Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Aanvaarden wij Jehovah’s hulp?

Aanvaarden wij Jehovah’s hulp?

Aanvaarden wij Jehovah’s hulp?

„Jehovah is mijn helper; ik wil niet bevreesd zijn.” — HEBREEËN 13:6.

1, 2. Waarom is het belangrijk dat we Jehovah’s hulp en leiding in ons leven aanvaarden?

STEL dat je een tocht door de bergen maakt. Je bent niet alleen, want een gids heeft aangeboden je te vergezellen, en nog wel de beste gids die er is. Hij heeft veel meer ervaring en uithoudingsvermogen dan jij, maar hij blijft geduldig bij je in de buurt. Hij merkt dat je af en toe struikelt. Uit bezorgdheid voor je veiligheid steekt hij zijn hand uit om je over een bijzonder gevaarlijk gedeelte heen te helpen. Zou je zijn hulp weigeren? Natuurlijk niet! Je veiligheid staat op het spel.

2 Als christenen hebben we een moeilijk pad te gaan. Moeten we die smalle weg alleen bewandelen? (Mattheüs 7:14) Nee, de bijbel laat zien dat de beste Gids die we ooit zouden kunnen vinden, Jehovah God, mensen toestaat met hem te wandelen (Genesis 5:24; 6:9). Helpt Jehovah zijn dienstknechten bij het wandelen? Hij zegt: „Ik, Jehovah uw God, grijp uw rechterhand vast, die tot u zegt: ’Wees niet bevreesd. Ikzelf wil u helpen’” (Jesaja 41:13). Net als de gids in onze illustratie biedt Jehovah degenen die met hem willen wandelen vriendelijk zijn helpende hand en zijn vriendschap aan. Niemand van ons zou toch zeker zijn hulp willen weigeren?

3. Op welke vragen zullen we in de loop van deze bespreking ingaan?

3 In het voorgaande artikel hebben we vier manieren besproken waarop Jehovah zijn volk in oude tijden heeft geholpen. Helpt hij zijn volk in deze tijd op dezelfde manieren? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat we al zulke hulp aanvaarden? Laten we die vragen nu bespreken. Dan kunnen we er nog sterker van overtuigd raken dat Jehovah werkelijk onze Helper is. — Hebreeën 13:6.

Hulp van engelen

4. Waarom kunnen Gods hedendaagse dienstknechten rekenen op de steun van engelen?

4 Kunnen we zeggen dat engelen Jehovah’s hedendaagse dienstknechten helpen? Ja zeker. Het is waar dat ze tegenwoordig niet zichtbaar verschijnen om ware aanbidders uit gevaarlijke situaties te bevrijden. Ook in bijbelse tijden kwamen engelen maar zelden op die manier tussenbeide. Hun daden waren voor het merendeel onzichtbaar voor menselijke ogen, net als in onze tijd. Toch putten dienstknechten van God veel aanmoediging uit het besef dat de engelen aanwezig waren om hen te steunen (2 Koningen 6:14-17). We hebben alle reden om er ook zo over te denken.

5. Hoe laat de bijbel zien dat de engelen in deze tijd bij het predikingswerk betrokken zijn?

5 Jehovah’s engelen zijn bijzonder geïnteresseerd in een speciaal werk waarbij wij een rol spelen. Welk werk? Het antwoord vinden we in Openbaring 14:6: „Ik zag een andere engel in het midden van de hemel vliegen, en hij had eeuwig goed nieuws, om dat als blijde tijdingen bekend te maken aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie en stam en taal en elk volk.” Dat ’eeuwige goede nieuws’ houdt duidelijk verband met het „goede nieuws van het koninkrijk”, dat, zoals Jezus voorzei, voor het einde van dit samenstel van dingen „op de gehele bewoonde aarde [zal] worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën” (Mattheüs 24:14). Natuurlijk prediken de engelen niet rechtstreeks. Jezus heeft die gewichtige opdracht aan mensen gegeven (Mattheüs 28:19, 20). Is het niet aanmoedigend te weten dat we bij de vervulling van die opdracht geholpen worden door heilige engelen, wijze en machtige geestelijke schepselen?

6, 7. (a) Waaruit blijkt dat de engelen ons predikingswerk steunen? (b) Hoe kunnen we zeker zijn van de steun van Jehovah’s engelen?

6 Er zijn heel wat bewijzen dat engelen ons werk steunen. We horen bijvoorbeeld vaak dat Jehovah’s Getuigen tijdens hun prediking iemand tegenkomen die nog maar kort tevoren tot God had gebeden om hulp bij het vinden van de waarheid. Zulke ervaringen komen veel te vaak voor om ze als puur toeval af te doen. Als gevolg van die hulp van engelen leren steeds meer mensen te doen wat de „engel in het midden van de hemel” verkondigde: „Vreest God en geeft hem heerlijkheid.” — Openbaring 14:7.

7 Zouden wij graag de steun van Jehovah’s machtige engelen ontvangen? Dan moeten we ons uiterste best doen in onze bediening (1 Korinthiërs 15:58). Als we ons volledig voor deze speciale toewijzing van Jehovah inzetten, kunnen we op de hulp van zijn engelen rekenen.

Hulp van het hoofd van de engelen

8. Welke verheven positie bekleedt Jezus in de hemel, en waarom is dat geruststellend voor ons?

8 Jehovah biedt ons nog een andere vorm van hulp via een engel. Openbaring 10:1 beschrijft een ontzagwekkende „sterke engel” wiens ’aangezicht als de zon was’. De engel uit dit visioen beeldt kennelijk de verheerlijkte Jezus Christus in hemelse macht af (Openbaring 1:13, 16). Is Jezus echt een engel? In zekere zin wel, want hij is een aartsengel (1 Thessalonicenzen 4:16). Wat is een aartsengel? Dat woord betekent „overste der engelen” of „hoofdengel”. Jezus is de machtigste van al Gods geestenzonen. Jehovah heeft hem het bevel over al Zijn engelenlegers gegeven. Die aartsengel is beslist een krachtige bron van hulp. Op welke manieren?

9, 10. (a) Hoe dient Jezus als onze „helper” wanneer we zondigen? (b) Welke hulp kan Jezus’ voorbeeld ons bieden?

9 De bejaarde apostel Johannes schreef: „Mocht iemand . . . een zonde begaan, dan hebben wij een helper bij de Vader, Jezus Christus, een rechtvaardige” (1 Johannes 2:1). Waarom gaf Johannes te kennen dat Jezus in het bijzonder onze „helper” is als we „een zonde begaan”? Nu, we zondigen dagelijks en zonde leidt tot de dood (Prediker 7:20; Romeinen 6:23). Jezus heeft echter afstand gedaan van zijn leven als slachtoffer voor onze zonden. En hij bevindt zich bij onze barmhartige Vader om voor ons te pleiten. Die hulp hebben we allemaal nodig. Hoe kunnen we die aanvaarden? Door berouw te hebben van onze zonden en vergeving te zoeken op basis van Jezus’ offer. Ook moeten we die zonden niet opnieuw begaan.

10 Jezus is niet alleen voor ons gestorven, maar heeft ons ook het volmaakte voorbeeld gegeven (1 Petrus 2:21). Zijn voorbeeld dient ons tot richtsnoer, helpt ons een koers uit te zetten waardoor we ernstige zonden kunnen vermijden en Jehovah God kunnen behagen. Zijn we niet blij met die hulp? En Jezus beloofde zijn volgelingen dat er nog een helper zou komen.

De hulp van de heilige geest

11, 12. Wat is Jehovah’s geest, wat vermag hij, en waarom hebben we hem in deze tijd nodig?

11 Jezus beloofde: „Ik zal de Vader een verzoek doen en hij zal u een andere helper geven om voor altijd bij u te zijn, de geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen” (Johannes 14:16, 17). Deze „geest der waarheid” of heilige geest is geen persoon maar een kracht — Jehovah’s eigen werkzame kracht. Wat die vermag is onbegrensd. Het is de kracht die Jehovah gebruikte toen hij het heelal schiep, spectaculaire wonderen verrichtte en in visioenen zijn wil openbaarde. Jehovah gebruikt zijn geest nu niet op die specifieke manieren, maar wil dat zeggen dat we zijn geest niet nodig hebben?

12 Integendeel! In deze „kritieke tijden . . ., die moeilijk zijn door te komen”, hebben we Jehovah’s geest harder nodig dan ooit (2 Timotheüs 3:1). Die geest sterkt ons om onder beproevingen te volharden. Hij helpt ons prachtige eigenschappen aan te kweken die ons dichter tot Jehovah en onze broeders en zusters brengen (Galaten 5:22, 23). Hoe kunnen we dan voordeel trekken van die schitterende hulp van Jehovah?

13, 14. (a) Waarom kunnen we er zeker van zijn dat Jehovah graag zijn heilige geest aan zijn volk schenkt? (b) Hoe zouden we te kennen geven dat we de gave van de heilige geest niet echt aanvaarden?

13 Ten eerste moeten we om heilige geest bidden. Jezus zei: „Als gij . . ., ofschoon gij slecht zijt, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan de Vader in de hemel heilige geest geven aan wie hem erom vragen!” (Lukas 11:13) Jehovah is beslist de beste Vader die we ons kunnen voorstellen. Als we hem oprecht en in geloof om heilige geest vragen, is het ondenkbaar dat hij ons die gave zou weigeren. Waar het dus op aankomt is: vragen we erom? We hebben alle reden om dagelijks dat verzoek te doen in onze gebeden.

14 Ten tweede aanvaarden we die gave door in harmonie ermee te handelen. Ter illustratie: Stel dat een christen worstelt met de neiging naar pornografie te kijken. Hij heeft om heilige geest gebeden als hulp om weerstand te bieden aan die smerige gewoonte. Hij heeft christelijke ouderlingen om raad gevraagd en zij hebben hem aangeraden resoluut te werk te gaan en zelfs totaal uit de buurt te blijven van zulk verderfelijk materiaal (Mattheüs 5:29). Stel dat hij hun raad in de wind slaat en zich aan verdere verleiding blootstelt. Werkt hij dan in harmonie met zijn gebed om hulp van de heilige geest? Of loopt hij juist het risico Gods geest te bedroeven en die gave te verspelen? (Efeziërs 4:30) We moeten echt allemaal al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat we deze schitterende hulp van Jehovah blijven ontvangen.

Hulp uit Gods Woord

15. Hoe kunnen we laten zien dat we de bijbel niet als een gewoon boek beschouwen?

15 De bijbel is al eeuwenlang een bron van hulp voor Jehovah’s trouwe dienstknechten. In plaats van de Heilige Schrift als zomaar een boek te beschouwen, moeten we in gedachte houden wat een krachtige bron van hulp ze is. Die hulp aanvaarden gaat niet vanzelf. We moeten het lezen van de bijbel in onze vaste routine opnemen.

16, 17. (a) Hoe beschrijft Psalm 1:2, 3 de voordelen die het heeft Gods wet te lezen? (b) Hoe schildert Psalm 1:3 een beeld van hard werken?

16 In Psalm 1:2, 3 lezen we over de man die God behaagt: „Zijn lust is in de wet van Jehovah, en in diens wet leest hij dag en nacht met gedempte stem. En hij zal stellig worden als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn eigen vrucht geeft als het de juiste tijd ervoor is en waarvan het gebladerte niet verwelkt, en al wat hij doet, zal gelukken.” Waar gaat het in die passage om? We zouden bij het lezen van die woorden makkelijk kunnen concluderen dat ze slechts een fraai beeld van een vreedzaam tafereel schilderen — een schaduwrijke boom aan een rivier. Wat zou het heerlijk zijn om op zo’n plek een middagdutje te doen! Maar die psalm nodigt ons niet uit aan rust te denken. Hij schildert een heel ander beeld, een beeld van hard werken. Hoe dat zo?

17 Merk op dat de bewuste boom niet zomaar een schaduwrijke boom is die toevallig dicht bij een rivier staat. Het is een vruchtboom, opzettelijk op een goedgekozen plek „geplant”: „aan waterstromen”. Hoe kan een boom aan meer dan één stroom staan? In een boomgaard met vruchtbomen zou de eigenaar heel goed irrigatiegreppels kunnen graven om water naar de wortels van zijn waardevolle bomen te leiden. Dat verduidelijkt de zaak! Als wij in geestelijke zin net zo floreren als die boom, komt dat doordat er veel werk voor ons verzet is. We zijn verbonden met een organisatie die het zuivere waarheidswater helemaal naar ons toe leidt, maar we moeten wel ons deel doen. We moeten gebruik maken van dat kostbare water, het indrinken, door erover te mediteren en nazoekwerk te doen, twee dingen die nodig zijn om de waarheden uit Gods Woord in onze geest en ons hart te prenten. Op die manier zullen ook wij goede vruchten voortbrengen.

18. Wat is er nodig om bijbelse antwoorden op onze vragen te vinden?

18 We hebben niets aan de bijbel als die ongeopend op een plank ligt. De bijbel is ook geen amulet of talisman — alsof we onze ogen kunnen dichtdoen, onze bijbel op goed geluk kunnen openslaan en dan mogen verwachten het antwoord op onze vraag op de bladzijde voor ons te zien staan. Als we voor beslissingen staan, moeten we naar „de kennis van God” graven als gold het een verborgen schat (Spreuken 2:1-5). Vaak moet er ijverig en zorgvuldig nazoekwerk worden gedaan om schriftuurlijke raad te vinden die aan onze specifieke behoeften voldoet. We hebben veel op de bijbel gebaseerde publicaties om ons bij ons speurwerk te helpen. Als we die gebruiken om gretig te graven naar de juweeltjes van wijsheid in Gods Woord, maken we een goed gebruik van Jehovah’s hulp.

Hulp via geloofsgenoten

19. (a) Waarom kunnen artikelen in De Wachttoren en Ontwaakt! gezien worden als hulp die via geloofsgenoten geboden wordt? (b) Hoe zijn wijzelf geholpen door een bepaald artikel in een van onze tijdschriften?

19 Jehovah’s menselijke dienstknechten zijn altijd een bron van hulp voor elkaar geweest. Is Jehovah veranderd? Beslist niet. We herinneren ons ongetwijfeld allemaal wel gelegenheden waarbij we op het juiste moment van onze geloofsgenoten precies de hulp kregen die we nodig hadden. Herinneren we ons bijvoorbeeld een artikel in De Wachttoren of Ontwaakt! dat ons heeft getroost toen we daar behoefte aan hadden, of dat ons heeft geholpen een probleem op te lossen of een beproeving op ons geloof te doorstaan? Jehovah heeft ons die hulp geboden via „de getrouwe en beleidvolle slaaf”, die aangesteld is om voor ’voedsel te rechter tijd’ te zorgen. — Mattheüs 24:45-47.

20. Op welke manieren betonen ouderlingen zich „gaven in mensen”?

20 Vaak echter ontvangen we op een meer rechtstreekse manier hulp van geloofsgenoten. Een ouderling houdt een lezing die ons hart raakt, of hij brengt een herderlijk bezoek dat ons door een moeilijke tijd heen helpt, of hij geeft ons vriendelijk raad die ons helpt ons bewust te worden van een zwakheid en die te overwinnen. Een dankbare zuster schrijft over de hulp die een ouderling haar gaf: „In de velddienst nam hij de tijd om me aan het praten te krijgen. Net de avond ervoor had ik tot Jehovah gebeden en gevraagd om iemand om mee te praten. De volgende dag sprak die broeder op een hartelijke manier met me. Hij hielp me te beseffen hoe Jehovah me al jarenlang hielp. Ik ben Jehovah dankbaar dat hij die ouderling naar me toe heeft gestuurd.” Op al zulke manieren betonen ouderlingen zich „gaven in mensen”, die door Jehovah via Jezus Christus geschonken zijn om ons te helpen op de weg ten leven te volharden. — Efeziërs 4:8.

21, 22. (a) Wat is het resultaat als de leden van een gemeente de raad in Filippenzen 2:4 opvolgen? (b) Waarom zijn zelfs kleine blijken van vriendelijkheid belangrijk?

21 Niet alleen de ouderlingen maar alle getrouwe christenen willen zich houden aan het geïnspireerde gebod ’niet alleen uit persoonlijke belangstelling het oog te houden op hun eigen zaken, maar ook uit persoonlijke belangstelling op die van de anderen’ (Filippenzen 2:4). Als de leden van de christelijke gemeente die raad opvolgen, resulteert dat in hartverwarmende goede daden. Zo werd een gezin plotseling door een meervoudige tragedie getroffen. De vader had zijn dochtertje meegenomen naar de winkel, maar op de terugweg kregen ze een verkeersongeluk. Het dochtertje kwam om het leven en de vader raakte zwaargewond. Na zijn ontslag uit het ziekenhuis was hij er in het begin zo slecht aan toe dat hij totaal afhankelijk was. Maar zijn vrouw was emotioneel te zeer van streek om hem alleen te verzorgen. Daarom nam een echtpaar in de gemeente dit verdrietige echtpaar in huis en verzorgde hen een aantal weken.

22 Natuurlijk is er niet bij alle goede daden sprake van zo’n tragedie en zulke grote persoonlijke offers. Soms ontvangen we hulp op een veel kleinere schaal. Maar hoe klein de goede daad ook is, we hebben er veel waardering voor. Misschien kunnen we ons ook wel keren herinneren dat een vriendelijk woord of een attente daad van een broeder of zuster ons precies de hulp gaf die we nodig hadden. Jehovah zorgt vaak op zulke manieren voor ons. — Spreuken 17:17; 18:24.

23. Hoe denkt Jehovah erover als we proberen elkaar te helpen?

23 Zouden wij ons graag door Jehovah laten gebruiken om anderen te helpen? We kunnen dat voorrecht genieten. Jehovah waardeert zulke inspanningen van onze kant. We lezen in zijn Woord: „Hij die gunst betoont aan de geringe, leent aan Jehovah, en zijn bejegening zal Hij hem vergelden” (Spreuken 19:17). Het maakt ons heel gelukkig als we iets voor onze broeders en zusters kunnen doen (Handelingen 20:35). Personen die zich bewust afzonderen, missen de vreugde die het bieden van zulke hulp schenkt, en ook de aanmoediging die ervan uitgaat die hulp te ontvangen (Spreuken 18:1). Laten we daarom getrouw op christelijke vergaderingen blijven bijeenkomen zodat we elkaar kunnen aanmoedigen. — Hebreeën 10:24, 25.

24. Waarom hoeven we ons niet misdeeld te voelen omdat we geen getuige zijn van zulke spectaculaire wonderen als Jehovah in het verleden heeft verricht?

24 Is het niet heerlijk stil te staan bij al de manieren waarop Jehovah ons helpt? Hoewel we niet in een tijd leven waarin Jehovah spectaculaire wonderen verricht om zijn voornemens te verwezenlijken, hoeven we ons niet misdeeld te voelen. Wat er werkelijk toe doet, is dat Jehovah ons alle hulp geeft die we nodig hebben om getrouw te blijven. En als we met elkaar in geloof volharden, zullen we Jehovah’s spectaculairste en glorierijkste daden aller tijden meemaken! Laten we vastbesloten zijn Jehovah’s liefdevolle hulp te aanvaarden en er ten volle gebruik van te maken, zodat we kunnen instemmen met de woorden van onze tekst voor het jaar 2005: „Mijn hulp komt van Jehovah.” — Psalm 121:2.

Overzichtsvragen

Hoe voorziet Jehovah in de hulp die we in deze tijd nodig hebben

• via de engelen?

• via zijn heilige geest?

• via zijn geïnspireerde Woord?

• via geloofsgenoten?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 18]

Het is aanmoedigend te weten dat de engelen het predikingswerk steunen

[Illustratie op blz. 21]

Jehovah kan een van onze geloofsgenoten gebruiken om ons de troost te bieden die we nodig hebben