Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ze vonden een „parel van grote waarde”

Ze vonden een „parel van grote waarde”

Ze vonden een „parel van grote waarde”

’Het koninkrijk der hemelen is het doel waarnaar mensen voorwaarts dringen, en zij die voorwaarts dringen, grijpen het.’ — MATTHEÜS 11:12.

1, 2. (a) Welke zeldzame geesteshouding liet Jezus in een van zijn Koninkrijksgelijkenissen uitkomen? (b) Wat zei Jezus in de gelijkenis van de parel van grote waarde?

STA eens stil bij de volgende vraag: is er iets waaraan ik zo veel waarde hecht dat ik alles wat ik heb, zou geven of opofferen om het in bezit te krijgen? Hoewel mensen die een bepaald doel nastreven — geld, roem, macht of status — soms zeggen dat ze zich er ’totaal voor inzetten’, komt het zelden voor dat iemand iets tegenkomt wat hij zo begeerlijk vindt dat hij er alles voor wil opgeven. Jezus Christus sprak over die zeldzame maar bewonderenswaardige geesteshouding in een van zijn vele tot nadenken stemmende gelijkenissen over het koninkrijk Gods.

2 Die gelijkenis of illustratie, die Jezus alleen aan zijn discipelen vertelde, wordt vaak de gelijkenis van de parel van grote waarde genoemd. Jezus zei het volgende: „Het koninkrijk der hemelen [is] gelijk een reizende koopman die op zoek was naar zeer mooie parels. Toen hij één parel van grote waarde had gevonden, ging hij heen en verkocht dadelijk al wat hij had en kocht ze” (Mattheüs 13:36, 45, 46). Wat wilde Jezus zijn toehoorders duidelijk maken met deze illustratie? En hoe kunnen wij ons voordeel doen met Jezus’ woorden?

De grote waarde van parels

3. Waarom waren mooie parels in oude tijden zo waardevol?

3 Parels worden van oudsher zeer gewaardeerd als siervoorwerpen. In een boekwerk wordt opgemerkt dat volgens de Romeinse schrijver Plinius de Oudere parels „boven aan de lijst van alle dingen van waarde stonden”. In tegenstelling tot goud, zilver en veel edelstenen zijn parels van levend materiaal gemaakt. Het is bekend dat sommige soorten oesters van iets wat irriteert — kleine stukjes steen bijvoorbeeld — een glanzende parel kunnen maken door het te bekleden met laagjes van een uitgescheiden stof die parelmoer heet. In oude tijden werden de mooiste parels voornamelijk in de Rode Zee, de Perzische Golf en de Indische Oceaan gewonnen — ver van Israël. Dat is ongetwijfeld de reden waarom Jezus sprak over „een reizende koopman die op zoek was naar zeer mooie parels”. Het kost heel wat moeite om echt waardevolle parels te vinden.

4. Wat was de essentie van Jezus’ gelijkenis van de reizende koopman?

4 Hoewel mooie parels sinds jaar en dag een hoge prijs opbrengen, vormde kennelijk niet hun geldswaarde de essentie van Jezus’ gelijkenis. In deze gelijkenis vergeleek Jezus niet gewoon het koninkrijk Gods met een parel van grote waarde; hij vestigde de aandacht op „een reizende koopman die op zoek was naar zeer mooie parels” en op diens reactie toen hij er een vond. In tegenstelling tot een gewone winkelier was een reizende koopman of handelaar in parels wat we een connaisseur in die branche zouden kunnen noemen, iemand met het scherpe oog of de geoefende blik om de esthetische kwaliteiten en subtiele details te kunnen onderscheiden die een parel als bijzonder kenmerken. Hij zou een echte parel herkennen als hij er een zag en zich niet laten bedotten als hem inferieure of valse parels aangeboden werden.

5, 6. (a) Wat is er zo opmerkelijk aan de koopman in Jezus’ gelijkenis? (b) Wat onthult de gelijkenis van de verborgen schat over de reizende koopman?

5 Er is nog iets opmerkelijks aan de koopman in kwestie. Een gewone koopman zou eerst de marktwaarde van de parel berekenen om te bepalen hoeveel hij ervoor kon betalen om winst te maken. Hij zou ook nagaan of er een markt voor zo’n parel was zodat hij ze snel zou kunnen verkopen. Met andere woorden, hij zou geïnteresseerd zijn in een snel rendement op zijn investering, niet in het bezitten van de parel. Maar bij de koopman in Jezus’ gelijkenis lag het anders. Hij was niet geïnteresseerd in tastbare winst. Hij was zelfs bereid „al wat hij had” op te offeren — mogelijk al zijn persoonlijke bezittingen — om te verwerven waarnaar hij gezocht had.

6 In de ogen van de meeste kooplieden was dat wat die man uit Jezus’ gelijkenis deed waarschijnlijk onverstandig. Een slimme zakenman zou er niet aan denken zoiets riskants te ondernemen. Maar de koopman uit Jezus’ gelijkenis hield er een ander waardestelsel op na. Het ging hem niet om enig financieel voordeel, maar om de vreugde en voldoening iets van buitengewone waarde te bezitten. Dat punt wordt duidelijk gemaakt in een parallelle illustratie die Jezus gaf. Hij zei: „Het koninkrijk der hemelen is gelijk een in het veld verborgen schat, die een mens vond en verborg; en in zijn vreugde gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft en koopt dat veld” (Mattheüs 13:44). De vreugde de schat te ontdekken en te bezitten was voldoende om de man ertoe te bewegen alles wat hij had op te geven. Zijn er in deze tijd mensen zoals hij? Is er een schat die zo’n offer waard is?

Degenen die de grote waarde beseften

7. Hoe toonde Jezus dat hij terdege besefte hoe waardevol het Koninkrijk is?

7 Toen Jezus zijn gelijkenis vertelde, had hij het over „het koninkrijk der hemelen”. Hij besefte zelf terdege hoe waardevol dat koninkrijk is. De evangelieverslagen laten op dat punt niets aan duidelijkheid te wensen over. Na zijn doop in 29 G.T. „begon Jezus te prediken en te zeggen: ’Hebt berouw, want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.’” Drie en een half jaar onderrichtte hij grote menigten over het Koninkrijk. Hij trok het hele land door, „van stad tot stad en van dorp tot dorp, terwijl hij het goede nieuws van het koninkrijk Gods predikte en bekendmaakte”. — Mattheüs 4:17; Lukas 8:1.

8. Wat deed Jezus om te laten zien wat het Koninkrijk tot stand zal brengen?

8 Door overal in het land tal van wonderen te verrichten — waaronder het genezen van zieken, het voeden van hongerigen, het bedwingen van de elementen en zelfs het opwekken van doden — liet Jezus ook zien wat Gods koninkrijk tot stand zal brengen (Mattheüs 14:14-21; Markus 4:37-39; Lukas 7:11-17). Tot slot bewees hij zijn loyaliteit aan God en aan het Koninkrijk door zijn leven te geven; hij stierf aan een martelpaal. Zoals die reizende koopman graag alles wat hij had gaf voor de „parel van grote waarde”, leefde en stierf Jezus voor het Koninkrijk. — Johannes 18:37.

9. Van welke zeldzame geesteshouding gaven Jezus’ eerste discipelen blijk?

9 Jezus stelde niet alleen het Koninkrijk centraal in zijn eigen leven, maar hij bracht ook een groepje volgelingen bijeen. Dat waren eveneens personen die zich terdege bewust waren van de grote waarde van het Koninkrijk. Tot hen behoorde Andreas, die oorspronkelijk een discipel van Johannes de Doper was. Toen Andreas en nog een discipel van Johannes — hoogstwaarschijnlijk een van de zoons van Zebedeüs die ook Johannes heette — Johannes’ getuigenis hoorden dat Jezus „het Lam Gods” was, voelden ze zich onmiddellijk tot Jezus aangetrokken en werden gelovigen. Maar daar bleef het niet bij. Andreas ging meteen naar zijn broer Simon en zei tegen hem: „Wij hebben de Messias gevonden.” Kort daarna kwamen ook Simon (die bekend kwam te staan als Cefas of Petrus) en Filippus en zijn vriend Nathanaël tot het inzicht dat Jezus de Messias was. Nathanaël voelde zich zelfs geroepen om tegen Jezus te zeggen: „Gij zijt de Zoon van God, gij zijt Koning van Israël.” — Johannes 1:35-49.

Tot actie bewogen

10. Hoe reageerden de discipelen toen Jezus enige tijd na zijn eerste ontmoeting met hen naar hen toe kwam en hen riep?

10 De opwinding die zich van Andreas, Petrus, Johannes en de anderen meester maakte toen ze de Messias ontdekten, is te vergelijken met die van de reizende koopman toen hij de parel van grote waarde vond. Wat zouden ze gaan doen? De Evangeliën bevatten niet veel informatie over dat wat ze onmiddellijk na deze eerste ontmoeting met Jezus deden. Blijkbaar hebben de meesten van hen hun gewone leven weer opgevat. Maar zo’n zes maanden tot een jaar later trof Jezus Andreas, Petrus, Johannes en Johannes’ broer Jakobus opnieuw aan bij hun vissersbedrijf aan de Zee van Galilea. * Toen Jezus hen zag, zei hij: „Komt achter mij en ik zal u vissers van mensen maken.” Hoe reageerden ze daarop? Over Petrus en Andreas zegt Mattheüs’ verslag: „Terstond lieten zij de netten in de steek en volgden hem.” Betreffende Jakobus en Johannes lezen we: „Terstond verlieten zij de boot en hun vader en volgden hem.” Lukas’ verslag voegt eraan toe dat ze ’alles in de steek lieten en hem volgden’. — Mattheüs 4:18-22; Lukas 5:1-11.

11. Wat verklaart waarschijnlijk de prompte reactie van de discipelen op Jezus’ uitnodiging?

11 Was de prompte reactie van de discipelen een overhaaste beslissing? Beslist niet! Ook al waren ze dan na hun eerste contact met Jezus naar het vissersbedrijf van hun familie teruggekeerd, het lijdt geen twijfel dat wat ze bij die gelegenheid gezien en gehoord hadden, een diepe indruk in hun hart en geest had achtergelaten. Doordat er bijna een jaar was verstreken, hadden ze voldoende tijd gehad om over die dingen na te denken. Nu was het moment gekomen om een beslissing te nemen. Zouden ze zijn als de reizende koopman wiens hart zo geroerd was door de vondst van de parel van onschatbare waarde dat hij, zoals Jezus het uitdrukte, ’heen ging en dadelijk’ deed wat hij moest doen om die parel te kopen? Ja. Wat ze gezien en gehoord hadden, had hun hart geraakt. Ze beseften dat het tijd was voor actie. En dus gaven ze, zoals de verslagen ons vertellen, zonder te aarzelen alles op en werden Jezus’ volgelingen.

12, 13. (a) Hoe reageerden velen die Jezus hoorden? (b) Wat zei Jezus over zijn trouwe discipelen, en wat ligt er in zijn woorden opgesloten?

12 Wat verschilden die getrouwen van sommige anderen die later in de evangelieverslagen worden genoemd! Heel wat mensen die door Jezus genezen of gevoed waren, gingen gewoon door met hun dagelijkse bezigheden (Lukas 17:17, 18; Johannes 6:26). Sommigen excuseerden zich zelfs toen Jezus hen uitnodigde zijn volgeling te worden (Lukas 9:59-62). Wat Jezus later over de getrouwen zei, staat daar lijnrecht tegenover: „Sedert de dagen van Johannes de Doper tot op heden is het koninkrijk der hemelen . . . het doel waarnaar mensen voorwaarts dringen, en zij die voorwaarts dringen, grijpen het.” — Mattheüs 11:12.

13 „Voorwaarts dringen” — wat ligt daarin opgesloten? Over het Griekse werkwoord waarvan die uitdrukking afgeleid is, staat in Vine’s Expository Dictionary of Old and New Testament Words: „Het werkwoord duidt op een krachtig streven.” En de bijbelgeleerde Heinrich Meyer merkt over dit vers op: „Zo wordt het begerige, alle hindernissen overwinnende, krachtige streven naar het naderbij komende Messiaanse rijk . . . gekarakteriseerd . . . Zo intens en vurig (niet langer kalm en afwachtend) is de belangstelling voor het rijk.” Net als de reizende koopman zagen deze paar personen snel in wat echt waardevol was, en ze gaven gewillig alles wat ze hadden op ter wille van het Koninkrijk. — Mattheüs 19:27, 28; Filippenzen 3:8.

Anderen voegen zich bij hen

14. Hoe bereidde Jezus de apostelen voor op de Koninkrijksprediking, en wat was het resultaat?

14 Terwijl Jezus zijn bediening voortzette, hielp hij anderen bij hun streven naar het Koninkrijk en leidde hen op. Eerst koos hij twaalf van zijn discipelen uit en stelde hen aan als apostelen of door hem uitgezondenen. Aan hen gaf Jezus gedetailleerde instructies over de manier waarop ze hun bediening moesten verrichten en ook waarschuwde hij hen voor de uitdagingen en problemen die hun te wachten stonden (Mattheüs 10:1-42; Lukas 6:12-16). Zo’n twee jaar vergezelden ze Jezus daarna op zijn predikingstochten door het hele land en ze hadden een nauwe band met hem. Ze hoorden wat hij zei, waren getuige van zijn krachtige werken en zagen zijn persoonlijke voorbeeld (Mattheüs 13:16, 17). Dat alles heeft ongetwijfeld diepe indruk op hen gemaakt, zozeer dat ze net als de reizende koopman ijverig en van ganser harte het Koninkrijk nastreefden.

15. Wat was volgens Jezus de echte reden die zijn volgelingen hadden om zich te verheugen?

15 Naast de twaalf apostelen wees Jezus „zeventig anderen aan en zond hen twee aan twee voor zich uit naar elke stad en plaats waarheen hijzelf van plan was te gaan”. Hij vertelde hun ook over de beproevingen en moeilijkheden die hun te wachten stonden en gaf hun de opdracht te verkondigen: „Het koninkrijk Gods is nabij u gekomen” (Lukas 10:1-12). Toen de zeventig terugkeerden, waren ze in de wolken en berichtten ze aan Jezus: „Heer, zelfs de demonen worden met gebruikmaking van uw naam aan ons onderworpen.” Maar nu onthulde Jezus, tot hun verbazing misschien, dat er een nog grotere vreugde voor hen in het verschiet lag wegens hun ijver voor het Koninkrijk. Hij vertelde hun: „Verheugt u evenwel niet over het feit dat de geesten aan u worden onderworpen, maar verheugt u omdat uw namen zijn opgeschreven in de hemelen.” — Lukas 10:17, 20.

16, 17. (a) Wat vertelde Jezus zijn getrouwe apostelen op de laatste avond dat hij bij hen was? (b) Welke vreugde en voldoening schonken Jezus’ woorden de apostelen?

16 Ten slotte, op de laatste avond dat Jezus bij de apostelen was, op 14 Nisan 33 G.T., stelde hij in wat bekend kwam te staan als het Avondmaal des Heren en gebood hij hun die gebeurtenis te gedenken. In de loop van de avond vertelde Jezus de elf overgebleven apostelen: „Gij zijt degenen die in mijn beproevingen steeds bij mij zijt gebleven; en ik sluit een verbond met u, evenals mijn Vader een verbond met mij heeft gesloten, voor een koninkrijk, opdat gij in mijn koninkrijk aan mijn tafel moogt eten en drinken, en op tronen moogt zitten om de twaalf stammen van Israël te oordelen.” — Lukas 22:19, 20, 28-30.

17 Wat moet het de apostelen een vreugde en voldoening hebben geschonken toen ze die woorden van Jezus hoorden! Hier werd hun het grootste en meest eervolle voorrecht geboden dat een mens ten deel kan vallen (Mattheüs 7:13, 14; 1 Petrus 2:9). Net als die reizende koopman hadden ze veel opgegeven om Jezus te volgen bij het nastreven van het Koninkrijk. Nu werd hun verzekerd dat de offers die ze tot dusver hadden gebracht niet tevergeefs waren geweest.

18. Wie buiten de elf apostelen zouden uiteindelijk voordeel trekken van het Koninkrijk?

18 De apostelen die zich op die bewuste avond bij Jezus bevonden, waren niet de enigen die voordeel zouden trekken van het Koninkrijk. Het was Jehovah’s wil dat in totaal 144.000 personen in het Koninkrijksverbond opgenomen zouden worden als mederegeerders met Jezus Christus in het glorierijke hemelse koninkrijk. En dan zag de apostel Johannes in een visioen nog „een grote schare, die niemand tellen kon, . . . staande voor de troon en voor het Lam, . . . [die uitriep:] ’Redding hebben wij te danken aan onze God, die op de troon is gezeten, en aan het Lam.’” Dat zijn de aardse onderdanen van het Koninkrijk. *Openbaring 7:9, 10; 14:1, 4.

19, 20. (a) Welke gelegenheid staat voor mensen van alle naties open? (b) Welke vraag wordt in het volgende artikel besproken?

19 Kort voordat Jezus naar de hemel opsteeg, gebood hij zijn trouwe volgelingen: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb. En ziet! ik ben met u alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen” (Mattheüs 28:19, 20). Zo zouden mensen uit alle naties discipelen van Jezus Christus worden. Ook zij zouden hun zinnen op het Koninkrijk zetten — of hun nu een hemelse of een aardse beloning wachtte — zoals de reizende koopman dat ten aanzien van de prachtige parel deed.

20 Uit Jezus’ woorden blijkt dat de taak discipelen te maken zou voortduren tot „het besluit van het samenstel van dingen”. Zijn er in onze tijd dan nog personen als de reizende koopman, die bereid zijn alles te geven bij het nastreven van Gods koninkrijk? Die vraag wordt in het volgende artikel besproken.

[Voetnoten]

^ ¶10 Het is mogelijk dat Johannes, de zoon van Zebedeüs, Jezus na hun eerste ontmoeting gevolgd is en getuige is geweest van sommige van de dingen die Jezus deed, waardoor hij die zo levendig in zijn evangelieverslag heeft kunnen optekenen (Johannes hoofdstuk 2-5). Wel is hij enige tijd voor Jezus’ uitnodiging naar het vissersbedrijf van zijn familie teruggegaan.

^ ¶18 Zie voor meer details hfst. 10 van het boek Kennis die tot eeuwig leven leidt, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

Hoe zouden we dit uitleggen?

• Wat is de essentie van de gelijkenis van de reizende koopman?

• Hoe toonde Jezus dat hij zich terdege bewust was van de grote waarde van het Koninkrijk?

• Hoe kwam het dat Andreas, Petrus, Johannes en anderen onmiddellijk gehoor gaven aan Jezus’ uitnodiging?

• Welke schitterende gelegenheid hebben mensen uit alle naties?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 10]

’Ze lieten alles in de steek en volgden Jezus’

[Illustratie op blz. 12]

Voordat Jezus naar de hemel opsteeg, gebood hij zijn volgelingen discipelen te maken