Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Gods kijk op gehoorzaamheid

Gods kijk op gehoorzaamheid

Gods kijk op gehoorzaamheid

GOD heeft als eerste recht op de gehoorzaamheid van al zijn schepselen. Zij zijn hem rechtens onvoorwaardelijke gehoorzaamheid verschuldigd, aangezien hij hun Maker alsook de Bron en de Instandhouder van het leven is (Psalm 95:6-8). Omdat hij de alwijze en almachtige God is, verdient datgene wat hij zegt, het hoogste respect en de grootste aandacht.

Gehoorzaamheid is door niets anders te vervangen, en zonder gehoorzaamheid is het onmogelijk Gods gunst te verwerven. Samuël zei dan ook tot koning Saul: „Heeft Jehovah evenveel behagen in brandoffers en slachtoffers als in het gehoorzamen van de stem van Jehovah? Zie! Gehoorzamen is beter dan een slachtoffer, aandacht schenken beter dan het vet van rammen” (1 Samuël 15:22). Niet gehoorzamen betekent het woord van Jehovah te verwerpen en is een bewijs dat men dat woord en de Bron ervan in werkelijkheid niet vertrouwt of gelooft.

Wie zich er tevreden mee stelt Gods waarheid alleen maar aan te horen en verstandelijk te aanvaarden, maar niet doet wat ze verlangt, bedriegt zichzelf met valse overlegging en zal niet gezegend worden (Jakobus 1:22-25). Gods Zoon maakte duidelijk dat zelfs degenen die dingen doen welke overeenkomst vertonen met datgene wat geboden wordt, maar dit kennelijk op een verkeerde manier of met een verkeerde beweegreden doen, Gods koninkrijk niet zullen binnengaan, maar onherroepelijk verworpen zullen worden. — Mattheüs 7:15-23.

In het begin liet God de mens weten dat gehoorzaamheid iets van fundamenteel belang was, een kwestie van leven of dood (Genesis 2:16, 17). De opzettelijke ongehoorzaamheid van de volmaakte man Adam als het verantwoordelijke hoofd van Eva en als de mannelijke voortbrenger of levensbron van de menselijke familie, bracht zonde en de dood over al zijn nakomelingen (Romeinen 5:12, 19). Bijgevolg zijn mensen van nature „zonen der ongehoorzaamheid” en „kinderen der gramschap”, die Gods misnoegen verdienen omdat zij niet aan zijn rechtvaardige maatstaven voldoen. — Efeziërs 2:2, 3; 5:6-11.

Jehovah God heeft in zijn barmhartigheid de middelen verschaft om de zonde in het vlees te bestrijden en om vergeving te ontvangen voor kwaaddoen dat het gevolg is van onvolmaaktheid. Door middel van zijn heilige geest verleent God zondige mensen de kracht die hen tot rechtvaardigheid aanzet en hen in staat stelt goede vruchten voort te brengen (Galaten 5:16-24; Titus 3:3-7). Vergeving van zonden is het gevolg van geloof in Christus’ loskoopoffer, en dit geloof op zich weerhoudt iemand van kwaaddoen en beweegt hem tot gehoorzaamheid. — 1 Petrus 1:2.

De bijbel bevat veel aanmoedigende voorbeelden van personen die in de meest uiteenlopende omstandigheden en situaties en onder alle soorten van tegenstand vol geloof hun gehoorzaamheid hebben bewezen. Het grootste voorbeeld werd gegeven door Gods eigen Zoon, die ’zich heeft vernederd en gehoorzaam is geworden tot de dood, ja, de dood aan een martelpaal’ (Filippenzen 2:8). Zijn loopbaan van gehoorzaamheid rechtvaardigde hem en bewees dat hij op grond van zijn eigen verdienste rechtvaardig was, waardoor hij een volmaakt slachtoffer kon brengen dat de mensheid van zonde en dood zou loskopen. — Romeinen 5:18-21.