Een lange reis wordt beloond

UIT Congo (Kinshasa) komt het bericht van twee zussen die besloten een lange tocht door een oorlogsgebied te maken om het „Geef God heerlijkheid”-districtscongres in Lisala te bezoeken. Naast het geestelijke onderwijs en de christelijke omgang waarvan ze op het congres hoopten te genieten, keken ze ernaar uit afgevaardigden van het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen in Kinshasa te ontmoeten. Vanwege de burgeroorlog in het land hadden ze al jaren niemand van het bijkantoor gezien, en nu wilden ze de gelegenheid daartoe te baat nemen.

De twee zussen reisden per boomstamkano van hun geboorteplaats Basankusu naar Lisala, een tocht van zo’n driehonderd kilometer door wouden en over twee rivieren. Ze hadden drie weken nodig voor de reis. Aangezien ze allebei in de volletijddienst waren, de een drie en de ander negentien jaar, benutten ze hun reis om het goede nieuws van het Koninkrijk te verbreiden. Ze besteedden er zo’n 110 uur aan om tot mensen te prediken die ze onderweg tegenkwamen, en daarbij verspreidden ze tweehonderd traktaten en dertig tijdschriften.

Op de rivier moesten ze manoeuvreren tussen de nijlpaarden en de krokodillen die in dat gebied veel voorkomen. ’s Nachts konden ze niet op de rivier varen — dat was te gevaarlijk in het donker! Ze kwamen ook langs heel wat militaire controleposten.

Hoewel dit een erg lange en vermoeiende tocht was, hadden de zussen het er graag voor over. Ze waren allebei heel dankbaar en blij dat ze op het congres in Lisala aanwezig konden zijn. Hun hart liep over van enthousiasme voor de waarheid, en ze voelden zich aangemoedigd door het gezelschap van de zevenduizend aanwezige broeders en zusters. Toen ze na het congres naar huis teruggingen, hadden ze met dezelfde uitdagingen te maken. Maar uiteindelijk kwamen ze weer gezond en wel bij hun familie thuis.