kennen niet kan beheersen of dat hij verantwoordelijk is voor elke uitkomst. Ter illustratie: Stel dat we lichamelijk sterk waren. Zouden we ons dan geneigd voelen elk zwaar voorwerp dat we zien op te tillen? Natuurlijk niet! Zo dwingt het vermogen de toekomst te kennen God evenmin alles van tevoren te weten of te beschikken. Hij gebruikt zijn voorkennis selectief en met oordeel des onderscheids. * Het is duidelijk dat valse leerstellingen, de predestinatie inbegrepen, God niet tot heerlijkheid strekken.

14. Op welke manier heeft de georganiseerde religie God oneer aangedaan?

14 Het gedrag van de aanhangers van de georganiseerde religie is een tweede manier waarop ze God oneer aandoet. Van christenen wordt verwacht dat ze zich aan de leer van Jezus houden. Jezus leerde zijn volgelingen onder andere ’elkaar lief te hebben’ en „geen deel van de wereld” te zijn (Johannes 15:12; 17:14-16). Hoe staat het met de geestelijken van de christenheid? Hebben ze zich werkelijk aan die leer gehouden?

15. (a) Welke reputatie hebben de geestelijken als het gaat om de oorlogen van de naties? (b) Welke uitwerking heeft het gedrag van de geestelijken op miljoenen mensen gehad?

15 Sta eens stil bij de reputatie van de geestelijken als het om oorlog gaat. Ze hebben veel oorlogen van de naties gesteund en vergoelijkt of er zelfs de leiding in genomen. Ze hebben de legers gezegend en het doden gerechtvaardigd. De vraag dringt zich op of het nooit bij die geestelijken is opgekomen dat hun ambtgenoten aan de kant van de vijand hetzelfde doen. (Zie het kader „Aan wiens kant staat God?”) De geestelijken verheerlijken God niet als ze beweren in bloedige oorlogen zijn steun te genieten, en ze verheerlijken hem evenmin als ze bijbelse maatstaven als ouderwets bestempelen en allerlei seksuele immoraliteit vergoelijken. Ze doen ons sterk denken aan de religieuze leiders die door Jezus „werkers der wetteloosheid” en „blinde gidsen” werden genoemd (Mattheüs 7:15-23; 15:14). Door het gedrag van de geestelijken is bij miljoenen mensen de liefde voor God verkoeld. — Mattheüs 24:12.

Wie verheerlijken God echt?

16. Waarom moeten we de bijbel opslaan om de vraag te beantwoorden wie God echt verheerlijken?

16 Als de prominenten en invloedrijken van de wereld over het algemeen in gebreke zijn gebleven God te verheerlijken, wie doen dat dan wel? Om die vraag te beantwoorden, moeten we de bijbel opslaan. Per slot van rekening heeft God het recht om te zeggen hoe hij verheerlijkt moet worden, en hij heeft de maatstaven in zijn Woord, de bijbel, laten vastleggen (Jesaja 42:8). Laten we drie manieren beschouwen om God te verheerlijken en telkens ingaan op de vraag wie dat in deze tijd echt doen.

17. Hoe gaf Jehovah zelf te kennen dat de verheerlijking van zijn naam een onontbeerlijk aspect van zijn wil is, en wie loven in deze tijd Gods naam overal op aarde?

17 Ten eerste kunnen we God verheerlijken door zijn naam te loven. Dat dit een onontbeerlijk aspect van Gods wil is, blijkt uit wat Jehovah tegen Jezus zei. Enkele dagen voordat Jezus stierf, bad hij: „Vader, verheerlijk uw naam.” Daarop antwoordde een stem: „Ik heb hem verheerlijkt en zal hem wederom verheerlijken” (Johannes 12:28). De spreker was ongetwijfeld Jehovah zelf. Uit zijn reactie blijkt duidelijk dat de verheerlijking van zijn naam belangrijk voor hem is. Wie verheerlijken Jehovah dan in deze tijd door zijn naam bekend te maken en die overal op aarde te loven? Jehovah’s Getuigen, en dat doen ze in 235 landen! — Psalm 86:11, 12.

18. Hoe kunnen we degenen die God met „waarheid” aanbidden identificeren, en welke groep mensen onderwijst al ruim een eeuw de bijbelse waarheid?

18 Ten tweede kunnen we God verheerlijken door de waarheid over hem te onderwijzen. Jezus zei dat ware aanbidders God ’met waarheid zouden aanbidden’ (Johannes 4:24). Hoe kunnen we degenen die God met „waarheid” aanbidden identificeren? Ze moeten leerstellingen verwerpen die niet op de bijbel gebaseerd zijn en die een verkeerde voorstelling van God en zijn wil geven. In plaats daarvan moeten ze de zuivere waarheden uit Gods Woord onderwijzen, zoals: Jehovah is de Allerhoogste God, en de heerlijkheid van die positie komt alleen hem toe (Psalm 83:18); Jezus is Gods Zoon en de aangestelde Heerser van Gods Messiaanse koninkrijk (1 Korinthiërs 15:27, 28); Gods koninkrijk zal Jehovah’s naam heiligen en zijn voornemen met de aarde en de mensen erop verwezenlijken (Mattheüs 6:9, 10); het goede nieuws over dat koninkrijk moet op heel de aarde gepredikt worden (Mattheüs 24:14). Al ruim een eeuw onderwijst slechts één groep mensen trouw die kostbare waarheden — Jehovah’s Getuigen!

19, 20. (a) Waarom kan het voortreffelijke gedrag van een christen God tot heerlijkheid strekken? (b) Welke vragen kunnen ons helpen vast te stellen wie in deze tijd God verheerlijken door hun voortreffelijke gedrag?

19 Ten derde kunnen we God verheerlijken door in harmonie met zijn maatstaven te leven. De apostel Petrus schreef: „Bewaart een voortreffelijk gedrag onder de natiën, opdat zij in datgene waarin zij ten nadele van u spreken als over boosdoeners, ten gevolge van uw voortreffelijke werken, waarvan zij ooggetuigen zijn, God mogen verheerlijken op zijn inspectiedag” (1 Petrus 2:12). Het gedrag van een christen straalt af op zijn geloof. Als waarnemers dat verband leggen — als ze zien dat het voortreffelijke gedrag van een christen een direct gevolg is van zijn geloof — strekt het God tot heerlijkheid.

20 Wie verheerlijken God in deze tijd door hun voortreffelijke gedrag? Nu, welke religieuze groepering is door veel regeringen geprezen omdat ze bestaat uit vredelievende burgers die zich aan de wet houden en hun belasting betalen? (Romeinen 13:1, 3, 6, 7) Welk volk staat wereldwijd bekend om de onderlinge eenheid — een eenheid die raciale, nationale en etnische verschillen overstijgt? (Psalm 133:1; Handelingen 10:34, 35) Van welke groep wordt wereldwijd erkend dat ze met haar bijbelonderwijs respect voor de wet, gezinswaarden en de bijbelse moraal bevordert? Er is maar één groepering waarvan het voortreffelijke gedrag op deze en andere terreinen boekdelen spreekt — Jehovah’s Getuigen!

Geven wij persoonlijk God heerlijkheid?

21. Waarom moeten we erbij stilstaan of wij persoonlijk Jehovah heerlijkheid geven?

21 Elk van ons doet er goed aan zich af te vragen: geef ik Jehovah heerlijkheid? Volgens Psalm 148 geeft het grootste deel van de schepping God heerlijkheid. De engelen, de stoffelijke hemelen, de aarde en de dierlijke schepping — allemaal loven ze Jehovah (vers 1-10). Wat triest dat de meeste mensen in deze tijd dat niet doen! Als we op een manier leven die God tot heerlijkheid strekt, zijn we in harmonie met de rest van de schepping die Jehovah looft (vers 11-13). Beter kunnen we ons leven niet gebruiken.

22. Op welke manieren worden we gezegend als we Jehovah verheerlijken, en wat moet ons vaste besluit zijn?

22 Geven we Jehovah heerlijkheid, dan worden we op veel manieren gezegend. Omdat we geloof oefenen in Christus’ loskoopoffer worden we met God verzoend en hebben we een vreedzame en lonende band met onze hemelse Vader (Romeinen 5:10). Daar we redenen zoeken om God heerlijkheid te geven, worden we positiever, dankbaarder (Jeremia 31:12). Bovendien kunnen we anderen helpen een gelukkig, voldoening schenkend leven te leiden en daardoor ook zelf gelukkiger worden (Handelingen 20:35). Laten wij tot degenen behoren die vastbesloten zijn God te verheerlijken — nu en voor eeuwig!

[Voetnoten]

^ ¶2 Het woord ’biomimetica’ komt van het Griekse biʹos, dat „leven” betekent, en mi·meʹsis, dat „nabootsing” betekent.

^ ¶8 Zie voor meer bijzonderheden over de manier waarop de stoffelijke hemelen Gods wijsheid en kracht weerspiegelen, de hoofdstukken 5 en 17 van het boek Nader dicht tot Jehovah, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

^ ¶13 Zie Inzicht in de Schrift, Deel 2, blz. 1186, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

Overzichtsvragen

• Waarom kunnen we zeggen dat de wetenschappelijke wereld in het algemeen mensen niet geholpen heeft God te verheerlijken?

• Op welke twee manieren heeft de georganiseerde religie mensen ervan weerhouden God heerlijkheid te geven?

• Op welke manieren kunnen we God verheerlijken?

• Waarom moeten we nagaan of wij persoonlijk Jehovah heerlijkheid geven?

[Studievragen]

[Kader op blz. 12]

„Aan wiens kant staat God?”

Een man die tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de Duitse luchtmacht was maar later een van Jehovah’s Getuigen werd, vertelt:

„Wat mij in die oorlogsjaren . . . hinderde, was de aanblik van geestelijken van praktisch alle geloofsrichtingen — katholiek, luthers, anglicaans, enzovoorts — die de vliegtuigen en hun bemanning zegenden voordat ze vertrokken op missies om hun dodelijke lading af te werpen. Vaak dacht ik: aan wiens kant staat God?

Duitse soldaten droegen een riem met een gesp waarin Gott mit uns gegrift stond, maar ik vroeg me af: waarom zou God niet met soldaten van de andere kant zijn die dezelfde godsdienst aanhangen en tot dezelfde God bidden?”

[Illustratie op blz. 10]

Overal op aarde geven Jehovah’s Getuigen echt heerlijkheid aan God