Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Blijf wandelen zoals Jezus Christus gewandeld heeft

Blijf wandelen zoals Jezus Christus gewandeld heeft

Blijf wandelen zoals Jezus Christus gewandeld heeft

„Wie zegt in eendracht met [God] te blijven, is verplicht ook zelf zó te blijven wandelen als hij [Jezus] gewandeld heeft.” — 1 JOHANNES 2:6.

1, 2. Wat wil het zeggen aandachtig het oog op Jezus gericht te houden?

LATEN we „met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt,” schreef de apostel Paulus, „terwijl wij oplettend het oog gericht houden op de Voornaamste Bewerker en Volmaker van ons geloof, Jezus” (Hebreeën 12:1, 2). Voor een loopbaan van getrouwheid is het nodig dat we oplettend het oog gericht houden op Jezus Christus.

2 Het oorspronkelijke woord voor ’oplettend het oog gericht houden’ dat in de christelijke Griekse Geschriften wordt gebruikt, betekent „van iets wegkijken om iets anders te zien”, „de aandacht [op iets] richten zonder zich te laten afleiden”, „de blik concentreren op”. In een naslagwerk wordt opgemerkt: „Op het moment dat de Griekse hardloper in het stadion zijn aandacht niet meer bepaalt bij de wedloop en de finish waar hij zich heen spoedt, maar die op de menigten toeschouwers richt, neemt zijn snelheid af. Dat geldt ook voor de christen.” Afleidingen kunnen onze geestelijke vooruitgang belemmeren. We moeten oplettend het oog gericht houden op Jezus Christus. En waar kijken we naar bij de Voornaamste Bewerker? De Griekse term die met „voornaamste bewerker” vertaald is, betekent „voornaamste leider, iemand die de leiding in iets neemt en zo het voorbeeld geeft”. Aandachtig het oog op Jezus gericht houden, wil dus zeggen zijn voorbeeld volgen.

3, 4. (a) Wat is er van onze kant nodig als we willen wandelen zoals Jezus Christus gewandeld heeft? (b) Welke vragen verdienen onze aandacht?

3 „Wie zegt in eendracht met [God] te blijven, is verplicht ook zelf zó te blijven wandelen als hij [Jezus] gewandeld heeft”, zegt de bijbel (1 Johannes 2:6). We moeten in eendracht met God blijven door Jezus’ geboden te onderhouden zoals hij de geboden van zijn Vader heeft onderhouden. — Johannes 15:10.

4 Om te wandelen zoals Jezus gewandeld heeft, moeten we hem dus nauwlettend gadeslaan als de Voornaamste Leider en nauwkeurig in zijn voetstappen treden. De belangrijke vragen die we in verband daarmee moeten beschouwen, zijn: Hoe leidt Christus ons in deze tijd? Welke uitwerking moet het navolgen van zijn manier van wandelen op ons hebben? Wat zijn de voordelen als we trouw het voorbeeld van Jezus Christus volgen?

Hoe Christus zijn volgelingen leidt

5. Welke belofte deed Jezus aan zijn volgelingen voordat hij naar de hemel opsteeg?

5 Voordat de opgestane Jezus Christus naar de hemel opsteeg, verscheen hij aan zijn discipelen en droeg hij hun een belangrijk werk op. Hij zei: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën.” Bij die gelegenheid beloofde de Voornaamste Leider ook dat hij met hen zou zijn bij de vervulling van die opdracht, want hij zei: „Ziet! ik ben met u alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen” (Mattheüs 28:19, 20). Hoe is Jezus Christus in deze tijd van het besluit van het samenstel van dingen met zijn volgelingen?

6, 7. Hoe leidt Jezus ons door middel van de heilige geest?

6 „De helper, de heilige geest, die de Vader in mijn naam zal zenden,” zei Jezus, „die zal u alle dingen leren en alle dingen welke ik u heb gezegd, in uw herinnering terugbrengen” (Johannes 14:26). De in Jezus’ naam gezonden heilige geest leidt en sterkt ons nu. Die geest schenkt ons geestelijk licht en helpt ons „zelfs de diepe dingen Gods” te begrijpen (1 Korinthiërs 2:10). Bovendien vormen de goddelijke eigenschappen liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid en zelfbeheersing „de vrucht van de geest” (Galaten 5:22, 23). Met de hulp van de heilige geest kunnen we aan die eigenschappen werken.

7 Als we de Schrift bestuderen en moeite doen om dat wat we leren in praktijk te brengen, helpt Jehovah’s geest ons om te groeien in wijsheid, onderscheidingsvermogen, begrip, kennis, oordeel en denkvermogen (Spreuken 2:1-11). De heilige geest helpt ons ook onder verleidingen en beproevingen staande te blijven (1 Korinthiërs 10:13; 2 Korinthiërs 4:7; Filippenzen 4:13). Christenen krijgen de vermaning ’zich te reinigen van elke verontreiniging van vlees en geest, en heiligheid te vervolmaken’ (2 Korinthiërs 7:1). Kunnen we zonder de hulp van de heilige geest echt voldoen aan Gods vereiste dat we heilig of rein zijn? Een van de instrumenten die Jezus gebruikt om ons nu te leiden, is de heilige geest, en Jehovah God heeft zijn Zoon gemachtigd zich daarvan te bedienen. — Mattheüs 28:18.

8, 9. Hoe bedient Christus zich van „de getrouwe en beleidvolle slaaf” om voor leiding te zorgen?

8 Sta eens stil bij een ander instrument dat Christus gebruikt om de gemeente nu te leiden. In verband met zijn tegenwoordigheid en het besluit van het samenstel van dingen merkte Jezus op: „Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven? Gelukkig is die slaaf wanneer zijn meester hem bij zijn aankomst daarmee bezig vindt! Voorwaar, ik zeg u: Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen.” — Mattheüs 24:3, 45-47.

9 De „meester” is Jezus Christus. De „slaaf” is de groep gezalfde christenen op aarde. Aan die slaafklasse is de zorg voor Jezus’ aardse belangen en het verstrekken van geestelijk voedsel te rechter tijd toevertrouwd. Een kleine groep bekwame opzieners uit de samengestelde „getrouwe en beleidvolle slaaf” vormt het Besturende Lichaam, dat de slaafklasse vertegenwoordigt. Ze geven leiding aan de wereldwijde prediking van het Koninkrijk en zien erop toe dat er geestelijke voeding te rechter tijd wordt verschaft. Christus leidt de gemeente dus via de met de geest gezalfde „getrouwe en beleidvolle slaaf” en het Besturende Lichaam.

10. Hoe moet onze houding tegenover de ouderlingen zijn, en waarom?

10 Nog een andere manifestatie van Christus’ leiderschap vormen de „gaven in mensen” — christelijke ouderlingen of opzieners. Ze zijn gegeven „met het oog op het terechtbrengen van de heiligen, voor het werk der bediening, tot opbouw van het lichaam van de Christus” (Efeziërs 4:8, 11, 12). Over hen zegt Hebreeën 13:7: „Houdt hen in gedachtenis die onder u de leiding nemen, die het woord van God tot u hebben gesproken, en volgt hun geloof na, lettend op het einde van hun wandel.” De ouderlingen nemen de leiding in de gemeente. Omdat ze Christus Jezus navolgen, wordt hun geloof navolgenswaardig (1 Korinthiërs 11:1). We kunnen onze waardering voor de ouderlingenregeling tonen door gehoorzaam en onderdanig te zijn aan deze „gaven in mensen”. — Hebreeën 13:17.

11. Waarvan bedient Christus zich om zijn hedendaagse volgelingen te leiden, en wat is erbij betrokken om net zo te wandelen als hij gewandeld heeft?

11 Jezus Christus leidt zijn hedendaagse volgelingen dus via de heilige geest, „de getrouwe en beleidvolle slaaf” en de gemeenteouderlingen. Om te wandelen zoals Christus gewandeld heeft, moeten we zijn manier van leiding geven begrijpen en ons eraan onderwerpen. Het is ook nodig dat we zijn manier van wandelen navolgen. „Gij werdt . . . tot deze loopbaan geroepen,” schreef de apostel Petrus, „want ook Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden” (1 Petrus 2:21). Welke uitwerking moet het volgen van Jezus’ volmaakte model op ons hebben?

Wees redelijk bij het uitoefenen van gezag

12. Welk aspect van Christus’ voorbeeld is bijzonder belangrijk voor de ouderlingen in de gemeente?

12 Hoewel Jezus een ongeëvenaarde mate van gezag van zijn Vader had ontvangen, was hij redelijk in de manier waarop hij dat gezag uitoefende. Alle leden van een gemeente, en vooral de opzieners, moeten hun „redelijkheid aan alle mensen bekend [laten] worden” (Filippenzen 4:5; 1 Timotheüs 3:2, 3). Omdat ouderlingen een zekere mate van gezag in de gemeente hebben, is het buitengewoon belangrijk dat ze bij de uitoefening ervan in Christus’ voetstappen treden.

13, 14. Op welke manier kunnen ouderlingen Christus navolgen als ze anderen aanmoedigen God te dienen?

13 Jezus hield rekening met de beperkingen van zijn discipelen. Hij verlangde niet meer van hen dan ze konden geven (Johannes 16:12). Zonder druk op zijn volgelingen uit te oefenen, moedigde hij hen aan ’zich krachtig in te spannen’ in het doen van Gods wil (Lukas 13:24). Hij deed dat door de leiding te nemen en een beroep op hun hart te doen. In dezelfde trant zullen hedendaagse christelijke ouderlingen anderen niet tot het dienen van God proberen te brengen door hen te intimideren of een beroep te doen op hun schaamte- of schuldgevoelens. In plaats daarvan moedigen ze hen aan Jehovah te dienen uit liefde voor hem en voor Jezus en uit liefde voor de medemens. — Mattheüs 22:37-39.

14 Jezus maakte geen misbruik van het hem toevertrouwde gezag door het leven van mensen te willen beheersen. Hij stelde geen onbereikbare maatstaven vast en voerde evenmin talloze regels in. Zijn benadering was anders; hij motiveerde mensen doordat hij hun hart bereikte met de beginselen die ten grondslag liggen aan de via Mozes gegeven wetten (Mattheüs 5:27, 28). In navolging van Jezus Christus zullen de ouderlingen geen willekeurige regels opstellen of hardnekkig bij persoonlijke opvattingen blijven. In kwesties van kleding en make-up of ontspanning en amusement proberen ouderlingen het hart te bereiken met behulp van bijbelse beginselen, zoals die in Micha 6:8; 1 Korinthiërs 10:31-33 en 1 Timotheüs 2:9, 10.

Wees meelevend en vergevensgezind

15. Hoe reageerde Jezus op de tekortkomingen van zijn discipelen?

15 Christus liet ons een model ter navolging na in de manier waarop hij met de tekortkomingen en fouten van zijn discipelen omging. Sta eens stil bij twee gebeurtenissen die zich op zijn laatste avond als mens op aarde hebben afgespeeld. Na in Gethsemané aangekomen te zijn, nam Jezus „Petrus en Jakobus en Johannes met zich mee” en zei hij hun te waken. „Nadat hij een eindje verder was gegaan, viel hij voorts op de grond en bad.” Bij zijn terugkeer ’vond hij hen slapend’. Hoe reageerde Jezus? Hij zei: „De geest is natuurlijk bereidwillig, maar het vlees is zwak” (Markus 14:32-38). In plaats van Petrus, Jakobus en Johannes scherp te berispen, toonde hij medeleven! Diezelfde nacht verloochende Petrus Jezus drie keer (Markus 14:66-72). Hoe behandelde Jezus Petrus daarna? „De Heer is . . . opgewekt en hij is aan Simon [Petrus] verschenen” (Lukas 24:34). ’Hij is aan Cefas verschenen’, zegt de bijbel, ’en daarna aan de twaalf’ (1 Korinthiërs 15:5). In plaats van wrok te koesteren, schonk Jezus de berouwvolle apostel vergeving en sterkte hij hem. Later vertrouwde hij Petrus grote verantwoordelijkheden toe. — Handelingen 2:14; 8:14-17; 10:44, 45.

16. Hoe kunnen we wandelen zoals Jezus gewandeld heeft als onze geloofsgenoten ons teleurstellen of ons op de een of andere manier onrecht aandoen?

16 Als onze geloofsgenoten ons door menselijke onvolmaaktheid teleurstellen of ons op de een of andere manier onrecht aandoen, moeten ook wij dan niet, net als Jezus, meelevend en vergevensgezind zijn? Petrus gaf zijn geloofsgenoten de dringende raad: „Weest allen gelijkgezind, betoont medegevoel, hebt broederlijke genegenheid, teder mededogen, zijt nederig van geest, vergeldt geen kwaad met kwaad noch beschimping met beschimping, maar, integendeel, schenkt een zegen” (1 Petrus 3:8, 9). En als iemand ons nu niet behandelt zoals Jezus gedaan zou hebben en weigert meelevend of vergevensgezind te zijn? Zelfs dan zijn we verplicht om te proberen Jezus na te volgen en te reageren zoals hij gedaan zou hebben. — 1 Johannes 3:16.

Ken de Koninkrijksbelangen de eerste plaats toe

17. Waaruit blijkt dat Jezus het doen van Gods wil de eerste plaats in zijn leven toekende?

17 We moeten op nog een andere manier wandelen zoals Jezus Christus gewandeld heeft. De bekendmaking van het goede nieuws van Gods koninkrijk nam de belangrijkste plaats in Jezus’ leven in. Na tot de Samaritaanse vrouw bij de stad Sichar in Samaria gepredikt te hebben, zei Jezus tegen zijn discipelen: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig” (Johannes 4:34). Het doen van de wil van zijn Vader gaf Jezus kracht; het was voor hem net zo versterkend, verzadigend en verkwikkend als voedsel. Zou het navolgen van Jezus door ons te blijven concentreren op het doen van Gods wil, ons dan niet eveneens een leven opleveren dat echt zinvol en voldoening schenkend is?

18. Welke zegeningen zijn het resultaat als kinderen aangemoedigd worden de volletijddienst in te gaan?

18 Als ouders hun kinderen aanmoedigen in de volletijddienst te gaan, ontvangen zowel zij als hun kinderen veel zegeningen. Een vader van een tweeling hield zijn zoons van kinds af aan de pioniersdienst als doel voor ogen. Nadat de beide jongens hun schoolopleiding afgerond hadden, gingen ze inderdaad pionieren. Denkend aan alle vreugde die hem daardoor ten deel is gevallen, schrijft deze vader: „Onze jongens hebben ons niet teleurgesteld. We kunnen vol dankbaarheid zeggen: ’Zonen zijn een erfdeel van Jehovah’” (Psalm 127:3). En hoe zijn kinderen erbij gebaat als ze in de volletijddienst staan? Een moeder met vijf kinderen zegt: „De pioniersdienst heeft al mijn kinderen geholpen een veel nauwere band met Jehovah te ontwikkelen. Hun persoonlijke studiegewoonten zijn erdoor verbeterd, ze hebben verstandig met hun tijd leren omgaan, en ze hebben geleerd om geestelijke zaken de eerste plaats in hun leven toe te kennen. Hoewel ze zich allemaal flink hebben moeten aanpassen, hebben ze er geen van allen spijt van dat ze voor dat pad gekozen hebben.”

19. Waar doen jongeren verstandig aan als het gaat om hun toekomstplannen?

19 Jongeren, wat zijn jullie plannen voor de toekomst? Streven jullie ernaar carrière in de wereld te maken? Of werken jullie aan een loopbaan in de volletijddienst? „Ziet er . . . nauwlettend op toe hoe gij wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen,” vermaande Paulus, „de gelegen tijd voor uzelf uitkopend, omdat de dagen goddeloos zijn.” Hij voegde eraan toe: „Wordt daarom niet langer onredelijk, maar blijft inzien wat de wil van Jehovah is.” — Efeziërs 5:15-17.

Wees loyaal

20, 21. In welke opzichten was Jezus loyaal, en hoe kunnen we zijn loyaliteit navolgen?

20 Om te wandelen zoals Jezus gewandeld heeft, moeten we zijn loyaliteit navolgen. Over Jezus’ loyaliteit zegt de bijbel: „Alhoewel hij in Gods gedaante bestond, [heeft hij] geen gewelddadige inbezitneming . . . overwogen, namelijk om aan God gelijk te zijn. Neen, maar hij heeft zichzelf ontledigd en de gedaante van een slaaf aangenomen en is aan de mensen gelijk geworden. Meer nog, toen hij zich in de hoedanigheid van een mens bevond, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de dood aan een martelpaal.” Jezus hield loyaal Jehovah’s soevereiniteit hoog door zich aan Gods wil voor hem te onderwerpen. Hij werd gehoorzaam tot de dood aan een martelpaal toe. Wij moeten ’die geestesgesteldheid bewaren’ en ons loyaal onderwerpen aan het doen van Gods wil. — Filippenzen 2:5-8.

21 Jezus betoonde zich ook loyaal aan zijn trouwe apostelen. Ondanks hun zwakheden en onvolmaaktheden had Jezus hen „tot het einde toe” lief (Johannes 13:1). Ook wij mogen niet toelaten dat we ons door de onvolmaaktheden van onze broeders en zusters kritisch gaan opstellen.

Volg trouw Jezus’ voorbeeld

22, 23. Wat zijn de voordelen als we trouw Jezus’ voorbeeld volgen?

22 Als onvolmaakte mensen kunnen we ons volmaakte Voorbeeld natuurlijk niet exact navolgen. We kunnen er echter wel naar streven nauwgezet in zijn voetstappen te treden. Daarvoor is het nodig dat we Christus’ manier van leiding geven begrijpen en ons eraan onderwerpen en dat we ons houden aan het voorbeeld dat hij heeft gegeven.

23 Door navolgers van Christus te worden, oogsten we veel zegeningen. Ons leven wordt zinvoller en schenkt meer voldoening omdat we ons er niet op concentreren onze eigen wil te doen maar die van God (Johannes 5:30; 6:38). We hebben een goed geweten. De manier waarop we wandelen, kan anderen tot voorbeeld strekken. Jezus nodigde allen die zwoegden en zwaar beladen waren uit om tot hem te komen en verkwikking te vinden voor hun ziel (Mattheüs 11:28-30). Als we Jezus’ voorbeeld volgen, kunnen ook wij anderen verkwikken door onze omgang. Laten we dus blijven wandelen zoals Jezus gewandeld heeft.

Overzichtsvragen

• Hoe leidt Christus zijn hedendaagse volgelingen?

• Hoe kunnen ouderlingen Christus’ leiding volgen bij het uitoefenen van het gezag dat God hun gegeven heeft?

• Hoe kunnen we in de manier waarop we met de tekortkomingen van anderen omgaan Jezus’ voorbeeld volgen?

• Hoe kunnen jongeren de Koninkrijksbelangen de eerste plaats toekennen?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 23]

Christelijke ouderlingen helpen ons Christus’ leiding te volgen

[Illustraties op blz. 24, 25]

Jongeren, wat voor plannen maken jullie voor een voldoening schenkend christelijk leven?