Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe onze christelijke identiteit te behoeden

Hoe onze christelijke identiteit te behoeden

Hoe onze christelijke identiteit te behoeden

„’Gij zijt mijn getuigen,’ is de uitspraak van Jehovah.” — JESAJA 43:10.

1. Wat voor mensen trekt Jehovah tot zich?

LATEN we als we in een Koninkrijkszaal zijn, eens goed om ons heen kijken. Wie zien we in die plaats van aanbidding? Misschien zijn er serieuze jonge mensen die aandachtig schriftuurlijke wijsheid in zich opnemen (Psalm 148:12, 13). Waarschijnlijk zien we ook gezinshoofden die ernaar streven God te behagen in een wereld die het gezinsleven omlaaghaalt. Misschien valt ons oog op gewaardeerde bejaarden die standvastig overeenkomstig hun opdracht aan Jehovah leven ondanks de kwalen die hun leeftijd met zich brengt (Spreuken 16:31). Allemaal hebben ze Jehovah innig lief. En het heeft hem goedgedacht een band met hen aan te gaan. „Niemand kan tot mij komen”, bevestigde de Zoon van God, „tenzij de Vader, die mij heeft gezonden, hem trekt.” — Johannes 6:37, 44, 65.

2, 3. Waarom kan het een hele uitdaging zijn ons sterk bewust te blijven van onze identiteit als christen?

2 Is het niet heerlijk tot een volk te behoren dat Jehovah’s goedkeuring en zegen heeft? Dat neemt niet weg dat het een hele uitdaging is ons sterk bewust te blijven van onze identiteit als christen in deze „kritieke tijden . . ., die moeilijk zijn door te komen” (2 Timotheüs 3:1). Dat geldt vooral voor jongeren die in een christelijk gezin worden grootgebracht. „Ik ging wel naar de vergaderingen,” bekende een zo’n jongere, „maar ik had geen duidelijk omlijnde geestelijke doelen en, eerlijk gezegd, ook niet de concrete wens Jehovah te dienen.”

3 Sommigen die wel de oprechte wens koesteren Jehovah te dienen, worden misschien afgeleid door intense groepsdruk, wereldse invloeden of zondige neigingen. Onder grote druk zouden we geleidelijk onze christelijke identiteit kunnen verliezen. Heel wat mensen in de huidige wereld bezien bijvoorbeeld de bijbelse morele maatstaven als ouderwets of irreëel in onze moderne samenleving (1 Petrus 4:4). Sommigen denken dat het niet zo belangrijk is God te aanbidden op de manier die hij voorschrijft (Johannes 4:24). In zijn brief aan de Efeziërs spreekt Paulus over de „geest” of overheersende houding van de wereld (Efeziërs 2:2). Die geest zet mensen onder druk, zodat ze zich gaan aanpassen aan de denkwijze van een samenleving die Jehovah niet kent.

4. Hoe beklemtoonde Jezus de noodzaak ervoor te zorgen dat we onze duidelijke identificatie als christenen niet verliezen?

4 Als opgedragen dienstknechten van Jehovah beseffen we echter dat het tragisch zou zijn als een van ons, jong of oud, zijn christelijke identificatie zou verliezen. Een gezond identiteitsbesef als christen kan alleen gebaseerd zijn op Jehovah’s maatstaven en op wat hij van ons verwacht. Per slot van rekening zijn we naar zijn beeld geschapen (Genesis 1:26; Micha 6:8). De bijbel vergelijkt onze duidelijke identificatie als christenen met bovenkleding, die iedereen kan zien. Met betrekking tot onze tijd waarschuwde Jezus: „Zie! Ik kom als een dief. Gelukkig is hij die wakker blijft en zijn bovenklederen bewaart, opdat hij niet naakt wandelt en men zijn schande ziet” (Openbaring 16:15). * We willen niet onze christelijke hoedanigheden en gedragsnormen afleggen en ons door Satans wereld laten vormen. Als dat zou gebeuren, zouden we die „bovenklederen” verliezen. Zo’n situatie zou betreurenswaardig en beschamend zijn.

5, 6. Waarom is geestelijke stabiliteit zo belangrijk?

5 Een sterk identiteitsbesef als christen is van grote invloed op de richting die iemands leven neemt. Hoe dat zo? Als een aanbidder van Jehovah zijn sterke identiteitsbesef zou verliezen, zou hij ten slotte het spoor bijster kunnen raken, geen duidelijke richting of doelen in zijn leven meer hebben. De bijbel waarschuwt herhaaldelijk voor zo’n besluiteloze toestand. „Wie twijfelt,” waarschuwde de discipel Jakobus, „is gelijk een golf van de zee, die door de wind gedreven en heen en weer geslingerd wordt. Die mens moet feitelijk niet menen dat hij iets van Jehovah zal ontvangen; hij is een besluiteloos man, ongestadig in al zijn wegen.” — Jakobus 1:6-8; Efeziërs 4:14; Hebreeën 13:9.

6 Hoe kunnen we onze christelijke identiteit behoeden? Wat kan ons helpen ons nog sterker bewust te worden van ons grote voorrecht aanbidders van de Allerhoogste te zijn? Laten we de volgende manieren eens beschouwen.

Onze christelijke identiteit een solide basis geven

7. Waarom is het zinvol Jehovah te smeken ons te onderzoeken?

7 Door voortdurend aan onze band met Jehovah te werken. Het kostbaarste bezit van een christen is zijn persoonlijke band met God (Psalm 25:14; Spreuken 3:32). Als we verontrustende twijfels krijgen over onze christelijke identiteit, is het tijd om de kwaliteit en diepte van deze band onder de loep te nemen. De psalmist smeekte terecht: „Onderzoek mij, o Jehovah, en stel mij op de proef; louter mijn nieren en mijn hart” (Psalm 26:2). Waarom is zo’n onderzoek van groot belang? Omdat onze eigen beoordeling van onze diepste motieven en neigingen niet betrouwbaar is. Alleen Jehovah kan ons innerlijk, het geheel van motieven, gedachten en gevoelens, peilen. — Jeremia 17:9, 10.

8. (a) Hoe kan het ons tot voordeel strekken als Jehovah ons op de proef stelt? (b) Hoe zijn wij persoonlijk geholpen om vorderingen te maken als christen?

8 Door Jehovah te vragen ons te onderzoeken, nodigen we hem uit ons op de proef te stellen. Hij kan toelaten dat zich situaties ontwikkelen waardoor onze ware motivatie en hartentoestand aan het licht komen (Hebreeën 4:12, 13; Jakobus 1:22-25). We moeten zulke beproevingen toejuichen omdat ze ons in de gelegenheid stellen te tonen hoe diep onze loyaliteit aan Jehovah gaat. Er kan uit blijken of we ’volkomen en in alle opzichten ongeschonden zijn en in niets te kort schieten’ (Jakobus 1:2-4). En tijdens dat proces kunnen we geestelijk groeien. — Efeziërs 4:22-24.

9. Waarom is het nodig dat we ons ervan vergewissen wat de bijbelse waarheid is?

9 Door ons ervan te vergewissen wat de bijbelse waarheid is. Ons identiteitsbesef als dienstknechten van Jehovah kan vervagen als het niet deugdelijk gebaseerd is op kennis van de Schrift (Filippenzen 1:9, 10). Elke christen, jong of oud, moet zich er tot zijn eigen tevredenheid van vergewissen dat wat hij gelooft inderdaad de bijbelse waarheid is. Paulus spoorde medegelovigen aan: „Vergewist u van alles, houdt vast aan dat wat voortreffelijk is” (1 Thessalonicenzen 5:21). Jonge christenen uit godvrezende gezinnen moeten beseffen dat hun christen-zijn niet louter op het geloof van hun ouders gebaseerd kan zijn. Salomo’s eigen vader, David, gaf hem de vermaning: „Ken de God van uw vader en dien hem met een onverdeeld hart” (1 Kronieken 28:9). Het zou voor de jonge Salomo niet voldoende zijn als hij zou toekijken hoe zijn vader zijn geloof in Jehovah versterkte. Hij moest Jehovah zelf leren kennen, en dat deed hij. Hij smeekte God: „Geef mij nu wijsheid en kennis, opdat ik vóór dit volk kan uitgaan en opdat ik kan ingaan.” — 2 Kronieken 1:10.

10. Waarom is er niets mis mee als we met het juiste motief eerlijke vragen stellen?

10 Een sterk geloof is op kennis gebaseerd. „Het geloof [volgt] op hetgeen wordt gehoord”, verklaarde Paulus (Romeinen 10:17). Wat bedoelde hij daarmee? Hij bedoelde dat we ons geloof en vertrouwen in Jehovah, zijn beloften en zijn organisatie versterken door ons te voeden met Gods Woord. Eerlijke vragen stellen over de bijbel kan geruststellende antwoorden opleveren. Bovendien raadt Paulus ons in Romeinen 12:2 aan: ’Vergewis u ervan wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is.’ Hoe kunnen we dat doen? Door ons „de nauwkeurige kennis van de waarheid” eigen te maken (Titus 1:1). Jehovah’s geest kan ons helpen zelfs moeilijke onderwerpen te begrijpen (1 Korinthiërs 2:11, 12). Als we iets moeilijk te begrijpen vinden, moeten we om Gods hulp bidden (Psalm 119:10, 11, 27). Jehovah wil dat we zijn Woord begrijpen, erin geloven en het gehoorzamen. Hij juicht eerlijke vragen die met het juiste motief worden gesteld toe.

Wees vastbesloten God te behagen

11. (a) Welk normale verlangen kan een strik voor ons zijn? (b) Hoe kunnen we de moed opbrengen om weerstand te bieden aan groepsdruk?

11 Probeer God te behagen, geen mensen. Het is heel normaal als we onze identiteit voor een deel ontlenen aan het feit dat we tot een groep behoren. Iedereen heeft behoefte aan vrienden, en we voelen ons prettig als we ons aanvaard weten. In de tienerjaren, maar ook op latere leeftijd, kan de groepsdruk sterk zijn en het wanhopige verlangen oproepen anderen na te bootsen of te behagen. Maar vrienden en leeftijdgenoten hebben niet altijd het beste met ons voor. Soms willen ze alleen gezelschap bij het doen van verkeerde dingen (Spreuken 1:11-19). Als een christen bezwijkt voor negatieve groepsdruk probeert hij meestal zijn identiteit te verbergen (Psalm 26:4). „Stem uw gedrag niet af op deze wereld”, waarschuwde de apostel Paulus (Romeinen 12:2, Willibrordvertaling). Jehovah geeft ons de innerlijke kracht die we nodig hebben bij onze strijd tegen elke druk van buitenaf om ons aan te passen. — Hebreeën 13:6.

12. Welk beginsel en voorbeeld kunnen ons sterken in ons besluit standvastig te zijn als het om ons vertrouwen in God gaat?

12 Als de druk van buitenaf ons identiteitsbesef als christen dreigt aan te tasten, is het goed in gedachte te houden dat onze loyaliteit aan God veel belangrijker is dan de publieke opinie of de trends van de meerderheid. De woorden uit Exodus 23:2 reiken ons een veilig beginsel aan: „Gij moogt de grote massa niet volgen met kwade oogmerken.” Toen de meesten van Kalebs mede-Israëlieten twijfelden aan Jehovah’s vermogen om Zijn beloften te vervullen, weigerde hij vastberaden zich bij de meerderheid aan te sluiten. Hij was er zeker van dat Gods beloften betrouwbaar waren, en hij werd rijk beloond voor zijn standvastigheid (Numeri 13:30; Jozua 14:6-11). Zijn wij, om onze band met God te behoeden, eveneens bereid weerstand te bieden aan de druk van de gangbare mening?

13. Waarom is het verstandig te laten weten waarvoor we staan als christenen?

13 Laat weten dat je een christen bent. Het gezegde dat de aanval de beste verdediging is, gaat ook op als we uitkomen voor onze christelijke identiteit. Getrouwe Israëlieten die in de dagen van Ezra met tegenstand geconfronteerd werden bij hun streven Jehovah’s wil te doen, verklaarden: „Wij zijn de dienstknechten van de God des hemels en der aarde” (Ezra 5:11). Als we ons iets aantrekken van de reacties en de kritiek van vijandige mensen, kunnen we verlamd raken van angst. De wens altijd iedereen te behagen zal onze kracht ondermijnen. We moeten ons dus niet laten intimideren. Het is altijd goed anderen duidelijk te laten weten dat we Getuigen van Jehovah zijn. Respectvol maar vastberaden kunnen we anderen uitleggen wat onze normen en waarden zijn, wat we geloven en welk standpunt wij als christenen innemen. Laat anderen weten dat we vastbesloten zijn ons in morele kwesties aan Jehovah’s hoge maatstaven te houden. Maak duidelijk dat over onze christelijke integriteit niet te onderhandelen valt. Laat zien dat we trots zijn op onze morele maatstaven (Psalm 64:10). Onze reputatie als standvastig christen kan ons sterken, ons beschermen en zelfs sommigen ertoe brengen naar Jehovah en zijn volk te informeren.

14. Moeten we ons laten ontmoedigen door spot of tegenstand? Leg dat uit.

14 Het kan natuurlijk zijn dat sommigen ons bespotten of het ons moeilijk maken (Judas 18). Als anderen niet gunstig reageren op onze pogingen om hun onze normen en waarden uit te leggen, is het zaak niet ontmoedigd te raken (Ezechiël 3:7, 8). Hoe vastbesloten we ook zijn, als mensen niet overtuigd willen worden, zal ons dat ook nooit lukken. Denk maar aan Farao. Geen plaag of wonder, zelfs niet het persoonlijke verlies van zijn eerstgeborene, kon Farao ervan overtuigen dat Mozes in naam van Jehovah sprak. We moeten ons dus niet laten verlammen door mensenvrees. Vertrouwen en geloof in God kunnen ons helpen angst te overwinnen. — Spreuken 3:5, 6; 29:25.

Leer van het verleden, bouw met het oog op de toekomst

15, 16. (a) Wat is ons geestelijke erfgoed? (b) Hoe kunnen we er baat bij hebben als we in het licht van Gods Woord nadenken over ons geestelijke erfgoed?

15 Koester je geestelijke erfgoed. Christenen zullen er baat bij hebben als ze in het licht van Gods Woord nadenken over hun rijke geestelijke erfgoed. Dat erfgoed omvat de waarheid uit Jehovah’s Woord, de hoop op eeuwig leven en de eer God te vertegenwoordigen als verkondiger van het goede nieuws. Zien we welke plaats wijzelf innemen onder zijn Getuigen, in de bevoorrechte groep mensen die de levensreddende Koninkrijksprediking opgedragen hebben gekregen? Bedenk dat het niemand minder dan Jehovah is die bevestigt: „Gij zijt mijn getuigen.” — Jesaja 43:10.

16 We zouden ons kunnen afvragen: Hoe kostbaar is dit geestelijke erfgoed voor me? Hecht ik er voldoende waarde aan om het doen van Gods wil de hoogste prioriteit in mijn leven te geven? Is mijn waardering ervoor sterk genoeg om me de kracht te geven om weerstand te bieden aan elke verleiding waardoor ik het zou kunnen verspelen? Ons geestelijke erfgoed kan ons ook een intens gevoel van geestelijke zekerheid schenken, een zekerheid die men alleen binnen Jehovah’s organisatie kan genieten (Psalm 91:1, 2). Als we opmerkelijke gebeurtenissen uit de moderne geschiedenis van Jehovah’s organisatie de revue laten passeren, raken we ervan doordrongen dat niets of niemand Jehovah’s volk van de aardbodem kan wegvagen. — Jesaja 54:17; Jeremia 1:19.

17. Wat is er nog meer nodig dan ons op ons geestelijke erfgoed te verlaten?

17 Natuurlijk kunnen we ons niet louter op ons geestelijke erfgoed verlaten. Ieder van ons moet een nauwe band met God ontwikkelen. Nadat Paulus hard had gewerkt om het geloof van de christenen in Filippi op te bouwen, schreef hij hun: „Mijn geliefden, blijft dientengevolge, gelijk gij altijd gehoorzaam zijt geweest, niet alleen gedurende mijn tegenwoordigheid, maar nu nog veel bereidwilliger gedurende mijn afwezigheid, met vrees en beven uw eigen redding bewerken” (Filippenzen 2:12). We kunnen ons voor onze redding niet op iemand anders verlaten.

18. Hoe kunnen christelijke activiteiten ons besef van onze identiteit als christen nog versterken?

18 Ga op in christelijke activiteiten. Er is weleens gezegd dat „werk vorm geeft aan de eigen identiteit”. Hedendaagse christenen hebben de bijzonder belangrijke taak opgedragen gekregen het goede nieuws van Gods opgerichte koninkrijk te prediken. Paulus verklaarde: „Aangezien ik in werkelijkheid een apostel der natiën ben, verheerlijk ik mijn bediening” (Romeinen 11:13). Onze prediking onderscheidt ons van de wereld, en onze deelname eraan draagt in belangrijke mate bij tot onze christelijke identiteit. Als we daarnaast opgaan in andere theocratische activiteiten, zoals christelijke vergaderingen, de bouw van plaatsen van aanbidding, inspanningen om behoeftigen te helpen, enzovoorts, kan dat ons besef van onze identiteit als christen nog versterken. — Galaten 6:9, 10; Hebreeën 10:23, 24.

Een duidelijke identiteit, concrete zegeningen

19, 20. (a) Welke zegeningen zijn ons persoonlijk ten deel gevallen doordat we christenen zijn? (b) Wat vormt de basis voor onze ware identiteit?

19 Denk eens een ogenblik na over de vele zegeningen en voordelen die we genieten omdat we ware christenen zijn. We hebben het voorrecht persoonlijk door Jehovah erkend te worden. De profeet Maleachi zei: „Degenen die Jehovah vreesden [spraken] met elkaar, elkeen met zijn metgezel, en Jehovah bleef aandacht schenken en luisteren. En er werd voorts een gedenkboek voor zijn aangezicht geschreven voor degenen die Jehovah vrezen en voor degenen die aan zijn naam denken” (Maleachi 3:16). We kunnen door God als zijn vrienden worden beschouwd (Jakobus 2:23). Het mooie van ons leven is dat we duidelijk het doel ervan beseffen en dat we gezonde, nuttige doelstellingen hebben. En we bezitten de hoop op een eeuwige toekomst. — Psalm 37:9.

20 Vergeet niet dat onze echte identiteit en waarde bepaald worden door wat we in Gods ogen waard zijn, niet door wat andere mensen misschien van ons denken. Anderen zullen ons mogelijk beoordelen volgens ontoereikende menselijke maatstaven. Maar Gods liefde en persoonlijke belangstelling verschaffen ons de echte basis voor wat we waard zijn: we behoren hem toe (Mattheüs 10:29-31). Onze eigen liefde voor God kan ons op haar beurt het sterkst bewust maken van onze identiteit en kan de duidelijkste richting aan ons leven geven. „Indien iemand God liefheeft, die wordt door hem gekend.” — 1 Korinthiërs 8:3.

[Voetnoot]

^ ¶4 Mogelijk wordt met deze woorden gezinspeeld op de taak van de opziener van de Tempelberg in Jeruzalem. Tijdens de nachtwaken liep hij door de tempel om te kijken of de levitische wachters wakker waren of op hun post sliepen. Elke bewaker die slapend werd aangetroffen, werd met een stok geslagen, en het kon zijn dat zijn bovenkleding bij wijze van beschamende straf werd verbrand.

Hoe was het ook weer?

• Waarom is het zo belangrijk dat christenen hun geestelijke identiteit behoeden?

• Hoe kunnen we onze christelijke identiteit een solide basis geven?

• Welke factoren kunnen ons helpen de juiste beslissing te nemen als we voor de vraag staan wie we willen behagen?

• Hoe kan een sterk identiteitsbesef bepalend zijn voor onze toekomst als christen?

[Studievragen]

[Illustraties op blz. 21]

Opgaan in christelijke activiteiten kan bijdragen tot onze christelijke identiteit