Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jehovah doet altijd wat juist is

Jehovah doet altijd wat juist is

Jehovah doet altijd wat juist is

„Jehovah is rechtvaardig in al zijn wegen.” — PSALM 145:17.

1. Hoe reageren we als iemand ons verkeerd beoordeelt, en welke les kunnen we uit zo’n ervaring leren?

HET is ons misschien weleens overkomen dat iemand ons verkeerd beoordeelde, een vraagteken zette bij onze daden of motieven bijvoorbeeld, en dat zonder alle feiten te kennen. Als dat zo is, hebben we ons waarschijnlijk gekwetst gevoeld, en dat is begrijpelijk. We kunnen daar een belangrijke les uit leren, namelijk dat het verstandig is geen overhaaste conclusies te trekken als we niet over alle gegevens beschikken.

2, 3. Hoe reageren sommigen op bijbelverslagen die niet voldoende bijzonderheden bevatten om elke vraag te beantwoorden, maar wat vertelt de bijbel ons over Jehovah?

2 We doen er goed aan die les in gedachte te houden als het erom gaat conclusies over Jehovah God te trekken. Hoe dat zo? Nu, er zijn bepaalde bijbelverslagen die in eerste instantie onbegrijpelijk kunnen lijken. Het kan zijn dat die verslagen — misschien over de daden van sommigen van Gods aanbidders of over Gods oordeelsvoltrekkingen uit het verleden — niet voldoende bijzonderheden bevatten om al onze vragen te beantwoorden. Sommige mensen nemen helaas aanstoot aan zulke verslagen en vragen zich zelfs af of God wel rechtvaardig en billijk is. Toch lezen we in de bijbel dat ’Jehovah rechtvaardig is in al zijn wegen’ (Psalm 145:17). Zijn Woord verzekert ons ook dat hij ’niet wetteloos handelt’ (Job 34:12; Psalm 37:28). Hoe moet hij zich dan wel voelen als anderen tot verkeerde conclusies over hem komen!

3 Laten we vijf redenen bekijken waarom we Jehovah’s oordelen moeten accepteren. Daarna zullen we, met die redenen in gedachten, twee bijbelverslagen onder de loep nemen die sommigen misschien moeilijk te begrijpen vinden.

Waarom moeten we Jehovah’s oordelen accepteren?

4. Waarom moeten we bescheiden zijn als we Gods daden beschouwen? Illustreer dat.

4 Ten eerste moeten we, omdat Jehovah alle betrokken feiten kent en wij niet, bescheiden zijn als we Gods daden beschouwen. Ter illustratie: Stel dat een rechter die erom bekendstaat onpartijdige uitspraken te doen, in een rechtszaak vonnis heeft gewezen. Wat zouden we dan denken van iemand die zonder alle feiten te kennen of de betrokken wetten echt te begrijpen, kritiek zou hebben op de uitspraak van de rechter? Het zou dwaas zijn als iemand een oordeel over een zaak zou vellen zonder volledig geïnformeerd te zijn (Spreuken 18:13). Zou het niet nog veel dwazer zijn als gewone mensen kritiek zouden hebben op „de Rechter van de gehele aarde”? — Genesis 18:25.

5. Wat mogen we niet vergeten bij het lezen van bijbelverslagen over de voltrekking van Gods oordelen aan bepaalde personen?

5 Een tweede reden om Gods oordelen te accepteren, is dat God, in tegenstelling tot mensen, harten kan lezen (1 Samuël 16:7). In zijn Woord staat: „Ik, Jehovah, doorvors het hart, onderzoek de nieren, ja, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht van zijn handelingen” (Jeremia 17:10). Laten we bij het lezen van bijbelverslagen over Gods oordeelsvoltrekkingen aan bepaalde personen dus niet vergeten dat hij, omdat zijn ogen alles zien, verborgen gedachten, motieven en bedoelingen in aanmerking heeft genomen die niet in zijn Woord opgetekend staan. — 1 Kronieken 28:9.

6, 7. (a) Hoe heeft Jehovah getoond dat hij zich zelfs als er grote persoonlijke offers mee gemoeid zijn, aan zijn rechtvaardige maatstaven houdt? (b) Wat moeten we bedenken als we iets in de bijbel lezen waarbij we ons afvragen of God wel rechtvaardig of billijk gehandeld heeft?

6 Een derde reden om Jehovah’s oordelen te accepteren, is dat hij zich aan zijn rechtvaardige maatstaven houdt, zelfs als daar grote persoonlijke offers mee gemoeid zijn. Een voorbeeld: Toen Jehovah zijn Zoon als losprijs gaf om de gehoorzame mensheid te bevrijden van zonde en dood, voldeed hij daarmee aan zijn rechtvaardige maatstaven (Romeinen 5:18, 19). Toch moet het Jehovah de grootst mogelijke pijn hebben gedaan toen hij zijn geliefde Zoon aan een martelpaal zag lijden en sterven. Wat vertelt dat ons over God? Aangaande „de losprijs die door Christus Jezus is betaald”, zegt de bijbel: „Dit heeft [God] gedaan om zijn eigen rechtvaardigheid tentoon te spreiden” (Romeinen 3:24-26). Een andere vertaling van Romeinen 3:25 luidt: „Daaruit bleek dat God altijd doet wat juist en billijk is” (New Century Version). Dat Jehovah zo ver heeft willen gaan om in de losprijs te voorzien, bewijst inderdaad dat hij het grootste respect heeft voor „wat juist en billijk is”.

7 Als we dus iets in de bijbel lezen wat bij sommigen de vraag oproept of God wel rechtvaardig of billijk gehandeld heeft, moeten we het volgende bedenken: Omdat Jehovah loyaal is aan zijn rechtvaardige maatstaven, heeft hij zijn eigen Zoon niet voor een pijnlijke dood gespaard. Zou hij die maatstaven in andere kwesties geweld aandoen? De waarheid is, dat Jehovah zijn rechtvaardige maatstaven nooit geweld aandoet. We hebben dus alle reden om ervan overtuigd te zijn dat hij altijd doet wat juist en billijk is. — Job 37:23.

8. Waarom zou het onlogisch zijn als mensen zouden denken dat het Jehovah op de een of andere manier aan rechtvaardigheid zou kunnen ontbreken?

8 Hier volgt een vierde reden waarom we Jehovah’s oordelen moeten accepteren: Jehovah heeft de mens naar Zijn beeld gemaakt (Genesis 1:27). Mensen zijn dus begiftigd met eigenschappen zoals die van God, met inbegrip van rechtvaardigheidsgevoel. Het zou onlogisch zijn als ons rechtvaardigheidsgevoel ons op het idee zou brengen dat het Jehovah aan diezelfde eigenschap zou kunnen ontbreken. Als een bepaald bijbelverslag ons dwarszit, moeten we bedenken dat door onze overgeërfde zonde ons rechtvaardigheidsgevoel onvolmaakt is. Jehovah God, naar wiens beeld we gemaakt zijn, is volmaakt in rechtvaardigheid (Deuteronomium 32:4). Het zou absurd zijn te denken dat mensen rechtvaardiger kunnen zijn dan God! — Romeinen 3:4, 5; 9:14.

9, 10. Waarom is Jehovah niet verplicht zijn daden aan mensen uit te leggen of zich ervoor te verantwoorden?

9 Een vijfde reden om Jehovah’s oordelen te accepteren, is dat hij „de Allerhoogste . . . over heel de aarde” is (Psalm 83:18). Als zodanig is hij niet verplicht zijn daden aan mensen uit te leggen of zich ervoor te verantwoorden. Hij is de Grote Pottenbakker en wij zijn als leem dat gevormd is tot vaten waarmee hij kan doen wat hem belieft (Romeinen 9:19-21). Wie zijn wij — het aardewerken product van zijn handen — dat we een vraagteken zouden zetten bij zijn beslissingen of daden? Toen de patriarch Job Gods bemoeienissen met de mensheid verkeerd begreep, corrigeerde Jehovah hem door te vragen: „Wilt gij werkelijk mijn gerechtigheid krachteloos maken? Wilt gij mij schuldig verklaren opdat gij gelijk moogt hebben?” Toen Job later besefte dat hij verstandeloos gesproken had, toonde hij berouw (Job 40:8; 42:6). Laten we nooit de fout maken kritiek op God te hebben!

10 Het is duidelijk dat we deugdelijke redenen hebben om te geloven dat Jehovah altijd doet wat juist is. Laten we met dit als basis om Jehovah’s wegen te begrijpen, twee bijbelverslagen onder de loep nemen die sommigen onbegrijpelijk vinden. Bij het eerste gaat het om wat een aanbidder van God deed en bij het tweede om een oordeelsvoltrekking door God zelf.

Waarom bood Lot zijn dochters aan een woedende menigte aan?

11, 12. (a) Vertel wat er gebeurde toen God twee gematerialiseerde engelen naar Sodom zond. (b) Welke vragen heeft dit verslag bij sommigen opgeroepen?

11 In Genesis hoofdstuk 19 vinden we het verslag van wat er gebeurde toen God twee gematerialiseerde engelen naar Sodom zond. Lot stond erop dat de bezoekers hun intrek namen in zijn huis. Maar die avond omringde een menigte mannen uit de stad het huis en eiste dat de bezoekers naar buiten werden gebracht, omdat ze immorele bedoelingen met hen hadden. Lot probeerde met de menigte te redeneren, maar tevergeefs. In een poging zijn gasten te beschermen, zei Lot: „Alstublieft, mijn broeders, handelt niet slecht. Alstublieft, ziet, ik heb twee dochters, die nog nooit gemeenschap met een man hebben gehad. Laat mij hen alstublieft naar buiten tot u brengen. Doet vervolgens met hen wat goed is in uw ogen. Doet deze mannen alleen niets, want juist daarom zijn zij onder de schaduw van mijn dak gekomen.” De menigte weigerde te luisteren en wilde de deur openbreken. Ten slotte sloegen de bezoekende engelen de razende menigte met blindheid. — Genesis 19:1-11.

12 Het is begrijpelijk dat dit verslag bij sommigen vragen heeft opgeroepen als: ’Hoe kwam Lot erbij zijn gasten te willen beschermen door zijn dochters aan een wellustige menigte aan te bieden? Was dat niet verkeerd, laf zelfs?’ Waarom zou God, gezien dit verslag, Petrus ertoe inspireren Lot een „rechtvaardige man” te noemen? Had Lots handelwijze Gods goedkeuring? (2 Petrus 2:7, 8) Laten we, om niet de verkeerde conclusie te trekken, de kwestie eens beredeneren.

13, 14. (a) Wat moeten we vaststellen bij het bijbelverslag over Lots handelwijze? (b) Waaruit blijkt dat Lot niet laf was?

13 Om te beginnen moeten we vaststellen dat de bijbel Lots handelwijze niet goedkeurt noch afkeurt maar gewoon een verslag geeft van wat er gebeurde. De bijbel vertelt ons evenmin wat Lot dacht of wat hem tot zijn handelwijze dreef. Wanneer hij terugkomt in de ’opstanding van de rechtvaardigen’ zal hij misschien de details onthullen. — Handelingen 24:15.

14 Lot was zeker geen lafaard. Hij verkeerde in een moeilijke situatie. Met de uitdrukking dat de bezoekers ’onder de schaduw van zijn dak gekomen waren’, gaf Lot te kennen dat hij zich verplicht voelde hun bescherming en een toevlucht te bieden. Maar dat zou niet meevallen. De joodse geschiedschrijver Josephus bericht over de Sodomieten: „Ze namen een arrogante houding aan tegenover de mensen en tegenover God toonden ze geen eerbied. . . . Ze stelden zich vijandig op tegenover vreemdelingen.” Toch deinsde Lot niet voor de boosaardige menigte terug. Integendeel, hij ging naar buiten en redeneerde met de woedende mannen. Hij deed zelfs de deur achter zich dicht. — Genesis 19:6.

15. Waarom kunnen we zeggen dat Lot heel goed in geloof gehandeld kan hebben?

15 Toch zullen sommigen zich afvragen hoe Lot erbij kwam om zijn dochters aan de menigte aan te bieden. Laten we, in plaats van ervan uit te gaan dat zijn motieven niet deugden, wat mogelijkheden overwegen. In de eerste plaats kan Lot heel goed in geloof hebben gehandeld. Hoe dat zo? Lot wist ongetwijfeld hoe Jehovah Sara, de vrouw van Abraham, Lots oom, had beschermd. Bedenk dat Abraham Sara, omdat ze bijzonder knap was, had gevraagd te zeggen dat hij haar broer was, om te voorkomen dat anderen hem zouden doden om haar tot vrouw te nemen. * Naderhand werd Sara naar het huis van Farao gehaald. Maar Jehovah kwam tussenbeide en verhinderde dat Farao Sara onteerde (Genesis 12:11-20). Mogelijk vertrouwde Lot erop dat ook zijn dochters die bescherming konden ontvangen. Het is veelzeggend dat Jehovah inderdaad via zijn engelen ingreep en dat de jonge vrouwen niets overkwam.

16, 17. (a) Op basis waarvan kan Lot geprobeerd hebben de mannen van Sodom te schokken of in verwarring te brengen? (b) Waarvan kunnen we zeker zijn, wat Lots redenatie ook geweest mag zijn?

16 Er is nog een andere mogelijkheid. Misschien heeft Lot de mannen willen schokken of in verwarring willen brengen. Hij kan geloofd hebben dat zijn dochters niet aantrekkelijk waren voor de menigte gezien de homoseksuele lusten van de Sodomieten (Judas 7). Bovendien waren de jonge vrouwen verloofd met mannen uit de stad en dus hadden er zich heel goed familieleden, vrienden of zakenrelaties van zijn aanstaande schoonzoons onder de menigte kunnen bevinden (Genesis 19:14). Misschien heeft Lot gehoopt dat sommige mannen in de menigte zich vanwege die banden als verdedigers van zijn dochters zouden opwerpen. Een verdeelde menigte zou lang niet zo gevaarlijk zijn. *

17 Wat Lots redenatie en motieven ook geweest mogen zijn, van één ding kunnen we zeker zijn: omdat Jehovah altijd doet wat juist is, moet hij een goede reden hebben gehad om Lot als een „rechtvaardige man” te beschouwen. En kan er, te oordelen naar wat de uitzinnige menigte Sodomieten deed, enige twijfel over bestaan dat Jehovah het volste recht had om het oordeel aan de inwoners van die goddeloze stad te voltrekken? — Genesis 19:23-25.

Waarom heeft Jehovah Uzza gedood?

18. (a) Wat gebeurde er toen David de Ark naar Jeruzalem wilde brengen? (b) Welke vraag roept dit verslag op?

18 Een ander verslag dat sommigen onbegrijpelijk kan toeschijnen, gaat over Davids poging om de ark van het verbond naar Jeruzalem te brengen. De Ark werd op een wagen gezet, die begeleid werd door Uzza en diens broer. De bijbel vermeldt: „Zij kwamen geleidelijk tot aan de dorsvloer van Nachon, en Uzza stak nu zijn hand uit naar de ark van de ware God en greep haar vast, want de runderen veroorzaakten bijna een kanteling. Daarop ontbrandde Jehovah’s toorn tegen Uzza en de ware God sloeg hem aldaar neer wegens de oneerbiedige daad, zodat hij daar dicht bij de ark van de ware God stierf.” Enkele maanden later slaagde een tweede poging wel, toen de Ark op de door God voorgeschreven manier werd vervoerd, gedragen op de schouders van Kehathitische levieten (2 Samuël 6:6, 7; Numeri 4:15; 7:9; 1 Kronieken 15:1-14). Sommigen zullen zich afvragen: ’Waarom heeft Jehovah zo fel gereageerd? Uzza probeerde alleen maar de Ark te beschermen.’ Om niet tot een verkeerde conclusie te komen, doen we er goed aan enkele nuttige bijzonderheden in aanmerking te nemen.

19. Waarom kan Jehovah onmogelijk onrechtvaardig handelen?

19 We moeten in gedachte houden dat Jehovah onmogelijk onrechtvaardig kan handelen (Job 34:10). Het zou liefdeloos zijn als hij dat zou doen, en we weten uit onze totale studie van de bijbel dat ’God liefde is’ (1 Johannes 4:8). Daarnaast vertelt de Schrift ons dat ’rechtvaardigheid en recht de vaste plaats van Gods troon zijn’ (Psalm 89:14). Hoe zou Jehovah dan ooit onrechtvaardig kunnen handelen? Zou hij dat wel doen, dan zou hij het fundament van zijn soevereiniteit ondermijnen.

20. Om welke redenen moet Uzza op de hoogte zijn geweest van de verordeningen in verband met de Ark?

20 Vergeet niet dat Uzza beter had moeten weten. De Ark werd in verband gebracht met Jehovah’s tegenwoordigheid. De Wet schreef voor dat ze niet door onbevoegden aangeraakt mocht worden en waarschuwde uitdrukkelijk dat op overtreding van dat voorschrift de doodstraf stond (Numeri 4:18-20; 7:89). Daarom mocht het vervoer van die heilige kist niet licht opgevat worden. Uzza was kennelijk een leviet (maar geen priester), dus hij had de Wet goed moeten kennen. Daarbij komt nog dat jaren daarvoor de Ark uit veiligheidsoverwegingen naar het huis van zijn vader was overgebracht (1 Samuël 6:20–7:1). Ze had daar zo’n zeventig jaar gestaan, totdat het David goeddacht ze te verplaatsen. Uzza was dus waarschijnlijk van kinds af aan op de hoogte geweest van de wetten inzake de Ark.

21. Waarom is het in het geval van Uzza belangrijk in gedachte te houden dat Jehovah de beweegredenen van het hart ziet?

21 Zoals eerder vermeld, kan Jehovah harten lezen. Omdat Uzza’s optreden in Gods Woord een „oneerbiedige daad” genoemd wordt, kan het zijn dat Jehovah een zelfzuchtig motief opgemerkt heeft dat niet uitdrukkelijk in het verslag wordt onthuld. Was Uzza misschien overmoedig van aard, geneigd om gepaste grenzen te overschrijden? (Spreuken 11:2) Maakte het in het openbaar begeleiden van de Ark die zijn familie achter gesloten deuren bewaard had, hem verwaand? (Spreuken 8:13) Had Uzza zo weinig geloof dat hij dacht dat Jehovah’s hand te kort was om de heilige kist die Zijn tegenwoordigheid symboliseerde voor kantelen te behoeden? Hoe dan ook, we kunnen er zeker van zijn dat Jehovah deed wat juist was. Hij zag waarschijnlijk iets in Uzza’s hart dat er voor Hem aanleiding toe was een snel oordeel te vellen. — Spreuken 21:2.

Een deugdelijke basis voor vertrouwen

22. Waarom getuigt het van Jehovah’s wijsheid dat zijn Woord soms bepaalde details weglaat?

22 Het getuigt van Jehovah’s weergaloze wijsheid dat zijn Woord soms bepaalde details weglaat. Op die manier stelt Jehovah ons in de gelegenheid te tonen dat we hem vertrouwen. Blijkt uit wat we beschouwd hebben niet duidelijk dat we deugdelijke redenen hebben om Jehovah’s oordelen te accepteren? Als we Gods Woord onbevooroordeeld en met een oprecht hart bestuderen, leren we meer dan voldoende over Jehovah om ervan overtuigd te zijn dat hij altijd doet wat rechtvaardig en juist is. Laten we dus als een bijbelverslag vragen oproept waarop we niet onmiddellijk een glashelder antwoord kunnen vinden, het volste vertrouwen hebben dat Jehovah heeft gedaan wat juist was.

23. Welk vertrouwen kunnen we hebben als het om Jehovah’s toekomstige activiteiten gaat?

23 Als het om Jehovah’s toekomstige activiteiten gaat, kunnen we eenzelfde vertrouwen hebben. Vandaar dat we er zeker van kunnen zijn dat wanneer hij in de naderende grote verdrukking komt om het oordeel te voltrekken, hij niet „de rechtvaardige met de goddeloze [zal] wegvagen” (Genesis 18:23). Zijn liefde voor rechtvaardigheid en recht zal dat nooit toelaten. Bovendien kunnen we het volste vertrouwen hebben dat hij in de komende nieuwe wereld optimaal in al onze behoeften zal voorzien. — Psalm 145:16.

[Voetnoten]

^ ¶15 Abrahams vrees was gegrond, want een oude papyrus vertelt over een farao die gewapende mannen opdracht gaf een mooie vrouw te overmeesteren en haar man te doden.

^ ¶16 Zie voor verdere informatie De Wachttoren van 1 maart 1980, blz. 30, 31.

Weten we het nog?

• Welke redenen hebben we om Jehovah’s oordelen te accepteren?

• Wat kan ons helpen geen verkeerde conclusie te trekken uit het feit dat Lot zijn dochters aan de woedende menigte aanbood?

• Welke factoren kunnen ons helpen te begrijpen waarom Jehovah Uzza doodde?

• Welk vertrouwen kunnen we hebben ten aanzien van Jehovah’s toekomstige activiteiten?

[Studievragen]