Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het bemachtigen van de „parel van grote waarde” in deze tijd

Het bemachtigen van de „parel van grote waarde” in deze tijd

Het bemachtigen van de „parel van grote waarde” in deze tijd

„Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis.” — MATTHEÜS 24:14.

1, 2. (a) Hoe dachten de joden in Jezus’ tijd over Gods koninkrijk? (b) Wat deed Jezus om hun het juiste begrip van het Koninkrijk bij te brengen, en met welke resultaten?

TOEN Jezus naar de aarde kwam, was het koninkrijk Gods een onderwerp waarin de joden buitengewoon geïnteresseerd waren (Mattheüs 3:1, 2; 4:23-25; Johannes 1:49). Maar aanvankelijk konden de meesten van hen de omvang en macht ervan niet helemaal bevatten; ze begrepen evenmin dat het een hemelse regering zou zijn (Johannes 3:1-5). Zelfs sommigen die volgelingen van Jezus werden, begrepen niet helemaal wat Gods koninkrijk is of wat ze moesten doen om ervoor in aanmerking te komen mederegeerders met Christus te worden. — Mattheüs 20:20-22; Lukas 19:11; Handelingen 1:6.

2 In de loop van de tijd leerde Jezus zijn discipelen geduldig heel wat dingen, waaronder de gelijkenis van de parel van grote waarde, die we in het voorgaande artikel hebben besproken. Daarmee wees hij hun erop hoe belangrijk het was zich in te spannen om het hemelse koninkrijk te verwerven (Mattheüs 6:33; 13:45, 46; Lukas 13:23, 24). Dat moet diepe indruk op hen gemaakt hebben, want ze werden al snel onvermoeibare en moedige verkondigers van het goede nieuws van het Koninkrijk tot in verre streken, een feit waarvan het boek Handelingen ruimschoots getuigt. — Handelingen 1:8; Kolossenzen 1:23.

3. Wat zei Jezus in verband met onze tijd over het Koninkrijk?

3 Hoe is het er nu mee? Aan miljoenen mensen worden de zegeningen van een aards paradijs onder het Koninkrijk voorgehouden. In zijn belangrijke profetie over „het besluit van het samenstel van dingen” verklaarde Jezus specifiek: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Mattheüs 24:3, 14; Markus 13:10). Hij legde ook uit dat die omvangrijke taak in weerwil van formidabele obstakels en problemen, vervolging zelfs, verricht moet worden. Maar hij gaf wel de verzekering: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden” (Mattheüs 24:9-13). Dat alles vergt de soort zelfopoffering en inzet waarvan de reizende koopman uit Jezus’ gelijkenis blijk gaf. Zijn er in deze tijd personen die met zo’n geloof en ijver het Koninkrijk nastreven?

De vreugde de waarheid te vinden

4. Welke uitwerking heeft de Koninkrijkswaarheid nu op mensen?

4 De koopman uit Jezus’ gelijkenis was in de wolken toen hij een „parel van grote waarde” gevonden bleek te hebben. Hij was zo blij dat hij alles deed wat in zijn vermogen lag om de parel te bemachtigen (Hebreeën 12:1). In deze tijd worden mensen ook zo aangetrokken en gemotiveerd door de waarheid over God en zijn koninkrijk. Dat doet ons denken aan de opmerkingen van broeder A. H. Macmillan, die over zijn persoonlijke speurtocht naar God en Zijn voornemen voor de mensheid schreef in het boek Faith on the March. Hij zei: „Nog steeds vinden jaarlijks duizenden mensen wat ik gevonden heb. En dat zijn mensen zoals u en ik, want ze komen uit alle rassen, rangen en standen en zijn van alle leeftijden en nationaliteiten. De waarheid kent geen aanzien des persoons. Ze trekt allerlei mensen aan.”

5. Welke prachtige resultaten laat het bericht over het dienstjaar 2004 zien?

5 Hoe waar die woorden zijn, blijkt uit het feit dat jaar in jaar uit honderdduizenden oprechte mensen er door het goede nieuws van Gods koninkrijk toe bewogen worden hun leven aan Jehovah op te dragen en zijn wil te doen. Het dienstjaar 2004, dat van september 2003 tot en met augustus 2004 liep, was daarop geen uitzondering. In die twaalf maanden symboliseerden 262.416 personen in het openbaar hun opdracht aan Jehovah door de waterdoop. Dat gebeurde in 235 landen, waar Jehovah’s Getuigen wekelijks 6.085.387 huisbijbelstudies leiden om mensen uit alle lagen van de bevolking en uit talrijke volken, stammen en talen te helpen de levengevende waarheid uit Gods Woord tot zich te nemen. — Openbaring 7:9.

6. Waaraan is de gestage toename in de loop van de jaren toe te schrijven?

6 Waardoor is dat alles mogelijk geweest? Het lijdt geen twijfel dat Jehovah deze mensen, die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezitten, tot zich trekt (Johannes 6:65; Handelingen 13:48). Maar laten we niet de onzelfzuchtige geest en onvermoeide inspanningen bagatelliseren van degenen die ijverig het Koninkrijk nastreven. Op 79-jarige leeftijd schreef broeder Macmillan: „Vanaf mijn eerste kennismaking met de beloften aan de zieke en stervende mensheid heeft mijn vertrouwen in wat die boodschap uit de bijbel heeft onthuld, niets aan kracht ingeboet. Onmiddellijk besloot ik meer te weten te komen over wat de bijbel leert, zodat ik in staat zou zijn anderen zoals ik te helpen die op zoek zijn naar kennis over de almachtige God, Jehovah, en zijn goede voornemens met de mensheid.”

7. Welke ervaring is typerend voor de vreugde en het enthousiasme van degenen die de bijbelse waarheid vinden?

7 Die geestdrift valt ook in deze tijd onder Jehovah’s dienstknechten waar te nemen. Neem bijvoorbeeld Daniela uit Wenen. Ze vertelde: „Sinds mijn kinderjaren is God mijn allerbeste vriend. Ik wilde altijd weten wat zijn naam was omdat ’God’ voor mij te onpersoonlijk was. Maar ik moest wachten tot mijn zeventiende, toen Jehovah’s Getuigen bij me aan de deur kwamen. Ze legden alles uit wat ik over God wilde weten. Eindelijk had ik de waarheid gevonden, en wat was die schitterend! Ik was zo enthousiast dat ik tegen iedereen begon te prediken.” Door die aanpak haalde ze zich al snel de spot van haar medeleerlingen op de hals. „Maar voor mij was het of ik bijbelprofetieën in vervulling zag gaan,” vervolgde Daniela, „want ik had geleerd dat Jezus gezegd had dat zijn volgelingen om zijns naams wil gehaat en vervolgd zouden worden. Ik was zo blij en verrast.” Kort daarna droeg Daniela haar leven aan Jehovah op, werd gedoopt en begon naar de zendingsdienst te streven. Na haar trouwen ging Daniela, samen met haar man, Helmut, onder de Afrikaanse, Chinese, Filippijnse en Indiase inwoners van Wenen prediken. Daniela en Helmut dienen nu als zendelingen in het zuidwesten van Afrika.

Ze geven het niet op

8. Wat is één voldoening schenkende manier waarop velen hun liefde voor God en hun loyaliteit aan zijn koninkrijk hebben getoond?

8 De zendingsdienst is beslist een van de manieren waarop Jehovah’s volk nu van liefde voor God en loyaliteit aan zijn koninkrijk blijk geeft. Net als de koopman in Jezus’ gelijkenis zijn degenen die in de zendingsdienst gaan bereid naar verre streken te reizen ter wille van het Koninkrijk. Uiteraard gaan die zendelingen niet op reis om het goede nieuws van het Koninkrijk te vinden; ze brengen het naar mensen die in afgelegen delen van de aarde wonen, onderwijzen hen en helpen hen discipelen van Jezus Christus te worden (Mattheüs 28:19, 20). In veel gebieden hebben ze met bijzonder grote moeilijkheden te kampen. Maar hun volharding wordt rijk beloond.

9, 10. Welke opwindende ervaringen maken zendelingen in verre landen als de Centraal-Afrikaanse Republiek mee?

9 Neem bijvoorbeeld de Centraal-Afrikaanse Republiek, waar vorig jaar het aantal aanwezigen bij de Gedachtenisviering van Christus’ dood 16.184 bedroeg, zo’n zevenmaal het aantal Koninkrijksverkondigers in dat land. Omdat er in veel delen van dat land geen elektriciteit is, verrichten de mensen hun dagelijkse bezigheden meestal buiten in de schaduw van een boom. Het is dus vanzelfsprekend dat de zendelingen hun werk op dezelfde manier doen: ze leiden hun bijbelstudies buiten onder een schaduwrijke boom. Het is buiten niet alleen lichter en koeler, maar het heeft nog een voordeel. De bevolking heeft veel liefde voor de bijbel en men praat er net zo makkelijk over godsdienstige onderwerpen als men in andere culturen over sport of het weer praat. Vaak zien voorbijgangers wat er gebeurt en gaan ze gewoon aan de studie meedoen.

10 Toen een zendeling buiten een bijbelstudie zat te leiden, kwam een jonge man die aan de overkant woonde dan ook naar hem toe met de mededeling dat hij niet bezocht was; de zendeling moest ook met hem de bijbel komen bestuderen. Uiteraard voldeed de zendeling graag aan dat verzoek, en de jonge man maakt snelle vorderingen. In dat land houdt de politie de Getuigen onderweg vaak aan, niet om hun een sommering of een boete te geven, maar om hun om de nieuwste uitgaven van De Wachttoren en Ontwaakt! te vragen of hen te bedanken voor een artikel waarvan ze bijzonder genoten hebben.

11. Hoe denken ervaren zendelingen ondanks de problemen die ze hebben meegemaakt over hun dienst?

11 Veel van degenen die veertig of vijftig jaar geleden in de zendingsdienst begonnen zijn, dienen nog steeds trouw in het veld. Wat een voorbeeld van geloof en volharding voor ons allemaal! Zo heeft een echtpaar de afgelopen 42 jaar samen in drie verschillende landen in de zendingsdienst gestaan. De man zegt: „Het is niet probleemloos gegaan. We hebben bijvoorbeeld 35 jaar met malaria te kampen gehad. Toch hebben we nooit spijt gehad van ons besluit zendeling te worden.” Zijn vrouw voegt eraan toe: „Er is altijd zo veel geweest om dankbaar voor te zijn. De velddienst is een bron van vreugde en het is makkelijk om bijbelstudies te beginnen. Als je de studies naar de vergaderingen ziet komen en ze elkaar leren kennen, is het iedere keer net een familiebijeenkomst.”

Ze ’beschouwen alle dingen als verlies’

12. Hoe laat iemand merken dat hij werkelijk veel waarde aan het Koninkrijk hecht?

12 Toen de reizende koopman een parel van grote waarde vond, „ging hij heen en verkocht dadelijk al wat hij had en kocht ze” (Mattheüs 13:46). Die bereidheid om afstand te doen van dingen waaraan men waarde hecht, is kenmerkend voor degenen die echt beseffen hoe waardevol het Koninkrijk is. De apostel Paulus was iemand die het vooruitzicht had met Christus in Koninkrijksheerlijkheid te delen. Hij zei in dat verband: „Ik beschouw alle dingen ook werkelijk als verlies wegens de uitnemende waarde van de kennis van Christus Jezus, mijn Heer. Om zijnentwil heb ik het verlies van alle dingen aanvaard en ik beschouw ze als een hoop vuil, opdat ik Christus moge winnen.” — Filippenzen 3:8.

13. Hoe toonde iemand in Tsjechië zijn liefde voor het Koninkrijk?

13 Zo zijn ook nu velen bereid grote veranderingen in hun leven aan te brengen om de zegeningen van het Koninkrijk te verwerven. Het zestigjarige hoofd van een school in Tsjechië bijvoorbeeld kreeg in oktober 2003 het bijbelstudiehulpmiddel Kennis die tot eeuwig leven leidt in handen. Na het gelezen te hebben, nam hij onmiddellijk contact op met Jehovah’s Getuigen in zijn omgeving en vroeg om een bijbelstudie. Hij maakte goede geestelijke vorderingen en begon al gauw alle vergaderingen bij te wonen. Maar hoe moest het nu met zijn plannen om zich verkiesbaar te stellen als burgemeester, en later als parlementslid? Hij zag af van een politieke wedloop en richtte zich nu op de wedloop om het leven, als Koninkrijksverkondiger. Hij zei: „Ik heb heel wat bijbelse lectuur onder mijn leerlingen kunnen verspreiden.” Op een congres in juli 2004 symboliseerde hij zijn opdracht aan Jehovah door de waterdoop.

14. (a) Waartoe heeft het goede nieuws van het Koninkrijk miljoenen mensen bewogen? (b) Welke ernstig stemmende vragen kan ieder van ons zich stellen?

14 Miljoenen anderen overal ter wereld hebben op zo’n zelfde manier op het goede nieuws van het Koninkrijk gereageerd. Ze zijn uit de goddeloze wereld gekomen, hebben hun oude persoonlijkheid afgelegd en vroegere contacten verbroken, en streven nu geen wereldse doelen meer na (Johannes 15:19; Efeziërs 4:22-24; Jakobus 4:4; 1 Johannes 2:15-17). Waarom doen ze dat alles? Omdat ze de zegeningen van Gods koninkrijk van veel grotere waarde achten dan alles wat het huidige samenstel van dingen te bieden heeft. Denken wij net zo over het goede nieuws van het Koninkrijk? Motiveert het ons om de nodige veranderingen aan te brengen, zodat onze leefstijl, onze normen en waarden en onze doelen in harmonie zijn met Jehovah’s vereisten? Dat zal ons rijke zegeningen brengen, nu en in de toekomst.

De oogst bereikt zijn hoogtepunt

15. Wat zou Gods volk volgens de profetieën in de laatste dagen doen?

15 De psalmist schreef: „Uw volk zal zich gewillig aanbieden op de dag van uw strijdkracht.” Tot degenen die zich aangeboden hebben, behoren het „gezelschap van jonge mannen net als dauwdruppels” en „een groot leger” van „vrouwen die het goede nieuws vertellen” (Psalm 68:11; 110:3). Wat is het resultaat geweest van de ijver en de opofferingen van de kant van Jehovah’s volk, mannen en vrouwen, jong en oud, in deze laatste dagen?

16. Geef een voorbeeld van de manier waarop Gods dienstknechten zich inzetten om anderen op de hoogte te brengen van het Koninkrijk.

16 Een pionierster of volletijdpredikster van het Koninkrijk in India vroeg zich af hoe de ruim twee miljoen doven in dat land op de hoogte gebracht zouden kunnen worden van het Koninkrijk (Jesaja 35:5). Ze besloot zich op een instituut te laten inschrijven om gebarentaal te leren. Daar kon ze de Koninkrijkshoop met veel doven delen en er werden bijbelstudiegroepjes gevormd. Binnen enkele weken begonnen ruim tien personen naar de vergaderingen in de Koninkrijkszaal te gaan. Later ontmoette de pionierster op een huwelijksreceptie een jonge dove man uit Calcutta die veel vragen had en er zeer in geïnteresseerd bleek te zijn meer over Jehovah te weten te komen. Er was echter een probleem. De jonge man moest naar Calcutta terug — een afstand van zo’n 1600 kilometer — om een opleiding te volgen, en daar waren geen Getuigen die gebarentaal kenden. Met veel moeite lukte het hem zijn vader over te halen hem in plaats daarvan in Bangalore te laten studeren, zodat hij zijn bijbelstudie kon voortzetten. Hij maakte fijne geestelijke vorderingen en droeg ongeveer een jaar later zijn leven aan Jehovah op. Op zijn beurt bestudeerde hij de bijbel met een aantal doven, onder wie een jeugdvriend. Het bijkantoor in India treft nu regelingen dat pioniers gebarentaal leren om in dat veld te helpen.

17. Vertel wat je bijzonder aanmoedigend vindt aan het bericht over het dienstjaar 2004 op de bladzijden 19 tot en met 22.

17 Op de bladzijden 19 tot en met 22 van dit tijdschrift staat het wereldbericht over de velddienstactiviteit van Jehovah’s Getuigen in het dienstjaar 2004. Neem wat tijd om het te bestuderen en zie zelf de bewijzen dat Jehovah’s volk nu overal op aarde intens moeite doet om de „parel van grote waarde” te bemachtigen.

’Blijf eerst het koninkrijk zoeken’

18. Welke informatie verschafte Jezus niet in de gelijkenis van de reizende koopman, en waarom niet?

18 Om nogmaals op Jezus’ gelijkenis van de reizende koopman terug te komen: het valt ons op dat Jezus niets zei over de manier waarop de koopman in zijn levensonderhoud zou voorzien nadat hij alles wat hij bezat, verkocht had. Het zou heel reëel zijn als sommigen zich afvroegen: Hoe zou de koopman aan voedsel, kleding en onderdak komen nu hij niets had om op terug te vallen? Wat zou hij aan die kostbare parel hebben? Vleselijk gezien zouden dat redelijke vragen zijn. Maar had Jezus zijn discipelen niet dringend aangeraden: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd”? (Mattheüs 6:31-33) Het hoofdpunt van de gelijkenis is de noodzaak om van onverdeelde toewijding aan God en ijver voor het Koninkrijk blijk te geven. Zit daar voor ons een les in?

19. Wat is de voornaamste les die we uit Jezus’ gelijkenis van de parel van grote waarde kunnen leren?

19 Of we nu het schitterende goede nieuws pas gehoord hebben of al tientallen jaren het Koninkrijk nastreven en anderen vertellen over de zegeningen ervan, we moeten het Koninkrijk tot het middelpunt van onze belangstelling en aandacht blijven maken. We leven in moeilijke tijden, maar we hebben deugdelijke redenen om te geloven dat hetgeen we nastreven reëel en ongeëvenaard is — zoals de parel die de koopman vond. De wereldgebeurtenissen en vervulde bijbelprofetieën verschaffen overtuigende bewijzen dat we in „het besluit van het samenstel van dingen” leven (Mattheüs 24:3). Laten we net als de reizende koopman van onverdeelde ijver voor Gods koninkrijk blijk geven en ons verheugen in het voorrecht het goede nieuws te verkondigen. — Psalm 9:1, 2.

Weten we het nog?

• Wat heeft in de loop van de jaren bijgedragen tot de toename onder ware aanbidders?

• Welke geest wordt waargenomen onder degenen die als zendeling dienen?

• Welke veranderingen hebben mensen wegens het goede nieuws van het Koninkrijk aangebracht?

• Welke waardevolle les kunnen we uit Jezus’ gelijkenis van de parel van grote waarde leren?

[Studievragen]

[Tabel op blz. 19-22]

BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 2004 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE HELE WERELD

(Zie ingebonden jaargang)

[Illustratie op blz. 14]

„De waarheid . . . trekt allerlei mensen aan.” — A. H. Macmillan

[Illustratie op blz. 15]

Daniela en Helmut predikten in het anderstalige veld in Wenen

[Illustraties op blz. 16, 17]

Net als de reizende koopman worden zendelingen nu rijk gezegend

[Illustratie op blz. 17]

„Uw volk zal zich gewillig aanbieden”