Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Goed nieuws voor mensen uit alle landen

Goed nieuws voor mensen uit alle landen

Goed nieuws voor mensen uit alle landen

„Gij zult getuigen van mij zijn . . . tot de verst verwijderde streek der aarde.” — HANDELINGEN 1:8.

1. Waaraan besteden we aandacht als bijbelonderwijzers, en waarom?

BEKWAME leraren besteden niet alleen aandacht aan wat ze hun leerlingen vertellen maar ook aan de manier waarop ze dat doen. Als onderwijzers van de bijbelse waarheid doen we hetzelfde. We besteden niet alleen aandacht aan de boodschap die we prediken maar ook aan de methoden die we gebruiken. Onze boodschap, het goede nieuws van Gods koninkrijk, verandert niet, maar onze methoden passen we wel aan. Waarom? Om zo veel mogelijk mensen te bereiken.

2. Wie volgen we na als we onze predikingsmethoden aanpassen?

2 Door onze predikingsmethoden aan te passen, volgen we Gods dienstknechten uit de oudheid na. Neem nu bijvoorbeeld de apostel Paulus. Hij zei: „Ik [ben] voor de joden geworden als een jood . . . Voor hen die zonder wet zijn, ben ik geworden als iemand zonder wet . . . Voor de zwakken ben ik zwak geworden, om de zwakken te winnen. Ik ben voor alle soorten van mensen alles geworden, om er toch maar enkelen te redden” (1 Korinthiërs 9:19-23). Paulus’ soepele benadering was doeltreffend. Ook wij zullen doeltreffend zijn als we zo attent zijn om onze presentaties aan te passen aan de personen met wie we praten.

Tot „de einden der aarde”

3. (a) Voor welke uitdaging staan we bij ons predikingswerk? (b) Hoe gaan de woorden uit Jesaja 45:22 in deze tijd in vervulling?

3 Een grote uitdaging waarvoor de predikers van het goede nieuws staan, is de uitgestrektheid van het gebied — „de gehele bewoonde aarde” (Mattheüs 24:14). In de vorige eeuw hebben veel dienstknechten van Jehovah hard gewerkt om nieuwe gebieden te bereiken met het goede nieuws. Wat is het resultaat geweest? Een verbazingwekkende wereldwijde expansie. Aan het begin van de twintigste eeuw werd de prediking in maar een paar landen gerapporteerd, maar op het moment zijn Jehovah’s Getuigen in 235 landen actief! Het goede nieuws van het Koninkrijk wordt echt helemaal tot „de einden der aarde” verkondigd. — Jesaja 45:22.

4, 5. (a) Wie hebben een belangrijke rol gespeeld in de verbreiding van het goede nieuws? (b) Wat hebben enkele bijkantoren gezegd over de Getuigen uit het buitenland die in het gebied van die bijkantoren dienen?

4 Hoe valt die vooruitgang te verklaren? Er zijn heel wat redenen voor aan te voeren. Zendelingen die op de Wachttoren-Bijbelschool Gilead zijn opgeleid en, recenter, ruim 20.000 afgestudeerden van de Bedienarenopleidingsschool hebben daar reusachtig toe bijgedragen. Hetzelfde geldt voor de vele Getuigen die op eigen kosten naar landen zijn verhuisd waar de behoefte aan Koninkrijksverkondigers groter is. Zulke opofferingsgezinde christenen — mannen en vrouwen, jong en oud, alleenstaanden en gehuwden — spelen een belangrijke rol in de prediking van de Koninkrijksboodschap overal op aarde (Psalm 110:3; Romeinen 10:18). Ze worden zeer gewaardeerd. Kijk maar eens wat sommige bijkantoren hebben geschreven over Getuigen uit andere landen die zijn komen dienen waar de behoefte groter is.

5 „Deze gewaardeerde Getuigen nemen de leiding in de prediking in geïsoleerde gebieden, helpen nieuwe gemeenten te vormen en dragen bij tot de geestelijke groei van de plaatselijke broeders en zusters” (Ecuador). „Als de honderden buitenlanders die hier dienen, zouden vertrekken, zou de stabiliteit van de gemeenten daaronder lijden. Het is een zegen dat ze hier zijn” (Dominicaanse Republiek). „Veel van onze gemeenten hebben een hoog percentage zusters, soms wel 70 procent (Psalm 68:11). De meesten van hen zijn nieuw in de waarheid, maar ongehuwde pioniersters die uit andere landen zijn gekomen, zijn een onschatbare hulp doordat ze die nieuwelingen opleiden. Deze zusters uit het buitenland zijn echt een geschenk voor ons!” (Een Oost-Europees land) Heb jij ooit overwogen in een ander land te gaan dienen? *Handelingen 16:9, 10.

„Tien mannen uit alle talen”

6. Hoe wijst Zacharia 8:23 op het taalprobleem waarmee we bij onze prediking te maken hebben?

6 Nog een grote uitdaging is de enorme verscheidenheid aan talen die op aarde gesproken worden. Gods Woord heeft voorzegd: „Het zal zijn in die dagen dat tien mannen uit alle talen der natiën zullen vastgrijpen, ja, zij zullen werkelijk de slip vastgrijpen van een man die een jood is, en zeggen: ’Wij willen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord dat God met ulieden is’” (Zacharia 8:23). In de hedendaagse vervulling van die profetie vertegenwoordigen de tien mannen de grote schare waarover in Openbaring 7:9 wordt geprofeteerd. Maar let wel: volgens Zacharia’s profetie zouden de „tien mannen” niet alleen uit alle naties komen, maar ook „uit alle talen der natiën”. Hebben we dit belangrijke detail van de profetie in vervulling zien gaan? Nou en of.

7. Uit welke cijfers blijkt dat mensen „uit alle talen” met het goede nieuws worden bereikt?

7 Sta eens stil bij wat cijfers. Vijftig jaar geleden werd onze lectuur in negentig talen uitgegeven. Nu is dat aantal gestegen tot meer dan vierhonderd. „De getrouwe en beleidvolle slaaf” heeft al het mogelijke gedaan om zelfs sommigen met een taal die door betrekkelijk weinig mensen wordt gesproken van lectuur te voorzien (Mattheüs 24:45). Zo is er nu bijbelse lectuur verkrijgbaar in het Groenlands (gesproken door 47.000 personen), het Palauaans (gesproken door 15.000 personen) en het Yapees (gesproken door nog geen 7000 personen).

„Een grote deur” naar nieuwe mogelijkheden

8, 9. Door welke ontwikkeling is er „een grote deur” voor ons opengegaan, en hoe hebben duizenden Getuigen daarop gereageerd?

8 Tegenwoordig hoeven we misschien niet naar het buitenland te gaan om het goede nieuws te delen met mensen die een andere taal spreken. De afgelopen jaren zijn er in geïndustrialiseerde landen door de komst van miljoenen immigranten en vluchtelingen talrijke immigrantengemeenschappen ontstaan, waar veel talen worden gesproken. In Parijs bijvoorbeeld worden zo’n 100 talen gesproken. In het Canadese Toronto is dat aantal 125 en in Londen worden meer dan 300 vreemde talen gesproken! Die aanwezigheid van mensen uit andere landen in veel gemeentegebieden opent „een grote deur” naar nieuwe mogelijkheden om het goede nieuws met mensen uit alle landen te delen. — 1 Korinthiërs 16:9.

9 Duizenden Getuigen nemen de uitdaging aan door een andere taal te leren. Voor de meesten van hen is het moeilijk, maar de inspanning wordt meer dan goedgemaakt door de vreugde immigranten en vluchtelingen te kunnen helpen de waarheid uit Gods Woord te leren kennen. In een recent jaar was bijna 40 procent van alle dopelingen op de districtscongressen in een West-Europees land uit een ander land afkomstig.

10. Hoe heb je de brochure Goed nieuws voor mensen uit alle landen gebruikt? (Zie het kader „Kenmerken van de brochure Goed nieuws voor mensen uit alle landen” op blz. 26.)

10 Het is waar dat de meesten van ons niet de mogelijkheid hebben om een vreemde taal te leren. Desondanks kunnen we een aandeel hebben aan het helpen van immigranten door een goed gebruik te maken van de onlangs vrijgegeven brochure Goed nieuws voor mensen uit alle landen *, die een interessante bijbelse boodschap in een groot aantal talen bevat (Johannes 4:37). Gebruik je die brochure in de velddienst?

Als mensen geen belangstelling hebben

11. Voor welke extra uitdaging staan we in sommige gebieden?

11 Naarmate de invloed van Satan op aarde toeneemt, staan we vaker voor een andere uitdaging: in sommige gebieden is maar weinig respons. Natuurlijk verbaast die situatie ons niet, want Jezus heeft zo’n toestand voorzegd. Over onze tijd zei hij: „De liefde van de meesten [zal] verkoelen” (Mattheüs 24:12). Bij velen is het geloof in God en het respect voor de bijbel inderdaad afgenomen (2 Petrus 3:3, 4). Het gevolg is dat er in sommige delen van de wereld betrekkelijk weinig mensen nieuwe discipelen van Christus worden. Dat wil echter niet zeggen dat de inspanningen van onze dierbare broeders en zusters die trouw prediken in zulke gebieden waar weinig uitkomt, tevergeefs zijn (Hebreeën 6:10). Waarom niet? Sta eens stil bij het volgende.

12. Wat zijn twee doelen van ons predikingswerk?

12 Het Evangelie van Mattheüs benadrukt twee hoofddoelen van onze predikingsactiviteiten. Het ene is dat we ’discipelen maken van mensen uit alle natiën’ (Mattheüs 28:19). Het andere is dat de Koninkrijksboodschap dient als „een getuigenis” (Mattheüs 24:14). Beide doelen zijn belangrijk, maar het laatste is van bijzondere betekenis. Waarom?

13, 14. (a) Wat is een opvallend onderdeel van het teken van Christus’ tegenwoordigheid? (b) Wat moeten we in gedachte houden, zeker als we in minder ontvankelijke gebieden prediken?

13 De bijbelschrijver Mattheüs heeft opgetekend dat de apostelen Jezus de vraag stelden: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” (Mattheüs 24:3) In antwoord daarop zei Jezus dat één opvallend onderdeel van dat teken een wereldomvattend predikingswerk zou zijn. Had hij het over het maken van discipelen? Nee. Hij zei: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën” (Mattheüs 24:14). Daarmee maakte Jezus duidelijk dat de Koninkrijksprediking op zich een belangrijk onderdeel van het teken zou zijn.

14 Bij het prediken van het goede nieuws van het Koninkrijk houden we dan ook in gedachte dat zelfs als we er niet altijd in slagen discipelen te maken, we er wel in slagen „een getuigenis” te geven. Hoe de mensen ook reageren, ze weten wat we aan het doen zijn, en op die manier hebben we een aandeel aan de vervulling van Jezus’ profetie (Jesaja 52:7; Openbaring 14:6, 7). Jordy, een jonge Getuige in West-Europa, merkte op: „Het maakt me heel gelukkig te weten dat ik door Jehovah word gebruikt om een rol te spelen in de vervulling van Mattheüs 24:14” (2 Korinthiërs 2:15-17). Jij denkt er ongetwijfeld net zo over.

Als onze boodschap op tegenstand stuit

15. (a) Waarvoor waarschuwde Jezus zijn volgelingen? (b) Waardoor zijn we in staat om ondanks tegenstand te prediken?

15 Tegenstand vormt ook een uitdaging bij de prediking van het goede nieuws van het Koninkrijk. Jezus waarschuwde zijn volgelingen: „Gij zult ter wille van mijn naam voorwerpen van haat zijn voor alle natiën” (Mattheüs 24:9). Net als de vroege christenen zijn Jezus’ hedendaagse volgelingen gehaat, tegengewerkt en vervolgd (Handelingen 5:17, 18, 40; 2 Timotheüs 3:12; Openbaring 12:12, 17). In sommige landen is hun werk momenteel van regeringswege verboden. Toch blijven ware christenen in zulke landen, in gehoorzaamheid aan God, het goede nieuws van het Koninkrijk prediken (Amos 3:8; Handelingen 5:29; 1 Petrus 2:21). Hoe komt het dat zij en alle andere Getuigen overal ter wereld daartoe in staat zijn? Jehovah geeft hun daar door middel van zijn heilige geest de kracht voor. — Zacharia 4:6; Efeziërs 3:16; 2 Timotheüs 4:17.

16. Hoe liet Jezus het verband tussen het predikingswerk en Gods geest uitkomen?

16 Jezus liet het nauwe verband tussen Gods geest en het predikingswerk uitkomen toen hij tegen zijn volgelingen zei: „Gij zult kracht ontvangen wanneer de heilige geest op u gekomen is, en gij zult getuigen van mij zijn . . . tot de verst verwijderde streek der aarde” (Handelingen 1:8; Openbaring 22:17). De volgorde van de gebeurtenissen in deze schriftplaats is veelzeggend. Eerst ontvingen de discipelen de heilige geest en daarna gingen ze zich met het wereldwijde getuigeniswerk bezighouden. Slechts dankzij Gods geest zouden ze de kracht hebben om te volharden in het geven van „een getuigenis voor alle natiën” (Mattheüs 24:13, 14; Jesaja 61:1, 2). Het is dan ook terecht dat Jezus de heilige geest „de helper” noemde (Johannes 15:26). Hij zei dat Gods geest zijn discipelen zou onderwijzen en leiden. — Johannes 14:16, 26; 16:13.

17. Hoe helpt de heilige geest ons als we met felle tegenstand te maken hebben?

17 Op welke manieren helpt Gods geest ons in deze tijd als we met felle tegenstand tegen de prediking van het goede nieuws te maken hebben? Gods geest sterkt ons en werkt degenen die ons vervolgen tegen. Laten we bij wijze van illustratie eens een gebeurtenis in het leven van koning Saul beschouwen.

Tegengewerkt door Gods geest

18. (a) Welke spectaculaire verandering ten kwade onderging Saul? (b) Van welke methoden bediende Saul zich om David te vervolgen?

18 Saul was goed begonnen als eerste koning van Israël, maar later werd hij Jehovah ongehoorzaam (1 Samuël 10:1, 24; 11:14, 15; 15:17-23). Het gevolg was dat de koning niet langer de steun van Gods geest genoot. Saul werd razend op David, die als volgende koning was gezalfd en nu door Gods geest werd gesteund (1 Samuël 16:1, 13, 14). David leek een makkelijke prooi. Per slot van rekening had hij alleen maar een harp bij zich, terwijl Saul met een speer gewapend was. Toen David op een dag op de harp speelde, wierp Saul dan ook de speer naar hem en zei: „’Ik zal David wel aan de muur spietsen!’, maar David ontweek hem tweemaal” (1 Samuël 18:10, 11). Later luisterde Saul naar zijn zoon Jonathan, Davids vriend, en zwoer: „Zo waar Jehovah leeft, [David] zal niet ter dood gebracht worden.” Daarna probeerde Saul echter opnieuw „David met de speer aan de muur te spietsen”. Maar David „week voor Saul uit, zodat hij de speer in de muur stak”. David vluchtte, maar Saul ging hem achterna. In die kritieke periode werd Gods geest Sauls tegenstander. Op welke manier? — 1 Samuël 19:6, 10.

19. Hoe beschermde Gods geest David?

19 David vluchtte naar de profeet Samuël, maar Saul stuurde zijn mannen om David gevangen te nemen. Toen Sauls boden bij Davids schuilplaats arriveerden, ’kwam de geest van God echter over hen, en zij gingen zich als profeten gedragen’. Ze waren zo overweldigd door Gods geest dat ze het doel van hun missie totaal vergaten. Saul stuurde nog twee keer mannen om David terug te halen, en elke keer gebeurde hetzelfde. Ten slotte ging koning Saul zelf naar David toe, maar ook Saul was niet in staat Gods geest te weerstaan. De heilige geest maakte hem in feite „die gehele dag en die gehele nacht” machteloos, wat David voldoende tijd gaf om te vluchten. — 1 Samuël 19:20-24.

20. Welke les bevat het verslag over Sauls vervolging van David?

20 Dit verslag over Saul en David bevat een aanmoedigende les: vervolgers van Gods dienstknechten kunnen niet slagen in hun opzet als Gods geest hen tegenwerkt (Psalm 46:11; 125:2). Het was Jehovah’s bedoeling dat David koning over Israël zou worden. Niemand kon daar verandering in brengen. Voor onze tijd heeft Jehovah besloten dat het ’goede nieuws van het koninkrijk gepredikt zal worden’. Niemand kan dat verhinderen. — Handelingen 5:40, 42.

21. (a) Waartoe nemen sommige hedendaagse tegenstanders hun toevlucht? (b) Waarvan zijn we overtuigd?

21 Sommige religieuze en politieke leiders nemen hun toevlucht tot leugens en zelfs geweld in hun pogingen ons te belemmeren. Maar net zoals Jehovah David geestelijk beschermde, zal Hij Zijn volk in deze tijd beschermen (Maleachi 3:6). Daarom zeggen we net als David vol overtuiging: „Op God heb ik mijn vertrouwen gesteld. Ik zal niet bevreesd zijn. Wat kan de aardse mens mij doen?” (Psalm 56:11; 121:1-8; Romeinen 8:31) Mogen we met Jehovah’s hulp opgewassen blijven tegen alle uitdagingen die zich voordoen bij het volbrengen van de goddelijke opdracht om het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken tot mensen uit alle landen.

[Voetnoten]

^ ¶5 Zie het kader „Intense voldoening” op blz. 22.

^ ¶10 Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

Weet je het nog?

• Waarom passen we onze predikingsmethoden aan?

• Naar welke nieuwe mogelijkheden leidt de „grote deur” die is opengegaan?

• Wat wordt door onze prediking tot stand gebracht, zelfs in minder ontvankelijke gebieden?

• Waarom kan geen enkele tegenstander een eind maken aan de prediking van het goede nieuws van het Koninkrijk?

[Studievragen]

[Kader op blz. 22]

Intense voldoening

„Ze zijn gelukkig en genieten van hun eensgezinde dienst voor Jehovah.” Zo wordt een gezin beschreven dat van Spanje naar Bolivia verhuisde. Een zoon uit het gezin was erheen gegaan om een geïsoleerde groep te helpen. Dat hij daar duidelijk veel vreugde uit putte, maakte zo’n diepe indruk op zijn ouders dat al gauw het hele gezin, met inbegrip van vier jongens in de leeftijd van 14 tot 25 jaar, daar diende. Drie van de jongens pionieren nu en de zoon die het spits heeft afgebeten, heeft onlangs de Bedienarenopleidingsschool doorlopen.

„Je komt voor heel wat uitdagingen te staan,” zegt de dertigjarige Angelica uit Canada, die in Oost-Europa dient, „maar het geeft me voldoening dat ik in de dienst mensen kan helpen. Ik ben ook ontroerd door de vele uitingen van waardering van plaatselijke Getuigen die me vaak bedanken dat ik hen ben komen helpen.”

„Er waren zo veel verschillende gebruiken waar we aan moesten wennen”, vertellen twee zussen van tegen de dertig uit de Verenigde Staten die in de Dominicaanse Republiek dienen. „Maar we hebben volhard in onze toewijzing en zeven van onze bijbelstudies komen nu naar de vergaderingen.” Deze twee zusters hebben bijgedragen tot de vorming van een groep van Koninkrijksverkondigers in een plaats waar geen gemeente is.

Laura, een zuster van tegen de dertig, dient nu ruim vier jaar in het buitenland. Ze zegt: „Ik houd mijn leven bewust eenvoudig. Dat helpt de verkondigers te beseffen dat een bescheiden leefwijze een kwestie van keuze en van gezond verstand is, niet van armoede. Dat ik anderen kan helpen, vooral jongeren, is voor mij een bron van vreugde die opweegt tegen de wezenlijke ongemakken van het dienen in een buitenlands veld. Ik zou mijn dienst hier voor geen ander leven willen ruilen, en ik blijf zolang Jehovah dat toelaat.”

[Kader/Illustratie op blz. 26]

Kenmerken van de brochure Goed nieuws voor mensen uit alle landen

De brochure Goed nieuws voor mensen uit alle landen bevat een boodschap van één pagina die in wel 92 talen wordt gepresenteerd. De boodschap is in de eerste persoon geschreven. Dus als de huisbewoner de boodschap leest, klinkt die alsof je tegen hem praat.

Op de binnenkant van de omslag staat een wereldkaart. Gebruik die kaart om contact met de huisbewoner te krijgen. Misschien kun je wijzen op het land waar je woont en duidelijk maken dat je graag zou weten waar hij vandaan komt. Op die manier moedig je hem aan zich te uiten en creëer je een prettige, ontspannen sfeer.

In het voorwoord van de brochure worden diverse stappen genoemd die nodig zijn om doeltreffend hulp te bieden aan personen die een taal spreken die we niet verstaan. Lees die stappen aandachtig en breng ze gewetensvol in praktijk.

In de inhoudsopgave staan niet alleen de talen maar ook de bijbehorende taalcodes vermeld. Dat helpt je om de taalcodes die op onze traktaten en andere publicaties staan te herkennen.

[Illustratie]

Gebruik je deze brochure in de velddienst?

[Illustraties op blz. 23]

Onze bijbelse publicaties zijn nu in ruim 400 talen verkrijgbaar

GHANA

LAPLAND (ZWEDEN)

FILIPPIJNEN

[Illustraties op blz. 24, 25]

Kun jij dienen waar de behoefte aan Koninkrijksverkondigers groter is?

ECUADOR

DOMINICAANSE REPUBLIEK